Antwoord schriftelijke vragen : Antwoord op vragen van de leden Yesilgöz-Zegerius en Aartsen over het bericht 'Na corona komt het foute geld'
Vragen van de leden Yeşilgöz-Zegerius en Aartsen (beiden VVD) aan de Minister van Justitie en Veiligheid en de Staatssecretaris van Economische Zaken over het bericht «Na corona komt het foute geld» (ingezonden 18 augustus 2020).
Antwoord van Minister Grapperhaus (Justitie en Veiligheid), mede namens de Staatssecretaris
van Economische Zaken en Klimaat (ontvangen 9 oktober 2020). Zie ook Aanhangsel Handelingen,
vergaderjaar 2019–2020, nr. 4043.
Vraag 1
Bent u bekend met het bericht «Na corona komt het foute geld»?1
Antwoord 1
Ja.
Vraag 2, 3, 4, 5
Herkent u het risico dat als bonafide bedrijven en bedrijfstakken wankelen doordat
de kosten doorlopen, maar het merendeel van de inkomsten wegvalt door de coronapandemie,
het criminelen een gouden kans biedt om hier misbruik van te maken en zich met fout
geld in te kopen? Zo ja, hoe heeft u hierop geanticipeerd en wat is de huidige stand
van zaken? Zo nee, kunt u toelichten waarom u dit risico niet ziet?
Wat is de afgelopen maanden concreet gedaan met het signaal dat zo'n 10 procent van
de bevraagde ondernemers van de enquête die aan het begin van de lockdown werd gehouden
door het Regionaal Informatie – en Expertisecentrum (RIEC) aangaf een aanbod te hebben
gehad van een onbekende investeerder?
Herkent u het beeld dat de gevolgen van criminelen die op de loer liggen, pas nu,
door de financiële nood, zichtbaar beginnen te worden? Zo ja, welke concrete acties
neemt u? Zo nee, waar baseert u dit op?
Wat wordt ondernomen om ondernemers tegen «foute helpers» te beschermen?
Antwoord 2, 3, 4, 5
Waar bedrijven zich in kwetsbare situaties bevinden, is extra alertheid tegen criminele
gedrag waaronder «foute helpers» geboden. Ik onderken dat als gevolg van de coronapandemie
risico’s van misbruik door criminelen richting het bedrijfsleven toenemen. Hierbij
benadruk ik allereerst dat de steunmaatregelen van het kabinet, zoals uiteengezet
in antwoord op vraag 8, erop zijn gericht de kwetsbare situatie van bedrijven te beperken.
Daarnaast ben ik continu in gesprek met het bedrijfsleven, en de verschillende publieke
partners om gezamenlijk te bezien hoe we ondernemers bewust kunnen maken van deze
risico’s en hun handelingsperspectief alsook hun weerbaarheid kunnen vergroten. Dit
doen wij middels campagnes en het aanreiken van verschillende instrumenten2. Ook de komende tijd blijf ik dit doen, bijvoorbeeld door de online bewustwordingscampagne
van het Regionaal Informatie- en Expertisecentrum (RIEC) Amsterdam Amstelland om horeca
ondernemers te waarschuwen voor foute investeerders, nu landelijk uit te rollen samen
met Koninklijke Horeca Nederland (KHN).
Vraag 6
Heeft u contact met belangenorganisaties en ondernemers over de manieren om ondernemingen
te beschermen tegen criminelen en crimineel gedrag? Zo ja, welke acties heeft u ondernomen
naar aanleiding van deze gesprekken en zijn deze acties teruggekoppeld, zodat gevolgd
kan worden of deze inderdaad bijdragen aan degelijke bescherming? Zo nee, waarom niet
en bent u bereid dit op zeer korte termijn te organiseren en de Kamer te informeren
over de uitkomsten en vervolgstappen betreffende deze gesprekken?
Antwoord 6
Ja, ik heb contact met de verschillende brancheorganisaties in de private sector,
onder andere in het Nationaal Platform Criminaliteitsbeheersing (NPC). In het NPC
is onder andere afgesproken om samen op te trekken met de horecabranche om horeca
ondernemers weerbaarder te maken. Hieruit voortvloeiend wordt op dit moment met de
horecabranche een social media campagne gelanceerd. Zie onder vraag 2 genoemde landelijke
online bewustwordingscampagne.
Op grond van de ervaringen binnen de horecabranche, zullen dit najaar ook activiteiten
ondernomen worden met andere kwetsbare branches. Hierbij kunt u denken aan Transport
en Logistiek Nederland (TLN) en de automotive sector.
Tenslotte zijn we in gesprek met de vastgoedsector en agrarische buitengebieden om
ook daar de bewustwording en weerbaarheid te vergroten.
Wat betreft het vergroten van de bewustwording en het beschermen van ondernemers tegen
crimineel gedrag, lopen er verschillende (PPS-)initiatieven vanuit LIEC/RIEC’s, de
Platforms Veilig Ondernemen (PVO’s), het Aanjaagteam Ondermijning (ATO), Politie,
Openbaar Ministerie en het Ministerie van JenV. In het kader van de aanpak ondermijning
vindt regelmatig overleg plaats tussen genoemde partijen en de private sector over
acties en lopende ontwikkelingen van de gezamenlijke agenda ondermijning.
Vraag 7
Is er regelmatig en gezamenlijk overleg tussen beide departementen en brancheverenigingen
over het thema «veilig ondernemen»? Zo ja, welke stappen zijn hier vanuit genomen?
Zo nee, waarom niet?
Antwoord 7
Binnen het NPC vindt regelmatig overleg plaats tussen de ministeries van JenV en van
EZK, branches, VNO-NCW/MKB-NL, Politie, gemeenten en Openbaar Ministerie, over actuele
ontwikkelingen en de (voortgang van de) integrale aanpak van verschillende vormen
van criminaliteit tegen het bedrijfsleven, als ook op de aanpak van criminaliteit
die het bedrijfsleven (onbewust) zelf faciliteert. Bij brief van 23 juli 20193 heb ik uw Kamer het Actieprogramma Veilig Ondernemen 2019–2022 toegestuurd. Onderdeel van dit actieprogramma is de publiek private aanpak van ondermijnende
criminaliteit, waarbij maatregelen worden getroffen gericht op het vergroten van de
weerbaarheid van ondernemers, specifiek in een aantal kwetsbare branches. Daarnaast
kent Nederland tien Platforms Veilig Ondernemen (PVO’s). Hierin slaan ondernemers,
gemeenten, Politie, Openbaar Ministerie en RIEC’s de handen ineen om de criminaliteit
tegen en in het bedrijfsleven terug te dringen. PVO’s vervullen een behoefte aan verbinding
tussen veiligheidsthema’s en ondernemerschap en zetten zich in op preventie van criminaliteit
en bewustwording.
Vraag 8
Welke concrete acties neemt u, indien het klopt dat regels en beperkte bevoegdheden
verhinderen dat ondernemers effectief geholpen worden door de overheid, zodat regels
voor de mensen thuis en onze ondernemers werken in plaats van andersom?
Antwoord 8
De coronapandemie heeft een grote impact op de samenleving, waaronder op ondernemers
van klein tot groot, in alle sectoren. Het kabinet wil werkenden en werkgevers helpen
om door deze moeilijke tijd heen te komen. Daarom heeft het kabinet op 17 maart 2020
het noodpakket banen en economie gelanceerd en vervolgens het noodpakket 2.0. Beide
pakketten zijn gepaard gegaan met aanpassingen in wet- en regelgeving waar dit nodig
en nuttig was om effectief hulp te kunnen bieden. Met het oog op het tot nader order
voortzetten van (delen van) de noodzakelijke gezondheidsmaatregelen wordt ook het
beleid voortgezet van stimuleren en investeren waar het kan en ondersteunen waar aanpassing
nodig is. Op 28 augustus 2020 presenteerde het kabinet hiertoe het derde steun- en
herstelpakket voor economie en arbeidsmarkt. Ook in dit derde pakket zet het kabinet
alle ten dienste staande middelen in, inclusief financiële middelen en wet- en regelgeving.
Het kabinet volgt de situatie nauwgezet en heeft daarover steeds contact met ondernemersorganisaties,
sociale partners en banken om te bezien welke concrete acties nodig zijn om werkenden
en werkgevers effectief te helpen gedurende deze crisis.
Vraag 9
Heeft u contact gehad met uw Italiaanse collega's gelet op het feit dat aan het begin
van de coronaperiode Italië al waarschuwde voor dergelijke praktijken? Zo ja, welke
adviezen zijn gedeeld en welke concrete acties zijn hieruit gekomen? Zo nee, waarom
niet?
Antwoord 9
De gevolgen van de coronapandemie op criminele activiteiten is meerdere malen aan
de orde gekomen tijdens de JBZ-Raad. Tijdens de informele JBZ-Raad van 28 april jl.
heb ik de mogelijke invloed van sociaaleconomische gevolgen op de criminaliteit gemarkeerd.
Op initiatief van Italië is met de ondersteuning van EuropOL een werkgroep opgericht
op de gevolgen van de coronapandemie, waar Nederland ook bij aangesloten is. Eén van
de doelen is het bespreken van de exploitatie door georganiseerde criminaliteit van
de economische gevolgen van de coronapandemie, door te infiltreren in legale economische
en bedrijfsmatige activiteiten.
Vraag 10
Hoe is op Europees niveau geborgd in de Veiligheidsuniestrategie dat ondernemers worden
beschermd tegen criminelen? Welke concrete initiatieven hebben de Europese Commissie
en de Raad reeds genomen naar aanleiding van deze signalen?
Antwoord 10
In de Veiligheidsuniestrategie stelt de Commissie dat de EU-strijd tegen georganiseerde
criminaliteit moet worden versterkt. Deze inzet zal worden samengebracht in een toekomstige
EU-agenda voor de aanpak van georganiseerde criminaliteit. Binnenkort zal uw Kamer
nader worden geïnformeerd over de Veiligheidsuniestrategie door middel van een zogenoemd
BNC-fiche.
Vraag 11
Bent u bereid dit onderwerp te bespreken bij de eerstvolgende (informele) JBZ-raad?
Zo nee, waarom niet?
Antwoord 11
Het Duits voorzitterschap is voornemens dit onderwerp te bespreken in de JBZ-Raad
op 3–4 december 2020. Het kabinet hecht aan de bespreking van dit onderwerp in de
Raad.
Vraag 12
Bent u bereid, gezien de urgentie, deze vragen zo snel mogelijk te beantwoorden?
Antwoord 12
Het heeft helaas langer geduurd dan gepland.
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
F.B.J. Grapperhaus, minister van Justitie en Veiligheid -
Mede namens
M.C.G. Keijzer, staatssecretaris van Economische Zaken en Klimaat
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.