Antwoord schriftelijke vragen : Antwoord op vragen van het lid Ouwehand over de nieuwe coronabesmettingen bij twee nertsenfokkerijen
Vragen van het lid Ouwehand (PvdD) aan de Ministers van Landbouw Natuur en Voedselkwaliteit en van Volksgezondheid, Welzijn en Sport over de nieuwe coronabesmettingen bij twee nertsenfokkerijen (ingezonden 10 juli 2020).
Antwoord van Minister Schouten (Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit), mede namens
de Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport (ontvangen 10 september 2020) Zie
ook Aanhangsel Handelingen, vergaderjaar 2019–2020, nr. 3612.
Vraag 1
Wat dacht u toen u het nieuws hoorde dat er afgelopen weekend bij weer twee nertsenfokkerijen
coronabesmettingen zijn vastgesteld, terwijl het aantal besmettingen onder mensen
al weken stabiel zeer laag ligt, er een landelijk vervoersverbod is ingesteld voor
nertsen en hun mest en er een bezoekersverbod en strenge hygiëneprotocollen gelden
voor de stallen?1
Antwoord 1
Wij betreuren het dat er ondanks alle maatregelen toch nog infecties zijn opgetreden.
Wij hebben de maatregelen aangescherpt zoals aangegeven in de brief aan uw Kamer van
28 augustus jl. (Kamerstuk 28 286, nr. 1124). Zo is een vaste relatie tussen een nertsenbedrijf en werknemer door het wisselen
van werknemers tussen bedrijven voortaan slechts mogelijk indien een wachtperiode
van 10 dagen wordt nageleefd. Een andere maatregel is dat houders van nertsenbedrijven
verplicht worden vooraf aan de NVWA te melden wie er wanneer op de bedrijven in de
stallen werkt en de nertsen verzorgt.
Vraag 2
Heeft u gelezen dat de heer Stegeman, vicevoorzitter van het Outbreak Management Team
Zoönose en viroloog de heer Van der Poel van Wageningen University – allebei nauw
betrokken bij dit dossier – verbaasd waren over de besmettingen en niet meer hadden
verwacht dat er nog nieuwe besmettingen zouden opduiken?2
Antwoord 2
Ja.
Vraag 3
Welke verklaring heeft u voor het opduiken van de nieuwe besmettingen?
Antwoord 3
Het Outbreak Management Team-Zoönosen(OMT-Z) geeft in zijn advies van 17 juli jl.
aan het aannemelijk te achten dat de meeste introducties van het virus op de bedrijven
door elders besmette mensen heeft plaatsgevonden. Het OMT-Z schrijft dat er een arbeidsintensieve
periode met vaccineren (juni) en spenen (juli) van de dieren is geweest, waarbij veel
nabij, direct contact is geweest tussen medewerkers en dieren, waarbij op veel bedrijven
ook tijdelijke medewerkers werden ingezet. Het is niet zeker in welke mate de adviezen
van goede hygiëne en triage (mensen met klachten komen niet in de stal) in alle situaties
adequaat worden uitgevoerd, en het is niet uit te sluiten dat in ieder geval mensen
met zeer milde of geen klachten maar wel een SARS-CoV-2- infectie, in de stal gewerkt
hebben, aldus het OMT-Z.
In het advies van 24 augustus stelt het OMT-Z dat er geen aanwijzingen zijn voor een
besmettingsroute via voer, voertuigen, huisdieren, wild, op bedrijven gebruikte materialen
of via de lucht. Daarmee blijft de mens waarschijnlijk de belangrijkste verspreidingsbron
tussen de bedrijven. Het OMT-Z constateert dat het lastig is om de contacten tussen
de bedrijven goed in kaart te brengen door een onvolledige registratie van personen
die op de bedrijven zijn geweest, het moeilijk bereiken van tijdelijke medewerkers
en het vanwege privacyregels niet kunnen uitwisselen van persoonsgegevens. Omdat de
continuering van nieuwe besmettingen op nertsenbedrijven ook na medio augustus aanblijft,
zijn naar aanleiding van het advies van 24 augustus de maatregelen op de nertsenbedrijven
om besmetting te voorkomen nog verder aangescherpt. Wij verwijzen hiervoor naar onze
brief aan uw Kamer van 28 augustus jl.
Vraag 4
Kunt u uitsluiten dat nertsen nog bevattelijker zijn voor COVID-19 of besmettelijker
zijn dan gedacht? Zo ja, hoe dan?
Antwoord 4
Er is geen onderzoek geweest naar de gevoeligheid van nertsen voor SARS-CoV-2. We
kunnen daarom niet beoordelen of nertsen nog bevattelijker zijn dan eerder gedacht.
Vraag 5
Kunt u bevestigen dat de laatst bekende marktwaarde voor pelzen onder de kostprijs
ligt, wat betekent dat een nertsenfokker meer geld kwijt is aan het houden en het
voeden van een nerts dan wat een nertsenpels oplevert bij verkoop?
Antwoord 5
De laatst bekende marktwaarde dateert uit 2019. Deze ligt onder de kostprijs. Dit
blijkt onder meer uit recent onderzoek van de WUR (https://edepot.wur.nl/498017).
Vraag 6
Kunt u zich herinneren dat u aan de Kamer schreef dat de verkoop van pelzen nog verder
is gedaald als gevolg van de coronamaatregelen en dat nertsenfokkers daardoor in liquiditeitsproblemen
kunnen komen?3
Antwoord 6
Ja.
Vraag 7
Kunt u bevestigen dat het vroegtijdig laten ruimen van nertsen financieel gunstiger
is dan het wachten tot november wanneer de dieren standaard worden vergast, omdat
het maar de vraag is welke prijs er op dat moment nog wordt betaald voor de pelzen
en de nertsenfokker tot die tijd wel kosten heeft moeten maken voor voer en dergelijke?
Antwoord 7
De tegemoetkoming wordt vastgesteld op basis van de marktwaarde van de (gezonde) dieren
op het moment van ruimen. Het is niet uit te sluiten dat de markt verandert in de
periode na het ruimen. Hierdoor zou de prijs voor nertsenvellen in de toekomst hoger
of lager kunnen liggen dan het bedrag dat bij ruiming is uitgekeerd. Bovendien kunnen
pelsen ook langere tijd worden bewaard.
Vraag 8
Kunt u uitsluiten dat bedrijven met opzet zijn besmet? Zo ja, hoe dan?
Antwoord 8
We hebben geen concrete aanwijzingen voor opzettelijke besmetting, de inlichtingen-
en opsporingsdienst van de NVWA (IOD) doet daar de komende tijd extra onderzoek naar.
De NVWA voert bij iedere nieuwe besmetting een traceringsonderzoek uit en onderzoekt
zo alle mogelijke besmettingsroutes. De mogelijkheid dat dieren opzettelijk besmet
zijn wordt hierin meegenomen. Daarnaast doet ook de Faculteit Diergeneeskunde van
de Universiteit Utrecht uitgebreid(-er) traceringsonderzoek. In dit onderzoek wordt
ook rekening gehouden met de mogelijkheid van opzettelijke besmetting.
Vraag 9
Klopt het dat de Wageningen University & Research (WUR) nu onderzoekt wat de bron
is van de besmettingen is?
Antwoord 9
Nee, de Faculteit Diergeneeskunde van de Universiteit Utrecht doet het uitgebreide
traceringsonderzoek naar mogelijke besmettingsroutes.
Vraag 10
Bent u bereid de resultaten van deze onderzoeken naar de Kamer sturen?
Antwoord 10
Ja. Zodra er een definitief onderzoeksverslag is opgesteld, zullen we de resultaten
met uw Kamer delen.
Vraag 11
Kunt u bevestigen dat er bij de twintig locaties in totaal – moederdieren en pups
– nu al 850.000 tot 900.000 nertsen vroegtijdig zijn vergast? Zo nee, hoeveel zijn
het er dan? Kunt u bevestigen dat hiermee nu al een vijfde tot een kwart van het totale
aantal nertsen in Nederland is gedood vanwege de COVID-19 uitbraken?
Antwoord 11
De status op 7 september 2020 is 50 besmette bedrijven. Tot nu toe zijn 2.373 reuen,
306.118 teven en 1.755. 960 pups getaxeerd en geruimd. In totaal is ongeveer 35% van
de bedrijven besmet en ongeveer de helft van het aantal moederdieren in Nederland
geruimd.
Vraag 12
Begrijpt u dat mensen het moreel volstrekt verwerpelijk vinden dat de kooien van al
deze dieren die nu zijn vergast, weer opnieuw kunnen worden gevuld?
Antwoord 12
Op dit moment geldt er een vervoersverbod voor nertsen. Daarmee is het voor geruimde
bedrijven niet mogelijk om nieuwe dieren aangeleverd te krijgen. Het feit dat stallen
opnieuw kunnen worden gevuld is nu dus niet aan de orde.
Het kabinet stelt op dit moment een wetsvoorstel op dat voorziet in een verbod op
het houden van nertsen op korte termijn. Streven is dat het wetsvoorstel, eenmaal
wet, in elk geval voor het nieuwe fokseizoen (dat normaliter in maart begint) in werking
treedt. Het ligt voor de hand dat pelsdierhouders de huidige productiecyclus, die
omstreeks 1 december aanstaande eindigt, zullen afmaken. (Zie de brief van 28 augustus
jl. (Kamerstuk 28 286, nr. 1124).
Vraag 13
Vindt u dit zelf ook?
Antwoord 13
Zie hiervoor het antwoord op de vorige vraag. Het vullen van stallen van geruimde
bedrijven is momenteel niet aan de orde. Daarnaast werkt het kabinet aan een verplichte
stoppersregeling. In de brief aan uw Kamer van 28 augustus jl. (Kamerstuk 28 286, nr. 1124) is dit nader uiteengezet.
Vraag 14
Hoe geeft de Nederlandse Voedsel- en Warenautoriteit (NVWA) de controles in de nertsenfokkerij
vorm sinds de eerste besmettingen op 23 april 2020?
Antwoord 14
Tijdens surveillancewerkzaamheden door inspecteurs van de NVWA is gericht aandacht
voor het verbod op het vervoer van nertsen en wordt gelet op activiteiten op of rondom
het terrein van een nertsenbedrijf met betrekking tot bezoekers of vervoermiddelen.
Bedrijven die mest willen afvoeren moeten dat vooraf melden en ook bij het signaleren
van activiteiten worden deze bedrijven onderworpen aan een controle. Daarnaast worden
nertsenbedrijven bezocht voor controles op onder andere het bezoekersregister. Sinds
de inwerkingtreding van de Regeling van de Minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit
van 10 juli 2020 tot wijziging van de Regeling maatregelen Sars-CoV-2 bij nertsen
in verband met de wijziging van het vervoersverbod voor nertsenmest, is er de mogelijkheid
om, onder voorwaarden, nertsenmest af te voeren van niet-besmette bedrijven. Dit wordt
gemonitord en waar nodig door de NVWA onderworpen aan een controle. Houders van nertsenbedrijven
zijn verplicht vooraf aan de NVWA te melden wie er wanneer op de bedrijven in de stallen
werkt en de nertsen verzorgt.
Vraag 15
Hoeveel inspecteurs zijn er nodig om goed toezicht te houden op het verbod op het
vervoeren van nertsen, materialen en mest, het verbod op bezoekers in de stallen,
op het naleven van de veiligheidsvoorschriften en het hygiëneprotocol?
Antwoord 15
In de brief van 10 juli 2020 aan uw Kamer (Kamerstuk 28 286, nr. 1121) is door de ministers aangegeven dat de NVWA het toezicht op de naleving van de maatregelen
ter voorkoming van infectie van nertsen met SARS-CoV-2 zal intensiveren. Het toezicht
is hierop geïntensiveerd. De NVWA heeft tot 6 september dagelijks vier inspecteurs
ingezet om toezicht te houden op het verbod op het vervoeren van nertsen, materialen
en mest, het verbod op bezoekers in de stallen, op het naleven van de veiligheidsvoorschriften
en het hygiëneprotocol. Met ingang van 7 september 2020 heeft een verdere intensivering
plaatsgevonden. Op basis van vooraanmeldingen van verzorgers worden nu 6 tot 8 inspecteurs
per dag ingezet en worden gerichte inspecties uitgevoerd.
Vraag 16
Heeft u de beelden gezien die Animal Rights maakte van het ruimingsproces bij één
van de bedrijven, waarop te zien was dat een medewerker een levende nerts met een
netje uit de afvalcontainer viste?4
Antwoord 16
Ja.
Vraag 17
Hoe lang zal dit dier in de vergassingskist hebben gezeten voordat hij of zij met
een shovel samen met vele dode soortgenoten in de container werd gegooid?
Antwoord 17
Alvorens er dieren in de box geplaatst worden, is deze gevuld met koolmonoxide. De
NVWA ziet erop toe dat er voldoende tijd wordt genomen om te garanderen dat dieren
bewusteloos zijn voordat ze onder andere dieren bedekt raken. Dat is in deze concrete
situatie helaas niet afdoende gebleken. Gemiddeld genomen duurt het laden van een
vergassingskist een half uur. De duur van het laden is mede afhankelijk van de afmetingen
van de vergassingskist.
Na het laden blijft de kist nog een kwartier gesloten voordat deze wordt geopend om
de kadavers te verwijderen.
Vraag 18
Hebben zowel de NVWA als de onafhankelijke Dierenwelzijnscommissie toezicht gehouden
op de gang van zaken bij het doden van de dieren bij alle twintig locaties?5
Antwoord 18
Inmiddels (dd. 07-09-2020) zijn op 50 locaties de nertsen geruimd. De NVWA heeft op
al deze locaties toezicht gehouden op het dodingsproces. De Welzijnscommissie dierziekten
wordt door de NVWA van elke voorgenomen ruiming op de hoogte gebracht. De voorzitter
bepaalt bij welke ruimingen leden van de commissie aanwezig zijn. De Welzijnscommissie
Dierziekten is op twintig locaties aanwezig geweest.
Vraag 19
Hoe hebben zij gecontroleerd of dieren daadwerkelijk dood waren voordat zij de container
in werden gegooid?
Antwoord 19
Gedurende het laden wordt door middel van een steekproef gecontroleerd of de nertsen
snel het bewustzijn verliezen en vervolgens overlijden. Voordat er gelost wordt, wordt
nog een visuele inspectie uitgevoerd en tijdens het lossen wordt ook visueel gecontroleerd
of de dieren dood zijn. Na het lossen van de bak in de container van het destructiebedrijf
wordt er nogmaals gecontroleerd of er geen levende nertsen zijn.
Vraag 20
Hebben zij nog andere misstanden geconstateerd? Zo ja, welke?
Antwoord 20
Er zijn geen andere misstanden geconstateerd. De Welzijnscommissie dierziekten rapporteert
daarover in haar rapporten aan mijn ministerie. Ik verwijs ook naar de brief van 28 augustus
jl. aan uw Kamer (Kamerstuk 28 286, nr. 1124).
Vraag 21
Hoe lang duurt de doodsstrijd van een nerts in een vergassingskist bij de vergassing
die standaard in november plaatsvindt?
Antwoord 21
Uit visuele waarnemingen van de Welzijnscommissie Dierziekten en de NVWA blijkt dat
een nerts binnen 30 seconden buiten bewustzijn is na blootstelling aan koolstofmonoxide.
In totaal blijft de kist drie kwartier gesloten. Het doden van nertsen gebeurt volgens
de voorschriften van de Europese Verordening 1099/2009.
Vraag 22
Hoe lang duurde de doodsstrijd van de nertsen die zijn vergast vanwege de coronabesmettingen,
minimaal en maximaal?
Antwoord 22
Uit visuele waarnemingen van de Welzijnscommissie Dierziekten en de NVWA blijkt dat
een nerts buiten bewustzijn is binnen 8 tot 30 seconden na blootstelling aan koolstofmonoxide.
Het doden van nertsen gebeurt volgens de voorschriften van de Europese Verordening
1099/2009. De Welzijnscommissie Dierziekten wordt door de NVWA van elke voorgenomen
ruiming op de hoogte gebracht. De Commissie ziet toe bij ruimingen en concludeert
in haar rapport dat er geen onvolkomenheden of vermijdbaar ongerief zijn vastgesteld.
Het eerste rapport is meegezonden met de brief aan uw Kamer van 20 juli jl. (Kamerstuk
28 286, nr. 1122).
De Welzijnscommissie heeft in de periode vanaf 9 juli (sinds het vorige verslag) tot
en met 5 september 13 nertsenfokkerijen bezocht die werden geruimd. Het samenvattende
verslag van de Welzijnscommissie dierziekten over deze periode sturen wij mee met
deze brief. De Welzijnscommissie constateerde dat de NVWA constant toezicht hield
op een juiste uitvoering van alle stappen in het proces en adequaat reageerde in situaties
waarin aanpassing van de werkwijze wenselijk was. Tijdens de observaties van de Welzijnscommissie
zijn geen onvolkomenheden of vermijdbaar ongerief vastgesteld. De ruimingsactiviteiten
veroorzaakten weinig onrust bij de dieren die nog in de kooien aanwezig zijn. Het
tempo van de werkzaamheden lag hoog, maar er werd vakbekwaam en respectvol met de
dieren omgegaan. Zorgvuldigheid bij de uitvoering van de werkzaamheden weegt altijd
zwaarder dan snelheid. De Welzijnscommissie zal ook toezicht houden bij eventueel
toekomstige ruimingen en hierover rapporteren aan mijn ministerie.
Vraag 23
Hoeveel nertsen werden er tegelijk in één vergassingskist vergast tijdens de ruimingen
op de twintig bedrijven?
Antwoord 23
Het doden van nertsen gebeurt volgens de voorschriften van de Europese Verordening
1099/2009 (bescherming van dieren bij doden). Het aantal dieren in een kist hangt
af van de grootte van de kist.
Vraag 24
Heeft u gezien dat een NVWA-woordvoerder in reactie op de vondst van de levende nerts
in de container heeft aangekondigd dat de werkinstructies zijn aangepast en dat er
nu minder nertsen tegelijk in de vergassingskist gaan?
Antwoord 24
De aanpassing is dat de vergassingskist minder vol wordt gedaan; deze is nu voor driekwart
vol in plaats van helemaal vol.
Vraag 25
Kunt u bevestigen dat de dieren volgens de «Europese verordening inzake de bescherming
van dieren bij het doden» ieder afzonderlijk in de bedwelmingsruimte moeten worden
binnengebracht, waarbij ervoor wordt gezorgd dat een dier pas wordt binnengebracht
als het vorige dier bewusteloos of dood is?
Antwoord 25
Voor het bedwelmen en doden van dieren met koolmonoxide volgt de hoofdregel uit artikel
4, eerste lid, van verordening (EG) nr. 1099/2009 van de Raad van 24 september 2009
inzake de bescherming van dieren bij het doden (PB L 303), in samenhang met onderdeel
5 van tabel 3 van hoofdstuk I en onderdelen 9.2 en 9.3 van hoofdstuk II van bijlage
I bij deze verordening:
Er wordt te allen tijde visueel toezicht op de dieren uitgeoefend.
De dieren worden afzonderlijk in de bedwelmingsruimte binnengebracht, waarbij ervoor
wordt gezorgd dat een dier pas binnengebracht wordt als het vorige dier bewusteloos
of dood is.
De dieren blijven in de bedwelmingsruimte totdat zij dood zijn. De dieren worden conform
bovengenoemde voorschriften een voor een in de box geplaatst.
Artikel 1, tweede lid, van deze verordening bepaalt evenwel dat hoofdstuk II van de
verordening, waar artikel 4 onderdeel van uitmaakt, niet van toepassing is op het
doden van dieren in noodsituaties buiten een slachthuis of in situaties waarin de
naleving van deze voorschriften een onmiddellijk en ernstig risico voor de gezondheid
of veiligheid van mensen zou meebrengen. Het doden van nertsen ter bestrijding van
Sars-CoV-2 is aan te merken als een dergelijke noodsituatie. Zou elke nerts individueel
moeten worden gedood volgens de hoofdregel, dan zou het bestrijdingsproces aanzienlijk
langer duren, wat niet wenselijk is met het oog op de bescherming van de volksgezondheid.
Ook dan is het overigens zaak het welzijn van het dier zo min mogelijk te benadelen.
Vraag 26
Erkent u dat de manier waarop de dieren zijn vergast dus strijdig was met de Europese
verordening?
Antwoord 26
Nee, zie mijn antwoord op de vorige vraag.
Vraag 27
Erkent u dat ook de aangepaste werkinstructie van de NVWA nog steeds in strijd is
met de regels die onnodig extra lijden bij het doden van dieren moeten voorkomen?
Antwoord 27
Nee. De NVWA werkt volgens de voorschriften zoals opgenomen in verordening (EG) nr.
1099/2009.
Vraag 28
Wat vindt u ervan dat de toezichthouder die moet toezien op het naleven van de wettelijke
regels zelf met instructies komt die tegen de wet zijn?
Antwoord 28
DE NVWA werkt volgens verordening (EG) nr. 1099/2009. De NVWA neemt de voorschriften
over in hun werkinstructies. De instructies zijn niet in strijd met deze verordening.
Vraag 29
Doet de NVWA dit vaker? Zo ja, waar en wanneer? Zo nee, hoe weet u dat zo zeker?
Antwoord 29
Zie antwoord op vraag 28.
Vraag 30
Gaat u de NVWA tot de orde roepen? Zo ja, hoe? Zo nee, waarom niet?
Antwoord 30
Nee, daar is geen aanleiding voor. Zie ook mijn antwoord op de vragen 28 en 29.
Vraag 31
Hoe gaat u er op toezien dat de regels vanaf nu wel worden nageleefd als u dat blijkbaar
niet aan de NVWA kunt overlaten?
Antwoord 31
De NVWA leeft de regels na. Er is geen aanleiding om te denken dat de NVWA de regels
niet naleeft. De Welzijnscommissie dierziekten ziet toe bij ruimingen en concludeert
in haar rapport dat er geen onvolkomenheden of vermijdbaar ongerief zijn vastgesteld.
Vraag 32
Heeft de NVWA een actieplan opgesteld voor de ruiming van de nertsenbedrijven? Zo
ja, kunt u dat aan de Kamer sturen?
Antwoord 32
De NVWA heeft een werkinstructie die wordt gebruikt bij ruimingen van nertsenbedrijven.
Deze werkinstructie is voor intern gebruik.
Vraag 33
Kunt u deze vragen één voor één en binnen twee weken beantwoorden?
Antwoord 33
We sturen de antwoorden zo snel mogelijk.
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
C.J. Schouten, minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit -
Mede namens
H.M. de Jonge, minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport
Bijlagen
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.