Antwoord schriftelijke vragen : Antwoord op vragen van het lid Kuiken over het bericht dat een lesbische asielzoekster dreigt teruggestuurd te worden naar Nigeria.
Vragen van het lid Kuiken (PvdA) aan de Staatssecretaris van Justitie en Veiligheid over het bericht dat een lesbische asielzoekster dreigt teruggestuurd te worden naar Nigeria (ingezonden 10 november 2020).
Antwoord van Staatssecretaris Broekers-Knol (Justitie en Veiligheid) (ontvangen 30 november
2020).
Vraag 1
Kent u het bericht «Staatssecretaris wil Happy, de met kokend water overgoten lesbienne
uitzetten naar Nigeria»?1
Antwoord 1
Ja.
Vraag 2
Klopt het dat in Nigeria via de media bekend is geworden dat de in het bericht genoemde
asielzoekster in Nederland is aangevallen omdat zij lesbienne is? Zo nee, wat klopt
er dan niet?
Antwoord 2
Dit is mij niet bekend.
Vraag 3
Deelt u de mening dat iemand die in Nigeria bekend staat als lhbti gevaar loopt? Zo
ja, welke gevolgen heeft dat voor het asielbeleid van Nederland ten aanzien van Nigeria?
Zo nee, waaruit blijkt dat er geen sprake is van dergelijk gevaar?
Antwoord 3
Ik ben het met u eens dat de situatie voor lhbt personen in Nigeria zorgelijk is.
Om deze reden zijn lhbt’s in het landgebonden asielbeleid voor Nigeria dan ook aangemerkt
als een risicogroep. Dit betekent dat, indien er sprake is van geloofwaardige en individualiseerbare
verklaringen, een vreemdeling met geringe indicaties aannemelijk kan maken dat problemen
die verband houden met diens lhbt-schap leiden tot een gegronde vrees voor vervolging.
Vraag 4 en 5
Is het waar dat de Immigratie- en Naturalisatiedienst (IND) in besluitvorming rondom
de beoordeling van een asielaanvraag waarbij de homoseksuele gerichtheid een rol speelt
«het proces van de ontwikkeling van de gerichtheid» laat meewegen? Zo ja, waarom?
Deelt u de mening dat er tussen de woorden «het proces van de ontwikkeling van de
gerichtheid» en «bewustwordingsproces» geen relevant inhoudelijk verschil zit? Zo
ja, waarom wordt «het proces van de ontwikkeling van de gerichtheid» dan toch gebruikt?
Wat gaat u alsnog doen om ervoor te zorgen dat de IND dit, zoals eerder is afgesproken,
niet meer mee laat wegen? Zo nee, waaruit bestaat het verschil dan wel?
Antwoord 4 en 5
Bij de beoordeling van een asielaanvraag waarbij een beroep wordt gedaan op homoseksuele
gerichtheid, maakt de IND gebruik van werkinstructie 2019/17. In deze werkinstructie
ligt het zwaartepunt op de antwoorden op vragen over de eigen ervaringen en persoonlijke
beleving van de vreemdeling met betrekking tot zijn seksuele gerichtheid en wat dit
voor hem en zijn omgeving heeft betekend. De vreemdeling wordt gevraagd toe te lichten
hoe hij zich realiseerde dat hij lhbt was, hoe hij dat persoonlijk heeft beleefd,
en hoe (en of) de omgeving gereageerd heeft.
Dit is echter anders dan het «bewustwordingsproces» zoals dit voorheen in de oude
werkinstructie opgenomen stond. Het betekent namelijk niet dat de IND als uitgangspunt
hanteert dat in alle gevallen een proces of een interne worsteling moet hebben plaatsgevonden
voordat de vreemdeling zijn lhbt-gerichtheid heeft geaccepteerd. Echter, er mag wel
verwacht mag worden dat bij een vreemdeling die afkomstig is uit een land waar men
lhbt-gerichtheid niet accepteert en waar dit mogelijk strafbaar is gesteld, sprake
zal zijn van een (denk)proces waarin de vreemdeling zich onder andere voor de vraag
gesteld ziet wat het betekent om anders te zijn dan hetgeen de maatschappij (en de
wet) verwacht/verlangt en op welke wijze hij daaraan invulling wil en kan geven.
Zoals ook uit de werkinstructie blijkt, zal de IND hier vragen over stellen en de
verklaringen van de vreemdeling hierover meewegen bij de beoordeling of het lhbti-schap
geloofwaardig wordt geacht. Deze verklaringen moeten, integraal gezien, een authentiek
verhaal vormen.
Ik herken niet het beeld dat er nog steeds wordt getoetst aan een «bewustwordingsproces».
Zoals gezegd ligt de nadruk op de eigen ervaringen van de vreemdeling en de persoonlijke
beleving van de seksuele gerichtheid.
Vraag 6
Bent u voornemens om, mede naar aanleiding van de bevindingen van LGTB Asylum Support,
een extern onafhankelijk onderzoek te laten houden naar de wijze waarop de IND sinds
de nieuwe werkinstructie uit 2018 asielaanvragen met een lhbti-achtergrond beoordeelt?
Zo ja, op welke termijn gaat u hier voor zorgen? Zo nee, waarom niet?
Antwoord 6
Nee, ik zie geen aanleiding om naar aanleiding van de bevindingen van LGBT Asylum
Support een extern onafhankelijk onderzoek te starten. Momenteel is het WODC bezig
met een evaluatie van de geloofwaardigheidsbeoordeling, aan de hand van de nieuwe
werkinstructies, van lhbt- en bekeringszaken door de IND. Zodra dit onderzoek is afgerond
zal ik uw Kamer hierover informeren.
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
A. Broekers-Knol, staatssecretaris van Justitie en Veiligheid
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.