Antwoord schriftelijke vragen : Antwoord op vragen van de leden Wilders, Emiel van Dijk en Kops over het aan hun lot overlaten van kwetsbare Nederlanders ten gunste van statushouders in Amsterdam
Vragen van de leden Wilders, Emiel vanDijk en Kops (allen PVV) aan de Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties en de Staatssecretaris van Justitie en Veiligheid over het aan hun lot overlaten van kwetsbare Nederlanders ten gunste van statushouders in Amsterdam (ingezonden 4 september 2020).
Antwoord van Minister Ollongren (Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties) (ontvangen
21 september 2020).
Vraag 1
Kent u het bericht «Links college: statushouders krijgen voorrang op mensen met medische
problemen»?1
Antwoord 1
Ik ken het bericht.
Vraag 2, 3 en 4
Deelt u de mening dat het onacceptabel is dat de gemeente Amsterdam mensen met medische
problemen aan hun lot overlaat ten gunste van profiteurs die hier in eerste instantie
niet eens hadden mogen zijn?
Gaat u eindelijk ingrijpen bij linkse gemeentebesturen die woningen met voorrang vergeven
aan statushouders ten koste van Nederlanders? Zo neen, waarom houdt u deze ongegeneerde
vorm van discriminatie van Nederlanders in stand?
Bent u bereid om alle subsidies, overheidsgelden en andere steun van de rijksoverheid
aan de gemeente Amsterdam per direct stop te zetten / in te trekken zolang deze discriminatie
van (kwetsbare) Nederlanders niet is gestopt? Zo neen, waarom niet?
Antwoord 2, 3 en 4
In Nederland wordt geen onderscheid gemaakt op basis van nationaliteit. Iedereen in
Nederland wordt in gelijke gevallen gelijk behandeld. Dat uitgangspunt is in onze
Grondwet verankerd. De gemeente is verantwoordelijk voor het huisvesten van vergunninghouders
conform de halfjaarlijkse taakstelling. Veelal wordt in samenwerking met corporaties
gezocht naar een passende woning voor vergunninghouders, waarvan is bepaald dat zij
verblijfsrecht in Nederland hebben, en andere doelgroepen, zoals de medische urgenten.
Gemeenten kunnen er ook voor kiezen om statushouders op een andere wijze te huisvesten.
Nadat de verplichte urgentiestatus van statushouders per 1 juli 2017 uit de Huisvestingswet
is gehaald kunnen gemeenten zelf bepalen welke categorieën woningzoekenden ze als
urgentiecategorie in de huisvestingsverordening wensen op te nemen. Deze keuze wordt
daarmee lokaal bepaald. Dat statushouders op dit moment nog steeds door de meeste
gemeenten in een urgentieregeling als voorrangscategorie worden beschouwd, is het
gevolg van de afwegingen die gemeenten hebben gemaakt gegeven enerzijds de huidige
lokale situatie op de woningmarkt en anderzijds de taakstelling die gemeenten hebben
om statushouders te huisvesten.
Tijdige huisvesting is niet alleen in het belang van statushouders, maar ook in het
belang van de Nederlandse samenleving. Dan kunnen zij sneller participeren in en bijdragen
aan de Nederlandse samenleving. Bovendien zorgt een snelle doorstroom naar huisvesting
ervoor dat de maatschappelijke impact en financiële kosten die gepaard gaan met de
opvang van asielzoekers beperkt worden gehouden. Omdat er in het gegeven voorbeeld
geen sprake is van discriminatie en de gemeente Amsterdam moet voldoen aan de wettelijke
taakstelling, ben ik niet voornemens om steun aan de gemeente stop te zetten of in
te trekken.
Nog belangrijker dan de toewijzing van woningen is de beschikbaarheid van voldoende
woningen. Door veel partijen wordt daarom gezamenlijk hard gewerkt om het aanbod te
vergroten. Daarbij is het van belang te zorgen voor meer flexibiliteit op de woningmarkt
en betere aansluiting met de asielopvang te creëren. Het kabinet heeft daarom 3 miljoen
euro beschikbaar gesteld voor een tiental pilots waarbij zal worden geëxperimenteerd
met flexibele opvang- en/of huisvestingsoplossingen. Te denken valt aan het tijdelijk
en gemixt huisvesten van verschillende doelgroepen alsook het aanbieden van opvangoplossingen
in de buurt van de gemeente van uitplaatsing. De eerste pilots zijn dit jaar gestart.
Ten slotte wijs ik op het beschikbaar stellen van 50 miljoen euro voor 2020 als stimulans
voor de bouw van (flexibele) huisvesting voor kwetsbare groepen. Deze woningen kunnen
doorgaans snel geplaatst worden, doordat een impuls wordt gegeven aan concrete projecten
die snel te realiseren zijn.
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
K.H. Ollongren, minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.