Antwoord schriftelijke vragen : Antwoord op vragen van het lid Kuiken over een door COVID getroffen vluchtelingenkampen
Vragen van het lid Kuiken (PvdA) aan de Staatssecretaris van Justitie en Veiligheid over een door COVID getroffen vluchtelingenkampen (ingezonden 18 augustus 2020).
Antwoord van Staatssecretaris Broekers-Knol (Justitie en Veiligheid), mede namens
de Minister van Buitenlandse Zaken (ontvangen 1 oktober 2020). Zie ook Aanhangsel
Handelingen, vergaderjaar 2019–2020, nr. 4041.
Vraag 1
Kent u de oproep «S&Ds call for immediate evacuation of COVID-19-hit refugee camps
in Greece»?1
Antwoord 1
Ja.
Vraag 2
Deelt u de mening dat in een omgeving waar te veel mensen te dicht bij elkaar verblijven
en de benodigde hygiënische voorwaarden grotendeels ontbreken, dit het risico op verspreiding
van COVID vergroot? Zo ja, waarom? Zo nee, waarom niet en hoe verhoudt zich dat tot
de oproep van de Nederlandse regering om social distancing te betrachten en regelmatig
handen te wassen?
Antwoord 2
Een omgeving waar te veel mensen te dicht bij elkaar verblijven en er sprake is van
onvoldoende hygiënische middelen brengt inderdaad een risico met zich mee voor de
verspreiding van covid-19. Het is daarom van belang dat autoriteiten ook voor dergelijke
situaties de nodige maatregelen treffen. Indien zij daar niet toe in staat zijn, is
het van belang dat zij daarin worden ondersteund door de internationale gemeenschap,
zoals ook gebeurt. Dat kan op verschillende manieren.
Vraag 3
Deelt u de mening dat ook in vluchtelingenkampen sociale distancing in acht genomen
zou moeten kunnen worden? Zo ja, waarom en hoe ziet u dat voor zich in de overvolle
Griekse vluchtelingenkampen? Zo nee, waarom niet en waarom zou wat voor de Nederlandse
bevolking moet gelden, niet voor vluchtelingen hoeven te gelden?
Antwoord 3
Welke maatregelen van belang zijn in een bepaalde opvanglocatie is afhankelijk van
de omstandigheden ter plekke. Van belang is dat de autoriteiten gepaste maatregelen
treffen.
Vraag 4, 5
Deelt u de mening dat met uw voornemen om de plaatsing van een aantal vluchtelingen
op het Griekse vastenland te faciliteren dat wat betreft de verbetering van de omstandigheden
in de vluchtelingenkampen amper een druppel op een gloeiende plaat kan zijn? Zo nee,
waarom niet? En hoeveel vluchtelingen zijn er trouwens inmiddels met Nederlandse steun
op het Griekse vasteland gevestigd?
Deelt u de mening dat de dreiging van COVID tot onmiddellijke en omvangrijke evacuatie
van vluchtelingen uit de overvolle kampen naar veiliger locaties zou moeten leiden?
Zo ja, wat gaat uw bijdrage daaraan worden anders dan uw bestaande voornemen tot herplaatsing
van een gering aantal minderjarige vluchtelingen? Zo nee, waarom niet?
Antwoord 4, 5
Het kabinet heeft uw Kamer op verschillende momenten geïnformeerd over de omstandigheden
en de maatregelen die door de Griekse overheid zijn getroffen om de uitbraak van COVID-19
onder de migranten op de eilanden te voorkomen. Daarin werd Griekenland gesteund door
de Europese Commissie en verschillende lidstaten, waaronder Nederland. Zo heeft Nederland
in april een zogenoemde hospitainer aangeboden om de toegang tot medische zorg te
verbeteren. Deze is specifiek ingezet voor het uitvoeren van COVID-19 testen.
Helaas is op 2 september COVID-19 vastgesteld bij een statushouder die van het vasteland
was teruggekeerd naar Moria op Lesbos. Daarop hebben de Griekse autoriteiten besloten
migranten en vluchtelingen die positief testten op COVID-19 in isolatie te plaatsen,
afgezonderd dus van anderen. De weigering van enkelen van hen om in isolatie te gaan
en de onrust die hierop ontstond lijkt gepaard te zijn gegaan met brandstichting.
Door de harde wind kon het vuur zich snel verspreiden, waarna het opvangkamp goeddeels
afbrandde. Door voortdurende brandstichting is de dagen daarna ook het resterende
deel van Moria inclusief het merendeel van de flankerende voorzieningen verwoest.
De Griekse overheid heeft met steun van de Europese Commissie een groep van ca. 400
alleenstaande minderjarigen direct na de brand overgebracht naar het vasteland. Daar
worden zij opgevangen in tijdelijke voorzieningen van IOM die door de Europese Commissie
worden gefinancierd. Over de gebeurtenissen op Lesbos, de reactie van de Griekse overheid,
alsook de steun die door het kabinet is aangeboden aan de Griekse overheid, is uw
Kamer schriftelijk geïnformeerd en is uitgebreid gesproken tijdens het Algemeen Overleg
op 10 september jl.
Daarnaast is het staand beleid dat kwetsbare migranten door de Griekse autoriteiten
vanuit de Griekse eilanden worden overgebracht naar het vasteland. Mede met het oog
op COVID-19 zijn de afgelopen maanden circa 26.000 kwetsbare migranten, waaronder
amv, overgebracht naar het Griekse vasteland. In geval van Lesbos gaat het om 12.000
personen, d.w.z. bijna de helft van de populatie migranten en vluchtelingen op het
eiland in maart 2020. Daarnaast zijn Griekse autoriteiten voornemens om in de week
van 28 september 2.000 erkende vluchtelingen over te plaatsen vanaf Lesbos naar het
Griekse vasteland. Al met al is het totaal aantal migranten en vluchtelingen dat aanwezig
is op de Griekse eilanden afgenomen van circa 42.000 begin 2020 naar 26.000 in september
2020. Dit is een afname van 38%.
Ten aanzien van het samenwerkingsverband dat ik met mijn Griekse collega heb opgezet
om het voogdij- en opvangsysteem van amv in Griekenland te verbeteren, heb ik uw Kamer
via verschillende brieven geïnformeerd.2 Het doel van dit samenwerkingsverband is niet zo zeer om de Griekse autoriteiten
te ondersteunen in de feitelijke transfer van amv naar het vasteland, maar om aanvullende
gespecialiseerde opvang voor deze groep op te zetten en de voogdij en begeleiding
structureel te verbeteren.
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
A. Broekers-Knol, staatssecretaris van Justitie en Veiligheid -
Mede namens
S.A. Blok, minister van Buitenlandse Zaken
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.