Antwoord schriftelijke vragen : Antwoord op vragen van het lid Hijink over het artikel ‘Top verdienen aan jeugdzorg in Tilburg’
Vragen van het lid Hijink (SP) aan de Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport over het artikel «Top verdienen aan jeugdzorg in Tilburg» (ingezonden 19 oktober 2020).
Antwoord van Staatssecretaris Blokhuis (Volksgezondheid, Welzijn en Sport) (ontvangen
20 november 2020). Zie ook Aanhangsel Handelingen, vergaderjaar 2020–2021, nr. 706
Vraag 1
Wat is uw reactie op het artikel «Top verdienen aan jeugdzorg in Tilburg»?1
Antwoord 1
De algemene conclusie komt bekend voor. Er is al langer bekend dat gemeenten tekorten
laten zien op jeugd en in oktober jl. heeft Jeugdzorg Nederland een eigen onderzoek
gepubliceerd waarin staat dat er ook aanbieders zijn met hoge winstpercentages. Over
dit onderzoek heb ik uw Kamer op 6 oktober jl. gesproken tijdens het mondelinge vragenuurtje.
Vraag 2
Wat vindt u ervan dat één op de vijf onderzochte bedrijven meer dan 10 procent winst
maakt en in de commerciële jeugdzorghoek 40 procent boven dat winstpercentage zit?
Antwoord 2
Een zorgaanbieder moet een positief resultaat kunnen behalen. Dat is nodig om als
organisatie gezond te blijven en is in het belang van de continuïteit van zorg voor
de patiënten en cliënten. Geld voor zorg is niet bedoeld voor zelfverrijking. Daarom
is het van belang dat er goede afspraken over tarieven en eventueel winstuitkeringen
worden gemaakt door de gemeenten met hun te contracteren aanbieders. Daarnaast heeft
u onlangs het rapport «Normering winstuitkering zorg» ontvangen als bijlage bij de
voortgangsbrief over de Wtza en Wibz (Kamerstuk 34 767, nr. 57). In het Wetsvoorstel
Integere bedrijfsvoering zorgaanbieders (Wibz) zal de mogelijkheid worden geïntroduceerd
om voorwaarden te stellen aan winstuitkering door hoofd- en onderaannemers in de extramurale
zorg, en onderaannemers in de intramurale zorg bekostigd uit de Zvw, Wlz en/of Jeugdwet.
De aard van de voorwaarden en het tijdstip van inwerking treden kan variëren per deelsector
en wordt gekoppeld aan het zich voordoen van excessen en de noodzaak die tegen te
gaan, respectievelijk te voorkomen. De resultaten uit dit rapport worden betrokken
bij de uitwerking van de Wibz, ook voor de Jeugdzorg.
Vraag 3
Wat vindt u ervan dat jeugdzorgaanbieders 100 miljoen euro overhouden, terwijl gemeenten
miljoenen tekort komen?
Antwoord 3
Dat gemeenten tekorten hebben en dat er aanbieders zijn met hoge winstpercentages
lijkt te laten zien dat er voor gemeenten ruimte is om geld te besparen. De vraag
rijst daarnaast welk deel van de winst terechtkomt bij de zorg voor jongeren met een
hulpvraag.
Het is in principe een positieve ontwikkeling dat een bedrijf laat zien dat kwalitatief
goede zorg goedkoper geleverd kan worden. Het is daarentegen pijnlijk te zien dat
enorme bedragen verdwijnen uit de zorg in de vorm van winstuitkeringen. Daarom werken
we bij VWS aan wetgeving op grond waarvan voorwaarden kunnen worden gesteld aan winstuitkering,
als zich excessen voordoen en het noodzakelijk is die tegen te gaan.
Gemeenten kunnen als inkopende partij in hun contractering en zelfs in verordeningen
randvoorwaarden en harde criteria opnemen om winsten te beperken of om op z'n minst
zicht te hebben op het feit dat er winsten worden gemaakt. Daar kunnen ze afspraken
over maken in hun contracten. Ze kunnen bijvoorbeeld ook het betalen van marktconforme
prijzen voor vastgoed, verdiensten en producten vastleggen in contracten.
Vraag 4
Wat vindt u ervan dat inkoopmodellen van de gemeente Tilburg, resultaatgericht en
via arrangementen, het mogelijk maken om veel geld te verdienen?
Antwoord 4
Gemeenten zijn zelf verantwoordelijk voor hoe zij hun inkoop inrichten, waaronder
de keuze voor resultaatgericht inkopen en werken via arrangementen. Inkopen op basis
van resultaat kan voordelig zijn voor gemeenten en aanbieders, omdat hier in plaats
van afrekenen per uur gekeken wordt naar wat nodig is om het gewenste resultaat te
bereiken. Dit kan zorgen voor een efficiënte zorginzet en bijdragen aan een doelmatige
besteding van zorggeld. Indien niet adequaat ingericht, kan deze wijze van inkopen
echter ook nadelige effecten hebben. Als de gemeentelijke toegang bijvoorbeeld zeer
veel indicaties afgeeft voor zeer veel verschillende resultaatgebieden (hoog volume)
of indien een reële prijs voor een resultaat door de gemeente moeilijk in te schatten
is.
Vanuit het programma Inkoop en Aanbesteden Sociaal Domein is ondersteuning beschikbaar
om gemeenten en aanbieders te ondersteunen in hun inkoop. Hiervoor is het regioteam
de primaire gesprekspartner voor gemeenten en zorgaanbieders. Het programma heeft
allerhande handreikingen ontwikkeld ten behoeve van modelbepalingen, kwaliteitseisen
en toe te passen segmentatie van zorgproducten. Ook is er bijvoorbeeld een opleiding
beschikbaar vanuit het Ondersteuningsteam Zorg voor de Jeugd, waarmee een samenhangende
inkoopstrategie voor een regio wordt opgesteld. De ondersteuning van gemeenten is
op maat en kan ook op specifieke vragen plaatsvinden, bijvoorbeeld door middel van
een review. De Minister van VWS zal u voor de kerst informeren over de voortgang van
het programma inkoop en aanbesteden sociaal domein.
Vraag 5
Wat vindt u ervan dat aanbieders hoge tarieven betaald krijgen voor diensten die lang
niet altijd als nuttig worden ervaren voor de doelgroep waar zij mee werken, zoals
bepaalde administratie?
Antwoord 5
Gemeenten hebben zelf de vrijheid om hun tarieven te bepalen. Als aanbieders (te)
hoge tarieven betaald krijgen, dan is het aan het college en de raad van desbetreffende
gemeente om hierop te reageren.
Vraag 6
Hoe is het mogelijk dat aanbieders zelf best lagere tarieven willen krijgen, maar
dit niet kan worden aangepast omdat geen uitzonderingen mogen worden gemaakt? Hoe
gaat u deze weeffout in het systeem oplossen?
Antwoord 6
Gemeenten hebben zelf de vrijheid om hun tarieven te bepalen. Er wordt wettelijk niet
voorgeschreven op welke manier zij hun tarieven diversifiëren. Er is geen weeffout
in het systeem, gemeenten hebben de vrijheid om hier zelf aanpassingen in te doen.
Vraag 7
Hoe verklaart u de relatief lage personeelskosten bij veel aanbieders in Brabant?
Antwoord 7
Het artikel geeft aan dat bijna een kwart van de onderzochte bedrijven en stichtingen
minder dan 65 procent personeelskosten heeft. Hierbij is gekeken naar de omvang van
de personeelskosten ten opzichte van de omzet en hieruit wordt door de schrijvers
van het artikel geconcludeerd dat de personeelskosten verhoudingsgewijs laag zijn.
Dit hoeft niet te betekenen dat er door de onderneming lage salarissen aan jeugdzorg
professionals worden betaald. Professionals verdienen dat ze een passend loon krijgen
voor hun belangrijke werk. Sinds 2010 zijn de cao-lonen in de jeugdzorg in totaal
15,5% gestegen. Het is primair de verantwoordelijkheid van werkgevers om goede zorg
te leveren en voldoende personeel hiervoor in te zetten. Het is niet aan mij om een
oordeel te hebben over de hoogte van de personeelskosten die een werkgever heeft.
Vraag 8
Hoe staat u tegenover de mening van bestuurskundige Menno Fenger, die stelt: «Het
is tijd dat gemeenten serieus toezicht gaan houden. Gemeenten moeten zelf jaarrekeningen
door gaan spitten. Laten zij dat na, dan hebben ze hun tekorten óók aan zichzelf te
danken»?
Antwoord 8
De Inspectie Gezondheidszorg en Jeugd heeft een wettelijke toezichtstaak in de Jeugdwet
en houdt toezicht op de kwaliteit van aanbieders. In de Jeugdwet is het wettelijk
kwaliteitstoezicht op centraal niveau geregeld. Het financieel toezicht ligt bij de
gemeente die moet controleren of aanbieders voldoen aan de voorwaarden van de contractering
en aanbesteding. Dit financiële toezicht kan niet bovenregionaal zijn omdat gemeenten
vaak verschillende voorwaarden stellen aan de aanbieder.
Vraag 9
Hoe staat u tegenover de mening van wethouder Marcelle Hendrickx die juist stelt dat
dit toezicht bovenregionaal moet zijn omdat aanbieders meestal in meerdere regio’s
actief zijn?
Antwoord 9
De Inspectie Gezondheidszorg en Jeugd heeft een wettelijke toezichtstaak in de Jeugdwet
en houdt toezicht op de kwaliteit van aanbieders. In de Jeugdwet is het wettelijk
toezicht op centraal niveau geregeld, omdat er strenge eisen gelden voor de kwaliteit
van de te leveren jeugdhulp.
Vraag 10
In hoeverre is het volgens u mogelijk om op basis van de resultaten uit dit onderzoek
in Tilburg conclusies te trekken over de kosten van de jeugdzorg elders in het land?
Antwoord 10
Het is niet mogelijk om op basis van de resultaten uit dit onderzoek conclusies te
trekken over de kosten van de jeugdzorg elders in het land. Momenteel wordt onderzoek
verricht naar de noodzaak van extra structurele middelen jeugdhulp. In dit onderzoek
wordt ook gekeken naar wat de totale uitgaven van gemeenten zijn aan jeugdzorg.
Vraag 11
Wat gaat u doen om de tekorten bij gemeenten op te lossen en ervoor te zorgen dat
het geld daadwerkelijk terechtkomt bij de jeugdzorg en niet verdwijnt in de zakken
van aanbieders?
Antwoord 11
Momenteel wordt onderzoek verricht naar of, en zo ja in welke mate, er extra structurele
middelen nodig zijn bij gemeenten bij een doelmatige en doeltreffende uitvoering.
De planning is dat dit onderzoek eind 2020 wordt afgerond. De resultaten van het onderzoek
dienen als inbreng van de komende kabinetsformatie. De uitkomsten van het onderzoek
zijn zwaarwegend. Dit in het licht van de jeugdhulpplicht van gemeenten en de noodzaak
van sluitende begrotingen. De uitkomsten van het onderzoek worden bestuurlijk gewogen
in het licht van de door betrokken partijen verrichte inspanningen en afgesproken
bestuurlijke maatregelen.
Daarnaast werken we bij VWS aan wetgeving, zodat als er zich excessen voordoen, en
het noodzakelijk is die tegen te gaan, er voorwaarden kunnen worden gesteld aan winstuitkering.
Toelichting
Deze vragen dienen ter aanvulling op eerdere vragen van het lid Westerveld (GroenLinks),
ingezonden 19 oktober 2020, Aanhangsel Handelingen, vergaderjaar 2020-20-21, nr. 863 en van het lid Peters (CDA), ingezonden 19 oktober 2020, Aanhangsel Handelingen,
vergaderjaar 2020-20-21, nr. 862
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
P. Blokhuis, staatssecretaris van Volksgezondheid, Welzijn en Sport
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.