Antwoord schriftelijke vragen : Antwoord op vragen van de leden Baudet en Hiddema over de herijking van de relatie met Suriname
Vragen van de leden Baudet en Hiddema (beiden FvD) aan de Minister van Buitenlandse Zaken over de herijking van de relatie met Suriname (ingezonden 21 september 2020).
Antwoord van Minister Blok (Buitenlandse Zaken) en van Minister Kaag (Buitenlandse
Handel en Ontwikkelingssamenwerking) (ontvangen 19 oktober 2020).
Vraag 1
Wat is uw huidige opstelling ten opzichte van de nieuwe Surinaamse regering-Santokhi?
Beschouwt u Suriname inmiddels weer als bevriende natie?
Antwoord 1
Het kabinet hecht waarde aan de historische, culturele, economische en persoonlijke
banden die de Nederlandse en Surinaamse samenleving met elkaar verbinden. Met de nieuwe
regering in Suriname kan de bilaterale relatie weer zo ingericht worden dat deze recht
doet aan deze banden en waarmee de belangen van beide landen gediend kunnen worden.
Graag verwijs ik u voor verdere details naar de Kamerbrief Suriname die op 2 oktober
jl. naar de Kamer is verstuurd
Vraag 2
Welke voorwaarden worden gesteld bij Nederlandse hulp aan Suriname, gelet op de corruptie
en momenteel zwakke democratische instituties? Welke garanties heeft Nederland dat
de hulp die Nederland wil bieden ook op de juiste plek terechtkomt?
Antwoord 2
Bij iedere vorm van hulp die Nederland levert worden risico’s meegewogen en donorconditionaliteiten
gesteld alsook eventuele mitigerende maatregelen genomen indien daartoe aanleiding
bestaat. Nederland behoudt immer de mogelijkheid af te zien van bijdragen, wanneer
niet aan gestelde conditionaliteiten is voldaan.
Vraag 3
Als Nederland besluit om Suriname te helpen met het vinden van een oplossing voor
de financiële problemen, hoe zou de Nederlandse bijstand er dan uit moeten komen te
zien? Wilt u daarbij in elk geval ingaan op de mogelijkheden om:
• de positie van Suriname op de kapitaalmarkt te versterken door middel van bepaalde
garantstellingen; en
• ondersteuning te bieden met kennis en kunde bij de onderhandelingen van Suriname met
het Internationaal Monetair Fonds, de Wereldbank en de International Development Bank,
over de herschikking van de huidige schuldenpositie?
Antwoord 3
Suriname kampt met een zware economische en financiële crisis waarvoor structurele
oplossingen nodig zijn. Suriname kan hiervoor assistentie zoeken binnen het multilaterale
stelsel, bijvoorbeeld bij het Internationaal Monetair Fonds (IMF), de Wereldbank en/of
de Inter-American Development Bank (IDB). De internationale financiële instellingen
zijn goed gepositioneerd om landen te voorzien van advies over het versterken van
macro-economische kaders en overheidsfinanciën waarmee deze landen op structurele
wijze hun economische fundament en toegang tot kapitaalmarkten kunnen verbeteren.
Zo biedt het IMF ondersteuning aan landen in het aanpakken van financiële uitdagingen
via programma’s met voorwaarden en aanvullende technische assistentie. Nederland zou
mogelijk kunnen assisteren bij het in kaart brengen van de steun die Suriname kan
ontvangen van de internationale financiële instellingen. Nederland is op dit moment
in gesprek met Suriname over mogelijke technische assistentie die bijdraagt aan structurele
oplossingen van de huidige problematiek. Het is van belang dat eventuele ondersteuning
goed aansluit bij de inspanningen van internationale instellingen zoals het IMF.
Er is geen precedent voor een garantstelling door de Nederlandse staat ten behoeve
van kapitaalmarktoperaties van landen die geen onderdeel van het Koninkrijk zijn of
binnen het Europese kader vallen. Zelfs in de laatste gevallen is Nederland terughoudend
met het uitgeven van garantiestellingen aan de hand van een hiervoor opgesteld toetsingskader.
Vraag 4
Welke mogelijkheden zijn er voor Nederlandse bedrijven om actief, via een fast-track
voor ondernemers, te kunnen investeren in Suriname en samen te werken aan de groei
van de Surinaamse economie? Wilt u hierbij in elk geval ingaan op de oliesector, de
goudsector, de agrarische sector, de toeristische sector en de biotech-researchsector?
Antwoord 4
De instrumenten die de Nederlandse overheid heeft ter ondersteuning van het internationaal
opererende bedrijfsleven, staan open voor Nederlandse bedrijven die zaken willen doen
in Suriname. Dit geldt voor alle genoemde sectoren. De beoordeling van mogelijkheden
voor Nederlandse ondernemers om te investeren in Suriname is aan de ondernemers zelf.
Vraag 5
Welke Nederlandse toeleveranciers zouden met hun kennis en kunde kunnen bijdragen
aan de wederopbouw van Suriname? Hoe kan Nederland eraan bijdragen dat dit een win-winsituatie
wordt voor het Nederlands bedrijfsleven en de Surinaamse samenleving?
Antwoord 5
Een eerste Surinaams-Nederlands Business Forum staat gepland voor het najaar van 2020,
waarbij Nederlandse bedrijven uit verschillende sectoren de mogelijkheid krijgen om
te verkennen hoe zakelijke contacten met Suriname kunnen worden opgebouwd en/of uitgebreid.
Dit forum biedt ook de Surinaamse regering de mogelijkheid om de financiële en economische
prioriteiten toe te lichten en enkele sectoren uit te lichten, waarbij de inzet zal
zijn om meerwaarde te creëren in de samenwerking.
Vraag 6
Wanneer en op welke wijze zal de hulp die door Nederland aan Suriname is toegezegd
worden verstrekt? Wilt u hierbij in het bijzonder ingaan op uw toezegging dat Suriname
ook kan rekenen op medisch personeel vanuit Nederland? Hoe verwacht u deze toezegging
waar te maken, nu het medisch personeel in Nederland ook van groot nationaal belang
is?
Antwoord 6
Op verzoek van Suriname heeft Nederland ten behoeve van de bestrijding van COVID-19
in juni een eerste hulppakket geleverd, bestaande uit onder meer beademingsapparaten,
persoonlijke beschermingsmiddelen, medicijnen en Covid testen. Naar aanleiding van
een nieuw hulpverzoek van Suriname in augustus heeft Nederland een tweede steunpakket
van 3,5 miljoen euro toegezegd. Momenteel wordt met Suriname bepaald hoe dit tweede
steunpakket er uit zal zien. Hierbij zijn Suriname’s behoeftes en Nederlandse voorraden
leidend.
Daarnaast biedt Nederlands medisch personeel sinds juni op vrijwillige basis assistentie
in Suriname. In eerste instantie zou deze assistentie geboden worden tot september,
maar dit is recent verlengd tot januari 2021. De Nederlandse overheid faciliteert
dit initiatief middels het bekostigen van het vervoer en het faciliteren van visa
aanvragen. Het besluit om naar Suriname af te reizen ligt volledig bij de medewerkers
en hun werkgevers.
Vraag 7
Ziet u in het proces van herijking van onze banden met Suriname een rol weggelegd
voor de Surinamers die in Nederland wonen en de Nederlandse nationaliteit hebben?
Bent u bereid eventuele belemmeringen voor hulp vanuit deze groep aan familie en vrienden
zoveel mogelijk weg te nemen?
Antwoord 7
De Surinaamse diaspora in Nederland is over het algemeen nauw betrokken bij de ontwikkelingen
in Suriname. Het recente «NL4SU» initiatief, waarbij er in Nederland geld werd opgehaald
om Suriname te helpen bij de bestrijding van COVID-19, is een mooi voorbeeld van deze
betrokkenheid. Het is uiteraard aan Nederlandse onderdanen zelf om te bepalen of zij
zich in willen zetten voor Suriname. De in 2008 opgerichte Twinningfaciliteit faciliteert
en financiert maatschappelijke samenwerking tussen Nederland en Suriname.
Vraag 8
Hoe zou het Nederlandse beleid ten aanzien van Suriname een doordachte bijdrage kunnen
leveren aan het versterken van de instituten die de Surinaamse democratie ondersteunen
en waarborgen?
Antwoord 8
De regering Santokhi heeft het versterken van instituties als prioriteit benoemd.
Nederland draagt hier, in goed overleg met de Surinaamse autoriteiten, graag aan bij
en heeft dit in het verleden reeds op diverse vlakken gedaan. Nederland is graag bereid
kennis en kunde te delen.
Vraag 9
Hoe beziet u in het kader van de grandeur van de Nederlandse natie en onze glorierijke
geschiedenis het belang van de relatie met Suriname?
Antwoord 9
Het Koninkrijk en Suriname hebben een bijzondere relatie als gevolg van de meer dan
300 jaar gedeelde geschiedenis, de gemeenschappelijke taal en de grote diasporagemeenschap
in Nederland. Deze bijzondere relatie, samen met de wederzijdse belangen die hieruit
voortvloeien, vormen dan ook bepalende uitgangspunten voor het Nederlandse beleid
ten aanzien van Suriname.
Vraag 10
Wilt u deze vragen tijdig schriftelijk beantwoorden?
Antwoord 10
Deze vragen zijn zo snel als mogelijk beantwoord.
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
S.A. Blok, minister van Buitenlandse Zaken -
Mede ondertekenaar
S.A.M. Kaag, minister voor Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.