Verslag van een schriftelijk overleg : Verslag van een schriftelijk overleg over verkiezingen met inachtneming van COVID-19 (Kamerstukken 35165 en 25295-25)
35 165 Verkiezingen
25 295 Infectieziektenbestrijding
Nr. 26 VERSLAG VAN EEN SCHRIFTELIJK OVERLEG
Vastgesteld 5 oktober 2020
De vaste commissie voor Binnenlandse Zaken heeft een aantal vragen en opmerkingen
voorgelegd aan de Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties over de brief
van van 1 september 2020 over de wijze waarop de komende verkiezingen georganiseerd
zullen worden met inachtneming van maatregelen die nodig zijn in verband met COVID-19
(Kamerstukken 35 165 en 25 295, nr. 25).
De vragen en opmerkingen zijn op 10 september 2020 aan de Minister van Binnenlandse
Zaken en Koninkrijksrelaties voorgelegd. Bij brief van 2 oktober 2020 zijn de vragen
beantwoord.
De voorzitter van de commissie, Ziengs
De adjunct-griffier van de commissie, Hendrickx
Inhoudsopgave
blz.
1.
Inleiding
2
2.
Advies RIVM en gezondheidsaspecten
3
3.
Gemeenten
4
4.
Stemlokalen en stembureauleden
5
5.
Wet- en regelgeving
9
6.
Stemmen bij volmacht, briefstemmen, «early voting»
9
7.
Diversen
11
1. Inleiding
De leden van de VVD-fractie hebben met belangstelling kennisgenomen van de brief inzake
verkiezingen met inachtneming van COVID-19. Graag willen zij de Minister daarover
enkele vragen stellen. Maar allereerst merken zij op dat zij het, met de Minister,
van groot belang voor onze democratie vinden dat de verkiezingen doorgang kunnen vinden.
Gelet op COVID-19 moeten verkie-zingen echter wel op een veilige manier gehouden worden,
zowel voor kiezers als voor stembureauleden. Dat is ook de inzet van de Minister.
De leden van de CDA-fractie hebben met belangstelling kennisgenomen van de brief van
de Minister over de gevolgen van de coronamaatregelen voor de organisatie van verkiezingen.
Deze leden delen het uitgangspunt van de Minister, dat het van groot belang is voor
onze democratie dat de verkiezingen doorgang kunnen vinden. Ook zijn deze leden met
de Minister van mening, dat de verkiezingen van oktober 2020, november 2020 en maart
2021 zo kunnen worden georganiseerd dat het voor kiezers veilig is om te stemmen en
het voor stembureauleden veilig is om hun werk te doen in de stemlokalen. Wel hebben
deze leden nog enkele vragen over de brief.
De leden van de CDA-fractie vragen nogmaals aandacht voor de interne procedures van
politieke partijen voor de vaststelling van verkiezings-programma’s en kandidatenlijsten.
De Minister zal in samenwerking met de Kiesraad die als centraal stembureau fungeert
voor de komende Tweede Kamerverkiezing, de partijen die een aanduiding hebben geregistreerd
voor deze verkiezing informeren over die stappen en daarbij ingaan op (voorzorgs-)maatregelen
die kunnen worden getroffen in relatie tot COVID-19. Wat is de stand van zaken, zo
vragen de leden van de CDA-fractie. Op welke wijze ondersteunt de Minister politieke
partijen om met de nodige processen vorm te geven met inachtneming van de coronamaatregelen?
De leden van de D66-fractie hebben kennisgenomen van de brief van de Minister met
betrekking tot verkiezingen met inachtneming van COVID-19 en willen de Minister nog
enkele vragen voorleggen.
De leden van de GroenLinks-fractie hebben met belangstelling kennisgeno-men van de
brief van de Minister over verkiezingen in Coronatijd. Deze leden hebben een aantal
zorgen en vragen die zij graag aan de Minister voor-leggen.
De leden van de fractie van de SP hebben kennis genomen van de brief over het organiseren
van de verkiezingen met inachtneming van de maatregelen om corona te bestrijden. Zij
hebben daarover nog enkele vragen en opmerkingen. Deze leden maken zich zorgen over
het organiseren van de ver-kiezingen. Zij begrijpen dat het een grote opgave is om
de verkiezingen zo te organiseren maar daarbij het gevaar voor verspreiding van het
virus zoveel mogelijk te beperken. Genoemde leden maken zich zorgen over de opkomst.
Zowel mensen die (lichte) klachten hebben als mensen die in een risicogroep vallen,
zullen hoge(re) drempels ervaren om hun stem uit te brengen. Genoemde leden zouden
graag zien dat er alles aan gedaan wordt, binnen de mogelijkheden, deze drempels zoveel
mogelijk te verlagen. Dat is immers in het belang van de democratie.
De leden van de PvdA-fractie begrijpen dat vanwege Covid-19 er extra maat-regelen
moeten worden genomen om verkiezingen op zowel een veilige manier te kunnen laten
plaatsvindt als ook op een manier waarop kiesgerech-tigden niet belemmerd worden in
het uitbrengen van hun stem.
De leden van de ChristenUnie-fractie hebben met belangstelling kennisgeno-men van
de brief aangaande verkiezingen met inachtneming van covid-19. Zij onderschrijven
de stelling van de Minister dat het van groot belang is voor onze democratie dat de
verkiezingen doorgang kunnen vinden.
Deze leden zullen specifieke vragen die zij hebben over de tijdelijke spoedwet voor
verkiezingen, bij behandeling van die wet stellen. Voor nu hebben ze behoefte aan
het stellen van een aantal specifieke vragen.
De leden van de 50PLUS-fractie danken de Minister voor de toezending van genoemde
brief. Zij hebben hier nog wel enkele nadere vragen over. De Minister stelt: «Het
is uiteraard, zoals het RIVM ook constateert, mogelijk dat de actuele situatie op
het precieze moment dat de verkiezing wordt gehouden anders is». Onder welke omstandigheden
acht de Minister het denkbaar dat de verkiezingen uitgesteld moeten worden?
Met veel belangstelling heb ik kennisgenomen van de vragen en de opmerkingen van de
leden van verschillende fracties in het verslag van het schriftelijk overleg over
mijn Kamerbrief van 1 september 20201 over de wijze waarop de komende verkiezingen georganiseerd zullen worden met inachtneming
van maatregelen die nodig zijn in verband met COVID-19.
Hierbij reageer ik op de gestelde vragen en de geplaatste opmerkingen. Ik doe dat
waar mogelijk per onderwerp, en heb voor het overige zo veel mogelijk de indeling
en volgorde van het verslag aangehouden.
2. Advies RIVM en gezondheidsaspecten
De leden van de VVD-fractie begrijpen dat kiezers bij de ingang van het stemlokaal
worden geattendeerd op vragen die deel uitmaken van een gezondheidscheck. Worden kiezers
geacht deze vragen te lezen en voor zichzelf te beantwoorden, in die zin dat zij de
vragen niet persoonlijk door een lid van het stembureau voorgelegd krijgen, zo vragen
deze leden.
Het is inderdaad de bedoeling dat kiezers voor zichzelf de vragen van de gezondheidscheck
beantwoorden. Kiezers worden daartoe in staat gesteld doordat de vragen al voor de
verkiezingsdag aan de kiezers thuis worden gestuurd. Verder zal bij de ingang van
het stemlokaal een poster hangen waarop de vragen van de gezondheidscheck staan, zodat
mensen er bij het stemlokaal aangekomen nogmaals aan herinnerd worden. De vragen worden
dus niet bij de ingang van het stemlokaal persoonlijk aan de kiezers gesteld. Daar
is bij de kiezers één uitzondering op. Conform het advies van het RIVM worden de vragen
wel actief gesteld aan de kiezers die vanwege een lichamelijke beperking niet zelfstandig
kunnen stemmen, geen eigen begeleider mee kunnen nemen, en daarom om hulp vragen van
het stembureau bij het stemmen. Immers, bij het bieden van de hulp kan geen 1,5 meter
afstand worden gehouden.
De leden van de CDA-fractie lezen dat het RIVM adviseert dat personen die een of meer
vragen van de gezondheidscheck met ja beantwoorden, vanuit het perspectief van de
infectieziektebestrijding thuis moeten blijven en iemand anders kunnen machtigen om
te stemmen. Deze leden vragen in meer principiële zin, of de uitoefening van het kiesrecht
afhankelijk gemaakt kan worden van de bedoelde gezondheidscheck. Zij onderkennen dat
de aanbevolen gedragslijn goed werkbaar is als de kiezer voldoende tijd heeft om iemand
anders te machtigen. Zij vragen mij of het wenselijk is dat plotseling opkomende verkoudheidsklachten
de facto tot uitsluiting van het kiesrecht zouden leiden.
De beperking dat kiezers die zelf een of meer van de vragen van de gezondheidscheck
met ja beantwoorden alleen bij volmacht aan de stemming kunnen deelnemen, is noodzakelijk
met het oog op het beschermen van de volksgezondheid. De overheid heeft ook een (grondwettelijke)
plicht om maatregelen te treffen om de volksgezondheid te beschermen en te bevorderen,
zeker nu de overheid zelf verantwoordelijk is voor de organisatie van verkiezingen,
waarbij veel mensen samenkomen. Bij de voorgestelde beperkingen is sprake van een
afweging van het recht om in persoon aan de stemming deel te nemen tegen het belang
van de bescherming van de gezondheid van alle aan de stemming deelnemende kiezers
en stembureauleden en het recht van andere kiezers om hum stem in persoon uit brengen.
Immers, als kiezers die de vragen van de gezondheidscheck met ja beantwoorden toch
in het stemlokaal hun stem uitbrengen, en dus het risico op besmetting verhogen, zouden
andere kiezers zich belemmerd kunnen voelen om hun stemrecht uit te oefenen.
Ook buiten de situatie van covid-19 zijn er kiezers die om gezondheidsredenen hun
stem niet in persoon kunnen uitbrengen in het stemlokaal. Deze kiezers zijn nu ook
aangewezen op het uitbrengen van hun stem bij volmacht. De regering acht deze beperking
van de uitoefening van het stemrecht noodzakelijk en ook proportioneel, omdat het
stemrecht als zodanig niet wordt beperkt, maar enkel de wijze waarop kiezers die in
omstandigheden verkeren die kunnen wijzen op een mogelijke besmetting met covid-19,
het stemrecht kunnen uitoefenen. Kiezers die te maken krijgen met plotseling opkomende
klachten kunnen, indien de termijn voor het aanvragen van een schriftelijke volmacht
(twee dagen voor de dag van de stemming om 12.00 uur) is verstreken, tot en met de
dag van de stemming gebruikmaken van de mogelijkheid om een onderhandse volmacht te
verlenen, door de achterzijde van de stempas in te vullen en een kopie van hun identiteitsbewijs
mee te geven aan een andere kiezer.
3. Gemeenten
De leden van de fracties van GroenLinks en 50PLUS lezen dat gemeenten 30 miljoen euro
extra krijgen, gebaseerd op reële kostenstijgingen. Zij vragen of dit bedrag nader
kan worden onderbouwd. En waarom wordt er gesproken over «circa» 30 miljoen?
Het organiseren van de komende verkiezingen met inachtneming van maatregelen in verband
met het coronavirus leidt tot extra werk en uitgaven voor gemeenten. Met de Vereniging
van Nederlandse Gemeenten (VNG) is het kabinet een reële compensatie van totaal 30
miljoen euro overeengekomen voor de extra kosten bij de aankomende verkiezingen als
gevolg van de coronamaatregelen en de maatregelen in de tijdelijke wet. De extra kosten
hangen onder meer samen met aanvullende kosten voor de inrichting van stemlokalen
(kuchschermen, bewegwijzering, desinfecterings- en schoonmaakmiddelen, kosten extra
stembureaulid bij de ingang van het stemlokaal, etc.), voor het mogelijk moeten huren
van alternatieve locaties die in de coronacrisis beter geschikt zijn om als stemlokaal
in te richten, voor toegankelijkheid van die locaties en voor de aanvullende werkzaamheden
die gemeenten moeten doen ter voorbereiding van de verkiezingen. Ook zal het Rijk
de gemeenten ondersteunen met een wervingscampagne voor stembureauleden, en aanvullende
voorlichting aan de kiezers over de covid-19-maatregelen ontwikkelen die gemeenten
moeten gebruiken. Het bedrag dat gemoeid is met de wervings- en de voorlichtingscampagne
wordt niet rechtstreeks uitgekeerd aan de gemeenten, vandaar dat wordt gesproken van
«circa» 30 miljoen euro.
4. Stemlokalen en stembureauleden
Voldoende stemlokalen
De leden van de VVD-fractie lezen dat er een beroep op scholen zal worden gedaan om
hun gebouwen ter beschikking te stellen. Daar voldoende stemlokalen van groot belang
zijn, vragen deze leden of is overwogen om ook andere locaties in beeld te brengen
en te bekijken of die geschikt zijn. Zo ja, welke? Wat zijn de mogelijkheden?
Stemlokalen worden door de gemeenten op allerlei locaties ingericht. In winkels, stations,
musea, bibliotheken, buurtcentra, sportzalen, etc. Scholen maken echter bij verkiezingen
een substantieel deel uit van de gebouwen waar stemlokalen worden ingericht. Samen
met de Minister voor Basis-, Voortgezet Onderwijs en Media doe ik een beroep op de
schoolbesturen om zoveel mogelijk de gebouwen beschikbaar te stellen als stemlokaal.
Als scholen niet of minder beschikbaar zijn of afvallen omdat de ruimte te klein is,
zullen gemeenten daarvoor alternatieve locaties moeten zoeken.
De leden van de CDA-fractie lezen dat een meerderheid van de gemeenten (52%) in het
onderzoek in juni aangeeft dat een beperkt aantal of (bijna) geen stemlokalen zo ingericht
kunnen worden dat stembureauleden en kiezers 1,5 meter afstand kunnen houden. Deze
leden vragen wat op dit moment de stand van zaken is, in het bijzonder in de gemeenten
waar in november herindelingsverkiezingen zullen plaatsvinden.
De leden van de D66-fractie vragen welke stappen gemeenten al ondernomen hebben om
voldoende stembureaus beschikbaar te krijgen voor de verkiezingen. Deze leden benadrukken
dat in dit opzicht «voldoende» hier eerder méér stembureaus betekent dan minder.
De leden van de GroenLinks-fractie maken zich zorgen over het aantal beschikbare stemlokalen
nu bijvoorbeeld verre van zeker is of stemlokalen kunnen worden ingericht in zorginstellingen
en in schoolgebouwen. Dit betekent dat in veel gemeenten op zoek zal moeten worden
gegaan naar alternatieve locaties. Deelt de regering de zorg van deze leden, zo vragen
zij, en zo ja, wanneer is er een complete inventarisatie van beschikbare stemlokalen
en alternatieve locaties? Kan de regering toezeggen dat het aantal stemlokalen niet
substantieel wordt beperkt? Zo ja, wat zou een minimumaantal stembureaus moeten zijn?
De leden van de PvdA-fractie vragen zich af of de gemeenten wel in staat zullen zijn
om genoeg stemlokalen in te richten zodat verkiezingen onbelemmerd kunnen plaatsvinden.
Dat er nog veel inspanningen daartoe moeten worden verricht is duidelijk. De «Bevraging
haalbaarheid verkiezingen onder COVID-19 maatregelen» onder de gemeenten stelt deze
leden niet gerust. De gemeenten geven aan dat in een groot de stembureaus het houden
van 1,5 meter afstand niet mogelijk is, dat er grote onzekerheid is of er genoeg alternatieve
locaties zijn, dat een meerderheid van de gemeenten geen mogelijkheid ziet om piekbelasting
bij stembureaus te voorkomen om zo het aantal kiezers meer te spreiden. Deze leden
vragen mij aan welke concrete oplossingen ik denk om deze problemen op te lossen.
De leden van de 50PLUS-fractie lezen dat de regering er rekening mee houdt dat er
minder stemlokalen beschikbaar zullen zijn, omdat meerdere locaties niet kunnen voldoen
aan de coronaregels. De verantwoordelijkheid voor voldoende toegankelijke stemlokalen
ligt bij gemeenten. Zij vragen hoe de regering gemeenten denkt te ondersteunen bij
dit proces. Is er bijvoorbeeld een stappenplan? Wat gebeurt er als er eenvoudigweg
te weinig locaties zijn? Op welk moment wordt besloten in te grijpen, als dit aan
de hand zou zijn? Wat gebeurt er als voor de stemmingsdag te weinig stemlokalen beschikbaar
zijn?
Gemeenten zijn, nu bekend is welke maatregelen in de stemlokalen getroffen moeten
worden, aan het inventariseren welke lokalen beschikbaar en geschikt zijn. Dat is
een omvangrijke operatie omdat alle stemlokalen moeten worden bekeken. De gemeenten
waar op 18 november a.s. herindelingsverkiezingen worden gehouden, hebben mij laten
weten dat het aantal stemlocaties voor die verkiezingen op peil blijft. Ik verwacht
dat gemeenten het inventarisatiewerk voor de Tweede Kamerverkiezingen in oktober voor
een groot deel zullen hebben afgerond. Ik ga daarom in de tweede helft van oktober
bij alle gemeenten peilen hoeveel stemlokalen er beschikbaar zullen zijn voor de Tweede
Kamerverkiezing van maart 2021. Zodra ik dat beeld heb, dat zal eind oktober/begin
november zijn, zal ik de Tweede Kamer daarover informeren. Voor het geval de peiling
laat zien dat het aantal stemlocaties mogelijk niet op peil zal kunnen blijven, bereid
ik aanvullende acties voor. Zo wil ik een taskforce vormen om gemeenten te ondersteunen
die dreigen te weinig stemlokalen te hebben, al het mogelijke te doen om nieuwe geschikte
locaties te vinden.
De leden van de CDA-fractie herinneren eraan dat de gemeente Den Haag in 2012 heeft
besloten af te zien van het vestigen van stembureaus in kerkgebouwen. Vanwege de 1,5
meter-regel zal de vraag naar gebouwen waarin een stembureau een ruime opzet kan krijgen
toenemen. Deze leden vragen, of ik keuzes zoals die van de gemeente Den Haag in de
huidige omstandigheden nog houdbaar vind, aangezien kerken vaak beschikken over ruimten
met een oppervlakte die zich bij uitstek leent voor het handhaven van de 1,5 meter-regel.
Het inrichten van stemlokalen in kerkgebouwen is toegestaan. Het is aan de gemeenten
om de afweging te maken of dat ook gebeurt. Het is daarbij uiteraard van belang dat
het stemlokaal zoveel mogelijk neutraal is ingericht. Op het moment dat in een gebouw
met een religieuze functie een stemlokaal wordt ingericht, vinden in het stemlokaal
geen religieuze gebeurtenissen plaats.
Voldoende stembureauleden
De leden van de D66-fractie benadrukken het belang van werving van extra leden. Zij
vragen welke stappen de gemeenten al hebben gezet om de stembureaus voldoende (dus
eerder meer dan minder) bemenst te krijgen.
De leden van de fractie van GroenLinks hebben zorgen over het aantal beschikbare stembureauleden.
Deze leden zijn blij dat de regering samen met gemeenten inzet op het werven van nieuwe
bemensing voor de stembureaus. Zij vragen of er ook voor wordt gezorgd dat er voldoende
reserveleden beschikbaar zijn voor het geval op de dag van stemming personen die het
stembureau bemensen vanwege klachten thuis moeten blijven.
Gemeenten zijn bezig om de personen die zij in hun bestand hebben staan te vragen
naar de beschikbaarheid als stembureaulid voor de Tweede Kamerverkiezing. Omdat het
nog zes maanden voor de verkiezing is, kan de beschikbaarheid nu nog niet definitief
worden bepaald. In de komende maanden kan de beschikbaarheid van individuele personen
om allerlei redenen nog veranderen.
Om te bevorderen dat er bij de Tweede Kamerverkiezing voldoende stembureauleden zijn,
start binnenkort een landelijke wervingscampagne. Het doel van de campagne is om een
nieuwe aanwas aan stembureauleden (en tellers) te genereren voor de gemeenten. Op
verzoek van de gemeenten start de campagne niet voor november. Ik ben daarom voornemens
de campagne kort na de herindelingsverkiezingen te starten, dat wil zeggen eind november/begin
december.
De leden van de GroenLinks-fractie vragen welke norm voor reservebezetting er in «normale
tijden» was en hoe deze norm volgens nu zou moeten zijn.
Er zijn geen regels over het aanstellen van reserve-stembureauleden. Gemeenten hanteren
hun eigen normen, toegespitst op de lokale situatie en gebaseerd op ervaringen uit
het verleden. Ik acht het raadzaam om voor zover mogelijk meer reserve-stembureauleden
aan te wijzen dan in andere jaren, omdat het risico dat iemand wegens gezondheidsklachten
last-minute niet kan functioneren als stembureaulid vermoedelijk groter zal zijn.
Voorts zijn de leden van de GroenLinks-fractie benieuwd naar het totaal aantal stembureauleden
en stemmentellers dat normaal bij Tweede Kamerverkiezingen beschikbaar zijn en hoeveel
mensen er voor de komende Tweede Kamerverkiezing gezocht worden.
Er zijn bij verkiezingen tussen de 9.000 en 10.000 stembureaus. Elk stembureau bestaat
uit minimaal 3 leden. Veel gemeenten benoemen echter 4 leden en dat wordt met de nieuwe
tijdelijke maatregelen in verband met corona ook het voorgestelde minimum. Dat betekent
dat er zeker 40.000 stembureauleden beschikbaar moeten zijn voor een verkiezing. Het
aantal tellers (dat bovenop de stembureauleden wordt ingezet) is lastiger te bepalen,
omdat de inzet daarvan sterk verschilt per gemeenten, maar het is aannemelijk dat
er 30.000 of meer tellers op de verkiezingsavond actief zijn.
Bevoegdheden stembureau
De leden van de D66-fractie vragen aandacht voor de veiligheid van de stembureauleden.
Het nieuwe vierde stembureaulid staat bij de ingang van het stembureau en heeft een
voorlichtende, instruerende taak. In de wetenschap dat niet iedereen overtuigd is
van de noodzaak en wenselijkheid van maatregelen tegen covid-19, bestaat er een kans
dat sommige kiezers zich niet zullen gedragen conform de aanwijzingen. Deze leden
vragen wat te doen in een dergelijke situatie. Is de regering in dat verband niet
bang voor een verhoogde kans op ordeverstoringen in de stemlokalen? Zo ja, wat voor
maatregelen kunnen hiervoor genomen worden? Zo nee, waarom niet?
De leden van de ChristenUnie-fractie vragen of de aangekondigde hygiënemaatregelen
dwingend, of enkel sterk aanbevolen zijn. Kan het bijvoorbeeld zo zijn dat het niet
willen reinigen van de handen met desinfectie, betekent dat iemand het recht om zijn
of haar stem uit te brengen wordt ontzegd? Deze leden vragen ook wat de precieze rol
van de toezichthouder in het stembureau zal zijn. Verder vragen zij hoe zal worden
omgegaan in de stembureaus met mensen die vanwege een beperking, bijvoorbeeld een
visuele, lastig afstand kunnen houden. Wordt hierin ook een milde houding nagestreefd?
De maatregelen die getroffen worden in het stemlokaal hebben tot doel om, vanuit gezondheidsperspectief,
het stemmen veilig te laten verlopen. Voor stembureauleden die vele uren in het stemlokaal
verblijven, moet het werken in het stemlokaal uiteraard ook veilig zijn. Het vierde
stembureaulid bij de ingang van het stemlokaal heeft tot taak om te voorkomen dat
het te druk is in het stemlokaal. Verder attendeert dit stembureaulid de kiezers op
het desinfecteren van de handen en op het volgen van routemarkeringen en andere aanwijzingen
in het stemlokaal om 1,5 meter afstand te kunnen houden. Voor mensen met een fysieke
beperking geldt dat de Tijdelijke wet regelt dat een begeleider geen 1,5 meter afstand
hoeft te houden. Over de regels die gelden in het stemlokaal zal ook voorlichting
worden gegeven aan de kiezers, zodat men weet wat men kan verwachten in het stemlokaal.
Ik verwacht daarom dat bijna alle kiezers de regels zullen volgen. Een kiezer die
dat niet doet, zal door het stembureau gevraagd worden dat alsnog te doen. Dit ter
bescherming van de gezondheid van andere kiezers en stembureauleden. Alleen een kiezer
die willens en wetens, ook na een herhaald verzoek, weigert om de geldende regels
te volgen, zal door het stembureau worden gevraagd om het stemlokaal te verlaten.
De voorzitter van het stembureau heeft thans al de bevoegdheid om kiezers aanwijzingen
te geven en om de kiezer te vragen het stemlokaal te verlaten (op grond van art. J
35 en verder van de Kieswet). Een voorbeeld is de situatie dat een kiezer de orde
verstoort in het stemlokaal. Zou het stembureau niet de bevoegdheid hebben om deze
kiezer te vragen het stembureau te verlaten, dan zou het goede verloop van de stemming
snel vast kunnen lopen en zou de stemming door middel van een schorsing stilgelegd
moeten worden om de gemeentelijke organisatie in te schakelen. Het kunnen geven van
aanwijzingen aan de kiezer is dus niet nieuw voor de stembureauleden. Nieuw is wel
dat dit kan voor de maatregelen die samenhangen met covid-19.
De leden van de ChristenUnie-fractie vragen ook naar de samenhang van genoemde maatregelen
met de Tijdelijke wet maatregelen covid-19 die momenteel in de Kamer wordt behandeld.
Het voorstel voor de Tijdelijke wet maatregelen covid-19 (Twm) regelt in generieke
zin onder meer de veilige-afstandsnorm en een grondslag voor hygiënevoorschriften
die nodig zijn voor de bestrijding van de covid-19-epidemie. Voor de maatregelen die
bij of krachtens het wetsvoorstel voor een Tijdelijke wet verkiezingen covid-19 (wetsvoorstel
verkiezingen) zijn voorzien in het verkiezingsproces, te weten het bepalen van een
veilige afstand en de mogelijkheid tot het voorschrijven van hygiënemaatregelen in
het stemlokaal, bevat de Twm eveneens een grondslag.
Het wetsvoorstel zal voorzien in een samenloopbepaling ten aanzien van de veilige-afstandsnorm,
bedoeld om de regelgeving goed op elkaar te laten aansluiten. Als de Twm eerder in
werking treedt dan het wetsvoorstel verkiezingen, zal de veilige afstand gelden die
onder die wet bij algemene maatregel van bestuur wordt vastgesteld. In dat geval vloeit
de verplichting tot het houden van een veilige afstand voort uit de Twm. Als de Twm
niet in werking is getreden op het moment dat het wetsvoorstel verkiezingen tot wet wordt verheven, zal de veilige afstand op grond van
deze tijdelijke wet verkiezingen covid-19 bij ministeriële regeling worden vastgesteld.
De regelingsopdracht voor maatregelen met betrekking tot de hygiëne en het gebruik
van beschermingsmiddelen voor leden van de stembureaus, kiezers, tellers, waarnemers
en andere betrokkenen in het stemlokaal en bij de stemopneming wordt in het wetsvoorstel
verkiezingen opgenomen. Hiervoor wordt dus specifiek voor het verkiezingsproces een
ministeriële regeling getroffen op grond van het wetsvoorstel en niet op grond van
de Twm.
5. Wet- en regelgeving
De leden van de D66-fractie zijn benieuwd wat het gevolg is van het uitwerken van
wetgeving binnen een half jaar voor de parlementsverkiezingen. Een van de internationale
(softlaw) uitgangspunten met betrekking tot verkiezingen («Code of Good Practice in
electoral matters») is dat wetgeving niet moet veranderen binnen zes maanden voorafgaand
aan verkiezingen. Hoe beoordeelt de regering dit uitgangspunt in het licht van de
spoedwetgeving die op komst is?
Deze leden lezen verder dat er wordt gewerkt aan een mogelijke invoering van stemmen
per brief. Klopt het dat dit niet zonder wetgeving ingevoerd kan worden? Hoe ziet
de regering het tijdpad van deze ontwikkelingen in het licht van voornoemd internationale
«standards»?
Veranderingen in het verkiezingsproces kort voordat de verkiezingen plaatsvinden moeten
waar mogelijk worden voorkomen. Om de verkiezingen met inachtneming van covid-19 op
een veilige manier te laten organiseren, is echter een aantal maatregelen nodig. Daarover
is al in een vroeg stadium gesproken met gemeenten en tot aan de verkiezingen blijf
ik in gesprek met gemeenten, die ook zoveel als mogelijk zullen worden ondersteund.
Aangezien het verkiezingsproces in de Kieswet en het Kiesbesluit gedetailleerd is
geregeld, leiden de in mijn Kamerbrief van 1 september jl. genoemde maatregelen noodgedwongen
ook tot wijzigingen in de wet- en regelgeving. Voor gemeenten is het uiteraard prettig
als er zo snel mogelijk duidelijkheid komt over de definitieve verankering van de
nu bekende maatregelen in de tijdelijke wet- en regelgeving.
Om briefstemmen mogelijk te maken is inderdaad een tijdelijke wet noodzakelijk. Briefstemmen
is op grond van de Kieswet nu alleen mogelijk voor kiezers die in het buitenland verblijven.
6. Stemmen bij volmacht, briefstemmen, «early voting»
Uitbreiding aantal volmachten naar 3 per volmachtnemer
De leden van de CDA-fractie vragen of bij de uitbreiding van het aantal toegestane
volmachtstemmen de fraudegevoeligheid is meegewogen.
De leden van de SP-fractie begrijpen de redenatie achter de voorgestelde uitbreiding
van het aantal volmachtstemmen, maar wijzen op een eerder advies van onder andere
de Greco (de Group of states against corruption van de Raad van Europa), die het systeem
van gevolmachtigde stemmen bekritiseerde vanwege fraudegevoeligheid2. Hoe verhoudt de uitbreiding zich hiertoe, zo vragen deze leden.
De leden van de ChristenUnie-fractie vragen om nadrukkelijk rekening te houden met
de kritiek vanuit onder meer de Kiesraad en de OVSE op het huidig systeem.
Reden waarom het aantal uit te brengen volmachten wordt verhoogd van twee naar drie
is dat vanwege de bijzondere covid-19-omstandigheden naar verwachting meer kiezers
dan anders niet in staat zullen zijn om in persoon te stemmen. In dat kader moet de
afweging worden gemaakt tussen enerzijds de mogelijkheid om met behulp van een volmacht
gebruik te maken van het stemrecht en anderzijds het verhoogde risico dat gepoogd
wordt volmachten te vergaren. Ik ben van mening dat in deze bijzondere situatie van
een verkiezing waarbij rekening moet worden gehouden met het coronavirus, het uit
kunnen oefenen van het stemrecht zwaarder moet wegen. Ik wijs er verder op dat het
hier gaat om een tijdelijke maatregel.
De leden van de 50PLUS-fractie vragen of de regering zich realiseert dat de verhoging
van het aantal volmachten onvoldoende kan zijn om deelname van mensen die fysiek beperkt
zijn, of in quarantaine zitten, te garanderen.
Door het ophogen van het aantal volmachten dat één kiezer mag uitbrengen, van twee
naar drie, wordt naar mijn mening voldoende gewaarborgd dat kiezers die in quarantaine
zitten toch van hun stemrecht gebruik kunnen maken. Het aantal volmachten verder verhogen
acht ik onwenselijk vanwege het dan grotere risico op het ronselen van volmachten.
Door het daarnaast mogelijk te maken dat het schriftelijk volmachtbewijs langs elektronische
weg wordt ontvangen, kunnen ook mensen die bijvoorbeeld in quarantaine zitten zonder
fysiek contact tussen volmachtnemer en volmachtgever een volmacht verlenen aan een
andere kiezer.
Schriftelijke volmacht
De leden van de VVD-fractie gaan er, met betrekking tot het digitaal aanvragen en
verstrekken van een schriftelijke volmacht, van uit dat dit op een veilige manier
gebeurt. Zij verzoeken mij daarop in te gaan.
De leden van de GroenLinks-fractie vragen de regering in te gaan op zorgen die leven
ten aanzien van de veiligheid van digitale volmachtverlening. Hoe wordt gewaarborgd
dat hiermee niet gefraudeerd kan worden?
De leden van de SP-fractie vragen of het digitaal aanvragen van een schriftelijke
volmacht veilig is. Daarnaast vragen deze leden tot wanneer een dergelijke volmacht
afgegeven kan worden. Kan dit ook nog op de verkiezingsdag zelf?
Personen met covid-19 klachten en hun huisgenoten moeten thuisblijven. In dergelijke
omstandigheden kan de kiezer niet naar het stemlokaal om te stemmen. Als ook de huisgenoten
thuis moeten blijven, kan het lastig zijn om een onderhandse volmacht te geven aan
een andere kiezer. Er is nog een andere mogelijkheid om een volmacht te verstrekken,
te weten de schriftelijke volmacht die bij de gemeente wordt aangevraagd. Anders dan
bij een onderhandse volmacht kan deze, in geval van een Tweede Kamerverkiezing, ook
worden verstrekt aan een kiezer die niet in dezelfde gemeente woont.
De huidige regeling in de Kieswet gaat er echter vanuit dat de volmachtgever en de
volmachtnemer gezamenlijk een aanvraagformulier invullen en ondertekenen. Dat kan
lastig zijn als de volmachtnemer en volmachtnemer geen (fysiek) contact met elkaar
kunnen hebben. Gelet daarop zal het aanvraagformulier in twee delen worden opgesplitst.
Een deel wordt ingevuld door de kiezer die de schriftelijke volmacht wil geven. Het
andere deel wordt ingevuld door de kiezer aan wie de volmacht wordt geven. De ingevulde
formulieren kunnen per post of langs elektronische weg naar de gemeente worden gestuurd.
Nu al staan gemeenten bijvoorbeeld toe om het ingevulde formulier in te scannen en
dan per mail aan de gemeente te sturen.
De kiezer die het volmachtbewijs langs elektronische weg krijgt, ontvangt een A4-versie
van het schriftelijk volmachtbewijs. Voor dat formaat is gekozen omdat het makkelijk
te printen is. Het schriftelijk volmachtbewijs dat per post aan de kiezer wordt gezonden
heeft een A5-formaat.
Het zelf kunnen printen van het volmachtbewijs introduceert het risico dat een kiezer
er meerdere print en zo probeert meer dan een volmachtstem uit te brengen. De kans
dat dit risico zich manifesteert wordt als klein ingeschat. Allereerst omdat alleen
aan de personen die kort voor de dag van stemming een schriftelijke volmacht aanvragen
het volmachtbewijs langs elektronische weg zal worden gezonden. Voor de aanvragen
die tot de vijfde dag voor de dag van de stemming worden ontvangen, zal het volmachtbewijs,
net als nu, per post worden gezonden. Het merendeel van de kiezers dat een schriftelijke
volmacht krijgt zal dus niet langs elektronische weg het volmachtbewijs ontvangen.
Verder is het risico beperkt omdat een kiezer een volmachtstem altijd alleen in combinatie
met zijn eigen stem kan uitbrengen. Ten slotte wordt het volmachtbewijs dat langs
elektronische weg kan worden verzonden zo ontworpen dat het voorzien is van lijnpatronen
door het hele document. De gemeente personaliseert het volmachtbewijs met de gegevens
van de volmachtgever. Daarna wordt het volmachtbewijs gescand. Dan pas wordt het naar
de kiezer gezonden. Zou de kiezer proberen om de persoonsgegevens op het volmachtbewijs
te veranderen, dan zal hij bij die poging de lijnpatronen doorbreken. De kiezer moet
het volmachtbewijs printen en aan het stembureau overhandigen. Het tonen van het volmachtbewijs
op bijvoorbeeld een smartphone volstaat dus niet. Bij de controle van het getoonde
document kan het stembureau vaststellen of de lijnpatronen zijn doorbroken of niet.
Is dat het geval, dan zal het stembureau de schriftelijke volmacht weigeren. Uiteraard
zal in de instructie aan stembureauleden aandacht worden besteed aan de wijze waarop
deze controle moet worden uitgevoerd.
Overigens zal de maatregel van zowel de verhoging van het aantal volmachten van 2
naar 3 als de introductie van het elektronisch schriftelijk volmachtbewijs nog niet
in werking treden bij de herindelingsverkiezingen van 18 november aanstaande, aangezien
de implementatietermijn van deze maatregelen voor de betreffende gemeenten te kort
is.
7. Diversen
Hulp bij stemmen
De leden van de VVD-fractie vragen wat er in het kader van hulp in het stemhokje in
relatie tot de 1,5 meter-regel wordt voorgesteld: geen hulp bieden of het soepeler
omgaan met de 1,5 meter afstand? Ook zou overwogen kunnen worden om de hulp in het
stemhokje alleen te laten geven door mensen die samen een huishouden vormen.
De leden van de D66-fractie kunnen zich voorstellen dat stembureauleden onderling
en ten opzichte van kiezers de 1,5 meter afstand in acht nemen zolang zij geen beschermende
kleding hebben. Deze leden vragen hoe dit bij het tellen van de stemmen en in het
bijzonder bij het verlenen van hulp en bijstand in het stemhokje gaat verlopen. Met
name hulp en bijstand zal op minder dan 1,5 meter verleend moeten worden. Zij vragen
of de regering het met hen eens is dat hulp en bijstand te allen tijde geboden moeten
kunnen worden in het stemhokje.
Kiezers die hulp nodig hebben bij het stemmen zullen in de voorlichtingscampagne worden
opgeroepen om een eigen begeleider, bijvoorbeeld uit hun eigen huishouden, mee te
nemen naar het stemlokaal. De kiezer hoeft geen 1,5 meter afstand te houden tot die
begeleider. In de Tijdelijke wet wordt dit ook geregeld. Als een kiezer geen eigen
begeleider kan meenemen, en dus de hulp nodig heeft van het stembureau, zal het stembureau
eerst actief de vragen van de gezondheidscheck met de kiezer doornemen. Als de kiezer
nee antwoordt op de vragen, zal de hulp worden geboden. In dat geval zullen kiezer
en stembureaulid een mondneusmasker moeten dragen, en het stembureaulid wegwerphandschoenen,
aangezien bij het geven van hulp door het stembureaulid geen 1,5 meter afstand kan
worden gehouden.
Bij het tellen van de stemmen dienen de stembureauleden 1,5 meter afstand van elkaar
te houden. Dat heeft tot gevolg dat de beschikbare ruimte om te tellen aanzienlijk
groter moet zijn dan bij eerdere verkiezingen. Als het stemlokaal die ruimte niet
biedt, zal het tellen op een andere locatie moeten plaatsvinden. In de Tijdelijke
wet wordt hiervoor een voorziening getroffen. De telinstructie die stembureauleden
krijgen wordt aangepast om het tellen op 1,5 afstand uit te kunnen voeren.
Alternatieve wijzen van stemmen, waaronder briefstemmen en stemmen verspreid over
twee dagen
De leden van de CDA-fractie vragen naar de stand van zaken met betrekking tot early
voting.
De leden van de D66-fractie zijn het met de regering eens dat gestreefd moet worden
naar spreiding van het stemmen gedurende de dag. Zij vragen of in dit verband de mogelijkheid
«early voting» is overwogen? Zo ja, is dit een haalbare optie?
De leden van de GroenLinks-fractie vragen of de regering ook overweegt om de verkiezingen
over twee dagen wettelijk mogelijk te maken als tijdelijk noodscenario? Zo ja, wat
zijn de voor- en nadelen hiervan? Zo nee, waarom niet?
De leden van de 50PLUS-fractie lezen dat een scenario voor briefstemmen wordt uitgewerkt.
Zij vragen of er al meer bekend is hierover. In welke omstandigheden kan briefstemmen
een optie worden? Op welk moment moet besloten worden dat hiertoe moet worden overgegaan,
om qua voorbereiding niet in de knel te komen?
In aanloop naar de Tweede Kamerverkiezing laat ik in verband met covid-19 het scenario
voor briefstemmen uitwerken. Briefstemmen is een vorm van early voting waarbij de
briefstemmen voor en op de dag van stemming kunnen worden uitgebracht. De briefstem
kan per post worden geretourneerd maar ook bijvoorbeeld in persoon worden afgegeven
bij daartoe aangewezen inleverpunten. Uiterlijk begin november zal ik uw Kamer uitsluitsel
geven over de vraag of een vorm van briefstemmen voor de Tweede Kamerverkiezing wenselijk
en mogelijk is. Het scenario om de kiezers twee dagen in plaats van een dag de tijd
te geven om te stemmen heb ik besproken met de gemeenten. Daaruit is mij gebleken
dat dit scenario redelijkerwijs niet uitvoerbaar is voor gemeenten. Zij voorzien met
name problemen met de beschikbaarheid van stemlokalen en stembureauleden op de tweede
dag. Ook overigens valt in dit scenario niet te garanderen dat de kiezers zich gelijkmatig
spreiden over de dan beschikbare stemlokalen.
De leden van de D66-fractie hebben in het verleden ook weleens de suggestie voorbij
zien komen van het stemmen per telefoon. Is dit volgens de regering ook iets om over
na te denken?
Op basis van de Experimentenwet Kiezen op Afstand (Stb. 2003, nr. 569) is bij de Europees Parlementsverkiezing in 2004 een experiment gehouden waarbij
Nederlanders in het buitenland konden stemmen per internet en per telefoon. In 2006
is op basis van deze experimentenwet nog een experiment gehouden met internetstemmen
maar niet met stemmen per telefoon, omdat daar in 2004 heel weinig gebruik van was
gemaakt. Zoals bekend, wil het kabinet het stemproces niet kwetsbaar maken voor digitale
dreigingen. Gelet daarop zijn er geen voornemens om voor de komende verkiezingen het
stemmen per internet en/of per telefoon mogelijk te maken.
Mobiele stembureaus
De leden van de fractie van de SP lezen dat de mogelijkheden voor mobiele stembureaus
in verzorgingstehuizen groter worden. Genoemde leden denken dat dit een positieve
uitwerking kan hebben op de opkomst. Zijn er meer locaties denkbaar waar dit soort
bureaus kunnen worden ingericht, bijvoorbeeld op locaties waar veel mensen werken,
op bijvoorbeeld hogescholen?
De leden van de PvdA-fractie lezen dat ik een tijdelijke spoedwet voorbereid om onder
andere de (bestaande) mogelijkheden om mobiele en/of bijzondere stembureaus in te
richten te verruimen. Waar liggen nu nog de belemmeringen om dat te doen?
Het instellen van mobiele en bijzondere stembureaus is op basis van de huidige Kieswet
al mogelijk. Dergelijke stembureaus kunnen in allerlei locaties zitting houden. De
huidige Kieswet bevat daarvoor geen beperkingen. In de praktijk wordt hier maar in
beperkte mate gebruik van gemaakt.
Voor de komende verkiezingen wordt een bijzondere vorm van mobiele en bijzondere stemlokalen
mogelijk gemaakt. Het gaat dan om mobiele en bijzondere stemlokalen met een beperkte
toegang voor bijvoorbeeld alleen de bewoners van een instelling. Te denken valt aan
een verpleegtehuis waar het niet mogelijk is om een regulier stemlokaal in te richten,
omdat er restricties gelden voor de personen die binnen mogen komen. Een stemlokaal
met beperkte toegang kan ook in andere gebouwen dan zorginstellingen worden gevestigd,
maar de voorwaarde is wel dat de omstandigheden met betrekking tot covid-19 daar aanleiding
toe geven. Omdat de openbare toegang van deze mobiele en bijzondere stemlokalen in
met name zorginstellingen wordt beperkt, wordt voorgeschreven dat in deze stemlokalen
een waarnemer aanwezig is die ook een openbaar verslag maakt van het verloop van de
stemming.
Ondersteuning politieke partijen
De leden van de CDA-fractie vragen nogmaals aandacht voor de interne procedures van
politieke partijen voor de vaststelling van verkiezingsprogramma’s en kandidatenlijsten.
Zij begrijpen dat ik in samenwerking met de Kiesraad die als centraal stembureau fungeert
voor de komende Tweede Kamerverkiezing, de partijen die een aanduiding hebben geregistreerd
voor deze verkiezing zal informeren over de stappen die moeten worden gezet, en daarbij
zal ingaan op (voorzorgs-)maatregelen die kunnen worden getroffen in relatie tot covid-19.
Wat is de stand van zaken, zo vragen deze leden. Hoe worden politieke partijen ondersteund
om de nodige processen vorm te geven met inachtneming van de coronamaatregelen?
Zoals ik eerder aan uw Kamer heb toegezegd, informeer ik de politieke partijen op
korte termijn over enkele punten in het kader van de voorbereiding van de verkiezingen.
De Kiesraad zal als centraal stembureau begin december partijen meer in detail informeren
over de procedure van kandidaatstelling. De Kiesraad is daarbij graag bereid ook voorlichting
te geven aan partijen die daartoe de behoefte kenbaar maken.
In de brief aan politieke partijen zal ik ook ingaan op enkele voorbeelden van digitale
mogelijkheden bij beraadslagingen en campagnevoeren. Hoewel het houden van partijbijeenkomsten
en campagnevoeren een verantwoordelijkheid is van de politieke partijen zelf, zal
ik in deze brief partijen ook vragen of zij specifieke knelpunten ervaren vanwege
de coronamaatregelen waarover zij in gesprek willen met het ministerie. Indien ondersteuning
vanuit het ministerie aan de orde kan zijn, zal deze uiteraard gelijkelijk voor alle
partijen beschikbaar moeten zijn.
Uitstel Tweede Kamerverkiezing
De leden van de 50PLUS-fractie vragen onder welke omstandigheden ik het denkbaar acht
dat de verkiezingen uitgesteld moeten worden.
Bij alle verkiezingen die in Europees en Caribisch Nederland plaatsvinden is de inzet
er op gericht om de verkiezingen te kunnen organiseren op een wijze waarop het stemmen
in het stemlokaal op een veilige manier kan plaatsvinden, het voor stembureauleden
veilig is om daar hun werk te doen en kiezers de gang naar het stemlokaal kunnen maken.
Of dat mogelijk is hangt af van enerzijds de omstandigheden rond het coronavirus en
de maatregelen die nodig zijn om de verspreiding van het virus te bedwingen en anderzijds
de waarborgen die in Nederland gelden voor de verkiezingen3. Er zit spanning tussen de maatregelen om de verspreiding van het coronavirus te
bedwingen en de waarborgen van het verkiezingsproces. Het verkiezingsproces gaat bijvoorbeeld
uit van toegankelijkheid, controleerbaarheid en transparantie. Alles is er op gericht
om aan die waarborgen te voldoen. Dat vergt dat kiezers de gang kunnen maken naar
het stemlokaal en dat in het stemlokaal kiezers aanwezig kunnen zijn om waar te nemen
hoe het stemmen en het tellen van de stemmen verloopt. Maatregelen om de verspreiding
van het coronavirus te bestrijden richten zich er op om samenkomsten van personen
zo beperkt mogelijk te laten zijn, om thuis te blijven waar mogelijk en om drukte
te voorkomen. Het is, hoewel dat thans nog niet het geval is, niet uit te sluiten
dat de maatregelen met betrekking tot het coronavirus zodanig zijn dat niet meer op
een goede manier invulling is te geven aan de waarborgen van het verkiezingsproces.
In die situatie, en dat hebben een aantal landen om ons heen eerder dit jaar gedaan,
is uitstel van de verkiezingen noodzakelijk.
Andere landen
De leden van de D66-fractie zijn benieuwd of de regering de mogelijkheid overweegt
om in het uiterste geval een of meer maatregelen over te nemen die men nu in de omliggende
landen treft om de verkiezingen met inachtneming van covid-19 voorspoedig te kunnen
laten verlopen. Zo ja, welke maatregelen zouden dat bijvoorbeeld kunnen zijn en waarom
zou die maatregel geschikt zijn voor de Nederlandse situatie? Zo nee, waarom niet?
Bij mijn eerdergenoemde brief van 1 september jl. heb ik een overzicht gevoegd van
de maatregelen die Spanje, Frankrijk, Oostenrijk en het VK hebben getroffen. Inmiddels
hebben op 13 en op 20 en 21 september ook verkiezingen plaatsgevonden in de Duitse
deelstaat Nordrhein-Westfalen en in enkele Italiaanse regio’s. In deze landen zijn
de maatregelen die in de stemlokalen worden genomen vergelijkbaar met wat is voorzien
bij de komende verkiezingen in Nederland. Het gaat dan om een veilige afstand houden,
hygiënemaatregelen, kuchschermen en persoonlijke beschermingsmiddelen. Waar er verschillen
zijn, betreft dat met name de mogelijkheid om per brief te kunnen stemmen. In veel
landen, waaronder ook Spanje en Duitsland, is dat een bestaande mogelijkheid.
Maandelijks rapporteren
De leden van de fractie van GroenLinks hechten eraan dat de Kamer de ontwikkelingen
de komende maanden goed kan volgen. Zij vragen om een maandelijkse stand-van-zaken-brief.
In mijn eerdergenoemde brief van 1 september jl. heb ik al aangekondigd dat de Tweede
Kamer begin november wordt geïnformeerd over het scenario briefstemmen. Ik zal in
die brief ook de uitkomst opnemen van de peiling die ik in oktober uitvoer naar de
beschikbaarheid van stemlokalen. Ik wil dat laatste herhalen in januari. Daarover
kan ik dan de Tweede Kamer eind januari/begin februari informeren.
Speciale stembureaus voor kiezers met klachten
De leden van de SP-fractie lezen dat het RIVM heeft geadviseerd over beschermingsmaatregelen
als er stemlokalen ingericht zouden worden voor mensen die een van de gezondheidsvragen
met «ja» beantwoorden. Zij lezen dat ik geen voornemen heb dergelijke stemlokalen
mogelijk te maken, en vragen waarom niet. Betekent dit dat iedereen met een snotneus
niet zelf kan stemmen? Ook vragen deze leden of er alternatieve mogelijkheden zijn
onderzocht, zoals tent-opstellingen in de buitenlucht, waarbij met dranghekken ervoor
gezorgd kan worden dat er voldoende afstand gehouden kan worden.
In de kabinetsaanpak van het coronavirus centraal dat personen die klachten hebben,
of die deel uitmaken van een huishouden waar covid-klachten zijn, thuisblijven. Stembureaus
inrichten voor personen met klachten doorkruist deze aanpak. Daarom heb ik geen voornemen
om dergelijke stembureaus mogelijk te maken. Via uitbreiding van de volmachtregeling
wordt het voor deze kiezers makkelijker om hun stem uit te laten brengen.
Sint Eustatius
De leden van de PvdA-fractie vragen wat de stand van zaken is van het overleg met
het openbaar lichaam Sint-Eustatius, zodat de eilandsraadverkiezing met inachtneming
van de door het RIVM geadviseerde maatregelen kunnen worden gehouden.
Op 21 oktober vindt de eilandsraadsverkiezing op Sint Eustatius plaats. De kandidaatstellingsprocedure
is inmiddels afgerond. Er zijn drie lijsten ingediend, met in totaal 26 kandidaten.
Hoewel covid-19 de nodige logistieke uitdagingen oplevert, doen zich op dit moment
geen knelpunten voor bij het voorbereiden en organiseren van de verkiezing.
Bij alle verkiezingen die in Europees en Caribisch Nederland plaatsvinden is de inzet
er op gericht om de verkiezingen te kunnen organiseren op een wijze waarop het stemmen
in het stemlokaal op een veilige manier kan plaatsvinden, het voor stembureauleden
veilig is om daar hun werk te doen en kiezers de gang naar het stemlokaal kunnen maken.
Of dat mogelijk is hangt af van enerzijds de omstandigheden rond het coronavirus en
de maatregelen die nodig zijn om de verspreiding van het virus te bedwingen en anderzijds
de waarborgen die in Nederland gelden voor de verkiezingen, zoals toegankelijkheid
van de stemming voor de kiezers, controleerbaarheid en transparantie van de uitslagvaststelling.
Alles is er op gericht om aan die waarborgen te voldoen.
Met de regeringscommissaris vindt regelmatig overleg plaats over hoe de verkiezingen
op de dag van stemming georganiseerd kunnen worden in het licht van covid-19, de maatregelen
die gelden op Sint Eustatius op grond van de noodverordening en de waarborgen van
het verkiezingsproces.
Op de verkiezingsdag wordt er daarbij op verschillende manieren rekening gehouden
met de covid-19 maatregelen, conform het kader dat ik op 1 september jl. aan de gemeenten
en openbaar lichamen heb verstrekt. Dat betreft onder meer het uitzetten van looproutes,
het voorzien in desinfectiegel in de stemlokalen en het plaatsen van kuchschermen
tussen de stembureauleden en de kiezers. Hiertoe zijn ook extra middelen aan het BES-fonds
toegevoegd. Het openbaar lichaam stelt een extra stemlocatie in, zodat kiezers zich
meer kunnen spreiden over de twee stemlocaties. Kiezers wordt gevraagd voorafgaand
aan de gang naar het stemlokaal zelf de vragen te beantwoorden van de algemeen in
Nederland geldende gezondheidscheck. Kiezers die op een van de vragen «ja» antwoorden
kunnen een volmacht afgeven. Door middel van voorlichting worden de kiezers voorafgaand
aan de verkiezingsdag geïnformeerd over deze maatregelen.
Maatregelen om de verspreiding van het coronavirus te bestrijden richten zich er op
om samenkomsten van personen zo beperkt mogelijk te laten zijn, om thuis te blijven
waar mogelijk en om drukte te voorkomen. Het is, hoewel dat thans nog niet het geval
is, niet uit te sluiten dat de maatregelen met betrekking tot het coronavirus zodanig
zijn dat niet meer op een goede manier invulling is te geven aan de waarborgen van
het verkiezingsproces. In die situatie, en dat hebben een aantal landen om ons heen
eerder dit jaar gedaan, is uitstel van de verkiezingen noodzakelijk.
Ouderen
De leden van de SP-fractie vragen of er is onderzocht of er bijvoorbeeld mogelijkheden
zijn om stembureauleden aan huis te laten komen voor mensen die in quarantaine zitten,
met de benodigde beschermingsmaatregelen uiteraard.
De leden van de ChristenUnie-fractie vragen of, in overleg met gemeenten, ook specifiek
met ouderen en mensen met een kwetsbare gezondheid kan worden gesproken om te bezien
hoe zij op een zo veilig mogelijke wijze deel kunnen nemen aan de verkiezingen. Genoemde
leden wijzen er hierbij op dat mensen niet altijd iemand zullen hebben die zij bij
volmacht willen laten stemmen, juist ook vanwege het vertrouwen dat bij een dergelijke
stem nodig zal zijn.
Dat stembureaus aan huis komen zodat kiezers alsnog in persoon kunnen stemmen wordt
niet overwogen. De stembureaus worden zo ingericht dat het veilig is voor kiezers,
dus ook voor oudere kiezers en voor kiezers met een kwetsbare gezondheid. Daarenboven
maakt de Tijdelijke wet het mogelijk om stemlokalen in te richten met een beperkte
toegang. Dat is in het bijzonder bedoeld voor instellingen zoals verpleeg- en verzorgingshuizen.
Ookworden de mogelijkheden verruimd voor het geven van een volmacht. Tenslotte wordt
bij de uitwerking van het briefstemscenario ook bezien of briefstemmen van belang
kan zijn voor oudere kwetsbare kiezers.
Evaluatie herindelingsverkiezingen
De leden van de ChristenUnie-fractie vragen of de evaluatie van de herindelingsverkiezingen
op korte termijn naar de Kamer zal worden gestuurd, zodat deze ook nog een rol van
betekenis kan spelen bij de bespreking van de voorbereidingen van de Tweede Kamerverkiezing.
Ik heb inderdaad het voornemen om de herindelingsverkiezingen te evalueren. Het is
mijn bedoeling om die evaluatie nog dit jaar af te ronden zodat het nog mogelijk is
om ervaringen mee te nemen bij de voorbereiding van de Tweede Kamerverkiezing.
Experimenten stembiljetten
De leden van de ChristenUnie-fractie hechten eraan op te merken dat er een hoop anders
zal zijn dan gebruikelijk bij deze verkiezingen. Zowel voor kiezers als voor stembureauleden.
Zij vragen in dit licht of het wenselijk is om de experimenten met stembiljetten bij
deze verkiezing doorgang te laten vinden.
Bij de komende verkiezingen kunnen geen experimenten worden gehouden om in de stemlokalen
te stemmen met een ander stembiljet. Er is een wetsvoorstel ingediend bij de Tweede
Kamer om dergelijke experimenten mogelijk te maken. In de memorie van toelichting
bij dat wetsvoorstel staat dat het eerste experiment niet eerder is voorzien dan bij
de herindelingsverkiezingen van november 2021.
Kiezers buitenland
De leden van de 50PLUS-fractie vragen of er al wordt gekeken naar de Nederlandse stemmers
in het buitenland. Moeten daar separate voorbereidingen voor worden betracht? Zo ja,
worden deze contacten al gelegd?
Nederlanders in het buitenland stemmen per brief, maar kunnen ook een andere kiezer
(in Nederland) machtigen. Covid-19 zorgt thans in sommige landen voor een tragere
postbezorging. Gelet daarop zal de gemeente Den Haag, die daarvoor verantwoordelijk
is, in de voorlichting nadrukkelijk wijzen op de mogelijkheid om een volmacht te verlenen.
In dat geval doet het risico van de postbezorging zich niet meer voor.
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
E. Ziengs, voorzitter van de vaste commissie voor Binnenlandse Zaken -
Mede ondertekenaar
F.M.J. Hendrickx, adjunct-griffier