Antwoord schriftelijke vragen : Antwoord op vragen van het lid Van Nispen over het sluiten van zwembaden en het stoppen van zwemlessen voor kinderen
Vragen van het lid Van Nispen (SP) aan de Minister voor Medische Zorg over het sluiten van zwembaden en het stoppen van zwemlessen voor kinderen (ingezonden 10 november 2020).
Antwoord van Minister Van Ark (Medische Zorg), mede namens de Minister van Justitie
en Veiligheid (ontvangen 23 november 2020)
Vraag 1
Bent u bekend met de oproep vanuit de zwembranche, de petitie en de brandbrieven die
inmiddels zijn gestuurd over het sluiten van zwembaden en het stoppen van zwemlessen
voor kinderen?
Antwoord 1
Ja.
Vraag 2
Klopt het dat kort na de persconferentie van 3 november 2020 aanvankelijk het bericht
luidde dat zwembaden alleen nog de deuren geopend mochten houden voor zwemlessen aan
kinderen tot en met 12 jaar, maar dat bijna een dag later het bericht kwam dat de
zwembaden toch volledig moesten sluiten? Wat is er misgegaan met deze communicatie?
Wat is hier precies gebeurd?
Antwoord 2
Ik wil vooropstellen dat het besluit van het kabinet was dat er een tijdelijk verbod
was op de openstelling van voor publiek toegankelijke gebouwen zoals zwembaden. Dit
is ook, inclusief uitzonderingen, in de brief aan uw kamer van 4 november (Kamerstuk
25 295, nr. 688) bericht.
Direct na de persconferentie van 3 november is op rijksoverheid.nl dan ook een tekst geplaatst waarin stond dat zwembaden dicht zijn. Op enkele onderliggende
pagina’s stond dat zwemlessen wel mochten plaatsvinden. In de ochtend daarna is geconstateerd
dat dit in tegenspraak was en aangepast. Daarbij is helaas één pagina over het hoofd
gezien. In het begin van de avond van 4 november is dit geconstateerd en vervolgens
is de pagina meteen aangepast.
Vraag 3
Zijn de gevolgen voor het zwemonderwijs en kinderen van dit gewijzigde besluit in
kaart gebracht voor hiertoe is besloten?
Antwoord 3
Het kabinet heeft voor de getroffen tijdelijke maatregelen aansluiting gezocht bij
de genomen maatregelen in maart, die gebaseerd waren op een advies van het OMT, voor
zover deze effectief waren. De hoofdzaak van wat het kabinet wilde bereiken met de
tijdelijke maatregelen is minder reisbewegingen, minder contactmomenten en minder
bewegingen in het algemeen. De tijdelijke sluiting van zwembaden moet dan ook in samenhang
met alle maatregelen worden bezien en niet in afzondering worden beoordeeld. De specifieke
gevolgen van de sluiting van zwembaden zijn niet in kaart gebracht. Hierbij is het
belangrijk om in ogenschouw te nemen dat deze maatregelen voor de beperkte periode
van twee weken golden.
Vraag 4
Onderschrijft u dat zwemmen, net als andere vormen van sport en bewegen, een bijdrage
levert aan de fysieke en mentale gezondheid van mensen, en dat zwemmen aanvullend
een onmisbare bijdrage levert aan de zwemveiligheid van kinderen en voor kwetsbare
doelgroepen een laagdrempelige of zelfs enige mogelijkheid van bewegen is?
Antwoord 4
Jazeker. We weten dat zwemmen de vierde sport is in termen van wekelijkse deelname.
Voor groepen die niet vanzelfsprekend bewegen (zoals bijvoorbeeld ouderen en mensen
met een beperking) is zwemmen zelfs de tweede sport.
Vraag 5
Waarom wordt zwemmen dan anders beoordeeld dan andere sporten en bewegen en zijn de
zwembaden gesloten en de zwemlessen voor kinderen gestopt?
Antwoord 5
Zwemmen als zodanig wordt niet anders beoordeeld dan andere sporten. In het antwoord
op vraag 3 is uiteengezet wat de reden is dat de zwembaden tijdelijk gesloten waren.
Vraag 6
Wat zijn hier nu precies de redenen voor en welke onderzoeken liggen daaraan ten grondslag?
Zijn er aanwijzingen dat de omstandigheden in zwembaden bijgedragen hebben aan de
verspreiding van het virus? Waaruit blijkt dit? Hoe beoordeelt u de onderzoeken en
de meest recente wetenschappelijke inzichten die juist het tegenovergestelde lijken
te onderbouwen?
Antwoord 6
Ik verwijs u naar het antwoord op vraag 3.
Vraag 7
Is de zwembranche er naar uw mening de afgelopen periode in geslaagd om een veilige
omgeving te bieden in zwembaden? Zo nee, op welke punten was men in gebreke?
Antwoord 7
De protocollen van de zwembranche sluiten aan bij de sportbrede protocollen van NOC*NSF
en zijn van goede kwaliteit waardoor in zwembaden een veilige omgeving geboden is.
Vraag 8
Wat zijn de gevolgen voor de zwemveiligheid onder kinderen als erkend wordt dat leren
zwemmen een basisbehoefte en noodzaak is in een waterrijk land als Nederland? Is het
dan niet vreemd dat zwemlessen niet door mogen gaan terwijl andere sporten voor kinderen
wel door kunnen gaan?
Antwoord 8
(Kunnen) zwemmen is in Nederland een basisbehoefte en noodzaak. Ik hoop dan ook dat
door de openstelling van de zwembaden het zwemlestraject zo snel mogelijk weer opgepakt
kan worden.
Vraag 9
Wat is uw reactie op het pleidooi, zoals geuit in de brieven, om de Nederlandse zwembaden
zo spoedig mogelijk te heropenen en in ieder geval de zwemlessen voor kinderen doorgang
te laten vinden?
Antwoord 9
Ook het kabinet wil vanzelfsprekend dat alle getroffen maatregelen zo spoedig als
mogelijk is, beëindigd kunnen worden. Ik ben dan ook blij te kunnen melden dat het
kabinet heeft besloten dat na deze periode van twee weken de zwembaden met ingang
van 19 november weer open kunnen voor groepen van maximaal 30 personen per ruimte.
Dit is gecommuniceerd in de persconferentie en Kamerbrief (Kamerstuk 25 295, nr. 659) van 17 november.
Vraag 10
Bent u bereid deze vragen met de grootst mogelijke spoed te beantwoorden?
Antwoord 10
Ja.
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
T. van Ark, minister voor Medische Zorg -
Mede namens
F.B.J. Grapperhaus, minister van Justitie en Veiligheid
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.