Antwoord schriftelijke vragen : Antwoord op vragen van het lid Rudmer Heerema over het bericht ‘schrappen eindtoets groep 8 kan ongelijkheid vergroten’
Vragen van het lid RudmerHeerema (VVD) aan de Ministers van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap en voor Basis- en Voortgezet Onderwijs en Media over het bericht «schrappen eindtoets groep 8 kan ongelijkheid vergroten» (ingezonden 7 juli 2020).
Antwoord van Minister Slob (Basis- en Voortgezet Onderwijs en Media) (ontvangen 9 september
2020).
Vraag 1
Bent u bekend met het rapport «Schrappen eindtoets groep 8 kan ongelijkheid vergroten»
van het Centraal Planbureau (CPB)?1
Antwoord 1
Ja, dit rapport is mij bekend.
Vraag 2
Hoe beoordeelt u de conclusie van het CPB dat leerlingen met een migratieachtergrond
en kinderen van ouders met een lagere opleiding of laag inkomen zonder eindtoets vaker
een hoog schooladvies mislopen?
Antwoord 2
Eerder onderzoek wijst uit dat kinderen van lager opgeleide ouders en van ouders met
lage inkomens meer baat hebben bij de eindtoets. Bij deze leerlingen is vaker sprake
van een heroverweging, waarbij leerlingen met een migratieachtergrond vaker een bijstelling
van het schooladvies krijgen. Ik deel daarin dus de door het Centraal Planbureau gestelde
conclusies. Om die reden heb ik bij scholen in het primair en voortgezet onderwijs
aandacht gevraagd voor leerlingen die in schooljaar 2020/2021 mogelijk niet instromen
op een niveau dat past bij hun capaciteiten en mogelijkheden.
Vraag 3
Hoe beoordeelt u de constatering dat in 2018 1 op de 3 leerlingen recht had op een
heroverweging van het schooladvies, maar dat bij minder dan een kwart van hen dit
advies ook daadwerkelijk werd bijgesteld? Wanneer waren deze cijfers bij u bekend?
Waarom heeft u op dat moment geen passende maatregelen genomen?
Antwoord 3
De cijfers over heroverwegingen en bijstellingen in schooljaar 2017/2018 waren eind
2018 bekend. Hierover bent u op 29 november 2018 geïnformeerd.2
Het schooladvies en ook de heroverweging bij een hoger toetsadvies is gebaseerd op
een breed inzicht in de ontwikkeling van de leerling en strekt verder dan enkel de
behaalde scores op taal en rekenen. Bij een heroverweging overweegt de po-school per
leerling of de toetsscore overeenkomt met het beeld dat zij hebben van de leerling
of dat er iets anders aan de hand is. Het professionele oordeel van de po-school is
leidend en ik ben van mening dat po-scholen hun verantwoordelijkheid nemen om een
hoger toetsadvies serieus te heroverwegen.
Vraag 4
Waarom kiest u in uw reactie aan het CPB ervoor om middelbare scholen op te roepen
om leerlingen kansen te bieden door ze, waar mogelijk, hoger te plaatsen dan het schooladvies
en om meer brede brugklassen aan te bieden komend schooljaar? Waarom is uw reactie
niet dat scholen verplicht worden om het hoogste advies te volgen, het advies van
de school of het advies van de eindtoets, om zo kansenongelijkheid tegen te gaan?
Antwoord 4
Op 18 maart jl. heb ik u geïnformeerd over het schrappen van de eindtoets, hiermee
verviel ook de heroverweging en eventuele bijstelling bij een hoger toetsadvies.3 Bij het schrappen van de eindtoets ben ik mij ervan bewust geweest dat deze ongewenste
consequenties zouden kunnen optreden. Juist omdat bijstelling op basis van de eindtoets
dit jaar niet mogelijk was, heb ik op 17 april jl. een brief gestuurd naar alle scholen
in het primair en voortgezet onderwijs om aandacht te vragen voor de groep leerlingen
die in de normale situatie mogelijk kans had gemaakt op een bijstelling van het advies.4 In die brief heb ik scholen aanbevolen maatregelen te nemen voor intensivering van
de warme overdracht en de oproep tot ruimhartige toelating en kansrijke plaatsing.
Daarbij hebben de PO-Raad, VO-raad en Ouders & Onderwijs een formulier ontwikkeld
waardoor po-scholen als toevoeging op het Onderwijskundig Rapport informatie konden
meegeven aan vo-scholen over mogelijke ruimte tot bijstelling van het advies. Dit
heeft leerlingen de kans gegeven om in het vo te starten op een niveau dat recht doet
aan hun capaciteiten.
Vraag 5
Klopt de constatering van het CPB dat door het vervallen van de eindtoets basisonderwijs
tijdens de coronacrisis zonder verder ingrijpen naar schatting 14 duizend leerlingen
een hoger schooladvies mislopen? Wat is uw reactie hierop? Welke concrete maatregelen
gaat u nemen om dit tegen te gaan?
Antwoord 5
Uit onderzoek is gebleken dat jaarlijks ongeveer tien procent van het totaal aantal
leerlingen een bijgesteld advies krijgt naar aanleiding van de score op de eindtoets.
Dat percentage komt overeen met de 14.000 leerlingen die het CPB noemt. Zie hiervoor
ook de eindevaluatie van de Wet eindtoetsing po, uw Kamer toegezonden op 21 juni 2019.
Ik deel uw zorg dat het belangrijk is dat leerlingen onderwijs kunnen volgen op een
niveau dat recht doet aan hun mogelijkheden en dat het dit jaar nog belangrijker is
om scherp te monitoren of leerlingen op het juiste niveau zitten. Uit verschillende
onderzoeken, van onder andere de Inspectie van het Onderwijs en het Centraal Planbureau,
blijkt dat een aanzienlijk deel van de leerlingen in de onderbouw van het vo nog wisselt
van niveau.5 Vo-scholen bieden daartoe nu al de mogelijkheid en ik heb hen gevraagd dit jaar extra
alert te zijn op leerlingen die niet op het juiste niveau zitten. Ook zetten we in
op een extra evaluatiemoment in de brugklas van het vo. Ik vertrouw erop dat vo-scholen
hier hun verantwoordelijkheid in zullen nemen en zal, zoals ik heb toegezegd, deze
groep leerlingen de komende tijd blijven volgen en waar nodig aanvullende maatregelen
nemen.
Vraag 6
Hoeveel leerlingen lopen, volgens het ministerie, dit schooljaar een hoger schooladvies
mis?
Antwoord 6
Ik kan mij vinden in de schatting van het Centraal Planbureau dat het gaat om ongeveer
14.000 leerlingen.
Vraag 7
Hoe is het mogelijk dat leraren dit schooljaar in hun professionele afweging bij naar
schatting 14 duizend leerlingen een te laag schooladvies hebben gegeven? Zijn er overeenkomsten
of kenmerken te vinden tussen de docenten die een te laag schooladvies geven? Zijn
dit bijvoorbeeld juist startende leraren, of juist niet? Komt dit met name in de randstad
voor of juist niet?
Antwoord 7
Ik wil benadrukken dat een heroverweging van het schooladvies niet betekent dat het
eerder afgegeven schooladvies door de po-school op dat moment onjuist was. De aanname
dat het initiële schooladvies per se te laag was, klopt niet. Daarmee doen we po-scholen
en leerkrachten tekort, zij vinden passende advisering belangrijk en doen daar hun
best voor.
Dat gezegd hebbende vervult de eindtoets en de mogelijke heroverweging wel een belangrijke
rol bij het zorgen dat leerlingen op een voor hen passend niveau instromen in het
vo. Het kan zijn dat een leerling sinds het schooladvies een groei heeft doorgemaakt,
waardoor de toetsscore hoger is. Andere voorbeelden zijn leerlingen die op de grens
tussen twee niveaus zitten of een leerlingen die een enkelvoudig schooladvies hebben
gekregen (sinds schooljaar 2018/2019 zijn er brede toetsadviescategorieën, waardoor
eerder heroverwogen moet worden bij een enkelvoudig schooladvies). Het komt ook voor
dat leerlingen onderschat worden. Ik heb geen data waaruit blijkt dat mogelijke onderschatting
van leerlingen te maken heeft met ervaringsjaren van leerkrachten. Onderzoek wijst
wel uit dat er een relatie kan zijn met het opleidingsniveau en inkomensniveau van
ouders. Ook stedelijkheid kan een rol spelen, in niet stedelijke gebieden moet over
het algemeen vaker worden heroverwogen en worden adviezen minder vaak bijgesteld.
Een schooladvies dat past bij de competenties en mogelijkheden van de leerling is
belangrijk. Dit najaar wordt de handreiking schooladvisering gepubliceerd. Hiermee
proberen wij scholen te ondersteunen bij het versterken van de kwaliteit van de schooladvisering.
Vraag 8
Op welke manier wordt er binnen de lerarenopleiding aandacht besteed aan het maken
van een goede inschatting omtrent het schooladvies van hun leerlingen? Zijn de conclusies
van het CPB-onderzoek aanleiding om deze vaardigheid binnen de lerarenopleiding te
herzien, aangezien bij naar schatting 14 duizend leerlingen er een verkeerde keuze
is gemaakt?
Antwoord 8
Zie ook mijn antwoord op vraag 7, een heroverweging van het schooladvies betekent
niet per se dat het initiële schooladvies foutief is geweest.
Hoe lerarenopleidingen aandacht besteden aan schooladvisering is hun eigen verantwoordelijkheid.
Deze vaardigheid is er een die onderwijsprofessionals zich in de praktijk eigen kunnen
maken en waarbij het belangrijk is op de eigen praktijk te blijven reflecteren. Ik
hecht er waarde aan dat schooladvisering binnen de school niet taak is van één persoon,
maar dat dit in gezamenlijkheid tot stand komt. Er zijn steeds meer scholen waar het
schooladvies gegeven wordt door meerdere betrokkenen bij de leerling: de leerkrachten
van de bovenbouw, de intern begeleider en de schoolleider. Ik moedig dit van harte
aan.
Vraag 9
Deelt u de mening dat het van groot belang is dat leerlingen het goede schooladvies
krijgen op de basisschool en dat het onderzoek van het CPB des te meer de waarde van
de rol van de eindtoets heeft aangetoond? Op welke manier gaat u de eindtoets beter
verankeren in de totstandkoming van het schooladvies op de basisschool?
Antwoord 9
Ik deel uw mening dat de kwaliteit van het schooladvies zeer belangrijk is en dat
de eindtoets een grote waarde heeft als objectief tweede gegeven. De eindtoets is
een belangrijk middel om kansenongelijkheid tegen te gaan, vandaar dat ook in het
nieuwe wetsvoorstel Doorstroomtoetsen po de eindtoets verplicht blijft. De leidende
positie van het schooladvies en de huidige volgorde van schooladvies en eindtoets
blijven gehandhaafd, op deze manier is er voor leerlingen bij het schooladvies een
onafhankelijk tweede gegeven beschikbaar. Nieuw is dat met het wetsvoorstel geregeld
wordt dat alle leerlingen zich op hetzelfde moment aanmelden met het definitieve schooladvies.
Dit draagt bij aan kansengelijkheid, omdat leerlingen met een bijgesteld advies dan
evenveel kans hebben om op de school van hun voorkeur te komen.
Het schooladvies blijft leidend. Zowel po-scholen als vo-scholen hebben in de evaluatie
van de Wet eindtoetsing po hun steun uitgesproken voor de leidende positie van het
schooladvies.6 De eindtoets is een belangrijk gegeven, maar niet het enige belangrijke gegeven.
Het schooladvies is gebaseerd op een breed inzicht in de ontwikkeling van leerlingen
over meerdere jaren. Het zegt daarmee veel over de leerling. Dit maakt het belang
van een goed schooladvies, zoals ik in mijn antwoord op vraag 7 heb geschetst, groot.
Ik zie dat veel scholen stappen ondernemen om de kwaliteit van het schooladvies steeds
verder te verbeteren. Ik heb er vertrouwen in dat de handreiking schooladvisering
ze daarbij van dienst kan zijn.
Tegelijkertijd wil ik benadrukken dat het belangrijk is toe te werken naar een soepele
overgang van po naar vo, waarin het niveau waarop een leerling start in de brugklas
minder bepalend is voor de verdere schoolloopbaan en waarin kinderen onderwijs kunnen
volgen op een manier en op een niveau dat past bij hun capaciteiten en mogelijkheden.
Steeds meer scholen nemen hiertoe en initiatief en ik hoop dat dit voor alle scholen
gemeengoed wordt.
Vraag 10
Op welke manier gaat u monitoren op welke basisscholen en hoeveel leerlingen een te
laag schooladvies het afgelopen jaar hebben gekregen? Op welke manier gaat u in gesprek
met deze basisscholen om te zorgen dat ze aankomend jaar niet dezelfde fout gaan maken
in de totstandkoming van het schooladvies van hun leerlingen?
Antwoord 10
Zie ook het antwoord op vraag 7, een heroverweging van het schooladvies betekent niet
per se dat het initiële schooladvies foutief is geweest.
De gegeven schooladviezen en het aantal heroverwegingen en bijstellingen wordt jaarlijks
gemonitord en gepubliceerd op Onderwijs in Cijfers.
Daarnaast krijgen po-scholen automatisch een terugkoppeling van hun gegeven schooladviezen
vanuit BRON. De terugkoppeling betreft de positie van de leerling in de eerste drie
jaar van het vo. Deze terugkoppeling kan po-scholen ondersteunen bij reflectie op
en evaluatie van hun schooladviezen.
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
A. Slob, minister voor Basis- en Voortgezet Onderwijs en Media
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.