Antwoord schriftelijke vragen : Antwoord op vragen van het lid Baudet over de Nederlandse digitale veiligheid en de ontmoeting met de Chinese minister van Buitenlandse Zaken
Vragen van het lid Baudet (FvD) aan de Minister-President en de Ministers van Buitenlandse Zaken, van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties en van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap over de Nederlandse digitale veiligheid en de ontmoeting met de Chinese Minister van Buitenlandse Zaken (ingezonden 26 augustus 2020).
Antwoord van Minister Van Engelshoven (Onderwijs, Cultuur en Wetenschap), mede namens
de Ministers van Buitenlandse Zaken, Justitie en Veiligheid, Binnenlandse Zaken en
Koninkrijksrelaties, de Staatssecretaris van Economische Zaken en Klimaat en de Minister-President
(ontvangen 27 oktober 2020). Zie ook Aanhangsel Handelingen, vergaderjaar 2020–2021,
nr. 64.
Vraag 1
Bent u bekend met het artikel ««Damage Control» at Heart of Chinese Foreign Minister
Wang Yi’s Mission to Europe»?1 Klopt het dat ook premier Rutte op 26 augustus spreekt met de Chinese Minister van
Buitenlandse Zaken Wang Yi? Welke andere bewindslieden zijn bij dit gesprek aanwezig?
Antwoord 1
Ja. Het klopt dat de Chinese Staatsraad en Minister van Buitenlandse Zaken Wang Yi
een kort beleefdheidsbezoek heeft gebracht aan Minister-President Rutte. Er waren
bij hun gesprek noch van Nederlandse noch van Chinese zijde andere bewindslieden aanwezig.
Vraag 2
Waarom staat deze ontmoeting niet in de openbare agenda van de Minister-President?
Antwoord 2
De ontmoeting is vooraf, op dinsdag 25 augustus, gepubliceerd in de openbare agenda.
Vraag 3
Wat gaat de regering met de Chinese Minister van Buitenlandse Zaken bespreken? Hoe
lang duurt de ontmoeting?
Antwoord 3
De ontmoeting (inclusief diner) tussen Minister Blok en Minister Wang duurde twee
uur en een kwartier. Daarnaast bracht Minister Wang een kort beleefdheidsbezoek van
25 minuten aan Minister-President Rutte. Op de agenda stonden de bilaterale betrekkingen
tussen Nederland en China, de EU-Chinarelatie en internationale veiligheid.
Vraag 4
Zal tijdens het gesprek de rol van China c.q. van Chinese staatsbedrijven zoals Huawei
op het gebied van digitale infrastructuur ter sprake komen? Zo ja, wat wordt daarbij
de Nederlandse insteek?
Antwoord 4
Ja. Tijdens het gesprek met de Chinese Minister van Buitenlandse Zaken heeft Minister
Blok gerefereerd aan het onderzoek dat in Nederland is uitgevoerd naar risico’s voor
de digitale infrastructuur (i.h.b. de toekomstige telecomnetwerken), ook vanuit het
oogpunt van de nationale veiligheid. Dat onderzoek heeft geleid tot een kaderbesluit
voor vaststelling van vertrouwde en niet-vertrouwde leveranciers. Minister Blok heeft
aangegeven dat Nederland op basis van dat landenneutrale kader, dat objectieve criteria
biedt, eigenstandige afwegingen zal maken ten aanzien van specifieke leveranciers.
Vraag 5
Bent u bereid om net als andere landen, zoals het Verenigd Koninkrijk, Chinese bedrijven
niet meer te vertrouwen bij de aanleg van digitale infrastructuur, zoals 5G? Zo nee,
waarom hebt u het vertrouwen dat deze afhankelijkheid van China het Nederlandse belang
niet schaadt? Zijn er rode lijnen die China niet mag overschrijden? Onder welke voorwaarden
bent u bereid deze samenwerking alsnog te staken?
Antwoord 5
Op 1 juli 2019 heeft het kabinet aanvullende beschermingsmaatregelen aangekondigd
om de veiligheid en integriteit van de telecomnetwerken en -diensten te versterken.2 Deze maatregelen zijn genomen op basis van een risicoanalyse van de Task Force Economische
Veiligheid met medewerking van de drie grote telecomaanbieders. Het kabinet kiest
hierbij voor een landenneutrale en daarmee toekomstbestendige aanpak. Dat wil zeggen,
een aanpak op basis van objectieve criteria die kan meebewegen met een veranderend
dreigingsbeeld en onvoorziene technologische en marktontwikkelingen. De juridische
grondslag van deze maatregelen is de op 5 december 2019 gepubliceerde algemene maatregel
van bestuur «Besluit veiligheid en integriteit telecommunicatie» (hierna: AMvB).3 Op grond van deze AMvB kan de Minister van Economische Zaken en Klimaat (EZK), in
overleg met de Minister van Justitie en Veiligheid een aanbieder van een openbaar
elektronisch communicatienetwerk of -dienst verplichten om in bepaalde onderdelen
van diens netwerk of bijbehorende faciliteiten, uitsluitend gebruik te maken van producten
of diensten van anderen dan de daarbij door de Minister genoemde partij.
Vraag 6
Bent u bekend met het bericht «Amsterdam Universities Signed Deal with Controversial
Tech Giant Huawei»?4
Antwoord 6
Ja.
Vraag 7
Is er Nederlands belastinggeld gemoeid met de ontwikkeling van een zoekmachine voor
Huawei aan Nederlandse universiteiten?
Antwoord 7
Nee. De universiteiten geven aan dat de samenwerking geschiedt op basis van full cost vergoeding. Alle kosten worden door Huawei Finland5 gedragen. Mocht het bedrijf de overeenkomst eenzijdig opzeggen, is Huawei Finland
verplicht de volledige kosten toch voor rekening te nemen. In het geval dat de universiteiten
eenzijdig de overeenkomst opzeggen, is er geen compensatie aan Huawei Finland verschuldigd.
In beide gevallen wordt het onderzoek stopgezet en is de gehele samenwerking met Huawei
Finland beëindigd.
Ongeacht door welke partij de overeenkomst voortijdig wordt beëindigd, geldt dat de
universiteiten- in het kader van goed werkgeverschap – verplicht zijn de PhD-onderzoekers
de resterende tijd in dienst te houden. De universiteiten hebben deze personen immers
voor vier jaar geworven en zullen ervoor zorgen dat hun wetenschappelijke carrière
niet wordt geschaad. De universiteiten helpen de onderzoekers aan passend vervangend
onderzoek.
Mocht het zo zijn dat de voortijdige beëindiging van de samenwerking is geïnitieerd
door de UvA en de VU, dan dragen de universiteiten zelf de financiële verantwoordelijkheid
voor het in dienst houden van de onderzoekers. In het geval Huawei Finland de overeenkomst
voortijdig beëindigt, is het bedrijf verplicht de volledige kosten voor het project
te dragen. Daaronder vallen ook de personele kosten voor de resterende jaren. In dat
geval heeft het in dienst houden van de onderzoekers dus geen financiële consequenties
voor de universiteiten.
Vraag 8
Welke kennis op het gebied van digitale veiligheid zal China opdoen als gevolg van
deze samenwerking?
Antwoord 8
De samenwerking is gericht op de kennisontwikkeling op het gebied van meertalig en
multimodaal zoeken in informatie voor consumenten, welke een civiele toepassing mogelijk
maakt (zoals een zoekmachine). Het onderzoek richt zich dus niet op digitale veiligheid.
De onderzoeksresultaten zullen open access gepubliceerd worden en zijn daarmee voor een ieder en voor alle landen toegankelijk.
Vraag 9
Welke garanties kunt u geven dat deze samenwerking er niet toe leidt dat het Nederlandse
digitale veiligheidsbelang in het geding komt?
Antwoord 9
Het onderzoek richt zich op kennisontwikkeling op het gebied van meertalig en multimodaal
zoeken in informatie voor consumenten, welke een civiele toepassing mogelijk maakt
(zoals een zoekmachine). De UvA en VU geven aan in de overeenkomst te hebben vastgelegd
dat zij de onderzoeksresultaten vrijelijk mogen publiceren. Tevens zijn de publicaties
straks open access beschikbaar, en daarmee voor een ieder toegankelijk. De UvA en VU laten weten dat
zij maatregelen hebben getroffen om de veiligheid van hun onderzoekers, data en systemen
te waarborgen (onder meer geen toegang tot netwerken en laboratoria voor werknemers
van Huawei Finland).
Vraag 10
Blijven de Nederlandse inlichtingendiensten toezien of er tijdens het samenwerkingstraject
geen ongewenste kennisuitwisseling plaatsvindt, waarmee het veiligheidsbelang of het
strategische belang van Nederland of onze NAVO-partners wordt geschaad? Zo nee, waarom
niet? Bent u bereid om een dergelijk permanent toezichtmechanisme alsnog te introduceren?
Zo ja, vindt er een periodieke evaluatie door de inlichtingendiensten plaats, op basis
waarvan de samenwerking zo nodig alsnog beëindigd kan worden?
Antwoord 10
De Nederlandse inlichtingen- en veiligheidsdiensten hebben geen toezichthoudende rol
ten aanzien van dergelijke samenwerkingen en hebben geen rol in het goed- of afkeuren
van dergelijke samenwerkingen. Universiteiten dienen bij elke samenwerking, nationaal
en internationaal, een gedegen afweging te maken van de kansen en risico’s die een
samenwerking oplevert. Zij zijn zelf verantwoordelijk voor de uiteindelijke keuze
om al dan niet samen te werken. Daarbij kunnen zij in voorkomende gevallen een beroep
doen op de expertise en informatie van relevante onderdelen van de rijksoverheid,
die daar een adviserende rol in hebben.
Daarnaast onderzoekt het kabinet momenteel welke aanvullende maatregelen wenselijk
zijn om ongewenste kennis- en technologieoverdracht langs de weg van onderwijs en
onderzoek tegen te gaan, gericht op het vergroten van de (kennis)veiligheid. Dit proces
is eerder reeds genoemd in de beleidsreactie op het rapport van het Rathenau Instituut
«Kennis in het Vizier».6
Het Nederlands hoger onderwijsstelsel kenmerkt zich door een grote mate van autonomie
voor de universiteiten en hogescholen. Deze is wettelijk geborgd in de Wet op het
hoger onderwijs en wetenschappelijk onderzoek (WHW). De Inspectie van het Onderwijs
ziet toe op de naleving van de wettelijke bepalingen met betrekking tot de kwaliteit
van het onderwijs en de organisatie ervan. Daaronder wordt ook verstaan het borgen
van de academische vrijheid van onderwijs en onderzoek. Daarnaast is er de Nederlands
Vlaamse Accreditatie Organisatie (NVAO), verantwoordelijk voor het accrediteren van
opleidingen. Het niet of onvoldoende borgen van de academische vrijheid door een instelling
weegt mee bij de beoordeling van de kwaliteit van een opleiding en kan daarmee aanleiding
zijn om geen accreditatie te verlenen of om deze in te trekken. De sector heeft zich
gecommitteerd aan verschillende (gedrags)codes, zoals de Nederlandse gedragscode wetenschappelijke
integriteit7 en de Code goed bestuur universiteiten.8
Het kabinet zal de Kamer dit najaar nader informeren over de stand van zaken bij het
proces om te komen tot aanvullende maatregelen om ongewenste kennis- en technologieoverdracht
langs de weg van onderwijs en onderzoek tegen te gaan en over de mogelijkheid om eventuele
nieuwe toetsingscriteria en maatregelen toe te passen op de huidige casus.9 Het onderzoeken van de vraag of aanvullend toezicht opportuun is kan deel uitmaken
van dit proces.
Vraag 11
Kunt u garanderen dat de digitale technologie die op Nederlandse universiteiten ten
behoeve van China wordt ontwikkeld niet wordt ingezet om de greep op Hongkong te verstevigen?
Zo nee, hoe past het accepteren van een akkoord voor 3,5 miljoen euro in ruil voor
de ontwikkeling van technologie die mogelijk tot de inperking van de democratische
rechten van de bevolking in Hongkong leidt binnen het Nederlandse beleid van promotie
van democratie?
Antwoord 11
Het onderzoek van de UvA en VU en Huawei Finland richt zich op kennisontwikkeling
op het gebied van meertalig en multimodaal zoeken in informatie voor consumenten,
welke een civiele toepassing mogelijk maakt (zoals een zoekmachine). De onderzoeksresultaten
zullen bovendien publiek beschikbaar worden gemaakt (open access) en zijn voor een ieder en alle landen toegankelijk. Het kabinet kan uiteraard niet
voorspellen welk land vervolgens de open access beschikbare onderzoeksresultaten wil gebruiken voor verder onderzoek en met welk
doel. Er zijn op dit moment echter, gezien ook de aard van het onderzoek, geen aanwijzingen
om te vermoeden dat onderzoeksresultaten die voortkomen uit deze samenwerking, specifiek
zullen worden toegepast om de greep op Hongkong te verstevigen.
Dat neemt niet weg dat het kabinet bezorgd is over de ontwikkelingen in Hongkong,
zoals ook tijdens het gesprek tussen Minister Blok en Minister Wang op 26 augustus
jl. naar voren is gekomen. Met EU partners volgt het kabinet de ontwikkelingen op
de voet.
Vraag 12
Hebt u over deze samenwerking van de Amsterdamse universiteiten met Huawei contact
gehad met belangrijke partners op het gebied van inlichtingenuitwisseling, zoals de
Verenigde Staten? Zo nee, waarom niet?
Antwoord 12
In het openbaar worden er geen uitspraken gedaan over eventuele samenwerking met en
uitwisseling tussen inlichtingen- en veiligheidsdiensten.
Vraag 13
Bent u bereid in het gesprek met de Chinese Minister van Buitenlandse Zaken ook de
situatie in Hongkong als zorgpunt aan te stippen?
Antwoord 13
Ja. Minister Blok heeft tijdens zijn gesprek met de Chinese Minister Wang de zorgen
van het kabinet over de recente ontwikkelingen in Hongkong overgebracht, de universaliteit
van mensenrechten benadrukt, en aangegeven dat Nederland zich altijd sterk zal maken
voor de bescherming van vrijheid van meningsuiting. Hij onderstreepte tevens dat het
ook in het belang van China is om ervoor te zorgen dat buitenlandse zakenlieden in
Hongkong geen aanleiding hebben om ongerust te zijn over het behoud van de rechtsstaat.
Vraag 14
Is de positieve opvatting van premier Rutte over samenwerking met Huawei, waarvan
u in 2015 blijk gaf, sindsdien veranderd? Zo ja, op grond waarvan en wat is er dan
precies veranderd? Zo nee, waarom niet?10
Antwoord 14
Nederland verwelkomt buitenlandse investeringen. Het kabinet zet zich in voor een
aantrekkelijk vestigingsklimaat voor bedrijven met reële economische activiteiten,
die waarde toevoegen aan onze economie en samenleving. Daar profiteert de Nederlandse
samenleving van, want deze bedrijven investeren en voegen zo werkgelegenheid, innovatie
en kracht toe aan onze economie. Huawei is reeds jarenlang een gewaardeerde investeerder
in Nederland die een belangrijke bijdrage levert aan onze economie. Het bedrijf heeft
geïnvesteerd in diverse locaties in Nederland, waar het honderden – veelal lokale
– werknemers in dienst heeft.
Nederland heeft een open karakter. Tegelijkertijd is het kabinet zich bewust van nationale
veiligheidsrisico’s bij bepaalde investeringen, in aanbieders van de vitale processen
of bij bepaalde ondernemingen die actief zijn op het gebied van hoogwaardige sensitieve
technologie. Het kabinet werkt daarom aan een investeringstoets op nationale veiligheidsrisico’s11 en aan aanvullende maatregelen om ongewenste overdracht van kennis en technologie
langs de weg van onderwijs en onderzoek te voorkomen. Kort gezegd, we zijn zo open
mogelijk en beschermen waar noodzakelijk.12
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
I.K. van Engelshoven, minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap -
Mede namens
F.B.J. Grapperhaus, minister van Justitie en Veiligheid -
Mede namens
S.A. Blok, minister van Buitenlandse Zaken -
Mede namens
M.C.G. Keijzer, staatssecretaris van Economische Zaken en Klimaat -
Mede namens
M. (Mark) Rutte, minister van Algemene Zaken -
Mede namens
K.H. Ollongren, minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.