Antwoord schriftelijke vragen : Antwoord op vragen van de leden Kuiken en Van den Hul over een incident in een AZC waarbij een lesbische vrouw met kokend water werd overgoten
Vragen van de leden Kuiken en Van den Hul (beiden PvdA) aan de Staatssecretaris van Justitie en Veiligheid over een incident in een AZC waarbij een lesbische vrouw met kokend water werd overgoten (ingezonden 11 augustus 2020).
Antwoord van Staatssecretaris Broekers-Knol (Justitie en Veiligheid) (ontvangen 23 september
2020). Zie ook Aanhangsel Handelingen, vergaderjaar 2019–2020, nr. 3958.
Vraag 1
Kent u het bericht «Lesbische asielzoekster die overgoten werd met kokend water in
azc Gilze «verkeert in shock»»?1 en herinnert u zich uw antwoorden op de schriftelijke vragen van de leden Kuiken
(PvdA) en Jasper van Dijk (SP) over het bericht dat het COA asielzoekers, die slachtoffer
zijn van een zedendelict, afraadt aangifte te doen?2
Antwoord 1
Ja, ik ken het bericht en ik herinner mij de antwoorden op de schriftelijke vragen
waar u naar verwijst.
Vraag 2 en 3
Is het waar dat het slachtoffer niet door de geneeskundige dienst van het Centraal
Orgaan opvang Asielzoekers (COA) in Gilze werd behandeld? Zo ja, waarom niet? Zo nee,
wat is er dan niet waar?
Hoe verloopt de nazorg aan het slachtoffer?
Antwoord 2 en 3
Ik kan niet gedetailleerd ingaan op de specifieke omstandigheden van de individuele
zaak. Op basis van de informatie die ik heb ontvangen, maak ik op dat er naar omstandigheden
correct is en wordt gehandeld en dat het slachtoffer direct na het incident medische
zorg heeft ontvangen.
Vraag 4
Deelt u de mening dat asielzoekers met een LHTBI-achtergrond een groter risico op
mishandeling, een zedenmisdrijf of discriminatie binnen een asielzoekerscentrum (AZC)
lopen dan heteroseksuele asielzoekers? Zo ja, waarom en welke conclusie verbindt u
hieraan? Zo nee, waarom niet?
Antwoord 4
De veiligheid en leefbaarheid voor eenieder op een opvanglocatie staat voorop in de
begeleiding van het COA.
In een opvanglocatie wonen veel mensen bij elkaar op een relatief klein oppervlak,
vaak in een onzekere periode van hun leven, dat legt druk op de intermenselijke verhoudingen.
Hierdoor kunnen incidenten ontstaan waarin soms de verschillen tussen de mensen uitvergroot
worden. Deze verschillen kunnen slaan op de seksuele geaardheid van personen, maar
ook op geloof, ras etc. Uiteraard is discriminatie of ongewenst gedrag in reactie
op deze verschillen onacceptabel en dient hier in elk geval tegen opgetreden te worden.
Er kan echter niet zonder meer gesteld worden dat personen met een LHBTI-achtergrond
een groter risico lopen op bijvoorbeeld mishandeling of discriminatie dan andere personen.
Vraag 5
Beschikt u nog steeds niet over cijfers ten aanzien van de mate waarin LHTBI-asielzoekers
slachtoffer van een misdrijf binnen een AZC worden? Zo ja, waarom beschikt u niet
over die cijfers en acht u het niet hoog tijd dat u tenminste een beeld van deze problematiek
gaat krijgen?
Antwoord 5
Op 20 januari jongstleden3 heb ik in de beantwoording op de Kamervragen waar u naar verwijst, gemeld dat het
COA niet registreert of iemand LHBTI is. Het COA beschikt niet over incidentencijfers
ten aanzien van specifieke groepen asielzoekers op basis van levensovertuiging, geaardheid,
etniciteit, etc.
In het bewonersinformatiesysteem van het COA kan, maar dan op beschrijvende wijze,
opvallend gedrag van personen opgenomen worden, zodat, op persoonsniveau, inzicht
ontstaat in (dader)gedragingen. Dit is inzichtelijk voor medewerkers van het COA en
wordt overgedragen aan een andere locatie op het moment dat de bewoner verhuist. Deze
informatie kan gebruikt worden bij de begeleiding van personen en kan tevens dienen
als dossieropbouw bij eventuele toekomstige incidenten.
Vraag 6
Hoe worden LHBTI-asielzoekers binnen een AZC concreet beschermd? Over welke mogelijkheden
beschikken AZC’s en in welke mate wordt hier gebruik van gemaakt?
Antwoord 6
Het COA geeft voorlichting aan asielzoekers over het gelijkheidsbeginsel in de Grondwet.
Asielzoekers moeten elkaars cultuur, geloof, sekse en seksuele geaardheid respecteren.
Dat staat in de huisregels en wordt verteld in het rechten- en plichtengesprek en
in de begeleidingsprogramma's. De huisregels zijn in diverse talen beschikbaar op
papier en digitaal toegankelijk via MyCOA, een voor alle bewoners toegankelijk communicatiemiddel
vanuit het COA. Ook hangen er posters in de opvanglocaties. Indien asielzoekers elkaar
niet in hun waarde laten, dan gaat het COA met ze in gesprek of neemt maatregelen.
In de begeleiding van het COA en de contacten met de bewoners is oog voor de kwetsbaarheid
van asielzoekers. De mogelijke kwetsbaarheid kan aanwezig zijn als gevolg van leeftijd,
sekse, gezondheid, levensovertuiging, seksuele geaardheid, etc. Op het moment dat
het bekend is, kan rekening gehouden worden met eventuele benodigde aanpassingen in
bijvoorbeeld plaatsing op een locatie, wijze van begeleiding of aanvullende begeleiding
of verzorging vanuit andere organisaties. Echter, niet in alle gevallen is evident
dat iemand tot een kwetsbare groep hoort. Of hij of zij maakt dat niet bekend.
Bij signalen die erop kunnen duiden dat er sprake is van onheuse bejegening, discriminatie,
etc. zal het gesprek met betrokkenen worden aangegaan om de Nederlandse waarden en
normen over te brengen. Mochten deze gesprekken onvoldoende opleveren, dan kan overgegaan
worden naar maatregelen uit het Regeling Onthouding Verstrekkingen beleid, waaronder
de mogelijkheid iemand naar de Handhaving- en Toezichtlocatie (HTL) te verplaatsen.
Specifiek voor de groep LHBTI zijn er contactpersonen die fungeren als vraagbaak en
kennishouder met betrekking tot het onderwerp. Zij onderhouden ook contacten met LHBTI-organisaties
in de omgeving. Om medewerkers handvatten te bieden in de begeleiding van LHBTI-bewoners
heeft het COA samen met COC Nederland een aantal trainingen ontwikkeld en is er voor
alle medewerkers de mogelijkheid voor intervisie en coaching on the job.
Vraag 7
Deelt u de mening dat er voor LHBTI-asielzoekers een specifieke AZC moet komen? Zo
ja, hoe gaat u hiervoor zorgen? Zo nee, waarom niet?
Antwoord 7
Ik deel deze mening niet. Het isoleren van kwetsbare groepen of slachtoffers uit dergelijke
groepen geeft een verkeerd signaal af en kan een stigmatiserend effect hebben op leden
van deze groepen. Daarbij geldt dat niet alle asielzoekers die tot een bepaalde groep
behoren apart opgevangen willen worden. Categoriale opvang voor asielzoekers past
niet in de wijze waarop wij met elkaar samenleven in Nederland en het doet geen recht
aan de positie van deze groepen.
Toelichting:
Deze vragen dienen ter aanvulling op eerdere vragen terzake van het lid Groothuizen
(D66), ingezonden 7 augustus 2020 (2020Z14560) en de vragen van het lid Bergkamp (D66), ingezonden 8 augustus 2020 (2020Z14580).
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
A. Broekers-Knol, staatssecretaris van Justitie en Veiligheid
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.