Antwoord schriftelijke vragen : Antwoord op vragen van de leden El Yassini en Bosman over het bericht 'regering Hongarije wil Grondwet aanpassen: ouder zijn altijd een vrouw en een man'
Vragen van de leden El Yassini en Bosman (beiden VVD) aan de Minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap over het bericht «regering Hongarije wil Grondwet aanpassen: ouder zijn altijd een vrouw en een man» (ingezonden 12 november 2020).
Antwoord van Minister Van Engelshoven (Onderwijs, Cultuur en Wetenschap), mede namens
de Minister van Buitenlandse Zaken (ontvangen 7 december 2020).
Vraag 1
Bent u bekend met het voornemen van Hongaarse wetgeving waardoor het voor homostellen
vrijwel onmogelijk wordt kinderen te adopteren?1
Antwoord 1
In oktober 2020 heeft de Hongaarse regering de adoptiewetgeving aangepast waardoor
getrouwde koppels voorrang krijgen op alleenstaanden bij adoptie. Alleen bij een tekort
aan echtparen die willen adopteren, zouden alleenstaanden en LHBTI’s, die in Hongarije
niet voor de wet kunnen trouwen, een kans maken. Die uitzondering vervalt als het
parlement instemt met de nieuwe voorstellen tot wijziging van de Grondwet en Kinderbeschermingswet.
De Grondwet zou dan bepalen dat de vader van een kind een man is en de moeder een
vrouw. Na aanpassing van de Kinderbeschermingswet kan alleen de Minister voor Familiebeleid
nog toestemming geven voor adoptie aan iemand die niet getrouwd is.
Vraag 2
Hoe verhoudt dit amendement zich tot het voornemen van de Europese Commissie om Europese
subsidies te koppelen aan het respecteren van de rechtsstaat en het Handvest van de
grondrechten van de Europese Unie?
Antwoord 2
Lidstaten zijn bij de implementatie van de EU-begroting gebonden aan het EU Handvest
voor de Grondrechten, met inbegrip van non-discriminatie, gelijkheid en inclusie.
Ook in de recent gepubliceerde EU LGBTIQ-strategie wijst de Commissie op de noodzaak
er zorgvuldig op toe te zien dat bij de uitvoering van EU-projecten wordt voldaan
aan het EU-recht. Nederland zal de Commissie actief wijzen op de noodzaak om het EU
Handvest voor de Grondrechten te handhaven. De conditionaliteit t.a.v. rechtsstatelijkheid
legt een koppeling tussen de ontvangst van EU-middelen uit het MFK en het Herstelinstrument
en de naleving van rechtsstatelijkheidsbeginselen. Deze koppeling bestaat nu nog niet.
Deze conditionaliteit geeft de EU de mogelijkheid om Europese subsidies stop te zetten
wanneer schendingen van de principes van de rechtsstaat negatieve invloed hebben op
de financiële belangen van de EU. Er moet in de huidige situatie altijd een link zijn
met de financiële belangen van de EU, dat was ook in het oorspronkelijke Commissievoorstel
uit 2018 zo en volgt ook uit de ER-conclusies van juli jl. Het betreft hier een instrument
ter bescherming van de EU-begroting en het Herstelinstrument. Handhaving van de rechtsstatelijkheid
in de Unie in algemene zin is geen direct doel van de MFK-rechtsstaatverordening.
Daarmee zou overlap met artikel 7 VEU (procedure om in algemene zin toe te zien op
de naleving van de waarden van de Unie) ontstaan en dat is juridisch niet toegestaan.
Vraag 3
Welke stappen gaat u nemen om dit aan te kaarten bij de Europese Commissie, eventueel
in combinatie met uw inzet bij de komst van de EU LHBTI strategie van 12 november
2020?
Antwoord 3
Het bevorderen van gelijke rechten voor LHBTI’s wereldwijd is een prioriteit van het
Nederlands mensenrechtenbeleid. De ontwikkelingen in onder meer Hongarije tonen aan
dat ook binnen de EU blijvende aandacht voor gelijke rechten van LHBTI’s noodzakelijk
is. Met dien verstande dat beide Kamers een nadere appreciatie ontvangen middels een
BNC-fiche, verwelkomt het kabinet dan ook de LHBTI-gelijkheidsstrategie van de Europese
Commissie, gericht op een geïntensiveerde aanpak van ongelijkheden en uitdagingen
waarmee LHBTI’s in de EU worden geconfronteerd. De doelstelling van een versterkte
aanpak voor een Unie waarin LHBTI’s gelijke kansen hebben, zich veilig voelen en volwaardig
kunnen deelnemen aan de samenleving, kan in elk geval rekenen op steun vanuit Nederland.
Vraag 4
Heeft u inmiddels bilateraal contact opgenomen met uw Hongaarse vakinhoudelijke collega
naar aanleiding van dit voornemen? Wat is hieruit gekomen?
Antwoord 4
Tijdens het notaoverleg «vrij zijn om niet te geloven» op 16 november zegde Minister
Blok uw Kamer al toe om de zorgen over de aangekondigde grondwetswijziging onder de
aandacht te brengen bij de eerstvolgende agendering van de artikel 7-procedure tegen
Hongarije. Die procedure heeft de voorkeur van het kabinet, omdat ze de meest effectieve
gelegenheid biedt om het voorstel in samenhang met andere zorgen over de rechtsstaat
in Hongarije te bespreken op het geëigende niveau, in coördinatie met zoveel mogelijk
andere EU-landen en met gebruik van het beschikbare instrumentarium.
Naast bespreking in EU-verband, blijft het kabinet de zorgen ook opbrengen in reguliere
contacten met Hongaarse ambtsgenoten, ook vanuit het gedeelde belang dat Hongarije
en Nederland hebben bij goede bilaterale en Europese samenwerking.
Vraag 5
Heeft u contact gehad met ministers die verantwoordelijk zijn voor emancipatiebeleid
van gelijkgezinde landen om samen stelling te nemen tegen dit Hongaarse voornemen?
Zo nee, bent u bereid dit te doen?
Antwoord 5
Nederland heeft zich binnen de EU en daarbuiten expliciet uitgesproken over de pushback
op dit en andere dossiers. Nederland maakt zich samen met gelijkgezinde lidstaten
sterk voor de Europese gemeenschappelijke waarden en het belang van gelijkheid voor
iedereen, waaronder voor LHBTI personen. Op 3 december heeft mijn Luxemburgse collega
een (digitale) bijeenkomst georganiseerd om te spreken over de LHBTI strategie en
de situatie van LHBTI personen in de EU. Voor de bijeenkomst werden EU ministers uitgenodigd
met de doelstelling om gezamenlijk een progressieve visie op te stellen met betrekking
tot de gelijke behandeling van LHBTI personen.
Vraag 6 en 7
Op welke manier werkt u concreet samen op Europees niveau om de rechtsstaat en grondrechten
binnen de Europese Unie te borgen, specifiek als het gaat om de rechten van lesbische
vrouwen, homoseksuele mannen, biseksuelen, transgender- en intersekse personen? Welke
concrete stappen gaat u zetten naar aanleiding van de berichtgeving vanuit Hongarije?
Welke stappen gaat u ondernemen, ook in samenwerking met de LHBTI strategie van de
Europese Commissie, om een gelijkwaardige behandeling van homoparen in de Europese
Unie te borgen?
Antwoord 6 en 7
Nederland werkt aan het bevorderen van gelijke behandeling voor LHBTI personen in
Europa via verschillende kanalen. Zo financiert Nederland als een van de weinige landen
Ngo’s die in Europa werkzaam zijn op dit thema. Zowel ILGA-Europe als de jongeren
organisatie IGLYO worden gefinancierd. Er is gekozen voor een meerjarige subsidie
zodat de organisaties zekerheid hebben van financiering voor een langere periode en
zich beter kunnen focussen op strategische doelen. Tevens wordt Transgender Europe
(TGEU) gefinancierd.
Naast de samenwerking met het maatschappelijk middenveld en Ngo’s gebruikt Nederland
de diplomatieke en multilaterale kanalen om gelijke rechten van LHBTI personen te
bevorderen. Zo is Nederland zeer uitgesproken tijdens de onderhandelingen over raadsconclusies.
Gendergelijkheid en gelijke rechten voor LHBTI personen worden zo vaak mogelijk opgenomen
in de teksten.
Vanwege de pushback die overal gevoeld wordt, ben ik bezig met het idee om een coalitie
te vormen binnen de EU waarbij gendergelijkheid en gelijke rechten voor LHBTI personen
centraal staan. Er is binnen het kabinet afgesproken dat de houding van Polen en Hongarije
m.b.t. het respecteren van de rechtstaat, gendergelijkheid en LHBTI personen niet
langer aanvaardbaar is. Daarom heb ik tijdens de bijeenkomst van 3 december mijn collega
ministers opgeroepen om gezamenlijk een front te vormen tegen de conservatieve geluiden
die de Europese gemeenschappelijke waarden en de rechtstaat ondermijnen. Er was tijdens
de bijeenkomst brede steun voor gendergelijkheid en de gelijke behandeling van LHBTI
personen. Tevens heeft een aantal landen expliciet steun geuit voor de positie van
Nederland. Portugal gaf aan dit onderwerp op de agenda te willen houden tijdens hun
voorzitterschap.
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
I.K. van Engelshoven, minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap -
Mede namens
S.A. Blok, minister van Buitenlandse Zaken
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.