Antwoord schriftelijke vragen : Antwoord op vragen van de leden Diertens en Paternotte over het anticiperen op de testcapaciteit in Nederland en het plotseling stoppen met testen van reizigers uit oranje gebieden op Schiphol
Vragen van de leden Diertens en Paternotte (beiden D66) aan de Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport over het anticiperen op de testcapaciteit in Nederland en het plotseling stoppen met testen van reizigers uit oranje gebieden op Schiphol (ingezonden 16 september 2020).
Antwoord van Minister De Jonge (Volksgezondheid, Welzijn en Sport) (ontvangen 14 oktober
2020). Zie ook Aanhangsel Handelingen, vergaderjaar 2020–2021, nr. 374.
Vraag 1
Herinnert u zich het advies van de Wereldgezondheidsorganisatie (WHO) op 16 maart
jl. waarin de directeur-generaal stelt:«Once again, our key message is: test, test,
test?»
Antwoord 1
Ja.
Vraag 2
Kunt u een gedetailleerde uitleg geven van hoe de berekeningen in uw brief van 20 mei
jl. voor de testcapaciteit in de zomer van 30.000 tests per dag tot stand zijn gekomen?
Zo nee, hoe bent u tot deze inschatting gekomen?1
Antwoord 2
De schatting van de potentiele testvraag is door het RIVM gemaakt, op basis van meerjarige,
historische gegevens van het aantal mensen dat met luchtwegklachten bij de huisarts
komt, het percentage van de mensen met luchtwegklachten dat de huisarts bezoekt, en
het aantal COVID-19 patiënten met klachten. Het specifieke doel van de berekening
van de potentiële testvraag, en de specificatie van de doelgroepen voor de testen
zijn opgesteld in interactie met de Landelijke Coördinatiestructuur Testcapaciteit
(LCT). De berekeningen zijn in de maanden april en mei enkele keren herhaald omdat
er nieuwe informatie beschikbaar werd gesteld, omdat de planningshorizon langer werd,
en omdat de doelgroepen veranderden. Deze veranderingen hebben geen effect gehad op
van grootte van de verwachtte testvraag.
Daarbovenop heeft de LCT steeds rekening gehouden met de vraag naar reguliere, non-Coviddiagnostiek
zoals in ziekenhuizen.
Vraag 3
Kunt u het document van het Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieu (RIVM) waarin
de berekeningen zijn gedaan voor de verwachting van de testcapaciteit zoals u die
vermeldt in uw brief van 20 mei jl. de Kamer doen toekomen? Zo nee, waarom niet?2
Antwoord 3
Het document is toegevoegd als bijlage3.
Vraag 4
Zijn er bij de berekeningen van de testcapaciteit, zoals deze in mei zijn gedaan,
ook al berekeningen gemaakt voor de maanden september 2020 tot en met februari 2021?
Zo ja, kunt u deze berekeningen met de Kamer delen? Zo nee, waarom is er destijds
niet ook geanticipeerd op de periode na de zomer?
Antwoord 4
Ja, het document bevat een uitsplitsing per maand. Onderstaande grafiek geeft deze
berekeningen weer. Zoals ook gemeld in mijn brief van 28 augustus hielden
wij rekening met 38.500 testen per dag in september (in de kamerbrief van 28 augustus
is abusievelijk 37.500 testen per dag opgenomen i.p.v. 38.500 testen) Er is hierop
geanticipeerd door diverse acties te ondernemen:
a. Extra machines en materialen aangeschaft van meerdere leveranciers die extra geplaatst
zijn bij laboratoria
b. Ingezet op het gezamenlijk (gepoold) analyseren van testen waarmee een besparing van
schaarse materialen mogelijk is.
c. Met behulp van de Coronagezant Feike Sijbesma afspraken maken met wereldwijde leveranciers
om zo veel mogelijk materiaal te leveren voor de laboratoria
d. Zoveel mogelijk gevalideerde laboratoria aansluiten op CoronIT, zodat alle labcapaciteit
kon worden ingezet
e. De laboratoria op te roepen om 3 maanden buffers voor langere termijn aan te leggen.
Vraag 5
Is er bij de berekeningen voor de benodigde testcapaciteit, zoals dit in mei is gedaan,
ook geleerd van de testcapaciteit en het testbeleid van andere Europese landen, zoals
Denemarken, het Verenigd Koninkrijk en Duitsland? Zo ja, hoe zijn deze berekeningen
hierdoor veranderd? Zo nee, waarom niet?
Antwoord 5
De LCT heeft het RIVM gevraagd om een schatting te maken van de testvraag, en gevraagd
deze periodiek te herijken aan de hand van nieuwe inzichten. De berekeningen zijn
in de loop van april en mei veranderd omdat er nieuwe informatie beschikbaar kwam
en de specifieke doelgroepen veranderden. Op het totaal van de geschatte testvraag
leidde dit niet tot veranderingen. Het RIVM heeft steeds bevestigd dat de berekening
van de potentiele testvraag gebaseerd op gegevens over incidentie van luchtweginfecties
door het jaar heen een goede basis is voor de testcapaciteit. Dit is niet afhankelijk
van nationaal of internationaal testbeleid.
Vraag 6
Kunt u zichde berichten van Nieuwsuur van 9 juni jl. («Er kon veel meer getest worden in de zorg en dat had doden kunnen schelen») en 3 september jl. («Testlabs kunnen wél meer aan, maar deze concurrentiestrijd zit in de weg») herinneren waarin werd gesteld dat laboratoria in staat waren om extra testcapaciteit
te leveren, ook in de periode maart en april, maar deze niet op grote schaal worden
ingezet?4 5
Antwoord 6
Ja.
Vraag 7
Heeft u brieven ontvangen van grote laboratoria – zoals zoals Sanquin, Saltro en Star-SHL,
die door Nieuwsuur genoemd worden – met hun aanbod om de testcapaciteit te vergroten?
Zo ja, zijn dit alle laboratoria en kunt u deze brieven de Kamer doen toekomen?
Antwoord 7
Voor zover ik heb kunnen nagaan hebben genoemde laboratoria in maart of april mij
niet per brief benaderd. Uit gegevens van het RIVM blijkt dat Star-shl eind maart
is gevalideerd voor het uitvoeren van Covid-19 diagnostiek. Eind maart was het laboratorium,
evenals een groeiend aantal andere laboratoria in staat testen uit te voeren voor
zorginstellingen of GGD’en die dat wilden. Daaraan stond niets meer in de weg. Er
zijn contacten geweest in april met de koepel van huisartsenlaboratoria, SAN. Deze
hebben ertoe geleid dat de eerstelijnslaboratoria zoals Saltro en Star-SHL maar ook
andere steeds meer zijn ingeschakeld door GGD’en.Het ministerie speelde op dat moment
geen rol in het sturen op teststromen, zoals momenteel het geval is via het LCDK.
Sanquin is door mijn ministerie benaderd op 28 maart met de vraag wat zij zouden kunnen
betekenen voor de testcapaciteit. Daarna heb ik Sanquin gevraagd om zich voor te bereiden
op het uitvoeren Covid-19 diagnostiek en heb ik het verzocht op te treden als pandemielaboratorium.
Vanaf juni is Sanquin steeds meer testen gaan uitvoeren.
Vraag 8 en 9
Met hoeveel testen per dag en hoe snel zou de capaciteit zijn opgehoogd indien u op
al deze verzoeken was ingegaan?
Kunt u aangeven wat de voornaamste redenen waren om niet in te gaan op het aanbod
van deze grotere laboratoria?
Antwoord 8 en 9
Ik heb in de week nadat ik op 19 maart de verantwoordelijkheid op mij nam om de uitbraak
van het coronavirus te bestrijden direct werk gemaakt van het vergroten van de testcapaciteit.
Op 26 maart heb ik de heer Feike Sijbesma verzocht op te treden als Speciaal Gezant
Corona namens het kabinet om de testcapaciteit te vergroten. Op 27 maart is de Landelijke
Coördinatiestructuur Testcapaciteit opgericht. Tot dat moment speelde het ministerie
geen rol in het vergroten en toewijzen van de testcapaciteit en beschikte op dat moment
niet over inzicht in de testcapaciteit.
Op 29 maart bleek uit een nieuwe inventarisatie van de Taskforce Diagnostiek, die
op verzoek van het OMT was begonnen met het verruimen van de testcapaciteit, dat de
op dat moment gevalideerde laboratoria in staat waren
veel meer testen uit te voeren dan op dat moment het geval. Op basis daarvan adviseerde
het OMT op 30 maart om het restrictieve testbeleid te verlaten en per 6 april ook
zorgmedewerkers buiten het ziekenhuis te testen bij klachten.
Vraag 10
Welke kwaliteits- en betrouwbaarheidscriteria worden er gehanteerd om als laboratorium
in aanmerking te komen voor het verrichten van polymerase chain reaction (PCR)-tests
in opdracht van de GGD-teststraten?
Antwoord 10
Voor het zelfstandig uitvoeren van SARS-CoV-2-diagnostiek wordt van de laboratoria
verwacht dat ze voldoen aan een set kwaliteitsvoorwaarden. Deze zijn opgesteld door
het RIVM. Het gaat hierbij om het voldoen aan de volgende kwaliteitscriteria:
– Het proficiency panel, verstrekt door centrale labs, testen met een goed resultaat
afronden (validatie analytische specificiteit en juiste detectie SARS-CoV-2);
– De runcontrole SARS-CoV-1- en SARS-CoV-2-RNA-verdunningsreeksen met goed resultaat
afronden (validatie van analytische specificiteit);
– Een confirmatie van 5 positieve monsters en 10 negatieve monsters bij één van de expertiselaboratoria
(RIVM-IDS of Erasmus MC) met goed resultaat afronden (beperkte klinische validatie).
Uitgebreide informatie over dit onderwerp is te vinden in de Landelijke Coördinatie
Infectieziektebestrijding (LCI) richtlijn COVID-19.
Vraag 11
Kunt u een overzicht geven van alle Nederlandse laboratoria met daarbij hun testcapaciteit
voor PCR-testen op SARS-COV-2 en kunt u per laboratorium aangeven hoe zij scoren op
de kwaliteits- en betrouwbaarheidscriteria en of deze zijn aangesloten bij de teststraten
van de GGD?
Antwoord 11
De lijst van laboratoria die voldoen aan de kwaliteitseisen is te vinden in de Landelijke
Coördinatie Infectieziektebestrijding (LCI) richtlijn Covid-19.6
Vraag 12
Kunt u aangeven waarom het nu noodzakelijk is uit te wijken naar buitenlandse laboratoria
en dit niet noodzakelijk was op 1 juni, bij aanvang van het bredere testbeleid?
Antwoord 12
Voor de zomermaanden gingen we uit van 30.000 testen per dag, zoals geschat door het
RIVM. Dat konden de op dat moment gevalideerde laboratoria aan, mits de teststromen
flexibel naar alle gevalideerde laboratoria konden worden gestuurd. Dit was de rol
van het LCDK en het CoronIT-systeem was daarbij behulpzaam. Daarnaast is onder regie
van de LCT vanaf mei gewerkt aan de verdere verruiming van de testcapaciteit, ter
voorbereiding op het najaar. De volgende acties zijn genomen:
• Extra machines en materialen aangeschaft van meerdere leveranciers (risicospreiding)
die extra geplaatst zijn bij laboratoria, met leveringsgaranties
• Ingezet op het gezamenlijk (gepoold) analyseren van testen waarmee een besparing van
schaarse materialen mogelijk is.
• Afspraken met wereldwijde leveranciers om zo veel mogelijk materiaal te leveren voor
de laboratoria
• Zoveel mogelijk gevalideerde laboratoria aansluiten op CoronIT, zodat alle labcapaciteit
kon worden ingezet
• De laboratoria opgeroepen om 3 maanden buffers voor langere termijn aan te leggen.
Begin van de zomer is in de LCT ook gesproken over het contracteren van buitenlandse
laboratoria als extra optie, maar daarvoor was aan het begin, toen iedereen met klachten
zich per 1 juni kon laten testen, nog geen noodzaak. De testvraag bleef nog ver achter
bij de beschikbare testcapaciteit. Het RIVM heeft daar destijds ook over bericht in
de media.
Er werden ca. 90.000 COVID testen afgenomen in week 24, in week 29 was dit 102.700
testen, in week 30, 135.000 testen. Pas in week 36 steeg dit naar 225.700 en in week
37 naar 259.000 testen. Omdat medio augustus bleek dat bovengenoemde acties vertraging
opliepen en de vraag juist snel steeg, is besloten om alsnog buitenlandse laboratoria
te contracteren. Daarbij is het feit meegewogen dat het contracteren van buitenlandse
laboratoria vanwege de reistijd geen gunstig effect zou hebben voor de doorlooptijden.
Vraag 13
Kunt u aangeven hoe deze buitenlandse laboratoria scoren op de kwaliteits- en betrouwbaarheidscriteria?
Antwoord 13
Alleen buitenlandse laboratoria die voldoen aan de kwaliteitscriteria zoals opgenomen
in de Landelijke Coördinatie Infectieziektebestrijding (LCI) richtlijn Covid-19 worden
toegevoegd aan de lijst.
Vraag 14
Is er eerder in de periode 1 april tot nu overwogen uit te wijken naar het buitenland?
Zo ja, waarom is deze overweging niet uitgevoerd? Zo nee, waarom niet?
Antwoord 14
Ja, als aanvullende optie. Zie antwoord op vraag 12.
Vraag 15
Klopt het dat het huidige tekort aan coronatesten al in mei werd aangekondigd door
Speciaal Gezant Feike Sijbesma, zoals gesteld in het Follow the Money artikel van
11 september jl.? Zo ja, kunt u – indien beschikbaar – de correspondentie waarin dit
staat met de Kamer delen?7
Antwoord 15
In de LCT is de vraag aan de orde gesteld, onder andere door de heer Sijbesma, of
het nodig was om reeds voorbereidingen te treffen op een hogere testvraag als gevolg
van asymptomatisch testen. Hierover is in de zomer het OMT om advies gevraagd op 16 juli.
Het OMT heeft geadviseerd om onderzoek te doen naar de meerwaarde van het testen zonder
klachten in drie situaties: in het kader van8 het reguliere bron- en contactonderzoek,9 in het kader van de teststraat op Schiphol en10 in het kader van CoronaMelder. Het onderzoek naar asymptomatisch testen in het kader
van het reguliere bron- en contactonderzoek stond op het punt om te starten, maar
door het gebrek aan testcapaciteit waren RIVM en de GGD’en genoopt om voorrang te
geven aan testen van mensen met klachten. Dit onderzoek is daarom nog niet gestart,
ik treed hierover in overleg met RIVM. Zodra de testcapaciteit toereikend is kan dit
onderzoek worden gestart. De twee overige onderzoeken zijn half september beëindigd,
bij het wijzigen van het testbeleid door schaarste. Het onderzoek naar asymptomatisch
testen in het kader van de teststraat op Schiphol wordt binnenkort gedeeld met Uw
Kamer. Het onderzoek naar asymptomatisch testen in het kader van CoronaMelder heeft
gezien de korte periode en de op dat moment nog beperkte adoptiegraad onvoldoende
kwalitatieve data opgeleverd om te analyseren.
Vraag 16
Welke rol speelde de Nederlandse Vereniging voor Medische Microbiologie (NVMM) in
het wel of niet opschalen van de testcapaciteit bij meer laboratoria?
Antwoord 16
De voorzitter van de NVMM heeft samen met enkele deskundigen in maart op verzoek van
het OMT het initiatief genomen tot oprichting van de taskforce diagnostiek met als
doel de testcapaciteit te vergroten. De Taskforce zou aanvankelijk ook een coördinerende
rol krijgen, maar deze werd uiteindelijk overgenomen door de LCT. Als voorzitter van
de Taskforce is zij gevraagd deel te nemen aan de LCT, in een adviserende rol.
Vraag 17
Kunt u de correspondentie tussen uw ministerie en de NVMM in de periode 1 maart jl.
tot nu delen met de Kamer?
Antwoord 17
Voor zover ik heb kunnen nagaan is er geen sprake geweest van formele correspondentie
tussen de NVMM en het ministerie. Zoals in antwoord 16 uitgelegd kreeg de Taskforce
Diagnostiek een adviserende rol, niet de NVMM.
Vraag 18
Kunt u een gedetailleerde uitleg geven hoe de berekening tot stand is gekomen dat
in september 37.500, in november 55.000, in december 70.000 en in februari 85.000
testen per dag nodig zijn voor COVID-19 diagnostiek, zoals u meldt in uw brief van
28 augustus jl?11
Antwoord 18
Ik verwijs u naar het antwoord op vraag 2.
Vraag 19
Waarom verwacht u in uw brief van 11 september jl. dat de testcapaciteit eind september
al op 50.000 en eind oktober op 70.000 testen per dag zal zijn, terwijl deze verwachting
afwijkt van uw verwachting zoals u die stelde in uw brief van 28 augustus jl.?12 13
Antwoord 19
In korte tijd zijn er contracten gesloten met buitenlandse laboratoria. Dit zorgt
voor een verhoging van de testcapaciteit. Of dit voldoende is, is afhankelijk van
de testvraag en of de momenteel ingeschakelde laboratoria testen kunnen blijven leveren.
Per begin oktober was er laboratorium capaciteit voor ca. 56.500 COVID19 testen.
Vraag 20
Kunt u de documenten van het RIVM waarin de berekeningen zijn gedaan voor de verwachting
van de testcapaciteit zoals u die vermeldt in uw brieven van 11 september jl. en 28 augustus
jl. de Kamer doen toekomen?14 15
Antwoord 20
Ja, zie bijlage.
Vraag 21
Kunt u een overzicht geven van de verschillen tussen de berekeningen van de verwachte
testcapaciteit zoals u die vermeldde in uw brieven van 11 september jl., van 28 augustus
jl. en van 20 mei jl.?16 17 18
Antwoord 21
Aan alle gemelde schattingen van de testvraag in alle Kamerbrieven ligt dezelfde schatting
van het RIVM ten grondslag. Om aan deze testvraag te kunnen voldoen, heb ik mij ingezet
om de testcapaciteit op te schalen. Deze ontwikkelt zich dankzij recente en reeds
eerder gestarte inspanningen opwaarts. Het is gelukt om eind september de verwachtte
50.000 COVID19 laboratorium capaciteit te hebben en eind oktober van 70.000 COVID19
testen beschikbaar te hebben.
Vraag 22
Is er bij de berekeningen voor de benodigde testcapaciteit in uw brief van 28 augustus
jl. en 11 september jl. ook geleerd van de testcapaciteit en het testbeleid van andere
Europese landen, zoals Denemarken, het Verenigd Koninkrijk en Duitsland? Zo ja, hoe
zijn deze berekeningen hierdoor veranderd? Zo nee, waarom niet?19 20
Antwoord 22
Zie antwoord op vraag 5.
Vraag 23
Kunt u het op- en afschalen van het testbeleid vanaf 16 maart tot nu in een tijdslijn
onder elkaar zetten waarbij u onder andere, maar niet uitputtend, de prioritering
van beroepen, doelgroepen en de start van de teststraat op Schiphol betrekt?
Antwoord 23
Datum
Doelgroep die vanaf dat moment ook getest kon worden:
12 maart
Aantal beschikbare testen zo optimaal mogelijk in zetten. Zorgmedewerkers richten
zich op het vroeg opsporen van patiënten die een verhoogd risico hebben op ernstige
ziekte. Het gaat hier met name om ouderen, patiënten die horen tot een van de risicogroepen
en ernstig zieke patiënten met luchtwegklachten.
17 maart
Alleen zieke mensen en kwetsbare mensen testen. Niet personeel testen op advies van
het OMT. Ook testen bij huisartsen.
6 april
Niet uitsluitend zorgmedewerkers met patiëntencontact en risicogroepen van patiënten
binnen het ziekenhuis, maar ook zorgverleners en specifieke groepen buiten het ziekenhuis
worden nu getest als ze klachten hebben (huisartsen, verpleeghuizen, gehandicaptenzorg,
thuiszorg, jeugdzorg en ggz.).
6 mei
Personeel in het primair onderwijs en de kinderopvang kan door GGD getest worden bij
(milde) klachten.
18 mei
Mantelzorgers, medewerkers in het OV en medewerkers van politie DJI, marechaussee
en BOA’s kunnen ook getest worden.
1 juni
Iedereen met (milde) klachten kan zich laten testen. Er is capaciteit voor 30.000
testen per dag.
13 augustus
Reizigers op Schiphol kunnen zich laten testen in het kader van een proef.
17 augustus
De praktijktest van de Coronamelder is gestart. Deze loopt tot de landelijke introductie.
Mensen kunnen zich na notificatie ook zonder klachten laten testen. Dat geldt alleen
gedurende de testperiode in de 5 testregio’s.
11 september
Vanwege de druk op de labcapaciteit moet de teststraat op Schiphol tijdelijk worden
gepauzeerd.
Daarnaast kunnen mensen uit de CoronaMelder zich alleen laten testen wanneer zij een
melding hebben gekregen, als zij ook (milde) klachten hebben/ontwikkelingen.
18 september
Onderwijspersoneel en zorgmedewerkers met (milde)klachten kunnen zich met voorrang
laten testen.
Kinderen van 0–12 jaar mogen zich wel, maar hoeven zich niet te laten testen bij milde
verkoudheidsklachten.
Vraag 24
Kunt u de tijdslijnen van het op- en afschalen van het testbeleid van andere Europese
landen, waarvan minimaal Denemarken, Verenigd Koninkrijk en Duitsland, naast de tijdslijn
van het op- en afschalen van het testbeleid in Nederland leggen?
Antwoord 24
De exacte momenten heb ik niet beschikbaar. Maar uit een verkenning blijkt dat de
tijdslijn van het opschalen van het testbeleid veelal samenvalt met de mate waarin
het aantal besmettingen toenam. In de tijd zien we dat Denemarken voorliep op het
aantal besmettingen ten opzichte van Nederland, Denemarken is
dan ook eerder op gaan schalen. Het Verenigd Koninkrijk zat qua oplopend aantal besmettingen
later in de tijd dan Nederland, daarmee zijn zij later gestart met het opschalen van
het testbeleid.
Vraag 25
Wat is het aantal tests in Nederland per dag per 1.000 mensen ten opzichte van landen
als Denemarken, het Verenigd Koninkrijk en Duitsland en indien er verschillen zitten
in het aantal tests per 1.000 mensen tussen Nederland en andere landen, hoe is dit
verschil te verklaren?
Antwoord 25
In week 36 was het percentage positieve testen in België 2,25, in Duitsland 0,78,
in Denemarken 0,38 en in het Verenigd Koninkrijk 0,86. Nederland had in week 36 een
percentage positieve testen van 2,30, dit is iets hoger dan België. Uit ervaring weten
we dat het aantal positief geteste personen toeneemt, wanneer het aantal geteste personen
stijgt. Tegelijk is het zo dat het percentage positief geteste personen daalt, wanneer
je meer test.
Vraag 26
Wat is het aantal tests per bevestigde besmetting in Nederland ten opzichte van landen
als Denemarken, Verenigd Koninkrijk en Duitsland en indien er verschillen zitten in
het aantal tests per bevestigde besmetting tussen Nederland en andere landen, hoe
is dit verschil te verklaren?
Antwoord 26
Denemarken is een vergelijkbaar land ten aanzien van sociaaleconomische ontwikkeling,
culturele achtergrond en geografie. Denemarken liep voor in het aantal besmettingen
en is er geslaagd deze met een restrictief beleid onder controle te krijgen. Dat maakt
Denemarken voor Nederland een interessant land om ons mee te vergelijken. Tegelijk
zijn er grote institutionele verschillen tussen Denemarken en Nederland in de wijze
waarop de zorg is georganiseerd.
Vraag 27
Wanneer zijn de inzichten gekomen waaraan u refereert in uw brief van 1 september
jl. – betreffende de lessons learned – dat Denemarken een goed voorbeeld is aangaande
het testbeleid en waarin u vier geleerde lessen geeft?21
Antwoord 27
Ja.
Vraag 28
Herinnert u zich uw uitspraak in uw brief van 1 september jl. betreffende de lessons
learned:«In de voorbije weken zijn wij aanvullend intensief in contact geweest met
collega’s in Denemarken, Duitsland, het Verenigd Koninkrijk, Frankrijk en België.
Wij hebben vooral met deze landen contact omdat buitenlandse ervaringen vertaalbaar
moeten zijn naar de Nederlandse context. Het is daarom vooral nuttig om te leren van
vergelijkbare landen»?22
Antwoord 28
Nederland is op diverse terreinen continu in contact met andere landen, zowel in bilateraal
als Europees verband. In de zomerperiode hebben mijn ambtenaren in het kader van de
genoemde lessons learned veelvuldig contact gehad met genoemde landen in dat kader.
Zelf heb ik op 20 augustus gesproken met mijn Deense collega en op 31 augustus met
mijn Duitse collega.
Vraag 29
Wanneer zijn deze contacten met de betreffende landen geweest?
Antwoord 29
Naast de bilaterale contacten spreek ik mijn Europese collega’s regelmatig tijdens
de informele Europese Gezondheidsraden. Hier worden diverse onderwerpen besproken.
Ik informeer de Kamer hier altijd na afloop over. Zo is er onder andere op ministerieel
niveau op 19 maart gesproken over teststrategieën. Ik heb uw Kamer hierover op 25 maart
jl. geïnformeerd. Daarnaast vindt er op ambtelijk niveau regelmatig overleg in EU-verband
plaats, ook over testbeleid en testcapaciteit.
Vraag 30
Heeft u in de periode van 16 maart jl. tot nu ook andere gesprekken gevoerd met uw
collega’s in Denemarken, Duitsland, het Verenigd Koninkrijk, Frankrijk en België aangaande
het testbeleid en de testcapaciteit? Zo ja wanneer vonden deze gesprekken plaats?
Antwoord 30
Hiervoor verwijs ik u graag naar de lessons learned brief, die ik recent aan uw Kamer
stuurde23.
Uiteraard kijk ik altijd goed naar het beleid in de landen om ons heen, ten einde
ons eigen beleid steeds te verbeteren.
Vraag 31
Indien u in de periode van 16 maart jl. tot nu contact had met uw collega’s in Denemarken,
Duitsland, het Verenigd Koninkrijk, Frankrijk en België, welke lessen konden er volgens
u worden getrokken tijdens deze gesprekken en had u deze kunnen toepassen op het vergroten
van de Nederlandse testcapaciteit?
Antwoord 31
In de gesprekken ging het om de aanpak van de Covid-pandemie in brede zin. Ten tijde
van deze gesprekken lag het besmettingscijfer relatief laag en was er geen aanleiding
om heel specifiek te spreken over het prioriteren van onderwijspersoneel bij het testbeleid.
Vraag 32
Is de prioritering van testen in zorg en onderwijs ter sprake gekomen tijdens deze
gesprekken?
Antwoord 32
In Duitsland krijgt onderwijspersoneel niet generiek voorrang bij het testen. Wel
is het zo dat onderwijspersoneel voorrang krijgt bij het testen wanneer hun scholengemeenschap
is getroffen door een uitbraak. Bijvoorbeeld in Noordrijn-Westfalen kunnen leraren
tot 9 oktober elke 14 dagen een gratis test krijgen. In Nederland kunnen docenten
vanaf aanstaande maandag zich met voorrang laten testen. Dit was eerder in Nederland
niet nodig omdat ik vind dat iedereen zich
snel moet kunnen laten testen. Maar vanwege de toename in de doorlooptijden bij de
GGD’en vanwege de druk op de labcapaciteit, is deze voorrang voor docenten nodig.
Vraag 33
Kunt u aangeven of Duitse deelstaten, zoals Noordrijn-Westfalen en Beieren, wel in
staat zijn geweest om, in aanloop naar de start van het schooljaar, personeel in het
onderwijs voorrang te geven en frequenter te testen? Zo ja, hoe verschilt dit met
Nederland?
Antwoord 33
Hiervoor verwijs ik u naar twee Kamerbrieven, die ik recent aan uw Kamer stuurde over
de tijdelijke aanpassing testbeleid covid-1924 en het OMT advies van 14 september.25 Voor de ontwikkeling van de testcapaciteit wil ik u ook verwijzen naar mijn brief
van 13 oktober. De afgelopen weken lag de vraag naar testen hoger dan het aanbod.
Dat lag met name aan de schaarse laboratoriumcapaciteit. Ik heb inmiddels extra capaciteit
weten te organiseren, onder andere door met drie buitenlandse laboratoria contracten
af te sluiten en ik zet in op het gepoold analyseren van testen. Ik verwacht komende
tijd veel van de validatie en inzet van sneltesten en andere innovatieve testmethoden.
En ik verwacht dat deze in november stapsgewijs ingezet kunnen worden.
Voor de iets langere termijn verwacht ik ook veel van innovatieve testmethoden. Deze
zijn nu nog niet beschikbaar op de markt, maar wel in ontwikkeling. Deze testen zijn
deels aanvullend, deels potentieel vervangend voor de huidige PCR-testen. Ik stimuleer
dat ook financieel. Voorbeelden van dit soort testen zijn ademtesten en isotherme
PCR testen.
Ik verwacht eind dit jaar meer te kunnen melden over de voortgang van de ontwikkeling
en de bruikbaarheid van dit soort innovatieve testmethoden.
Schematisch ziet de ontwikkeling van vraag en aanbod de komende periode er als volgt
uit:
Vraag 34
Kunt u op basis van de lessons learned een tijdslijn maken voor de komende zes maanden
met daarin de verwachte testcapaciteit, het daaraan gekoppelde testbeleid, de prioritering
van doelgroepen en op welke wijze het testbeleid wordt aangepast wanneer eventueel
besmettingen en de druk op de testcapaciteit toenemen of andere kritische indicatoren
zoals vermeld in het coronadashboard worden bereikt?
Antwoord 34
Ja.
Vraag 35
Herinnert u zich dat u bij uw persconferentie van 6 augustus jl. het beleid ten aanzien
van vluchten uit oranje gebieden als volgt omschreef:«Eind volgende week hopen we
een teststraat op Schiphol in te richten. En daarna ook op andere luchthavens. [...]
Vliegtuig landt. Je stapt het vliegtuig uit. En daar staat een clubje mensen klaar
die zegt: «Joh, je komt uit een oranje land. Dat betekent sowieso dat je twee weken
in quarantaine moet gaan. Dus die voorlichting wordt al meteen bij de gate gedaan.
En overigens: dáár moet je je even laten testen. Want áls je onverhoopt het virus
hebt meegenomen dan moet je niet zomaar in quarantaine, dan moet je ook in isolatie.
[...] Kortom, we gaan wel zorgen dat op Schiphol de «guidance» ook wel zo is, dat
áls je uit een oranje land komt, dát je dan ook langs die teststraat gaat.»?26
Antwoord 35
Ik verwijs u naar het antwoord op de vragen 44 t/m 46.
Vraag 36
Deelt u de mening dat reizigers terecht de redelijke verwachting hadden enkele weken
na uw persconferentie een test te kunnen doen op Schiphol na aankomst uit een risicogebied?27
Antwoord 36
Dat klopt, dit formele verzoek was 5 dagen voor de aankondiging. Aangezien het vliegverkeer
pas laat van start is gegaan, leek het eerder niet nodig om passagiers te testen.
Daarnaast adviseerde het OMT dat het alleen nuttig is om mensen zonder klachten testen
in een proefsetting. Het OMT was dus niet direct voorstander van een teststraat op
Schiphol.
Vraag 37
Herkent u zich in de uitspraken van de GGD bij Nieuwsuur, waarin gemeld werd dat zij
pas op 1 augustus het verzoek kregen op Schiphol een teststraat voor te bereiden?
Zo ja, kunt u toelichten waarom dit verzoek pas daags voor uw aankondiging kwam?28
Antwoord 37
Bijgaand vindt u de officiële brief aan GGD Kennemerland. Deze is wel later verzonden
dan het contact daarvoor is geweest.
Vraag 38
Kunt u de communicatie omtrent het verzoek aan de GGD de teststraat op Schiphol in
te stellen met de Kamer delen? Zo nee, waarom niet?
Antwoord 38
Ik verwijs u naar de antwoorden op vragen 44 t/m 46
Vraag 39
Kunt u aangeven wanneer de voorbereidingen voor het inrichten van de teststraat in
gang zijn gezet? Kunt u stap voor stap aangeven hoe u heeft toegewerkt naar het inrichten
van de teststraat conform uw aankondiging op de persconferentie van 6 augustus?
Antwoord 39
De teststraat is door GGD Kennemerland in een enorm korte periode opgezet. Er was
afgesproken dat de teststraat beheerst opgeschaald zou worden. Op dat moment zat de
GGD nog in de opstartfase, en was het onnodig om nogmaals een verzoek te doen om de
teststraat verder op te schalen. Het testen van mensen zonder klachten is bovendien
volgens het OMT minder belangrijk voor de bestrijding van de pandemie dan het testen
van mensen mét klachten.
Vraag 40
Herkent u zich in de uitspraak van de GGD op 18 augustus dat er op dat moment geen
verzoek lag vanuit het Ministerie van VWS om de teststraat verder uit te breiden?29
Antwoord 40
Het voornemen was dat er – vanwege de ambitie om dit instrument breder in te zetten-
opgeschaald kon worden. Echter, de labcapaciteit kwam zodanig onder druk te staan
dat het testen van mensen zonder klachten, zoals op Schiphol, minder prioriteit kreeg.
Opschaling was dus helaas geen optie.
Vraag 41, 42 en 43
Zo ja, hoe verenigt u die uitspraak met uw uitspraken op 26 augustus en aankondiging
in uw Kamerbrief van 28 augustus waarin u zegt de teststraat beheerst te willen opschalen?30
Kunt u de Kamer uw verzoek c.q. instructie tot opschalen vanaf 600 geteste reizigers
(het niveau van 18 augustus) toesturen? Zo nee, waarom niet?
Kunt u aangeven wanneer u voor het eerst besloot het testen bij aankomst op Schiphol
niet voor iedereen open te willen stellen? Kunt u ook de afwegingen delen die tot
dit besluit hebben geleid?
Antwoord 41, 42 en 43
Mijn verwachting was dat het testen van reizigers op Schiphol door kon gaan met opschalen,
maar afhankelijk was van het beschikbaar komen van voldoende testcapaciteit en afhankelijk
van de resultaten uit het onderzoek naar de effectiviteit van het testen van mensen
zonder klachten. Dat bleek medio augustus helaas geen optie vanwege de druk op de
labcapaciteit. De druk op de labcapaciteit was een voorname reden om te besluiten
dat er voorlopig verder niet opgeschaald kon worden. Het testen van mensen zonder
klachten is volgens het OMT minder belangrijk voor de bestrijding van de pandemie
dan het testen van mensen mét klachten. De testcapaciteit dient immers zo efficiënt
mogelijk te worden ingezet: welk gebruik van de testcapaciteit levert het meest op
voor de bestrijding?
Vraag 44, 45 en 46
Wanneer, en op basis van welke ontwikkelingen, besloot u om uw voornemen uit uw aankondiging
op 6 augustus, waarin u stelde dat iedere reiziger uit een oranje gebied getest zou
worden, juist naar beneden bij te stellen?
Kunt u aangeven wanneer u voor het eerst het testen bij aankomst op Schiphol niet
als algemeen geldend beleid omschreef, maar als een «proef»? Wanneer is besloten de
teststraat op Schiphol enkel in te zetten als «proef»? Was dit voor of na de uitspraak
van GGD-directeur Publieke Gezondheid Sjaak de Gouw in het programma Op1 van 26 augustus
dat het louter om een proef zou gaan, en de intentie er helemaal niet was om op te
schalen?31
Klopt het dat in uw Kamerbrief van 11 september jl. waarin u aankondigde dat de «proef»
met testen op Schiphol per direct gestopt wordt, tevens de eerste keer is dat u in
Kamerbrieven, antwoorden op schriftelijke vragen of andere communicatie met de Kamer
duidelijk maakt dat de teststraat op Schiphol als proef bedoeld is? Zo nee, kunt u
aangeven wanneer u de Kamer eerder informeerde over het feit dat de teststraat op
Schiphol slechts als proef bedoeld is?32
Antwoord 44, 45 en 46
Op 31 juli adviseerde het OMT om in het kader van lopend onderzoek naar testen van
mensen zonder klachten ook studie te doen naar reizigers uit risicogebieden en na
te gaan in hoeverre asymptomatisch testen een mogelijkheid is voor reizigers die uit
een gebied waarvoor vanwege coronarisico’s een «oranje» reisadvies geldt komen. Dit
onderzoek moest duidelijk maken of testen van asymptomatische reizigers in risicogebieden
meteen bij binnenkomst een effectieve maatregel is om de import van het COVID-19 uit
deze gebieden te voorkomen. Een overweging daarbij was dat dit eventueel kon bijdragen
om de quarantaineperiode te verkorten en daarmee de naleving te verbeteren. De reden
voor dit nader onderzoek is dat het risico op vals negatieven in de tests tot schijnzekerheid
kan leiden.
Het kabinet heeft uw Kamer op 31 juli laten weten dat gelet op dit advies een aantal
stappen gezet zouden worden, waaronder testen in een vrijwillige steekproefsgewijze
testsetting, bijvoorbeeld op Schiphol of andere luchthavens. Daarbij heeft het kabinet
nadrukkelijk gezegd te zullen kijken naar de implicaties voor de personele- en testcapaciteit
van de GGD’en alsmede naar de gevolgen voor de verschillende uitvoeringsprocessen
op luchthavens. Vanaf dat moment is gestart om deze mogelijkheid te verkennen, in
samenspraak met GGD Kennemerland.
In de brief van 6 augustus heb ik u gemeld dat met deze teststraat er ook een kans
lag om nader onderzoek te doen naar de effectiviteit van asymptomatisch testen, en
dat het daardoor ook begeleid zou worden door het RIVM. In latere brieven en tijdens
de persconferentie had ik nogmaals kunnen benadrukken dat de teststraat op Schiphol
nog steeds onderdeel uitmaakte van een proef waarbij de meerwaarde van testen zonder
klachten werd onderzocht.
In de loop van de maand augustus bleek door de toegenomen druk op de testcapaciteit
het niet mogelijk om verder op te schalen, zoals aanvankelijk wel de intentie was.
Daarom heb ik in mijn brief van 11 september besloten om het testen van mensen zonder
klachten tijdelijk te stoppen, waaronder bij reizigers op Schiphol. Op basis van de
resultaten van het onderzoek en de labcapaciteit, en de ontwikkelingen m.b.t. innovatieve
testmethoden, zal worden bezien of de Schiphol teststraat weer wordt geopend en of
reizigers wederom getest gaan worden. Op 14 september heeft het OMT geadviseerd over
de prioritering van doelgroepen vanwege een dringend tekort aan test capaciteit waardoor
(tijdelijk) prioritering van testen noodzakelijk is. Daarin heeft zij geadviseerd
om bij schaarste in de testcapaciteit inkomende reizigers op Schiphol niet meer routinematig
te testen, omdat het testen van personen zonder klachten niet als prioriteit wordt
beschouwd door het OMT. Dit zie ik als een ondersteuning van mijn besluit op 11 september
om de Schiphol teststraat tijdelijk te stoppen. Deze prioritering is opgesteld vanuit
het oogpunt van infectieziektebestrijding.
Vraag 47
Indien de intentie altijd was om de teststraat enkel als proef voor een klein deel
van de reizigers aan te merken, waarom is er dan voor gekozen om dit tijdens de persconferentie
op 6 augustus niet te vermelden?
Antwoord 47
Dit was een besluit vanwege de druk op de testcapaciteit, en het feit dat we de testcapaciteit
op de meest zinvolle manier moeten inzetten. Het testen van mensen zonder klachten
mag er niet toe leiden dat mensen mét klachten zich niet kunnen laten testen. Maar
ook omdat hiermee de opgehaalde gegevens geanalyseerd kunnen worden.
Vraag 48
Is uw besluit van afgelopen weekend om de teststraat op Schiphol tijdelijk te sluiten
een gevolg van een gebrek aan testcapaciteit, of is de «proef» over het asymptomatisch
testen afgerond? Indien het laatste het geval is, waarom is er niet eerder gecommuniceerd
tot wanneer de proef zou duren?
Antwoord 48
Er is zijn twee vragen aan het RIVM gesteld; 1. Wat is de meerwaarde van het testen
van binnenkomende reizigers, mensen zonder klachten, die uit een oranje/rood risicogebied
komen? 2; Wat is de invloed op de quarantaine bereidheid van mensen van de teststraat
op Schiphol? Beiden vragen vergen eigenlijk langer onderzoek dan één maand. We hebben
wel een analyse ontvangen van het RIVM over de resultaten uit de teststraat op Schiphol
en van de reishistorie bij nieuw gediagnosticeerde patiënten in Nederland. Deze ontvangt
u bij de kamerbrief van 13 oktober. Het onderzoek op vraag 2 heeft nog niet kunnen
starten, omdat de teststraat alweer gesloten is.
Vraag 49
Kunt u de precieze onderzoeksopzet van de proef delen met de Kamer? Kunt u bovendien
de gestelde hypotheses, de verwachte looptijd, de gehanteerde variabelen en de (tussentijdse)
conclusies hiervan delen? Zo nee, waarom niet?
Antwoord 49
Ik ben het met dhr. Rouvoet eens dat een proef inderdaad deze afspraken vergt. Deze
afspraken zijn ook gemaakt met GGD Kennemerland en het RIVM. Echter, de teststraat
op Schiphol moest erg snel opgezet worden, er zijn afspraken gemaakt met GGD Kennemerland
waarmee de GGD zeer snel aan de slag is gegaan. De onderzoeksopzet is pas gaandeweg
ontwikkeld.
Vraag 50
Deelt u de mening van GGD GHOR-voorzitter André Rouvoet dat een proef goede afspraken
vereist over omvang, duur en de vraag wanneer men de test als geslaagd beschouwt?
Zo ja, kunt u verklaren waarom de GGD GHOR, blijkens de uitspraken van de heer Rouvoet,
niet op de hoogte was van dergelijke afspraken?33
Antwoord 50
Nee, deze contacten zijn mondeling gebeurd, vanwege het vereiste tempo. Deze exacte
opzet en aanpak is ontwikkeld en uitgewerkt door de GGD Kennemerland mede in overleg
met het RIVM.
Vraag 51
Kunt u deze afspraken – over omvang, duur en doel van de proef met asymptomatisch
testen op Schiphol – met de Kamer delen? Zo nee, waarom niet?
Antwoord 51
Deze vraag kan ik niet plaatsen. Ik kan u vertellen dat 1,7% van de geteste reizigers
op Schiphol positief bleek. Er zijn 19.119 mensen getest.
Vraag 52
Hoeveel mensen die positief testten bleken achteraf niet besmet en andersom?
Antwoord 52
Dat is afhankelijk van of de druk op testcapaciteit afgenomen is, en van de conclusies
uit het onderzoek naar de teststraat. Aangezien het testen van reizigers niet de hoogste
prioriteit heeft, vind ik het belangrijk dat eerst de mensen die wel klachten hebben
zich weer laagdrempeliger kunnen laten testen, met kortere doorlooptijden. Daarnaast
moeten reizigers uit oranje en rode reisgebieden gewoon nog 10 dagen in quarantaine,
daarmee zijn zij dus geen directe bedreiging voor de verspreiding van het virus. Over
het opnieuw openen kan ik dus vooralsnog geen uitspraken doen.
Vraag 53
Wanneer gaat u de teststraat op Schiphol weer openstellen? En wanneer is een test
bij aankomst uit een oranje gebied beschikbaar voor elke reiziger?
Antwoord 53
Het aantal testen afgenomen op internationale luchthavens in Duitsland is mij niet
bekend. Wel is bekend dat vanaf begin oktober het plan is dat alle reizigers vanuit
risicogebieden verplicht vijf dagen in quarantaine moeten, welke alleen kan worden
opgeheven door een negatieve test. Ook zijn in Duitsland de gratis tests voor alle
reizigers uit het buitenland sinds 15 september afgeschaft. Deze veranderingen zijn
doorgevoerd omdat te veel laboratoriumcapaciteit werd verbruikt.
Vraag 54
Hoeveel testen zijn in Duitsland op internationale luchthavens afgenomen sinds het
instellen van een algemene testverplichting voor reizigers uit oranje gebieden in
dat land?34
Antwoord 54
Het is mij niet bekend dat er op Frankfurt Airport 300 testen per uur werden uitgevoerd.
Wel lees ik in het door u verwezen artikel dat er 2.000 testen per dag werden uitgevoerd.
Op Schiphol waren dit er ca. 600–1.000 per dag. Daarnaast heb ik begrepen dat de gratis
testen op de Duitse luchthavens sinds 15 september weer zijn afgeschaft, omdat er
te veel laboratoriumcapaciteit werd verbruikt.
Vraag 55
Kunt u specifiek aangeven waarom Frankfurt Airport, in omvang vrijwel gelijk aan Schiphol,
sinds 29 juni in staat is 300 tests per uur aan te bieden en op Schiphol dit maanden
later niet mogelijk is geweest?35
Antwoord 55
Ik heb contact gehad met Duitsland over testcapaciteit in algemene zin, niet specifiek
over testfaciliteiten op luchthavens. Zodra het mogelijk zou zijn om weer op te starten,
ben ik bereid contact op te nemen met de Duitse collega’s.
Vraag 56
Heeft u met Duitsland contact gehad voor samenwerking of advies ten aanzien van de
testfaciliteiten op luchthavens? Zo nee, waarom niet en bent u bereid dit alsnog te
doen?
Antwoord 56
Op Eindhoven Airport zijn dat bij grove benadering 60.000 reizigers. Dat komt dus
neer op ongeveer 1.500 per dag. In Rotterdam/The Hague Airport kwamen er ca. 300 reizigers
per dag aan uit oranje reisgebieden. Deze cijfers zeggen niets over de aard en het
doel van de reis. Het is mij niet bekend of het om een noodzakelijke of niet-noodzakelijk
reis ging en of de reiziger uit een risicogebied kwam
Vraag 57
Hoeveel reizigers zijn uit oranje gebieden in Nederland sinds 6 augustus aangekomen
op Eindhoven Airport? En hoeveel reizigers op Rotterdam The Hague Airport?
Antwoord 57
Omdat we op dat moment signalen kregen dat de laboratorium capaciteit onder druk kwam
te staan én de proef op Schiphol nog liep. Verder opschalen in Nederland was op dat
moment niet verstandig, dat zou dan immers ten koste gaan van testen van mensen met
(milde) klachten.
Vraag 58
Waarom is op de andere luchthavens van nationale betekenis geen corona-aanpak met
informeren van reizigers en testen tot stand gekomen?
Antwoord 58
De GGD bepaalde vooraf welke vluchten langs de teststraten moesten gaan. Dit werd
gedaan onder andere op basis van landen waar zij van verwachtten dat de risico’s het
grootst waren. Gedurende de hele periode is getracht op basis van de beschikbare capaciteit
op de teststraat reizigers te wijzen op de quarantaineregel en de teststraat. Vuistregel
was dat er evenveel reizigers werden benaderd als dat er getest konden worden.
Vraag 59
Hoe moet uw uitspraak op 6 augustus jl. worden geduid dat iedere reiziger uit een
oranje gebied bij de gate een clubje mensen aan zou treffen die zouden wijzen op de
quarantaineregel en de teststraat? Herkent u het beeld dat bij verreweg de meeste
vluchten uit oranje gebieden er helemaal niemand bij de gate stond om hierop te wijzen?
Zo nee, in welk percentage van de aangekomen vluchten uit oranje gebieden stond «een
clubje mensen» bij het uiteinde van de gate om reizigers te wijzen op quarantaine
en teststraat?36
Antwoord 59
Ja.
Vraag 60
Herinnert u zich dat u op 31 juli jl. de Kamer meldde dat reizigers nadrukkelijker
gewezen zouden worden op het belang de quarantaine in acht te nemen, en tevens aankondigde
dat steekproefsgewijs gecontroleerd zou gaan worden of dit ook daadwerkelijk gebeurde?37
Antwoord 60
Alle passagiers uit hoog risico gebieden ontvangen in het vliegtuig een brief waarin
zij geïnformeerd worden over de quarantainemaatregelen.
Vraag 61
Kunt u aangeven waaruit blijkt dat reizigers nadrukkelijker geïnformeerd zijn over
de quarantaine?
Antwoord 61
Passagiers zijn sinds 1 juli verplicht een gezondheidsverklaring in te vullen. Sinds
1 juli wordt op de luchthavens steekproefsgewijs gecontroleerd of passagiers de gezondheidsverklaring
hebben ingevuld en of zij op de hoogte zijn van de in Nederland geldende maatregelen.
Ik heb ik uw Kamer eerder geïnformeerd over mijn voornemen te onderzoeken welke mogelijkheden
er zijn om reizigers uit risicogebieden te registreren en na te bellen. Het onderzoek
hiernaar loopt, er zijn verschillende mogelijkheden onderzocht. Er zijn echter diverse
juridische obstakels ten aanzien van privacywetgeving die het registreren en nabellen
compliceren. Inmiddels loopt er ook een verkenning naar een digitaal systeem voor
registratie.38 U zult op korte termijn nader geïnformeerd worden over de voortgang hieromtrent.
In de voortgangsbrief van deze week aan de Tweede Kamer wordt u hierover nader geïnformeerd.
Vraag 62 en 63
Kunt u aangeven of dit steekproefsgewijs controleren van de naleving van quarantaine
ook daadwerkelijk gebeurd is? Zo ja, kunt u aangeven in hoeverre de quarantaine inderdaad
in acht wordt genomen door terugkeerders uit oranje gebieden?
Kunt u aangeven op welke wijze de afgelopen zomer de gezondheidsverklaring reizigers
is gehandhaafd op Nederlandse luchthavens? Zijn deze verklaringen ingenomen bij reizigers
bij het boarden en bij aankomst, zoals gemeld op de website van de rijksoverheid?
Zo nee, waarom niet?39
Antwoord 62 en 63
Gezondheidsverklaringen worden niet verzameld, maar slechts gecontroleerd door verschillende
betrokken partijen, zoals de luchtvaartmaatschappijen in verband met privacy. Zeer
binnenkort zullen reizigers de mogelijkheid hebben om bij het online inchecken hun
gezondheidsverklaring digitaal in te vullen. Bij de organisatie van dit proces wordt
ervoor gezorgd dat dit in overeenkomst is met alle geldende wet- en regelgeving op
het gebied van gegevensbescherming.
Vraag 64
Indien gezondheidsverklaringen worden verzameld, wat gebeurt er dan met de gegevens
op ingenomen gezondheidsverklaringen?
Antwoord 64
Voor alle reizigers per vliegtuig (dus ongeacht welk reisadvies voor plaats van vertrek
van kracht is) geldt dat zij bij vertrek en aankomst in Nederland moeten beschikken
over een ingevulde gezondheidsverklaring. Dus 2 formulieren voor een retourvlucht.
Reizigers kunnen worden gecontroleerd bij aankomst op de luchthaven, op de luchthaven
zelf en bij het inchecken en boarden. Ook vinden bij het boarden op Schiphol visuele
inspecties plaats door een ruime steekproef. Daarnaast geldt een intensief regime
voor reizigers die aankomen op Schiphol uit regio’s waarvoor vanwege de verspreiding
van het coronavirus een oranje reisadvies (hierna: risicogebied) geldt. Zo wordt aan
alle reizigers die uit een risicogebied komen een brief uitgedeeld die hen wijst op
het feit dat voor hen de 10-daagse thuisquarantainemaatregel geldt en informeert over
de testmogelijkheden bij het ontwikkelen van klachten verwant aan COVID-19. Ook voeren
aanwezige medewerkers van de GGD op Schiphol willekeurige en steekproefsgewijze visuele
waarnemingen uit om reizigers extra te controleren. Luchtvaartmaatschappijen worden
aangesproken als zij onvoldoende controles uitvoeren op het bezit van een gezondheidsverklaring.
Zeer binnenkort zullen reizigers vliegend met Nederlandse luchtvaartmaatschappijen
hun gezondheidsverklaring digitaal bij het inchecken moeten invullen. Daarmee is het
voor Nederlandse luchtvaartmaatschappijen automatisch geregeld dat een passagier een
gezondheidsverklaring heeft.
Het is dus niet zo dat reizigers in zijn geheel niets merken van de coronamaatregelen
en nergens een gezondheidsverklaring moeten tonen. Dit verschilt van reiziger tot
reiziger. In deze zin is dit vergelijkbaar met iedere andere maatregel.
Vraag 65
Herkent u zich in het beeld uit meerdere journalistieke reportages waarin reizigers
aangeven zogenaamd niets te merken van coronamaatregelen en bijvoorbeeld nergens een
gezondheidsverklaring hebben hoeven te tonen?40 41
Antwoord 65
De gezondheidsverklaring vervult een goede rol in het veilig en gezond mogelijk maken
van een vliegreis. Er wordt in voldoende mate gezorgd dat de gezondheidsverklaring
het beoogde effect heeft. De digitalisering van de gezondheidsverklaring zal het effect
in positieve mate beïnvloeden. Zie verder het antwoord op vraag 64.
Vraag 66
In hoeverre verwacht u effect van de gezondheidsverklaring reizigers indien deze in
de praktijk zelden aan reizigers gevraagd wordt?
Antwoord 66
Ja.
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
H.M. de Jonge, minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport
Bijlagen
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.