Antwoord schriftelijke vragen : Antwoord op vragen van het lid Koerhuis over het bericht dat woningcorporatie De Alliantie Sammy-Jo uit huis zet na het overlijden van haar vader
Vragen van het lid Koerhuis (VVD) aan de Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties over het bericht dat woningcorporatie De Alliantie Sammy-Jo uit huis zet na het overlijden van haar vader (ingezonden 19 augustus 2020).
Antwoord van Minister Ollongren (Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties) (ontvangen
24 september 2020). Zie ook Aanhangsel Handelingen, vergaderjaar 2019–2020, nr. 4073.
Vraag 1
Kent u het bericht «Sammy-Jo (21) wordt huis uitgezet na overlijden vader»?1
Antwoord 1
Ja.
Vraag 2 en 3
Deelt u de mening dat bij een ingrijpende gebeurtenis zoals het overlijden van een
familielid verwacht mag worden dat corporaties de menselijke maat hanteren? Vindt
u het in dat licht passend dat een corporatie zich erop beroept dat een termijn is
overschreden en dat een inwonende dochter niet formeel stond ingeschreven?
Vindt u dat corporatie De Alliantie in strijd handelt met de afspraak dat er tijdens
de coronacrisis geen huisuitzettingen plaatsvinden, tenzij er sprake is van criminaliteit
of ernstige overlast? Zo ja, gaat u de corporatie hier indringend op aanspreken? Zo
nee, waarom niet?
Antwoord 2 en 3
In de huidige crisisperiode is het temeer van belang dat alle partijen hun verantwoordelijkheid
nemen om eraan bij te dragen dat niemand op straat belandt. Vanuit de verhuurders
is er grote bereidwilligheid getoond om huisuitzettingen als gevolg van de coronacrisis
te voorkomen. Hierbij geldt als gezamenlijke lijn in het statement dat huisuitzettingen
als gevolg van de financiële situatie van de huurder voorlopig worden uitgesteld gedurende
de crisisperiode, tenzij er evidente redenen zijn, zoals criminele activiteiten of
extreme overlast.
De situatie waarin Sammy-Jo terecht is gekomen is zeer verdrietig. In het geval van
Sammy-Jo gaat het om een situatie waarin het huurcontract bij een overlijden van haar
vader automatisch eindigt op het moment dat verhuurder of huurder niets doen. Volwassen
kinderen worden door de wet niet als medehuurder, maar als medebewoner aangemerkt.
Medebewoners hebben het huurcontract niet medeondertekend. Het gevolg is dat een medebewoner
het huurcontract alleen kan voortzetten als de rechter dat op vordering van de medebewoner
heeft bepaald, of als de verhuurder daarmee instemt. Verhuurders mogen op grond van
het Burgerlijk Wetboek niet zomaar instemmen met een verzoek tot voortzetting van
het huurcontract. Huurcontracten zijn niet overerfbaar. De gedachte daarachter is
dat een verhuurder anders geen nieuwe huurders kan kiezen. Bovendien komen de woningen
in dat geval niet vrij voor andere woningzoekenden.
Verhuurders (en daarmee ook woningcorporaties) mogen alleen instemmen met een verzoek
tot voortzetting van het huurcontract als is voldaan aan de wettelijke eis dat er
gedurende (minstens twee jaar) sprake was van een duurzame gemeenschappelijke huishouding.
Van een duurzame gemeenschappelijke huishouding wordt in de regel niet uitgegaan.
Daarvan kan wel worden gesproken als ouder en kind gedurende twee jaar een wederkerige
zorgrelatie hebben en delen in de kosten van de huishouding. Woningcorporaties moeten
bij de beoordeling van een verzoek tot voorzetting van het huurcontract door een volwassen
kind daarnaast rekening houden met de regels die gemeenten opstellen voor de verdeling
van woonruimten. Deze regels worden onder andere neergelegd in een huisvestingsverordening.
Van De Alliantie heb ik begrepen dat zij samen met Sammy-Jo naar een passende oplossing
heeft gezocht en dat er inmiddels vervangende woonruimte is gevonden bij woningcorporatie
Dudok Wonen. Hier kan Sammy-Jo op korte termijn terecht. Tot die tijd mag zij in haar
ouderlijk huis blijven wonen.
Vraag 4
Wat vindt u ervan dat de corporatie de huur opzegt op het moment dat de tijdelijke
wet verlenging tijdelijke huurcontracten afloopt? Acht u het waarschijnlijk dat de
corporatie deze datum bewust gekozen heeft?
Antwoord 4
Zoals toegelicht onder vraag 2 en 3 gaat het in het geval van Sammy-Jo niet om een
opzegging van de huur door een woningcorporatie, maar om een contract dat automatisch
eindigt bij het overlijden van de huurder. Bij een contract dat automatisch eindigt
kan niet worden gesproken van een bewuste keuze van de verhuurder. Ik acht het daarom
onwaarschijnlijk dat er een samenhang is met het aflopen van de tijdelijke wet verlenging
tijdelijke huurcontracten. Daar komt bij dat ik van De Alliantie heb begrepen dat
zij samen met Sammy-Jo op zoek zijn gegaan naar een passende oplossing. Sammy-Jo mocht
tot die tijd in haar ouderlijk huis blijven wonen. Inmiddels is bekend dat Sammy-Jo
op korte termijn terecht kan bij een woonproject van woningcorporatie Dudok Wonen.
Vraag 5 en 6
Wat vindt u van de uitspraak van de corporatie dat er formeel geen huisuitzetting
is, omdat het contract op naam van de inmiddels overleden vader stond? Deelt u de
mening dat de feitelijke uitkomst hetzelfde is?
Is het waar dat het doel van de afspraak «geen huisuitzettingen tijdens Corona» is
dat huurders tijdens de COVID-19 crisis niet op straat komen te staan? Deelt u de
mening dat de corporatie in strijd met het doel van deze afspraak handelt?
Antwoord 5 en 6
Het Kabinet heeft maatregelen genomen om ervoor te zorgen dat er tijdens de coronacrisis
zo min mogelijk mensen in de financiële problemen komen. Daarnaast is met Aedes, IVBN,
Vastgoed Belang en Kences afgesproken dat tijdens de coronacrisis huisuitzettingen
voorlopig worden uitgesteld tenzij er evidente redenen zijn, zoals criminele activiteiten
of extreme overlast. Het klopt dat het in het geval van Sammy-Jo niet om een huisuitzetting
gaat, maar belangrijker vind ik dat door De Alliantie naar een passende oplossing
is gezocht en dat er inmiddels een andere woonruimte is gevonden. Die belofte en de
gevonden oplossing zijn in lijn met de afspraak «geen huisuitzettingen tijdens Corona»
en geven blijk van een op maatwerk gerichte oplossing.
Vraag 7
In hoeverre klopt de bewering van de corporatie dat het filmpje met de verklaring
van de inmiddels overleden vader geen meerwaarde meer heeft? Is hier geen sprake van
een mondelinge overeenkomst, aangezien de corporatie eerder aangaf dat een filmpje
genoeg zou zijn?
Antwoord 7
Woningcorporaties dienen bij de beoordeling van een duurzame gemeenschappelijke huishouding
op grond van de wet rekening te houden met alle omstandigheden van het geval, in onderling
verband. Zoals hierboven toegelicht wordt een duurzame gemeenschappelijke huishouding
in de regel niet verondersteld. De gedachte daarachter is als huurcontracten overerfbaar
zouden zijn, verhuurders geen kans zouden krijgen nieuwe huurders te kiezen. Bovendien
komen woningen bij een overerfbaarheid van huurcontracten niet vrij voor andere woningzoekenden.
De Alliantie heeft aangegeven haar beoordeling zo zuiver en zorgvuldig mogelijk uit
te voeren en daarbij alle relevante feiten en omstandigheden te betrekken. Het filmpje
met de verklaring van de vader van Sammy-Jo is hier onderdeel van, maar is, in tegenstelling
tot wat in de berichtgeving van RTL wordt gesuggereerd, niet doorslaggevend. Daarbij
geeft De Alliantie aan dat de toezegging dat het filmpje genoeg zou zijn voor een
voortzetting van het huurcontract, niet heeft plaatsgevonden.
Vraag 8
Bent u bereid op korte termijn de corporatie te wijzen op de afspraken die in maart
met Aedes zijn gemaakt over het voorkomen van huisuitzettingen en aan te dringen op
een oplossing?
Antwoord 8
Inmiddels heeft De Alliantie aangegeven dat er voor Sammy-Jo een passende oplossing
is gevonden. Zij kan op korte termijn terecht in een woonproject van woningcorporatie
Dudok Wonen. Tot die tijd mag zij in haar ouderlijk huis blijven wonen.
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
K.H. Ollongren, minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.