Antwoord schriftelijke vragen : Antwoord op op vragen van het lid Kwint over diverse berichten aangaande ontslagen bij poppodia en andere culturele instellingen
Vragen van het lid Kwint (SP) aan de Ministers van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap, van Economische Zaken en Klimaat en van Sociale Zaken en Werkgelegenheid over diverse berichten aangaande ontslagen bij poppodia en andere culturele instellingen (ingezonden 13 juli 2020).
Antwoord van Minister Van Engelshoven (Onderwijs, Cultuur en Wetenschap), mede namens
de Staatssecretaris van Economische Zaken en Klimaat en de Minister van Sociale Zaken
en Werkgelegenheid (ontvangen 15 september 2020). Zie ook Aanhangsel Handelingen,
vergaderjaar 2019–2020, nr. 3678.
Vraag 1
Wat is uw reactie op het bericht «Poppodium Paradiso zet kwart van personeel op straat»
en soortgelijke berichten over ondermeer poppodia 013, AFAS Live, Ziggo Dome en De
Neushoorn?1 2 3 4
Antwoord 1
Ik ben op de hoogte van deze berichten.
Vraag 2
Deelt u de analyse van poppodium Paradiso dat er pas structureel uitzicht is op een
levensvatbare popsector wanneer regelingen zoals de NOW beschikbaar zijn? Op welke
wijze bent u bereid het steunpakket voort te zetten en ontslagen zoveel mogelijk te
voorkomen?
Antwoord 2
Poppodia en andere ondernemingen uit de evenementensector zullen minder inkomsten
genieten zo lang de contact-beperkende maatregelen gelden. Het is nu nog niet duidelijk
wanneer de contact-beperkende maatregelen verder kunnen worden afgeschaald, dan wel
definitief worden opgeheven.
Om werkgevers zo veel mogelijk in staat te stellen deze onzekere tijd te overbruggen
heeft het kabinet meerdere steunmaatregelen ingevoerd, waaronder de NOW I en II. Deze
noodmaatregelen zijn bedoeld ter overbrugging en zijn per definitie tijdelijk van
aard. Poppodia konden tot 31 augustus een aanvraag indienen voor de tweede tranche
NOW.
Het zou goed kunnen dat een werkgever gezien specifieke omstandigheden er toe besluit
om over te gaan op herstructurering. Dit is een keuze aan de werkgever zelf, maar
zal wel gevolgen hebben voor de uiteindelijke hoogte van de NOW-uitkering. De NOW
is namelijk enkel gericht op het op peil houden van de loonsom, wanneer de loonsom
niet op peil wordt gehouden, zal de NOW-subsidie ook evenredig lager worden vastgesteld.
Wat betreft de voortzetting van de noodsteun heeft het kabinet in de Kamerbrief van
28 augustus jl. aangekondigd dat zij de NOW, Tozo en TVL zullen continueren met negen
maanden. Deze regelingen worden richting de zomer in fases verantwoord, aangescherpt
en specifieker gericht, met meer ruimte voor herstructurering als die nodig is. Voor
de TVL wordt het maximale subsidiebedrag verhoogd en wordt in 2021 de regeling verder
aangescherpt naar de bedrijven die de steun het hardst nodig hebben. Naast deze drie
instrumenten, blijven de maatregelen die ondernemers van liquiditeit kunnen voorzien,
beschikbaar. Daarnaast ondersteunt het kabinet aanpassing waar nodig. Met meer dan
€ 1 miljard aan extra middelen krijgen sociale partners, gemeenten, uitvoeringsorganisaties
en scholen de ruimte om mensen van wie werk onder druk staat of die hun rekeningen
niet meer kunnen betalen perspectief te bieden. Hiervoor zet het kabinet in op goede
begeleiding van werk(loosheid)naar werk, (om)scholing en ontwikkeling, het tegengaan
van armoede en problematische schulden, het aanpakken van jeugdwerkloosheid en het
beschermen van kwetsbare groepen op de arbeidsmarkt.
Vraag 3
Hoeveel podia, schouwburgen en theaters hebben naar uw weten reeds ontslagrondes aangekondigd?
Hoeveel freelancers en mensen in vaste dienst zijn al hun werkzaamheden kwijtgeraakt?
Bent u bereid om indien nodig regelingen als de TOZO en de TVL voort te zetten zolang
deze sector nog te maken heeft met door de overheid opgelegde beperkende maatregelen?
Antwoord 3
Op dit moment is er nog geen compleet beeld van de economische gevolgen voor culturele
instellingen, waaronder podia, schouwburgen en theaters. Voor het einde van dit jaar
rondt de Boekmanstichting een onderzoek af naar de economische gevolgen voor culturele
instellingen. Daarnaast onderzoekt het CBS de economische gevolgen voor zelfstandigen.
Het CBS verwacht dit najaar dit onderzoek af te ronden.
Zie voor een antwoord op uw vraag over de voortzetting van de noodsteun de beantwoording
bij vraag 2.
Vraag 4
Op welke manier bent u voornemens om uw toezegging waar te maken dat er genoeg mogelijkheden
zijn deze zomer om te voorkomen dat noodlijdende instellingen, zoals poppodia, failliet
gaan? Deelt u de analyse dat faillissementen door een tijdelijke noodsituatie als
corona kapitaalvernietiging zouden zijn in een branche die de afgelopen jaren alleen
maar gegroeid is en dat er geen enkele reden is om aan te nemen dat er na de coronacrisis
minder vraag zou zijn naar cultuur?
Antwoord 4
Zoals ik heb aangegeven in het debat van 29 juni jl. wil ik faillissementen zoveel
mogelijk zien te voorkomen. Tegelijkertijd moeten we realistisch blijven. In geen
enkele sector kunnen we iedere organisatie of onderneming redden. Ook na deze coronacrisis
is het zaak om een culturele sector te hebben die nog kwaliteit in zich heeft en die
veerkrachtig is. Dat zie ik als een gezamenlijk opgave. Zie ook het antwoord op vraag
5 voor de gezamenlijke inzet.
Vraag 5
Kunt u een overzicht geven van de ondersteuningsmaatregelen waar poppodia, theaters
en schouwburgen net als festivals nu een beroep op kunnen doen? Gebeurt dit naar uw
inschatting voldoende? Zijn deze regelingen toereikend voor het voortbestaan van deze
pijlers van onze culturele infrastructuur?
Antwoord 5
Poppodia, theaters en schouwburgen vallende onder de SBI-code 90.04.1 kunnen aanspraak
maken op de Tegemoetkoming Vaste Lasten MKB (TVL), en hiervoor de TOGS, mits zij aan
de overige gestelde voorwaarden voldoen. De TVL-regeling is bedoeld als ondersteuning
in de vaste lasten voor de periode van juni t/m september 2020. Zoals aangegeven in
de beantwoording bij vraag 2, heeft het kabinet op 28 augustus jl. aangekondigd deze
regeling met negen maanden5 te verlengen6.
Op 2 september 2020 waren er in de TVL binnen de SBI-code 90.04.1, 70 aanvragen ingediend.
Hiervan zijn 65 toegekend, en 2 zijn nog in behandeling. Het bedrag dat is toegekend
is € 2,1 mln. Voor de TOGS-regeling zijn binnen deze SBI-code 159 aanvragen ingediend
en toegekend, waarmee een bedrag is gemoeid van € 636.000.
Daarnaast hebben de 77 door OCW gesubsidieerde instellingen en circa 200 instellingen
en festivals die meerjarig gesubsidieerd worden vanuit de zes Rijkscultuurfondsen
inmiddels hun aanvullende subsidie ontvangen. Het gaat in totaal om € 153 miljoen.
Van de € 153 miljoen is er € 3.528.500 naar de festivals in de Basisinfrastructuur
gegaan.
Podia die aanvullende ondersteuning krijgen van de gemeente en/of provincie, komen
in aanmerking voor subsidie van het Fonds Podiumkunsten als zij in 2017 of 2018 SRP-subsidie
kregen of in 2018 behoorden tot de nationale poppodia zoals door de eigen branchevereniging
VNPF aangegeven. Van de 112 aanvragers die een beroep op het fonds hebben gedaan,
zijn er 96 aanvragers gehonoreerd voor een totaalbedrag van € 23.571.744. Gemeenten
ontvangen via het gemeentefonds een voorschot op de compensatie van door Corona opgelopen
schade van € 60 miljoen. Deze middelen zijn bedoeld voor de ondersteuning van de lokale
en regionale culturele infrastructuur, waaronder (pop)podia. BZK en VNG zijn nog in
overleg over de compensatie voor gemeenten voor 2020 in zijn geheel. Daarnaast hebben
veel gemeenten en provincies regionale steunpakketten ontwikkeld, waar podia ook een
beroep op kunnen doen.
Eerder heb ik signalen gekregen dat cultureel ondernemers moeilijk terecht kunnen
in de bancaire wereld. Dat is ook een van de redenen dat ik € 30 miljoen investeer
voor leenfaciliteiten op maat gemaakt voor deze sector bij Cultuur + Ondernemen.
Naast deze financiële ondersteuning, ontwikkelt de Raad voor Cultuur, samen met de
sector, een aantal toekomstscenario’s. De uitkomsten worden direct gedeeld zodat elk
podium, groot en klein, hier gebruik van kan maken.
Daarnaast wordt er voor grote theaters zoals bijvoorbeeld Carré, onder andere met
behulp van een bijdrage van OCW, via het Topconsortium voor Kennis en Innovatie gewerkt
aan een fieldlab-aanpak. In het fieldlab worden bouwstenen ontwikkeld voor protocollen.
Zodat er op basis een gevalideerde aanpak en wetenschappelijk onderzoek kan worden
gekeken wat er kan. Deze bouwstenen zijn te gebruiken door alle podia.
Vraag 6
Deelt u de opvatting van enkele poppodia dat wanneer zij pas in september iets horen
over de eventuele mogelijkheden voor programmering de rest van het jaar, zij op geen
enkele manier kunnen anticiperen op een verdienmodel in hun programmering tot 2021?
Hoe verwacht u dat podia nu kosten gaan maken voor promotie en personeel wanneer zij
niet weten voor hoeveel mensen de programma’s die zij nu boeken later in dit jaar
kunnen worden uitgevoerd?
Antwoord 6
Ik vind dat de innovatieve kracht van de sector in gezamenlijkheid gestimuleerd moet
worden, waarbij voorop staat dat de sector zichzelf heruitvindt en ontwikkelt. De
Raad voor Cultuur ondersteunt de gehele sector daarbij, gesubsidieerd en ongesubsidieerd,
door de ontwikkeling van verschillende toekomstscenario’s. De uitkomsten worden met
elkaar onderzocht in een fieldlab-aanpak. Die werkmethode wordt nu ook toegepast in
de fieldlabs voor de evenementen onder leiding van de topsector Creatieve Industrie.
Gedurende het proces zal er voortdurend kennis en ervaring worden gedeeld met heel
de sector, zodat de sector meteen aan de slag kan. De Raad voor Cultuur zal in het
najaar een advies publiceren over hoe de sector meer wendbaar en weerbaar kan worden.
Vraag 7
Deelt u de vrees van podia dat zij aangeklaagd kunnen worden voor contractbreuk en
alsnog de complete gages aan artiesten moeten betalen, wanneer zij optredens op anderhalve
meter moeten organiseren of vanwege de kosten in zijn geheel moeten afgelasten?
Antwoord 7
Voor veel ondernemers zijn dit zware tijden, ook voor cultureel ondernemers. In de
gesprekken die ik heb gevoerd, hoor ik terug dat men zoveel mogelijk probeert om samen
tot een oplossing te komen.
Vraag 8
Bent u bereid om met podia, festivals, theaters en schouwburgen en hun vertegenwoordigers
ook gedurende de zomer in gesprek te blijven, zodat eventuele mogelijkheden verkend
kunnen worden en zij niet hoeven te wachten tot september voor meer duidelijkheid?
Antwoord 8
Deze zomer ben ik in contact gebleven met de culturele en creatieve sector, dus ook
met de vertegenwoordigers van de podia, festivals, theaters en schouwburgen. Ik heb
de Raad voor Cultuur gevraagd om mij te adviseren op het wendbaar en weerbaar(der)
maken van de culturele sector. Tot slot ben ik samen met onder andere mijn collega
van EZK betrokken bij de fieldlabs voor evenementen die wordt opgezet samen met de
sector. Hier ontstaan bouwstenen die voor alle podia beschikbaar zijn.
Vraag 9
Welke aanvullende mogelijkheden ziet u om in samenspraak met andere overheden te voorkomen
dat er een kaalslag plaatsvindt in de infrastructuur van oefenruimtes, podia en festivals?
Welke instellingen hebben reeds met succes een beroep gedaan op extra ondersteuning?
Wat is het perspectief voor podia, festivals, schouwburgen en theaters wanneer lagere
overheden niet bereid zijn of niet in staat zijn om een bijdrage te leveren?
Antwoord 9
Ik verwijs u naar mijn antwoord op vraag 5.
Vraag 10
Deelt u de inschatting van poppodia en festivals dat zelfs wanneer de beperkende maatregelen
worden opgeheven, zij vanwege het vaak internationale karakter van de optredende artiesten,
nog langere tijd te maken zullen hebben met het naijleffect van deze crisis? Bent
u bereid ze ook hierin bij te staan?
Antwoord 10
Ondernemingen en organisaties met een internationaal karakter hebben niet alleen te
maken met de regelgeving van het land waarin zij gevestigd zijn, maar ook van die
met het land waarmee zij handelen. Dit is voor de culturele en creatieve sector niet
anders.
Vraag 11
Wat is de stand van zaken van uw eerder toegezegde overleg met de verzekeringsbranche
over onder meer de pandemiedekking voor festivals en podia?
Antwoord 11
Onder leiding van het Verbond van Verzekeraars zijn er nu gesprekken gaande met de
evenementbranche, de verzekeraars en verzekeringsadviseurs, en de ministeries van
EZK, Financiën en mijn ministerie om zicht te krijgen op de knelpunten en oplossingsrichtingen
te verkennen.
Vraag 12
Deelt u de zorgen dat instellingen terughoudend zijn met het aangaan van extra financiële
verplichtingen in deze crisis en dat dit weleens kan betekenen dat zij geen gebruik
maken van een leenfaciliteit zoals die bijvoorbeeld beschikbaar is bij Cultuur+Ondernemen,
zolang zij geen perspectief hebben op het terugkeren van een verdienmodel?
Antwoord 12
Met een brede groep vertegenwoordigers uit de sector, waaronder de Vereniging Vrije
Theater Producenten, heb ik overleg gehad over het leeninstrument. De leenfaciliteit
van Cultuur + Ondernemen is bedoeld voor ondernemingen in de culturele en creatieve
sector die onvoldoende gebruik kunnen maken van de generieke maatregelen en niet in
aanmerking komen voor de aanvullende subsidie voor producerende instellingen, de opengestelde
Monumenten Lening of investeringen in de vitale regionale infrastructuur. De cultuursector
is immers groter dan alleen het gesubsidieerde deel. Deze instellingen worden hiermee
in staat gesteld om publieksgerichte producties, programma’s, tentoonstellingen of
projecten te ontwikkelen. De inkomsten van deze activiteiten moeten voldoende zijn
om naar verwachting de kosten van de lening te dekken. Zo kan de lening bijdragen
aan (de heropbouw van) een gezonde exploitatie.
Ik volg het gebruik van deze lening, waarvan de aanvragen sinds 29 juni mogelijk zijn.
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
I.K. van Engelshoven, minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap -
Mede namens
M.C.G. Keijzer, staatssecretaris van Economische Zaken en Klimaat -
Mede namens
W. Koolmees, minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.