Antwoord schriftelijke vragen : Antwoord op vragen van het lid Kwint over de noodkreet dat het lerarentekort niet meer wordt gemeld
Vragen van het lid Kwint (SP) aan de Minister voor Basis- en Voortgezet Onderwijs en Media over de noodkreet dat het lerarentekort niet meer wordt gemeld (ingezonden 16 september 2020).
Antwoord van Minister Slob (Basis- en Voortgezet Onderwijs en Media) (ontvangen 5 oktober
2020).
Vraag 1
Wat is uw reactie op de noodkreet van de leerkracht die al tijden in zijn vrije tijd
het lerarentekort probeert bij te houden, namelijk dat wegens het gebrek aan meldingen
de site geen beeld geeft van het reële tekort?1
Antwoord 1
Ik heb veel waardering voor de inzet van de leerkracht en vind het jammer dat het
aantal registraties van scholen te beperkt is om een goed beeld van de tekorten te
krijgen. Dat de leerkracht heeft besloten om te stoppen betreur ik. Ik had graag gezien
dat de website in de lucht bleef en we zouden werken aan het verhogen van het aantal
registraties, maar ik respecteer zijn beslissing. Ik kan mij voorstellen dat de prioriteit
van scholen de afgelopen maanden en nog steeds ligt bij de gevolgen van corona voor
het onderwijs. Het ministerie werkt er, samen met de Inspectie van het Onderwijs en
DUO, hard aan om de gevolgen van corona inzichtelijk te maken. Het streven is om half
oktober een monitor gereed te hebben. Daarnaast wordt in de G5 (G4 plus Almere) op
1 oktober geïnventariseerd wat de stand van de tekorten is. De eerste stappen zijn
gezet om deze inventarisatie te verbeteren zodat deze ook verbreed kan worden naar
de rest van het land. Na de volgende meting op 1 februari wordt hierover een besluit
genomen. Zie ook mijn antwoord op vraag 4.
Vraag 2
Deelt u de analyse van deze leerkracht dat docenten en schoolleiders niet langer het
tekort melden omdat het voor hen voelt als «water naar de zee dragen»? Zo nee, hoe
verklaart u dan dat er niet of nauwelijks meer gemeld wordt?
Antwoord 2
Nu en in de afgelopen maanden zetten scholen alles op alles om hun leerlingen in coronatijd
onderwijs te geven. Dit heeft meer prioriteit bij de scholen dan het registreren van
de tekorten, is mijn beeld.
Daarnaast is de situatie rondom het lerarentekort ook deels veranderd. Ik heb in gesprekken
met de G5 gehoord dat er aan het begin van het schooljaar minder openstaande vacatures
waren dan vorig jaar. De wethouders van Amsterdam en Rotterdam hebben dit ook aan
hun gemeenteraden gecommuniceerd.2 Leraren zijn in mindere mate van school gewisseld en zzp’ers kiezen er vaker voor
om in loondienst te komen. De situatie blijft wel kwetsbaar. Niet overal zijn de tekorten
opgelost en scholen kampen wel met vervangingsproblematiek als leraren ziek zijn en
thuis moeten blijven bij gezondheidsklachten in afwachting van een coronatest. Om
te voorkomen dat leraren langer thuis zitten dan nodig, geeft het kabinet leraren
tijdelijk voorrang bij het testen op corona.
Vraag 3
Welke acties heeft u ondernomen om het aantal meldingen op deze website te doen toenemen?
Waren dit meer acties dan het bericht meenemen onderaan een nieuwsbrief? En hoe verklaart
u dat vlak na uw uitlatingen over de inspanningen van het ministerie om deze website
onder de aandacht te brengen, de initiatiefnemer ermee op dreigt te houden omdat hij
de meldingen niet langer representatief vindt?
Antwoord 3
Conform de Kamerbrief die ik u in december jl. heb gestuurd, is in overleg tussen
het ministerie en de leraar de website inhoudelijk verbeterd en heb ik scholen begin
maart via verschillende kanalen opgeroepen om de tekorten te registeren.3 Naast de OCW-nieuwsbrief primair onderwijs (ruim 14.000 abonnees) stond de oproep
ook op LinkedIn (bijna 16.000 views) en de website www.aanpaklerarentekort.nl (bijna 800 views). Daarnaast heeft de AVS op verzoek van het ministerie een oproep
aan haar leden gedaan.
De verschillende oproepen hebben geen toename in het aantal registraties opgeleverd,
wat deels te verklaren is doordat de scholen kort daarna dichtgingen in verband met
het coronavirus. Ik deel het beeld van de leraar dat de registraties momenteel geen
representatief beeld vormen en had mij nog graag willen inzetten om het aantal registraties
omhoog te brengen. Afgesproken was om in september opnieuw via verschillende kanalen
een oproep richting scholen te doen. In de OCW-nieuwsbrief primair onderwijs is dit
reeds gedaan en de voorbereiding voor de overige kanalen was bijna klaar. Doordat
de initiatiefnemer van de website nu aangeeft te willen stoppen, zijn die oproepen
niet uitgegaan. Vanuit het ministerie is nog contact opgenomen met de inzet om de
website te continueren, maar dat heeft niet tot een ander besluit geleid.
Vraag 4
Deelt u de mening dat er nu op geen enkele wijze zicht is op de omvang van het lerarentekort
en vooral de dagelijkse gevolgen hiervan in het klaslokaal?
Antwoord 4
Nee, die mening deel ik niet. Ik betreur dat de leraar heeft besloten om te stoppen
met de website, maar er zijn nog andere manieren om inzicht in de tekorten te krijgen,
zoals de jaarlijkse arbeidsmarktramingen die inzicht geven in de verwachte tekorten
in de toekomst en het vacatureonderzoek dat jaarlijks inzicht geeft in het aantal
vacatures in het voorafgaande jaar.
Daarnaast werk ik samen met een werkgroep met de G5 en de PO-Raad aan de verdere ontwikkeling
van verschillende methodes om ook de actuele tekorten in beeld te krijgen. Op 30 juni
heb ik u hierover in reactie op Kamervragen (kenmerk 2020Z08868) geïnformeerd. Samen met de gemeenten en schoolbesturen in Rotterdam, Den Haag, Utrecht
en Almere vindt er twee maal per jaar een uitvraag plaats onder alle scholen. Deze
systematiek kent echter ook beperkingen: een dergelijke uitvraag brengt extra administratieve
lasten voor scholen met zich mee en kan leiden tot subjectieve uitkomsten door verschillen
in interpretatie. Amsterdam organiseert nog één keer de uitvraag zelf en doet vanaf
het voorjaar mee met de methode die de andere steden gebruiken.
De uitvraag bij de G5 wordt de komende tijd doorontwikkeld en de inzet is om komend
voorjaar een besluit te kunnen nemen over de verbreding naar de rest van het land.
Daarnaast onderzoek ik samen met de eerdergenoemde werkgroep of er een methode is
om de tekorten beter in beeld te brengen zonder administratieve last voor besturen
en scholen. In december hoop ik uw Kamer nader te kunnen informeren over deze methodes
en de resultaten van de inventarisatie in de G5 op 1 oktober.
Vraag 5
Bent u het eens dat de eigen berekeningen in Amsterdam en Rotterdam aantonen dat het
lerarentekort groter is dan verwacht?
Antwoord 5
Het is mij niet volledig duidelijk welke berekeningen worden bedoeld. De onderwijswethouders
van beide steden hebben recent in brieven aan hun gemeenteraad juist aangegeven dat
de tekorten aan het begin van dit schooljaar kleiner zijn dan vorig jaar. Zie mijn
antwoord op vraag 2.
In Rotterdam is in mei van dit jaar door de uitvraag, zoals beschreven in het antwoord
op vraag 4, eerder wel een flinke toename in het beeld van de tekorten geconstateerd.
Zoals ik in de antwoorden op Kamervragen in juni heb aangegeven (Aanhangsel Handelingen,
vergaderjaar 2019–2020, nr. 3357) verklaren de gemeente Rotterdam en de schoolbesturen dit voornamelijk door het feit
dat de tekorten op een andere wijze werden uitgevraagd, het bereik van de uitvraag
en in mindere mate door een werkelijke toename van de tekorten. Dit najaar zal de
uitvraag op dezelfde wijze plaatsvinden, over de resultaten zal ik uw Kamer in december
informeren.
Vraag 6
Deelt u het algemene uitgangspunt dat om een probleem op te lossen, het wel zo handig
is om te weten wat de omvang van dit probleem is?
Antwoord 6
Ja, dat uitgangspunt deel ik. Zie mijn antwoord op vraag 4 over de manieren waarop
ik mij inzet om meer inzicht te krijgen in de tekorten.
Vraag 7
Deelt u in het specifieke geval van het lerarentekort en de lesuitval dan nu ook de
mening dat het melden hiervan niet afhankelijk zou moeten zijn van de goodwill van
scholen, maar een essentieel onderdeel is van de gegevensvergaring van het ministerie?
Zo nee, waarom niet?
Antwoord 7
Zie mijn antwoord op vraag 4.
Vraag 8
Wanneer gaat u over tot het in eigen hand nemen van zowel het lerarentekort als het
aantal uitgevallen lessen, naar huis gestuurde klassen, samengevoegde klassen, onbevoegd
gegeven lessen en andere onderwijsverstoringen die door het lerarentekort – maar ook
door het ziek thuis zitten of het wachten op een coronatest – ontstaan? En bent u
bereid dit inzicht ook te gaan vergaren in het voortgezet onderwijs? Zo niet, waarom
bent u niet bereid om te investeren in het verkrijgen van deze essentiële informatie?
Antwoord 8
Zie mijn antwoorden op vraag 1 en 4. Wat betreft corona zet OCW samen met de Inspectie
van het Onderwijs en DUO een monitor op om de gevolgen van corona op de continuïteit
van het onderwijs beter in beeld te brengen. Zodra de uitvraag van het lerarentekort
via de G5 is doorontwikkeld wordt deze verbreed naar andere regio’s en eventuele sectoren.
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
A. Slob, minister voor Basis- en Voortgezet Onderwijs en Media
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.