Antwoord schriftelijke vragen : Antwoord op vragen van het lid Ploumen over een demonstratieverbod bij abortusklinieken
Vragen van het lid Ploumen (PvdA) aan de Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport over een demonstratieverbod bij abortusklinieken (ingezonden 17 september 2020).
Antwoord van Minister De Jonge (Volksgezondheid, Welzijn en Sport), mede namens de
Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties (ontvangen 26 oktober 2020).
Zie ook Aanhangsel Handelingen, vergaderjaar 2020–2021, nr. 263.
Vraag 1
Bent u bekend met het bericht «Demonstraties bij abortuskliniek in Arnhem verboden»?1
Antwoord 1
Ja.
Vraag 2
Bent u het ermee eens dat het een goede ontwikkeling is dat in Arnhem in een straal
van 500 meter rondom een abortuskliniek niet meer gedemonstreerd en geflyerd mag worden
om zo een einde te maken aan hinderlijk en intimiderend gedrag richting vrouwen die
de kliniek bezoeken? Kunt u uw antwoord toelichten?
Antwoord 2
Uit informatie van de gemeente Arnhem heb ik begrepen dat er niet meer pal voor de
abortuskliniek betoogd mag worden en dat daarnaast een promotiestandplaats binnen
een straal van 500 meter van een abortuskliniek vergunningplichtig wordt. In mijn
eerdere commissiebrief en beantwoording van Kamervragen gaf ik al aan dat het op grond van de Wet openbare manifestaties (Wom)
aan gemeenten (de burgemeester) is om demonstraties bij abortusklinieken in goede
banen te leiden.2, 3, 4, 5, 6 Of maatregelen in dit verband noodzakelijk en gerechtvaardigd zijn, is dan ook een
beoordeling die alleen lokaal door de burgemeester kan worden gemaakt op basis van
de relevante feiten en plaatselijke omstandigheden. Het is niet aan mij om daarin
te treden. Dat geldt ook voor de in het leven geroepen vergunningplicht voor een promotiestandplaats.
Zoals ik meermaals heb aangegeven vind ik het zeer kwalijk als vrouwen voor het betreden
van een abortuskliniek worden lastiggevallen en zich moeten verantwoorden tegenover
een vreemde. Daarnaast blijven de vrijheid van demonstreren en de vrijheid van meningsuiting
fundamentele grondrechten ook als daarbij onwelgevallige of soms zelfs choquerende
meningen geuit worden. Tevens geldt als uitgangspunt dat de overheid haar best moet
doen een protest toe te staan daar waar de doelgroep dat protest kan horen en zien.
Vraag 3
Worden door burgemeesters in andere gemeenten soortgelijke maatregelen genomen? Zo
ja, welke? Zo nee, waarom niet?
Antwoord 3
Zoals u weet ben ik over de situatie bij abortusklinieken en de actuele ontwikkelingen
op dat terrein op regelmatige basis in gesprek met gemeenten en abortusklinieken.
Het huidige beeld is dat er het afgelopen half jaar vanwege de coronamaatregelen weinig
demonstraties plaatsvonden. Sinds juli lijken de demonstraties in verschillende gemeenten
mondjesmaat weer op te starten.
Na de recente uitspraak van de voorzieningenrechter van de rechtbank Noord-Holland
over het aanspreken van individuele bezoekers van een abortuskliniek in Heemstede,
hebben enkele burgemeesters hierover lokaal ook vragen vanuit de gemeenteraad gekregen
vergelijkbaar met de vragen die u mij nu stelt.
Over de actuele situatie is mij het volgende bekend.
In zes gemeenten wordt aan de demonstranten een plek voor de demonstraties aangewezen
op enige afstand van de kliniek, in twee gemeenten houden demonstranten ook deze afstand
op basis van informele afspraken met de gemeente. En in de overige zes gemeenten zijn
(vooralsnog) geen voorschriften verbonden aan de demonstraties, omdat daar ook geen
concrete aanleiding voor is. Waarom er wel of geen voorschriften worden meegegeven
aan een demonstratie is afhankelijk van de lokale feiten en omstandigheden, zoals
ik bij het antwoord op vraag 2 heb aangegeven.
Vraag 4
Bent u bekend met de oproep van de voorzitter van Stisan, de koepel van abortusklinieken
die pleit voor een landelijk verbod op demonstraties in de buurt van klinieken?7
Antwoord 4
Ja.
Vraag 5
Vindt u ook, gezien het feit dat vrouwen bij alle veertien abortusklinieken in Nederland
geregeld aangesproken worden door demonstranten, dat een landelijk verbod op demonstraties
in de nabije omgeving van abortusklinieken noodzakelijk is om vrouwen te beschermen
tegen intimiderend gedrag van demonstranten? Zo ja, bent u bereid hierover met de
desbetreffende gemeenten in gesprek te gaan? Kunt u uw antwoord toelichten?
Antwoord 5
Ik hoor vanuit de gemeenten dat zij genoeg mogelijkheden hebben om maatregelen te
treffen indien de lokale situatie dat vraagt. Dit is ook wat de voorbeelden bij het
antwoord op vraag 3 laten zien. Op grond van de Wom dient het lokale gezag per demonstratie
te beoordelen of maatregelen noodzakelijk zijn, een landelijk verbod is ook daarom
niet in beeld. Ik blijf wel de uitwisseling van kennis en ervaring tussen gemeenten
bevorderen, indien zij daar behoefte aan hebben.
Hierbij verwijs ik ook naar mijn antwoord op de vragen 2 en 3.
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
H.M. de Jonge, minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport -
Mede namens
K.H. Ollongren, minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.