Antwoord schriftelijke vragen : Antwoord op vragen van het lid Kerstens over het bericht dat de opschaling van ic’s bij een nieuwe coronagolf in gevaar is
Vragen van het lid Kerstens (PvdA) aan de Ministers van Volksgezondheid, Welzijn en Sport en voor Medische Zorg over het bericht dat de opschaling van ic’s bij een nieuwe coronagolf in gevaar is
Antwoord van Minister Van Ark (Medische Zorg), mede namens de Minister van Volksgezondheid,
Welzijn en Sport (ontvangen 29 september 2020).
Vraag 1
Heeft u kennisgenomen van het bericht «Personeelstekort op ic’s dreigt: «Opschaling
bij tweede coronagolf in gevaar»»?1
Antwoord 1
Ja.
Vraag 2
Deelt u de mening van Chief Nursing Officer dat het vanzelfsprekend behoort te zijn
dat verpleegkundigen in voldoende mate, en dus meer dan nu, bij besluitvorming moeten
worden betrokken?
Antwoord 2
Ja, die deel ik. Dat is ook de reden geweest waarom ik de Chief Nursing Officer (CNO)
heb gevraagd om een advies uit te brengen over de positionering van verpleegkundigen
en verzorgenden. In de brief van 15 september 2020 is een eerste reactie gegeven op
het advies. Zoals in die brief beschreven staat herkent het kabinet zich in de bevinding
dat meer nodig is om regie en zeggenschap onder zorgprofessionals te vergroten. Het
idee van een onafhankelijke commissie, met daarin ook verpleegkundigen, spreekt het
kabinet aan. Over de wijze waarop dit concreet vorm kan krijgen, wordt u, als onderdeel
van een uitgebreide inhoudelijke reactie, na het herfstreces geïnformeerd. Dit zal
ook in samenhang met de voorgenomen verkenning van de SER ten aanzien van de specifieke
arbeidsknelpunten worden bezien en in de komende weken met de beroepsgroep en sociale
partners worden besproken. 4
Vraag 3
Hoe kan het dat, ondanks de gemaakte afspraken over betere betrokkenheid door het
Landelijk Netwerk Acute Zorg, in de praktijk nog steeds geen sprake is van deze betrokkenheid
volgens zeventig procent van de IC-verpleegkundigen?
Antwoord 3
Ik vind het jammer te lezen dat uit de peiling, zoals verricht onder 588 IC-verpleegkundigen,
is gekomen dat zij niet altijd goed zijn betrokken bij de opschalingsplannen, althans
dit zo niet hebben ervaren. Die signalen bereiken mij breder en daarom hecht ik ook
waarde aan het CNO-advies. Aanvullend heb ik in gesprek met de NVZ, de NFU, V&VN en
NVIC onder de aandacht gebracht dat ik verwacht dat het verpleegkundig perspectief
goed betrokken wordt.
Dit is bevestigd door de bestuurders van deze organisaties.
Verder is ook aan de ROAZ’en gevraagd om inzichtelijk te maken op welke manier zij
spreken met verpleegkundigen over de plannen ten behoeve van de IC-opschaling en hoe
zij alle verpleegkundigen binnen de instelling daarover op de hoogte stellen.
Vraag 4 en 5
Bent u van mening dat voor een goede opvang van een mogelijke tweede coronagolf het
van belang is om gehoor te geven aan de eisen die verpleegkundigen stellen om goed
werk te kunnen verrichten?
Bent u zich ervan bewust dat ruim driekwart van de IC-verpleegkundigen niet bereid
is om meer uren te maken als er straks weer een toename ontstaat in het aantal coronapatiënten?
Bent u bereid om actie te ondernemen nu blijkt dat het huidige beleid onvoldoende
verbetering op dit gebied teweeg brengt? Zo ja, op welke wijze gaat u dit doen? Zo
nee, waarom niet?
Antwoord 4 en 5
In voornoemd gesprek met de NVZ, de NFU, V&VN en NVIC zijn zaken zoals meer uren kunnen
werken, kinderopvang en flexibel roosteren, besproken. De partijen zijn het erover
eens dat deze zaken op korte termijn aandacht behoeven.
Daarnaast heb ik de ziekenhuizen gevraagd een opleidingsplan op te stellen dat specifiek
ziet op het opleiden van voldoende personeel ten behoeve van de IC-opschaling en de
opschaling van de klinische covid-bedden. Door deze plannen hebben we inzicht in de
opleidingsbehoefte van ziekenhuizen en het personeel dat daarvoor reeds beschikbaar
is en bekijken we welke rol extra handen voor de zorg hierbij kan spelen.
Daarbij heeft het thema mijn aandacht. Over hoe we vervolg gaan geven aan het advies
van de CNO wordt uw Kamer zoals gezegd geïnformeerd na het herfstreces.
Vraag 6
Bent u ervan op de hoogte dat in de praktijk de afspraken uit de opschalingsplannen
van het Landelijk Netwerk Acute Zorg niet voldoende worden gerealiseerd? Waarom zijn
deze afspraken niet of onvoldoende nagekomen?
Antwoord 6
Ik heb regelmatig afstemming met de ROAZ-voorzitters. Zij hebben mij laten weten dat
er hard wordt gewerkt om de opschalingsplannen te realiseren. De grootste uitdaging
hierbij is de beschikbaarheid en het opleiden van personeel. De ROAZ-voorzitters geven
namens de ziekenhuizen in hun regio’s aan dat de uitvoering van de opschaling naar
1350 IC-bedden, die afgerond moet zijn per 1 oktober 2020, goed verloopt.
Vraag 7
Op welke manier gaat u – tevens met het oog op het voorkomen van extra uitstroom onder
zorgpersoneel – realiseren dat de afspraken uit de opschalingsplannen nu daadwerkelijk
worden uitgevoerd?
Antwoord 7
Zie het antwoord op vraag 6.
Vraag 8
Bent u bekend met het artikel «Gommers: motivatie verpleegkundigen is geknakt»? Erkent
u ook het signaal van de heer Gommers? Zo ja, wat gaat u naar aanleiding daarvan doen?
Zo nee, waarom heeft de heer Gommers het dan volgens u bij het verkeerde eind?2
Antwoord 8
Ja, ik ben bekend met dat artikel. Dat geldt ook voor de uitkomst van peiling van
de V&VN waarin een groot deel van de IC-verpleegkundigen aangeeft niet extra te willen
werken bij het doorzetten van de tweede golf. Het afgelopen voorjaar was werken in
de zorg buitengewoon inspannend en belastend, zowel fysiek als emotioneel.
Ik begrijp heel goed dat IC-verpleegkundigen aangeven het nodig hebben om zich te
kunnen opladen voor het geval deze tweede golf echt doorzet. Zeker in een context,
waarin het ook zonder corona – al heel druk is op de IC. Als je het gevoel hebt dat
daar niets aan verandert, is dat frustrerend. Ik begrijp ook dat verpleegkundigen
met lede ogen zien dat de coronarichtlijnen in de samenleving niet altijd worden opgevolgd.
De verpleegkundigen zullen immers de zorg moeten gaan leveren. Dit is niet goed voor
de motivatie om ook bij het doorzetten van deze tweede golf weer zo hard te willen
werken.
Wij moeten er met elkaar alles aan doen om te voorkomen dat zij weer door zo’n periode
heen moeten als wij hebben gezien in maart en april. Daarom blijft onze inzet gericht
op het voorkomen van het doorzetten van die tweede golf. Naast de algemene gedragsregels
betekent dat nu ook inzetten op regionale maatregelen als de infectiedruk in de regio
oploopt. De inzet is en blijft ook om ervoor te zorgen dat zorgmedewerkers veilig
aan het werk kunnen met voldoende beschermingsmiddelen en testen.
Tenslotte wil ik nogmaals de waardering benadrukken voor het werken van zorgprofessionals.
Daarom komt er in 2021 een tweede bonus als onderdeel van een brede aanpak voor het
werken in de zorg. Met die aanpak willen we ons blijvend richten op het verminderen
van werkdruk, meer loopbaanmogelijkheden en meer zeggenschap voor zorgprofessionals6.
Vraag 9
Bent u van mening dat ook andere medewerkers in de zorg nauwer betrokken dienen te
worden bij zaken die voor hen van groot belang zijn? Welke mogelijkheden ziet u om
die betrokkenheid (ook van andere medewerkers dan verpleegkundigen) te vergroten?
Antwoord 9
Zeggenschap van verpleegkundigen, maar ook van andere zorgprofessionals (inspraak,
samenspraak en tegenspraak) dient altijd een belangrijk aandachtspunt te zijn voor
zorginstellingen. In een tijd waarin veel van ons zorgpersoneel wordt gevraagd is
dit des te belangrijker. In deze bijzondere tijd is een goede samenwerking tussen
bestuurders en werknemers immers essentieel.
Het vergroten van inspraak in de zorg heeft dan ook zeker mijn aandacht en hierop
wordt ook reeds ingezet. Een aantal initiatieven binnen de zorg die hieraan bijdragen
zijn bijvoorbeeld de representatieve steekproef waarmee zorgmedewerkers in het kader
van het onderzoeksprogramma Arbeidsmarkt Zorg en Welzijn twee maal per jaar worden
bevraagd, de intrede van de Verpleegkundige Advies Raad (VAR) of een vergelijkbare
vorm, zoals de Zorg Advies Raad, de afspraken die in cao’s zijn gemaakt over inspraak
van zorgprofessionals en tot slot de toets van de commissie Werken in de Zorg op de
RAAT’s of medewerkers voldoende worden betrokken bij de regionale aanpakken.
Vraag 10
Kunt u deze vragen beantwoorden voor het eerstvolgende Kamerdebat over de bestrijding
van het coronavirus?
Antwoord 10
Ik streef ernaar Kamervragen te beantwoorden binnen de daarvoor geldende termijnen.
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
T. van Ark, minister voor Medische Zorg -
Mede namens
H.M. de Jonge, minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.