Antwoord schriftelijke vragen : Antwoord op vragen van het lid Diertens over het gemaakte onderscheid binnen de topsport
Vragen van het lid Diertens (D66) aan de Minister voor Medische Zorg over het gemaakte onderscheid binnen de topsport (ingezonden 16 oktober 2020).
Antwoord van Minister Van Ark (Medische Zorg) (ontvangen 9 november 2020).
Vraag 1
Bent u van mening dat sport bijdraagt aan de weerstand en gezondheid en bovendien
voor veel jongeren en jongvolwassenen een goede uitlaatklep is tijdens de huidige
crisis en dat de doorgang van sport daarom zo veel als mogelijk doorgang moet vinden
om zowel gezondheids- als financiële problemen op lange termijn te voorkomen?
Antwoord 1
Ja, sport kan een belangrijke bijdrage leveren aan de weerstand en gezondheid van
jongeren en jongvolwassenen. Ik vind het dan ook belangrijk dat zij, zo lang als de
omstandigheden het toelaten, kunnen blijven sporten. De manier waarop zij kunnen sporten,
is afhankelijk van de noodzakelijke maatregelen om de verspreiding van het coronavirus
terug te dringen.
Vraag 2
Waarop baseert u het besluit om competities binnen de topsport stil te leggen, terwijl
die van de Eredivisie doorgang kunnen vinden?1
Antwoord 2
Deze maatregel is onderdeel van een pakket aan coronamaatregelen en bedoeld om het
aantal sociale contacten te minimaliseren en het aantal reisbewegingen te beperken.
Daarom zijn alle competities stilgelegd, ongeacht het niveau. Voor het betaald voetbal
is een uitzondering gemaakt.
Vraag 3
Hoe verhoudt het aantal opgelopen besmettingen in de topsport zich tot het totaal
aantal besmettingen? Hoe verhouden deze cijfers zich tot die van andere Europese landen
waar topsportcompetities doorgang vinden?
Antwoord 3
Ik heb zelf geen inzicht in het precieze aantal besmettingen in de topsport. Navraag
bij NOC*NSF en KNVB geeft als indicatie dat het van 1 t/m 27 oktober over minder dan
100 besmettingen gaat. Het totaal aantal besmettingen in Nederland lag in oktober
(peildatum 27 oktober) op bijna 195.000. Daarbij moeten we er ook rekening mee houden
dat de cijfers niet precies vergelijkbaar zijn. In de topsport wordt vaker getest
en hebben de sporters veelal geen klachten, terwijl in het algemeen in principe alleen
wordt getest als mensen juist wel klachten hebben.
Ik heb geen gegevens over besmettingen bij topsporters in andere Europese landen.
Vraag 4
Deelt u de mening dat hier sprake is van discriminatie en dat alle topsporters net
zo veel besmettingsgevaar lopen als voetballers in de Eredivisie? Zo ja, waarom wordt
er dan onderscheid gemaakt? Zo nee, kunt u een toelichting geven?
Antwoord 4
Zie mijn antwoord op vraag 2.
Vraag 5
Als de hoeveelheid reisbewegingen reden is voor dit onderscheid tussen de Eredivisie
en andere takken binnen de topsport, waarom wordt er dan niet ingezet op enkel een
verbod van publiek zodat alle topsportcompetities op het hoogste niveau doorgang kunnen
blijven vinden?
Antwoord 5
Het verbod op het spelen met publiek was al van kracht. Helaas heeft de verdere toename
in het aantal coronabesmettingen ertoe geleid dat op vele fronten extra maatregelen
nodig waren. Het beperken van het aantal reisbewegingen is hier één van. Het stopzetten
van de alle sportcompetities levert een belangrijke bijdrage aan het verminderen van
het aantal reisbewegingen.
Vraag 6
Bent u bereid mogelijkheden te verkennen waarmee topsportcompetities op het hoogste
niveau doorgang kunnen blijven vinden in deze fase? Hoe kan dit opgenomen worden in
de routekaart?
Antwoord 6
In deze fase is dat niet mogelijk. Wel ben ik in overleg met de topsportsector om
te bezien hoe en wanneer de topsportcompetities kunnen herstarten, op basis van de
routekaart2.
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
T. van Ark, minister voor Medische Zorg
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.