Antwoord schriftelijke vragen : Antwoord op vragen van het lid Moorlag over met corona besmette nertsen
Vragen van het lid Moorlag (PvdA) aan de Ministers van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit en van Volksgezondheid, Welzijn en Sport over met corona besmette nertsen (ingezonden 19 augustus 2020).
Antwoord van Minister Schouten (Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit), mede namens
de Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport (ontvangen 14 september 2020)
Vraag 1
Deelt u de mening dat uit de drie nieuwe besmettingen1 ook weer blijkt dat het wel erg aannemelijk is dat de tot nu toe genomen maatregelen
geen of nauwelijks effect hebben gehad? Zo nee, waarom niet?
Antwoord 1
Deze besmettingen zijn reden om aan te nemen dat de naar aanleiding van het vorige
OMT-Z genomen maatregelen onvoldoende zijn geweest om nieuwe besmettingen op nertsenhouderijen
te voorkomen. Om die reden heb ik in mijn brief van 28 augustus 2020 een aanscherping
van de huidige maatregelen en enkele aanvullende maatregelen afgekondigd. De maatregelen
betreffen een intensivering van de screening van bedrijven, een wachtperiode tussen
het werken op twee verschillende bedrijven en een verplichting om bezoek aan het bedrijf
en medewerkers die werken op het bedrijf voorafgaand te melden. Ook zal de controle
en handhaving op het naleven van de genomen maatregelen worden geïntensiveerd door
de NVWA.
Vraag 2
Waarom hebt u een nieuw advies van het OMT-Z nodig om te weten dat het aantal besmettingen
blijft toenemen en dat preventief ruimen, mede gezien het eerdere advies van het OMT-Z,
onvermijdelijk is?
Antwoord 2
In het OMT-Z advies van 17 juli staat dat wanneer er na half augustus nog nieuwe besmettingen
onder nertsenbedrijven zouden zijn, het OMT-Z dan zal adviseren om nertsenbedrijven
preventief te ruimen, mits de situatie met de verspreiding van het virus onder mensen
vergelijkbaar zou zijn met half juli. Destijds was het aantal vastgestelde besmettingen
onder mensen laag. Ook stelde het OMT-Z dat als de situatie met de verspreiding van
het virus onder mensen in Nederland zou veranderen, dit opnieuw zou moeten worden
afgewogen. Het kabinet heeft dit advies als uitgangspunt genomen. Omdat veterinaire
maatregelen op grond van de Wet alleen getroffen kunnen worden ter bescherming van
de dier- en volksgezondheid, is het OMT-Z om een vervolgadvies gevraagd om nader in
te gaan op de risicobeoordeling in het licht van de volksgezondheid. Het OMT-Z heeft
dit advies 24 augustus jl. opgesteld.
Vraag 3
Deelt u de mening dat, zoals bij de Q-koorts het geval was, ook nu onderschatting
van de risico’s dreigt omdat economische belangen boven het belang van de volksgezondheid
worden gesteld en dat daardoor ook nu onnodig veel slachtoffers gaan vallen? Zo ja,
hoe gaat u dit voorkomen? Zo nee, waarom niet?
Antwoord 3
Het kabinet vraagt steeds het OMT-Z, waarin diverse onafhankelijke experts van verschillende
onderzoeksinstituten deelnemen, om advies welke maatregelen genomen moeten worden.
Aan deze maatregelen ligt primair de bescherming van de volksgezondheid ten grondslag.
Echter dient bij iedere maatregel die genomen wordt ook rekening te worden gehouden
met dierwelzijn en diergezondheid.
Vraag 4
Waarom neemt u het risico door de besmettingen met COVID-19 onder nertsen te laten
voortwoekeren dat meer mensen besmet raken en waarom geeft u geen voorrang aan het
voorzorgprincipe door de nertsen preventief te laten ruimen? Hoeveel besmette bedrijven
moeten er nog bijkomen voordat u wel over laat gaan tot preventief ruimen?
Antwoord 4
Preventief ruimen is volgens het OMT-Z niet de meest effectieve wijze om reservoirvorming
in de nertsenhouderij te stoppen, zoals het in het advies van 24 augustus jl. heeft
aangegeven. Het OMT-Z adviseert daarom een aantal preventieve maatregelen om het risico
op reservoirvorming in de nertsenhouderij en daarmee aanhoudende introductie naar
de humane populatie te voorkomen. Ook wordt geadviseerd om de pelsdierhouderij na
het pelzen niet meer verder te laten gaan. Dit advies hebben we uitgewerkt in een
versnelde beëindiging van de pelsdierhouderij. Voor meer details hierover verwijs
ik naar mijn brief van 28 augustus 2020.
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
C.J. Schouten, minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit -
Mede namens
H.M. de Jonge, minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.