Schriftelijke vragen : Het voldoen aan artikel 68 van de Grondwet
Vragen van de leden Diertens en Van Weyenberg (beiden D66) aan de Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport over het voldoen aan artikel 68 van de Grondwet. (ingezonden 16 oktober 2020).
Vraag 1
Herinnert u zich dat u bij uw installatie tot Minister de eed (of gelofte) heeft afgelegd,
waarvan een deel luidt:
«Ik zweer (beloof) trouw aan de Koning, aan het Statuut voor het Koninkrijk en aan
de Grondwet»?
Vraag 2
Bent u op de hoogte van artikel 68 van de Grondwet, dat luidt: «De Ministers en de
Staatssecretarissen geven de kamers elk afzonderlijk en in verenigde vergadering mondeling
of schriftelijk de door een of meer leden verlangde inlichtingen waarvan het verstrekken
niet in strijd is met het belang van de staat»?
Vraag 3
Herinnert u zich dat de Kamer op 20 februari 2020 unaniem de motie Omtzigt c.s.1 heeft aangenomen, waarvan het dictum luidt: «verzoekt de regering te bevestigen dat
op grond van artikel 68 een individueel Kamerlid specifieke documenten binnen een
redelijke termijn moet kunnen ontvangen, tenzij het belang van de Staat zich hiertegen
verzet»?
Vraag 4
Wat is de voornaamste reden dat de verslagen van de OMT (Outbreak Management Team)-overleggen
vertrouwelijk zijn?
Vraag 5
Bent u het eens met de stelling dat media-uitingen van verscheidene leden van het
OMT over de OMT-overleggen en de daar spelende meningsverschillen bijdragen aan de
transparantie van de wetenschappelijke adviezen van het OMT? Zo nee, waarom niet?
Vraag 6
Kunt het verslag van het tweede OMT-overleg de Kamer doen toekomen, aangezien op 27 februari
jl., op dezelfde dag dat de eerste besmetting met het coronavirus gemeld werd, dit
tweede OMT-overleg omtrent het coronavirus plaatsvond, waarin specifiek de persoonlijke
beschermingsmiddelen werden besproken? Zo nee, waarom niet en hoe verhoudt zich dit
tot artikel 68 GW?
Vraag 7
Bent u bereid alle verslagen van de vergaderingen van het OMT te delen met de Kamer zodat de transparantie
van de wetenschappelijke adviezen nog verder wordt vergroot? Zo nee, waarom niet en
hoe verhoudt zich dit tot artikel 68 GW?
Vraag 8
Waarop was het advies aan het kabinet gebaseerd van het Bestuurlijk Afstemmingsoverleg
(BAO van 28 januari jl.2 – waarvan het verslag beschikbaar is gekomen naar aanleiding van een Wob-verzoek
– om de beschikbaarheid van persoonlijke beschermingsmiddelen voor de verschillende
beroepsgroepen te inventariseren?
Vraag 9
Kunt u het verslag van het daaropvolgende BAO, dat plaatsvond op 28 februari jl. en
waarin wederom werd geadviseerd om de vraag naar persoonlijke beschermingsmiddelen
te inventariseren en om de eerstelijnszorg hierin te versterken, de Kamer doen toekomen?
Zo nee, waarom niet en hoe verhoudt zich dit tot artikel 68 GW?
Vraag 10
Kunt u het verslag van het BAO van 28 januari jl., dat leidde tot dit advies, de Kamer
doen toekomen? Zo nee, waarom niet en hoe verhoudt zich dit tot artikel 68 GW?
Bent u bereid alle verslagen en alle adviezen van het BAO sinds januari 2020 te delen
met de Kamer? Zo nee, waarom niet en hoe verhoudt zich dit tot artikel 68 GW?
Vraag 11
Kunt u in een tijdlijn per dag aangeven welke acties u tussen 27 januari en 28 februari
2020 heeft ondernomen ten aanzien van (1) de inkoop van persoonlijke beschermingsmiddelen
en (2) de inventarisatie van persoonlijke beschermingsmiddelen in de intra- en extramurale
setting?
Vraag 12
Kunt u voor de periode van 27 januari tot 28 februari 2020 een overzicht geven van
de overleggen aangaande de inkoop en inventarisatie van persoonlijke beschermingsmiddelen
waarbij uw ministerie betrokken was? Zo nee, waarom niet? Zo ja, bij welke van deze
overleggen was u zelf ook aanwezig?
Vraag 13
Heeft u in de periode van 27 januari tot 28 februari 2020 ook overleggen gevoerd met
brancheorganisaties binnen de verpleeghuiszorg en thuiszorg aangaande het coronavirus
en het gebruik van persoonlijke beschermingsmiddelen? Zo ja, wanneer vonden deze overleggen
plaats? Zo nee, waarom niet?
Vraag 14
Wat is de reden dat het OMT en het BAO tussen 27 januari en 27 februari 2020 niet
bijeen zijn gekomen?
Vraag 15
Wanneer bent u op de hoogte gebracht van de eerste besmetting in België, die door
de media op 3 februari jl. gemeld werd, en welke acties heeft u ingezet nadat u hiervan
op de hoogte was gesteld?
Vraag 16
Waarom was de eerste coronabesmetting in België geen aanleiding voor u om direct van
het OMT en het BAO een nieuw advies te vragen omtrent het coronavirus?
Vraag 17
Kunt deze vragen ieder afzonderlijk en vóór de behandeling van de begroting van het
Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport (XVI) voor het jaar 2021 beantwoorden?
Indieners
-
Gericht aan
H.M. de Jonge, minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport -
Indiener
A.E. Diertens, Tweede Kamerlid -
Medeindiener
S.P.R.A. van Weyenberg, Tweede Kamerlid
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.