Schriftelijke vragen : De aanhoudende klachten rond laag frequent geluid bij windturbines
Vragen van de leden Beckerman en Van Gerven (beiden SP) aan de Ministers van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties en van Economische Zaken en Klimaat en de Staatssecretaris van Volksgezondheid, Welzijn en Sport over de aanhoudende klachten rond laag frequent geluid bij windturbines (ingezonden 28 september 2020).
Vraag 1
Heeft u kennisgenomen van het VPRO radioprogramma Argos op zaterdag 26 september 2020
met als titel «Wakker van de windmolen»?1
Vraag 2
Bent u bekend met de klachten van betrokken omwonenden ontstaan als gevolg van laagfrequent
geluid?2
Vraag 3
Kunt u aangeven hoe het kan dat, ondanks dat al in 2013 in het rapport van het Rijksinstituut
voor Volksgezondheid en Milieu (RIVM) «Windturbines invloed op beleving en gezondheid
van omwonenden» wordt aangegeven dat laagfrequent geluid van windturbines verder draagt
dan geluid met een hogere frequentie en trillingen veroorzaakt in nabijgelegen woningen,
er nog steeds geen aanvullende normen zijn gesteld aan geluid en afstand tot bebouwing
van windturbines?3 Kunt u dit uitgebreid toelichten?
Vraag 4
Bent u bereid om een nader onderzoek te starten naar de in deze aflevering van Argos
aangehaalde gezondheidsklachten, zoals hart- en herseninfarcten, rond laagfrequent
geluid bij windturbines?
Vraag 5
Bent u bereid om, nu in landen zoals Duitsland, Denemarken, Canada en Nieuw- Zeeland,
strengere regels (zijn) gaan gelden rond windturbines en de afstand tussen windturbine
en bebouwing, de Kamer te informeren over de onderliggende wetenschappelijke onderbouwing
van het door deze landen aangescherpte beleid, en waarom dit niet leidt tot een aanpassing
van het Nederlandse beleid?
Vraag 6
Kunt u aangeven welke rol de beperkte ruimte in ons land heeft gespeeld bij het vaststellen
van de minimale afstand tussen windturbines en bebouwing en tot welke afweging dit
heeft geleid als het gaat om de te verwachten geluidsoverlast en gevolgen voor de
volksgezondheid?
Vraag 7
Is het waar dat als we van feitelijke metingen uit zouden gaan – zoals voorheen het
geval was – in plaats van modelmatige gemiddelden de mogelijkheden voor het bouwen
van windmolens zouden worden beperkt? Kunt u aangeven in welke mate hiervan sprake
zou zijn?
Vraag 8
Vindt u dat de huidige geluidsnormering van windturbines de omwonenden voldoende beschermt
tegen geluidshinder, en kunt u aangeven hoeveel procent van de omwonenden op dit moment
ernstige hinder ondervinden ondanks de gestelde geluidsnormen?
Vraag 9
Kunt u aangeven wat de gevolgen voor de volksgezondheid in Nederland en de bouw van
windturbines zouden zijn als de door de wetenschappers in het Argos programma voorgestelde
norm van 35 dB (gemiddeld op de gevel) zou worden toegepast?
Vraag 10
Kunt u aangeven waarom er besloten is om niet langer te werken met een kennisplatform
waarin ook de omwonenden vertegenwoordigd zijn, en bent u bereid er voor te zorgen
dat er een nieuw platform komt waarbinnen ook omwonenden een inbreng hebben?
Vraag 11
Kunt u aangeven op welke wijze er straks bij de uitvoering van de Regionale Energie
Strategieën (RES), met opnieuw veel windturbines op land, invulling wordt gegeven
aan de belangen van de omwonenden in relatie tot het belang van initiatiefnemers,
ondernemers en het belang van de regio te voldoen aan de opgave van het Rijk?
Vraag 12
Kunt u aangeven hoeveel ruimte de RES-regio’s krijgen als er onvoldoende draagvlak
is voor de in de RES aangekondigde plannen?
Vraag 13
Kunt u deze vragen beantwoorden voor het komende algemeen overleg Omgevingswet?
Indieners
-
Gericht aan
K.H. Ollongren, minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties -
Gericht aan
E.D. Wiebes, minister van Economische Zaken en Klimaat -
Gericht aan
P. Blokhuis, staatssecretaris van Volksgezondheid, Welzijn en Sport -
Indiener
Sandra Beckerman, Kamerlid -
Medeindiener
H.P.J. van Gerven, Tweede Kamerlid
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.