Antwoord schriftelijke vragen : Antwoord op vragen van het lid Van Eijs over het exporteren van Nederlands schroot
Vragen van de lid Van Eijs (D66) aan de Staatssecretaris van Infrastructuur en Waterstaat over het exporteren van Nederlands schroot (ingezonden 17 september 2020).
Antwoord van Staatssecretaris Van Veldhoven-Van der Meer (Infrastructuur en Waterstaat)
(ontvangen 28 oktober 2020). Zie ook Aanhangsel Handelingen, vergaderjaar 2020–2021,
nr. 151.
Vraag 1
Bent u bekend met het bericht «Nederlands schroot reist de hele wereld rond – waarom?»?1
Antwoord 1
Ja.
Vraag 2
Bent u bekend met de signalen uit dit bericht dat iedere dag 150 vrachtwagens vol
metaalafval naar landen buiten Europa wordt vervoerd voor recycling onder vaak slechte
milieuomstandigheden en daarna deels wordt teruggekocht?
Antwoord 2
Deze signalen ken ik uit het in vraag 1 genoemde bericht.
Vraag 3
Deelt u de mening dat binnen een circulaire economie afval zoveel mogelijk moet worden
voorkomen, hergebruikt en daarna pas zo duurzaam mogelijk gerecycled moet worden?
Antwoord 3
Preventie van afval is een belangrijke strategie in mijn beleid voor de transitie
naar een circulaire economie. Hoewel in de reeks «R-strategieën» hergebruik («reuse»)
hoger staat dan recycling, kan dat niet in alle gevallen strikt gehanteerd worden.
Hergebruik kan in bepaalde situaties technisch onverantwoord zijn, bijvoorbeeld onveilig
of relatief milieubelastend ten opzichte van een nieuw product. Recycling heeft in
die gevallen de voorkeur.
In een circulaire economie wordt ervoor gezorgd dat de materialen die in producten
zitten niet verloren gaan, in de kringloop blijven, met een minimale milieuvoetafdruk.
Binnen die randvoorwaarde zullen producenten moeten bezien in hoeverre hergebruik
van producten of onderdelen daarvan technisch mogelijk en economisch voordelig is.
Vraag 4
Ziet u mogelijkheden om metaalafval te voorkomen?
Antwoord 4
Producenten passen over het algemeen al zo min mogelijk metaal toe in hun producten.
Metaal is relatief duur en zwaar ten opzichte van kunststof, waardoor men waar mogelijk
kiest voor kunststof. Het grootste deel van het metaalafval is afkomstig van objecten
en bouwwerken die niet meer in de behoefte voorzien of vanwege corrosie niet meer
aan de (veiligheids-)eisen voldoen. Corrosiewerende maatregelen, om de levensduur
te maximaliseren, zijn al gangbare praktijk.
Wat betreft preventie van metaalafval door inzet op hergebruik is er een lang bestaande
markt, bijvoorbeeld in de sector van de autoreparatie. Een impuls wordt gegeven met
een beslisboom voor hergebruik van bouwelementen waaraan het Ministerie van Binnenlandse
Zaken en Koninkrijksrelaties werkt, samen met SGS Search. Hiermee krijgen vergunningverleners
en bouwers handvatten voor toepassing van tweedehands elementen mede in verband met
constructieve en brandveiligheidseisen. Deze beslisboom komt in de eerste helft van
2021 beschikbaar. Verder valt er nog winst te behalen in verlenging van de levensduur
van metaal bevattende kleinere (consumenten-) producten, maar de hoeveelheid metaalafval
die hier uit voortkomt is klein ten opzichte van het totaal van het metaalafval dat
in Nederland ontstaat.
Vraag 5
Ziet u mogelijkheden om metaalafval te hergebruiken?
Antwoord 5
Hergebruik van metaalproducten gebeurt al en er lopen initiatieven voor meer hergebruik,
zoals in het antwoord op vraag 4 is aangegeven. Veel metaalproducten zijn echter niet
herbruikbaar, omdat ze een specifieke vorm hebben, die niet de juiste vorm is voor
een andere toepassing. Bovendien wordt metaal vaak afval omdat het is aangetast door
corrosie of haarscheurtjes, zodat voortgezet gebruik of hergebruik niet verantwoord
is of niet aan de wensen van de gebruiker voldoet (roestkleur). Metaalafval is technisch
goed te recyclen, met weinig of geen materiaalverlies. Speciale aandacht is nodig
voor veilige verwerking van metaalafval dat gevaarlijke stoffen bevat, zoals asbest
of chroom-6. Een belangrijke innovatie op dit punt is gerealiseerd door het bedrijf
Purified Metal Company (PMC), waar ik op 24 september jl. met Zijne Majesteit de Koning
op bezoek ben geweest ter gelegenheid van de officiële opening van het bedrijf.
Vraag 6
Denkt u dat een materialenpaspoort voor metaal in de bouw kan helpen om metaal vaker
te hergebruiken in plaats van te recyclen?
Antwoord 6
De mogelijkheden voor hergebruik van metaalproducten zijn beperkt en metaal leent
zich juist goed voor recycling. Naar de merites van een materialenpaspoort voor bouwwerken
loopt onderzoek waarover uw Kamer op 29 september jl. is geïnformeerd door de Minister
van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties (Kamerstuk 32 852, nr. 131). In algemene zin kan een materialenpaspoort een middel zijn om zowel hergebruik
als recycling te bevorderen als het (onder meer) de samenstelling van een materiaal
kenbaar maakt. Staal bijvoorbeeld bestaat uit ijzer gemengd met kleine, variërende
hoeveelheden andere metalen. Kennis van de samenstelling is een voorwaarde om geschikte
toepassingen te bepalen voor hergebruik en om bij recycling de juiste maatregelen
te treffen ter voorkoming van emissies van metalen (veelal schadelijk voor de gezondheid
en het milieu), om alle aanwezige metalen in de kringloop te kunnen houden en om gerecycled
metaal met de benodigde technische kwaliteit te verkrijgen.
De Europese Commissie heeft in het Circular Economy Action Plan aangekondigd met een
voorstel te komen voor nieuwe productwetgeving, waarbij zij ook de mogelijkheden van
een verplicht productpaspoort zal onderzoeken. Ik zie de voorstellen van de Commissie
op dit punt met belangstelling tegemoet.
Vraag 7
Ziet u mogelijkheden om metaalafval in Nederland te recyclen?
Antwoord 7
Er vindt al metaalrecycling in Nederland plaats. Volgens de brancheorganisatie van
metaalrecyclers, de Metaal Recycling Federatie, wordt 20% van de 3 miljoen ton schroot
die jaarlijks in Nederland wordt ingezameld in Nederlandse smelterijen verwerkt. Het
merendeel van het metaalafval wordt nu echter geëxporteerd, voornamelijk naar landen
buiten de EU. Als door extra transportafstand sprake is van veel extra CO2-uitstoot en helemaal als recycling buiten de EU gepaard gaat met extra milieuvervuiling,
is de export ongewenst.
Het hierboven genoemde bedrijf PMC geeft een impuls aan de milieuverantwoorde verwerking
van metaalafval met gevaarlijke stoffen. Nu deze nieuwe verwerkingsmethode in Nederland
beschikbaar is, heb ik besloten een stortverbod in te voeren voor asbesthoudend staalschroot,
via een wijziging van het Besluit stortplaatsen en stortverboden afvalstoffen (Bssa).
Voorts zal ik in het kader van de komende herziening van de Europese Verordening Overbrenging
Afvalstoffen (EVOA) wijzigingen steunen die een zo hoogwaardig mogelijke verwerking
van afval binnen de EU bevorderen, waarbij export van afval uit de EU alleen blijft
toegestaan als duidelijk wordt aangetoond dat milieuverantwoorde verwerking goed is
geborgd. Export van afval wordt daarmee de facto gekoppeld aan Europese eisen voor
milieuverantwoorde verwerking. Deze inzet is verwoord in de reactie van het kabinet
op de openbare raadpleging die de Europese Commissie heeft gehouden ter voorbereiding
van de herziening van de EVOA. Uw Kamer heeft op 17 juli jl. een afschrift van deze
reactie ontvangen (Kamerstuk 22 112, nr. 2899).
Vraag 8
Wordt de CO2-uitstoot, gemoeid met het vervoeren en recyclen van metaalafval in landen buiten
Europa, meegenomen in de Nederlandse CO2-doelstellingen? Zo niet, wat zijn methodes om deze wel mee te laten wegen in de beslissing
om afval te exporteren?
Antwoord 8
De Nederlandse CO2-doelstellingen sluiten aan bij de internationale richtlijnen rondom de registratie
van emissies en zijn gekoppeld aan de uitstoot op Nederlands grondgebied. De CO2-uitstoot gemoeid met het vervoeren en recyclen van metaalafval in landen buiten Europa
wordt niet meegenomen in de Nederlandse CO2-doelstellingen omdat deze emissie niet in Nederland plaatsvindt.
De beslissing om te exporteren wordt genomen door de eigenaar van het metaalschroot,
veelal een inzamelaar. Het land waar het schroot wordt verwerkt kent zijn eigen klimaatbeleid
waar het plaatselijke bedrijf dat het metaalschroot verwerkt zich aan moet houden
en wat mede bepalend is voor diens bedrijfsproces en daarmee voor de prijs die hij
de Nederlandse metaalschroot inzamelaar kan bieden.
Vraag 9
Worden in de beslissing om afval te exporteren ook niet-financiële aspecten meegenomen,
zoals de arbeidsomstandigheden en milieu-impact ter plaatse? En zo niet, ziet u mogelijkheden
om deze factoren wel mee te nemen?
Antwoord 9
De beslissing over export is doorgaans aan de eigenaar van het metaalschroot. Deze
heeft te maken met beperkte recyclingcapaciteit in Nederland en in de EU als geheel.
Het gros van de beschikbare recyclingcapaciteit zit buiten de EU. Ik zet mij in voor
een herziening van de EVOA die de mogelijkheid geeft om aan export van metaalschroot
de voorwaarde van milieuverantwoorde verwerking te verbinden.
Vraag 10
Kunt u deze vragen elk afzonderlijk beantwoorden?
Antwoord 10
De bovenstaande beantwoording komt aan dit verzoek tegemoet.
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
S. van Veldhoven-van der Meer, staatssecretaris van Infrastructuur en Waterstaat
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.