Mededeling (uitstel antwoord) : Uitstel beantwoording vragen van de leden Van Nispen en Groothuizen over rechtsbijstand aan verdachten bij strafbeschikkingen door het OM tijdens de coronapandemie
Vragen van de leden Van Nispen (SP) en Groothuizen (D66) aan de Minister voor Rechtsbescherming over rechtsbijstand aan verdachten bij strafbeschikkingen door het OM tijdens de coronapandemie (ingezonden 9 september 2020).
Mededeling van Minister Dekker (Rechtsbescherming) (ontvangen 30 september 2020).
Vraag 1
Klopt het dat tijdens gesprekken tussen u, het Openbaar Ministerie (OM) en de Nederlandse
Orde van Advocaten (NOvA) geen akkoord is bereikt over gesubsidieerde rechtsbijstand
aan verdachten die een strafbeschikking krijgen van het OM?1
Vraag 2
Kunt u een indicatie geven van het aantal zaken dat tijdens de afgelopen, buitengewone
periode zelfstandig door het OM is afgedaan waarbij de verdachten normaal voor de
rechter zouden zijn verschenen? In hoeveel gevallen zijn de verdachten daarbij door
het OM gehoord in een OM-hoorzitting?
Vraag 3
Op basis van welke criteria wordt besloten af te zien van de rechter en «af te waarderen»
naar OM-strafbeschikkingen en OM-hoorzittingen?
Vraag 4
Deelt u de mening van de Nederlandse vereniging van jonge strafrechtadvocaten (NVJSA)
en de NOvA dat in het verleden is gebleken dat bij deze buitengerechtelijke afdoening
sprake was van leemten in waarborgen voor verdachten? Zo nee, waarom niet?
Vraag 5
Deelt u de mening van de NVJSA en de NOvA dat deze strafbeschikkingen vragen om aanvullende
waarborgen voor verdachten, aangezien zij nu niet voor een onafhankelijke rechter
kunnen verschijnen? Zo ja, waar moeten deze uit bestaan? Zo nee, waarom niet?
Vraag 6
Klopt het dat ontboden verdachten die normaliter voor de rechter zouden verschijnen,
maar nu vanwege de procedure van een OM-strafbeschikking zonder hoorplicht, dus niet
door het OM worden gehoord en ook geen afdoeningsbijstand krijgen? Deelt u de mening
dat dit onwenselijk is? Wat gaat u hieraan doen?
Vraag 7
Waarom vindt u dat alleen verdachten die zijn aangehouden en op het politiebureau
zitten recht hebben op afdoeningsbijstand in geval van buitengerechtelijke afdoening?
Vraag 8
Kunt u, wanneer u van mening bent dat alleen bij aangehouden verdachten afdoeningsbijstand
aan de orde zou moeten zijn, toelichten waarom u in uw brief van 16 december 2019
schreef dat óók bij ontboden eerder aangehouden verdachten afdoeningsbijstand zou
worden ingevoerd?2
Vraag 9
Wat is de stand van zaken aangaande het invoeren van afdoeningsbijstand voor alle
ontboden verdachten die niet vastzitten? Is dit nu ingevoerd? Zo nee, waarom niet?
Vraag 10
Waarom bent u niet bereid om alle verdachten die een strafbeschikking van het OM ontvangen
en die normaliter wel voor de rechter zouden verschijnen van afdoeningsbijstand te
voorzien?
Vraag 11
Bent u bereid om adequate gesubsidieerde rechtsbijstand te regelen voor iedere verdachte
wiens zaak door de uitbraak van het coronavirus niet aan de rechter zal worden voorgelegd?
Mededeling
Hierbij deel ik u mede dat de schriftelijke vragen van de leden Van Nispen (SP) en
Groothuizen (D66), van uw Kamer aan de Minister voor Rechtsbescherming over rechtsbijstand
aan verdachten bij strafbeschikkingen door het OM tijdens de coronapandemie (ingezonden
9 september 2020) niet binnen de gebruikelijke termijn kunnen worden beantwoord, aangezien
nog niet alle benodigde informatie is ontvangen.
Ik streef ernaar de vragen zo spoedig mogelijk te beantwoorden.
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
S. Dekker, minister voor Rechtsbescherming
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.