Antwoord schriftelijke vragen : Antwoord op vragen van het lid Ploumen over het niet vergoeden van explantatie van borstimplantaten
Vragen van het lid Ploumen (PvdA) aan de Minister voor Medische Zorg over het niet vergoeden van explantatie van borstimplantaten (ingezonden 29 september 2020).
Antwoord van Minister Van Ark (Medische Zorg) (ontvangen 11 november 2020).
Vraag 1 en 2
Bent u bekend met de petitie van Calm Your Tits & SVS Meldpunt Klachten Siliconen?1
Hoe oordeelt u over deze petitie? Kunt u zich voorstellen dat vrouwen vaak lang met
klachten rondlopen voordat hun klachten serieus genomen worden of voordat een relatie
met implantaten gelegd wordt? Zo nee waarom niet? Zo ja, wat gaat u hieraan doen?
Antwoord 1 en 2
Ja, met deze petitie ben ik bekend. Zoals ik met u in het Notaoverleg Genees- en hulpmiddelenbeleid
van 15 oktober jl. heb besproken, vind ik het zeer vervelend dat vrouwen nog steeds
lang met klachten rondlopen voordat hun klachten serieus genomen worden. Het zijn
klachten die niet zonder gevolgen blijven. Daarom heeft mijn voorganger in antwoord
op Kamervragen van juli van dit jaar aangegeven dat het noodzakelijk is dat patiënten
bij klachten hun huisarts consulteren.2 De huisarts kan, indien nodig, de patiënt doorverwijzen naar de medisch specialist.
Toenmalig Minister Bruins heeft in een eerdere Kamerbrief omschreven dat de explantatie
van de borstimplantaten binnen het verzekerde basispakket valt als sprake is van een
medische noodzaak.3
Vraag 3
Deelt u de mening dat alle vrouwen, gezien de mogelijke ernstige gevolgen van borstimplantaten
de explantatie van deze implantaten vergoed zouden moeten krijgen? Zo nee, waarom
niet?
Antwoord 3
Zoals hierboven al aangegeven is, volgens de huidige wet- en regelgeving, explantatie
van borstimplantaten onderdeel van het basispakket wanneer er sprake is van een medische
noodzaak voor verwijdering. Dit geldt ongeacht om welke reden het implantaat is geplaatst.
Het Zorginstituut Nederland heeft in 2018 een standpunt uitgebracht over wanneer er
sprake is van een medische noodzaak voor explantatie van borstimplantaten bij aanhoudende
systemische klachten.4 Ik verwijs voor de uitleg van deze medische noodzaak naar de brief van 21 juni 2019
en de beantwoording van verschillende Kamervragen, waarin mijn voorgangers dit punt
uitgebreid toelichten.5
;
6
Wel zal ik het Zorginstituut vragen of zij opnieuw willen kijken naar het standpunt,
en indien er zich nieuwe wetenschappelijke inzichten hebben voordoen, te bezien of
dit aanleiding geeft hun standpunt te herzien. Door dit verzoek aan het Zorginstituut
te doen, geef ik tevens invulling aan de motie Ploumen.7
Vraag 4
Heeft het gesprek over explantatie tussen zorgverzekeraars en het Zorginstituut, waaraan
u refereerde in antwoord op Kamervragen, al plaatsgevonden? Zo ja, wat is daar uitgekomen?
Zo nee, wanneer gaat u dit agenderen?
Antwoord 4
In het standpunt van 2018 heeft het Zorginstituut Nederland aangegeven dat het gewenst
is dat zorgaanbieders in samenspraak met zorgverzekeraars en patiënten een protocol
ontwikkelen om de toetsing op «aanhoudende systemische klachten» in de toekomst eenduidiger
te laten verlopen. Zorgverzekeraars, de Nederlandse Vereniging voor Plastische Chirurgie
(NVPC) en patiënten zijn al enige tijd bezig met het ontwikkelen van een protocol.
Het Zorginstituut heeft aangegeven, indien nodig of gewenst, bereid te zijn om het
proces te faciliteren, maar is daarvoor nog niet benaderd. Gelet op de medische en
maatschappelijke relevantie van dit protocol zal ik op korte termijn Zorgverzekeraars
Nederland, de NVPC en de patiëntenvereniging nogmaals wijzen op dit aanbod, omdat
dit in mijn ogen kan bijdragen aan de benodigde versnelling voor de totstandkoming
van dit protocol.
Vraag 5
Bent u bekend met de Platinum Screen van Hair Diagnostix? Zou deze onderzoeksmethode
wat u betreft kunnen bijdragen aan goede zorg voor vrouwen met borstimplantaten? Kunt
u uw antwoord toelichten?
Antwoord 5
Ja, ik ben bekend met deze methode. Ik verwijs graag naar de reactie van de NVPC op
een uitzending van het tv-programma Radar, waarin zij aangeven dat onduidelijk is
of dit een aanvullende diagnostische methode kan zijn.8 Tevens heb ik het RIVM om een korte reactie gevraagd over deze methode, en zij komt
vooralsnog tot de conclusie dat de huidige onderzoekspopulatie onvoldoende groot en
divers is om de meerwaarde van de testmethode aan te tonen. Op basis van bovenstaande
concludeer ik dat het op dit moment nog onvoldoende duidelijk is wat de Platinum Screen
bijdraagt aan goede zorg voor vrouwen met siliconen borstimplantaten.
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
T. van Ark, minister voor Medische Zorg
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.