Antwoord schriftelijke vragen : Antwoord op vragen van de leden Kuiken en Van den Hul over de verblijfstitel voor personen tijdens de coronatijd in Nederland
Vragen van de leden Kuiken en Van den Hul (beiden PvdA) aan de Staatssecretaris van Justitie en Veiligheid over de verblijfstitel voor personen tijdens de coronatijd in Nederland (ingezonden 29 oktober 2020).
Antwoord van Staatssecretaris Broekers-Knol (Justitie en Veiligheid) (ontvangen 16 december
2020). Zie ook Aanhangsel Handelingen, vergaderjaar 2020–2021, nr. 900.
Vraag 1
Wanneer is er sprake van een overmachtssituatie op grond waarvan een vreemdeling Nederland
niet op tijd kan verlaten? Geldt daarbij alleen het feit dat er geen reismogelijkheid
naar het eigen land is of kunnen daarbij ook andere, bijvoorbeeld meer persoonlijke,
redenen gelden? Zo ja, welke?1
Antwoord 1
Er ontstaat een overmachtssituatie wanneer de vreemdeling kan aantonen dat een eerder
vertrek niet mogelijk was vanwege reisbeperkingen in het kader van COVID-19.
Vraag 2
In hoeverre wordt de ernst van de coronasituatie in het land van herkomst of maatregelen
die in dat land gelden ten aanzien van de inreis van personen met de nationaliteit
van dat land meegewogen bij het beoordelen of de overstay van een vreemdeling toegestaan
is en dus niet kan leiden tot een inreisverbod naar het Schengengebied?
Antwoord 2
De ernst van de coronasituatie in het land van herkomst wordt niet meegewogen aan
de grens. Als de maatregelen in een land de inreis beperken, wordt dit wel meegewogen
aan de grens (zie ook het antwoord op vraag 1).
Vraag 3
In hoeverre speelt het een rol bij het bepalen over overstay toegestaan is of een
vreemdeling een partner met de Nederlandse nationaliteit in Nederland heeft?
Antwoord 3
Dit wordt niet meegewogen aan de grens. Partners van personen met de Nederlandse nationaliteit
kunnen onder voorwaarden voor een bepaalde duur legaal verblijven in Nederland. Bij
overstay is per definitie sprake van een verblijf langer dan toegestaan. Bij de beoordeling
van de overmachtssituatie is het daarom niet relevant op welke grondslag het legale
verblijf plaatsvond, maar enkel of de overstay al dan niet toe te rekenen is aan de
betreffende persoon.
Vraag 4
Deelt u de mening dat, in het geval een vreemdeling een Nederlandse partner in Nederland
heeft en het risico bestaat dat er vanwege de coronapandemie bij uitreis de partners
elkaar mogelijk voor lange tijd niet kunnen zien, coulant moet worden omgegaan met
de regels voor overstay en dat inreisverboden niet gewenst zijn, ook niet in het geval
de partner formeel wel de mogelijkheid heeft om naar het eigen land terug te keren?
Zo ja, hoe gaat u ervoor zorgen dat deze coulance betracht gaat worden? En op welke
manier wordt de coulance dan toegepast? Zo nee, waarom niet?
Antwoord 4
Zoals toegelicht in de antwoorden op uw eerdere Kamervragen d.d. 4 september 2020
(antwoorden ontvangen d.d. 26 oktober 2020) inzake de verblijfstitel voor personen
tijdens de coronatijd in Nederland zonder visumplicht, wordt coulance betracht in
het geval de overstay het gevolg is van een overmachtssituatie. In die gevallen wordt
geen inreisverbod opgelegd. Wat betreft het door uw genoemde risico wijs ik u graag
op de regeling langeafstandsrelaties waar uw Kamer eerder over is geïnformeerd.
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
A. Broekers-Knol, staatssecretaris van Justitie en Veiligheid
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.