Antwoord schriftelijke vragen : Antwoord op vragen van het lid Beckerman over “hoe de samenleving in het gaswinningsgebied Groningen door de overheid wordt verscheurd”
Vragen van lid Beckerman (SP) aan de Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties en van Economische Zaken en Klimaat over hoe de samenleving in het gaswinningsgebied Groningen door de overheid wordt verscheurd. (ingezonden 6 oktober 2020).
Antwoord van Minister Ollongren (Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties), mede
namens de Minister van Economische Zaken en Klimaat (ontvangen 4 november 2020).
Vraag 1
Zijn de woorden van de Minister tijdens het algemeen overleg Mijnbouw/Groningen van
24 juni 2020: «ik zie dat er onuitlegbare verschillen en voor bewoners onbegrijpelijke
verschillen zijn» juist geciteerd voor het verslag? Is het tevens juist dat de Minister
toen heeft aangegeven te zullen onderzoeken: «wat kun je nou doen om die ongelijkheid
weg te nemen»? Klopt het dat de Minister in datzelfde debat heeft gesteld «we moeten
deze zomer doorwerken» en «zodat we precies in beeld hebben waar de ongewenste verschillen
dan zitten en we ook kunnen kijken hoe we dat kunnen aanpakken»?1
Antwoord 1
Ja.
Vraag 2
Deelt u de mening dat het dorp Overschild als symbool kan worden gezien voor andere
dorpen in Groningen?
Antwoord 2
De woningen in Overschild worden net als in veel dorpen in verschillende fases versterkt.
Gelet op de omvang van de opgave kunnen niet alle woningen gelijktijdig worden opgenomen
en beoordeeld. Over de prioritering zijn afspraken gemaakt en deze zijn het uitgangspunt
bij het opstellen van de lokale plannen van aanpak die vervolgens voor de NCG leidend
zijn bij de uitvoering.
Vraag 3
Bent u op de hoogte van de situatie in het dorp Overschild, dat sinds 2015 samen optrok,
nu door de overheid is verdeeld in drie delen? Bent u voorts op de hoogte van het
feit dat bewoners van de Meerweg in Overschild in batch 1467 zitten, bewoners van
de Graauwedijk en Kanaalweg in 1588 en het buitengebied in batch 3260?
Antwoord 3
Ja, hiervan ben ik op de hoogte. Ik ben zelf op werkbezoek in Overschild geweest en
heb met bewoners gesproken en een rondleiding gehad van de gemeente met uitleg over
de verschillende batches.
Vraag 4
Is het u bekend dat bewoners van die drie delen gezamenlijk werden meegenomen in alle
voorbereidende gesprekken die door de Nationaal Coördinator Groningen (NCG) en de
gemeente werden georganiseerd? Is het u bekend dat voor deze drie delen nu toch zeer
verschillende regels gelden en er zeer verschillende maatregelen worden genomen waardoor
er onuitlegbare verschillen zijn?
Antwoord 4
In 2016 is de versterkingsoperatie gestart in Overschild en zijn bijeenkomsten georganiseerd
om de dorpsbewoners hierover te informeren. Ook heeft in dat jaar een eerste bewonersbijeenkomst
plaatsgevonden over batch 1467. Bij de toelichting in januari 2019 over het lokale
plan van aanpak en het HRA-model zijn het dorp en het buitengebied gezamenlijk geïnformeerd
door de NCG en de gemeente. Aldaar is de gefaseerde aanpak van de versterkingsopgave
in het dorp toegelicht, namelijk in de batches 1467, 1588 en 3260. Sindsdien worden
de bewoners van deze drie delen separaat geïnformeerd.
Vraag 5
Is het u bekend dat het steeds terugkerende uitstel dat het versterkingsproces kenmerkt
in Overschild heeft geleid tot uitersten, van de bouw van een compleet nieuw huis
tot versterking middels klossen en muurankers? Ondanks dat het gaat om vergelijkbare
woningen op vergelijkbare funderingen en de woningen in dezelfde jaren geïnspecteerd
zijn?
Antwoord 5
Voor het kabinet staat de veiligheid van de bewoners in Groningen centraal. Om dat
zo snel mogelijk te bereiken zijn op basis van voortschrijdend inzicht een aantal
belangrijke en noodzakelijke wijzigingen doorgevoerd in de versterkingsaanpak. Ten
eerste is in maart 2018 besloten de gaswinning volledig af te bouwen (Kamerstukken II
2019/2020, 33 529, nr. 457). Door de dalende gaswinning en verbeterde technische inzichten is steeds minder
versterking nodig. Hierover is uw Kamer door het SodM in de technische briefing van
14 oktober jl. geïnformeerd, waarbij ook het belang van het betrekken van nieuwe inzichten
voor de veiligheid aan de orde is gekomen. Daarnaast is naar aanleiding van het «Mijnraadadvies
veiligheidsrisico’s en versterkingsopgave Groningen» in 2018 samen met regionale bestuurders
een herijkte versterkingsaanpak uitgewerkt (Kamerstukken II 2017/2018, 33 529, nr. 498). Sindsdien is de risicogerichte aanpak van de versterkingsopgave staande praktijk.
Ik heb uw Kamer hierover op 5 oktober 2018 geïnformeerd (Kamerstukken II 2018/2019,
33 529, nr. 527). Daarbij wordt de prioritering uit de lokale plannen van aanpak van de aardbevingsgemeenten
gevolgd. Bovendien zijn maatregelen genomen om eigenaren meer regie te geven in de
versterking van hun woning. Zie ook mijn antwoord op de Kamervragen van de leden Dik-Faber
en Van der Graaf d.d. 17 april 2020 (Kamerstukken II 2019–2020, Aanhangsel van de
Handelingen, nr. 2510).
Hoewel ik met u deel dat het van belang is om waar mogelijk verschillen te voorkomen,
zeker op wijkniveau, is dit helaas onvermijdelijk. Ook met dezelfde norm verschilt
het per huis en staat van onderhoud welke maatregelen noodzakelijk zijn. Uiteraard
is er altijd contact met gemeenten om te kijken of er bij grote moeilijk uitlegbare
verschillen binnen een dorp, wijk of straat via andere middelen een oplossing kan
worden bereikt. Zoals ik uw Kamer heb bericht zijn de Minister van EZK en ik namens
het kabinet momenteel in gesprek met de regio om te bespreken hoe we ruimte aan maatwerk
kunnen bieden. Dit zal echter niet alle verschillen wegnemen.
Vraag 6
Is het u bekend dat bij bewoners uit batch 1588 die subsidie hebben aangevraagd en
gekregen het bedrag veelal onvoldoende is voor sloop of nieuwbouw van de woning? Klopt
het dat de gedupeerden in batch 1588 – in tegenstelling tot die in batch 1467 – niet
het aantal vierkante meters terugkrijgen wat ze hadden maar het aantal kubieke meters,
waardoor ze door nieuwe bouweisen over plafondhoogtes een (veel) kleiner vloeroppervlak
terugkrijgen? Klopt het tevens dat bewoners in batch 1467 € 7.000,– subsidie konden
aanvragen bij Samenwerkingsverband Noord-Nederland (SNN) voor verduurzaming maar bewoners
uit batch 1588 dat niet meer kunnen?
Antwoord 6
Bij batch 1588 voert de eigenaar zelf de regie over de versterking. De eigenaar krijgt
via een gemeentelijke subsidie een vrij te besteden budget voor de bouw en inrichting
van een woning. In sommige gevallen vallen de daadwerkelijke kosten hoger uit dan
het subsidiebedrag. Een eigenaar kan zijn begroting altijd op verzoek laten beoordelen
door de gemeente en de NCG. Voor dergelijke onvoorziene situaties kent batch 1588
een risicopot.
Bewoners uit batch 1467 hebben inderdaad een subsidie van € 7.000,– kunnen aanvragen
bij het SNN. Hetzelfde geldt voor andere woningen die versterkt moeten worden. Bij
batch 1588 is die € 7.000,– onderdeel van de dekking van deze batch en maakt zo integraal
onderdeel uit van het toe te kennen subsidiebudget. Dit is door Rijk en regio gezamenlijk
vastgelegd in het convenant batch 1588 (Staatscourant 2019, nr. 18984) met als oogmerk meer flexibiliteit voor de bewoner en geen dubbele aanvraag. Het
blijkt in de praktijk dat dit voor de eigenaren niet altijd voldoende duidelijk is
geweest. Met de betreffende gemeenten wordt bezien hoe we dit kunnen verduidelijken.
Vraag 7
Klopt het dat voor de bewoners van het buitengebied van Overschild die eveneens vanaf
2015 bezig zijn met de versterking veelal nog steeds moeten wachten en er voor hen
veel minder bekend is? Gaan voor deze bewoners andere (Nederlandse Praktijkrichtlijn
(NPR)) normen gelden?
Antwoord 7
De woningen in het zogenoemde buitengebied van Overschild zijn onderdeel van de batch 3260.
De opnames voor deze batch zijn gestart in de 2e helft van 2017. Medio 2019 heeft de NCG opdracht gegeven voor beoordeling van de
adressen met het profiel «verhoogd risico» (P50). Daarnaast heeft de gemeente met
de NCG afspraken gemaakt voor de adressen met het profiel «licht verhoogd risico»
(P90) en de adressen met een normaal risicoprofiel. Nog niet alle adressen zijn op
dit moment voorzien van een versterkingsadvies.
Vraag 8
Bent u op de hoogte van het gegeven dat de bewoners van de Meerweg (batch 1467) minder
vrijheid hebben dan de bewoners ingedeeld in de andere batches? Is het juist dat zij
niet het heft in eigen hand kunnen nemen?
Antwoord 8
Bij batch 1467 is in veel gevallen sprake van sloop/nieuwbouw die wordt uitgevoerd
conform de kaders Uitvoering Versterking. Een aantal bewoners neemt daarbij deel aan
de projecten Heft in Eigen Hand en Eigen Initiatief. De overige bewoners hebben afspraken
over de versterking gemaakt met de NCG en voorheen CVW.
Vraag 9
Is het u bekend dat naast de voor velen dramatisch verlopende versterking velen ook
telkens opnieuw schade aan hun woning krijgen? Is het u bekend dat, doordat schade
en versterking aparte trajecten zijn, mensen ook veel extra tijd kwijt zijn met beide
trajecten? Waarom worden bij deze schademeldingen schades aan de fundering (veelal)
niet meegenomen?
Antwoord 9
Het kan gebeuren dat er bij een adres gelijktijdig sprake is van opgetreden schade
terwijl het huis van bewoner ook versterkt moet worden. Bewoners hebben echter het
recht om schade eerder uitgekeerd te krijgen dan dat hun huis versterkt wordt, zodat
zij de vergoeding eventueel kunnen betrekken in het bepalen van de werkzaamheden die
aan hun huis gedaan worden. NCG en IMG constateerden echter dat in bijna driekwart
van de te versterken huizen geen schademelding was gedaan. Als er wel een schademelding
was gedaan was deze in driekwart van de gevallen al (bijna) afgehandeld door IMG.
Indien bewoners dit wensen worden de twee trajecten uiteraard gezamenlijk opgepakt
volgens de werkwijze in het samenwerkingsconvenant. Dit gebeurt echter veel minder
dan IMG en NCG hadden verwacht. IMG en NCG stelden in dit verband eerder dit voorjaar
vast dat een grootschalige aanpak van samenloop daarmee niet voor de hand ligt.
In september 2019 maakten NCG en de toenmalige TCMG afspraken over het in samenhang
oppakken van schade en versterking (zie Kamerstukken II 2019–2020, 35 603, nr. 3). De afspraken hierover zijn vastgelegd in een convenant tussen de NCG en de TCMG,
waarmee voor eigenaren helder wordt wat ze mogen verwachten ten aanzien van schade
en versterking en alle stappen in het proces.2 Zo is afgesproken dat elke eigenaar door de NCG een vaste begeleider krijgt toegewezen,
die de eigenaar gedurende het proces ondersteunt en die, mede omwille van de snelheid,
de samenhang in de gaten houdt. Inmiddels is een combinatieteam opgezet met medewerkers
van de NCG en het IMG met als doel om de samenwerking tussen partijen op combinatiedossiers
te ontwikkelen en te stroomlijnen, en zijn er bewoners benaderd voor een gezamenlijke
behandeling van dossiers. Omdat het tempo van de versterking en schadeafhandeling
uiteenloopt, is het niet altijd mogelijk beide trajecten gelijk te laten lopen. In
sommige gevallen kost dit juist meer tijd. In meerdere gevallen is hier vanuit bewoners
dan ook geen behoefte aan.
Bij het overgrote deel van de aanvragen voor schadevergoeding laat het IMG niet alleen
de gemelde schade opnemen, maar tevens een «nulmeting light» uitvoeren waarbij in
en rond het huis wordt gekeken of sprake is van andere schade. Een deskundige doet
hierbij niet standaard onderzoek naar schade in bijvoorbeeld de kruipruimte of de
fundering van een woning. Een dergelijk onderzoek bij iedere woning zou vertragend
werken en bovendien leiden tot veel overlast voor de bewoner. Indien noodzakelijk
kan een deskundige het IMG vragen een nader onderzoek naar bijvoorbeeld de fundering
te laten uitvoeren. Hiervoor zal een extra expert worden ingeschakeld en een dergelijk
onderzoek gebeurt enkel in overleg met de bewoner. Het IMG bekijkt aan de hand van
de deskundige of een aanvullend onderzoek, zoals een funderingsonderzoek, nodig is.
Vraag 10
Kunt u zich voorstellen dat deze jarenlange strijd traumatisch is en een impact heeft
op de gezondheid en het welzijn van de bewoners? Kunt u zich voorts voorstellen wat
deze door de overheid ingestelde driedeling doet met de gemeenschap van Overschild?
Antwoord 10
Ik ben mij ervan bewust dat de aanpak van de gevolgen van de gaswinning invloed heeft
op de bewoners van en gemeenschap Overschild. Juist daarom acht ik het van belang
dat er naast de versterking en schadeafhandeling meer gebeurt voor de regio. Bewoners
van de aardbevingsregio kunnen stress, wanhoop en onzekerheid ervaren. Om die reden
zijn financiële middelen beschikbaar gesteld voor emotionele en sociale ondersteuning,
alsmede voor geestelijke verzorging. Voor de bewoners worden onder andere aardbevingscoaches
en inwonersbegeleiders ingezet die een luisterend oor bieden aan de bewoners en uitleg
geven bij praktische zaken die te maken hebben met de gevolgen van aardbevingen.
Door het Nationaal Programma Groningen wordt geïnvesteerd in het toekomstperspectief
van de regio. Daarnaast wordt verkend of aanvullende afspraken over perspectief op
investeringen in de toekomst van de regio gewenst zijn.
Vraag 11
Bent u het eens dat er in Overschild -in uw woorden- «onuitlegbare verschillen en
voor bewoners onbegrijpelijke verschillen zijn»? Bent u het eens dat de situatie in
Overschild exemplarisch is voor die in vele dorpen en wijken in het bevingsgebied?
Antwoord 11
Zie mijn antwoord op vraag 2.
Vraag 12
Hoe staat het met de door u tijdens het algemeen overleg mijnbouw/Groningen van 24 juni
2020 gedane uitspraken «we moeten deze zomer doorwerken» en «zodat we precies in beeld
hebben waar de ongewenste verschillen dan zitten en we ook kunnen kijken hoe we dat
kunnen aanpakken»? Heeft u inmiddels een precies zicht op de ongewenste verschillen?
Zo nee, waarom niet en wanneer wel? Heeft u inmiddels een plan van aanpak om de ongewenste
verschillen weg te nemen? Zo nee, waarom niet en wanneer dan wel?
Antwoord 12
Tijdens het zomerreces heeft intensief overleg plaatsgevonden tussen Rijk en regio.
Het overleg heeft als doel de versterkingsopgave te versnellen en zo beheersbaar en
uitvoerbaar mogelijk te maken, en om inwoners rust, stabiliteit en voorspelbaarheid
te bieden. De regio heeft de afgelopen periode in kaart gebracht in welke straten,
wijken of dorpen door wisselende beoordelingsregimes moeilijk uitlegbare verschillen
zijn ontstaan of dreigen te ontstaan. In het bestuurlijk overleg wordt gezamenlijk
gezocht of tot een passende oplossing voor deze gebieden kan worden gekomen. Over
de uitkomst hiervan hoop ik u op korte termijn te kunnen informeren.
Vraag 13
Hoe gaat u zorgen dat de door de overheid veroorzaakte scheuren in het dorp Overschild
en de gemeenschap van Overschild worden aangepakt? Kunt u per batch c.q. deel van
Overschild precies aangeven wat u gaat doen?
Antwoord 13
Zie mijn antwoord op de vragen 5 en 12.
Vraag 14
Kunt u deze vragen één voor één voor het algemeen overleg Mijnbouw/Groningen van donderdag
29 oktober 2020 beantwoorden?
Antwoord 14
Het wetgevingsoverleg Mijnbouw Groningen is inmiddels verplaatst naar donderdag 12 november
2020. Ik beantwoord deze Kamervragen voorafgaand daaraan.
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
K.H. Ollongren, minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties -
Mede namens
E.D. Wiebes, minister van Economische Zaken en Klimaat
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.