Antwoord schriftelijke vragen : Antwoord op vragen van de leden Van Gerven en Hijink over test- en ventilatiebeleid bij corona
Vragen van de leden Van Gerven en Hijink (beiden SP) aan de Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport over test- en ventilatiebeleid bij corona (ingezonden 19 augustus 2020).
Antwoord van Minister De Jonge (Volksgezondheid, Welzijn en Sport) (ontvangen 8 september
2020).
Vraag 1
Wat vindt u ervan dat niet iedereen zich eenvoudig en laagdrempelig kan laten testen
op het coronavirus omdat de teststraat te ver weg is of mensen te weinig mobiel of
te kwetsbaar zijn om zich buitenshuis te laten testen?1
Vraag 2
Deelt u de mening dat er voldoende teststraten moeten zijn in de grote(re) steden
en in de regio’s om te voorkomen dat mensen die mogelijk besmet zijn met het coronavirus
gaan reizen en daarmee een extra risico vormen voor anderen en om te zorgen dat mensen
zich makkelijk kunnen laten testen? Kunt u uw antwoord toelichten?
Antwoord 1 en 2
Zie voor mijn antwoord op uw vragen 1 en 2 mijn brief «Testen en traceren: samen strategisch
de Corona-pandemie bestrijden» van 28 augustus jl., Kamerstuk 25 295, nr. 510.
Vraag 3
Wat vindt u ervan dat in een grote stad als Breda de teststraat gaat verdwijnen? Is
dat in meerdere steden of regio’s ook het geval? Kunt u uw antwoord toelichten?2
Antwoord 3
De testlocatie in Breda in het NAC-stadion wordt per 1 oktober gesloten in verband
met de start van voetbalactiviteiten en weerbestendigheid van de locatie; tegelijkertijd
gaat er in Breda een nieuwe vaste testlocatie open. De keuze voor de testlocaties
wordt bepaald door goede bereikbaarheid, spreiding in de regio en de mogelijkheid
om voor de medewerkers een goede en veilige werklocatie te realiseren. Met de herfst
en de winter voor de deur moeten sommige locaties in de open lucht worden gesloten.
Bij het zoeken naar de benodigde nieuwe locaties kijkt de GGD naar de bereikbaarheid
en spreiding van de locaties.
Vraag 4
Bent u bereid in overleg met de GGD’s om te zorgen dat er voldoende teststraten zijn
die voor mensen makkelijk te bereiken zijn? Zo ja, wilt u de Kamer hierover informeren?
Zo nee, waarom niet?
Antwoord 4
Zie voor mijn antwoord op uw vraag 4 mijn brief «Testen en traceren: samen strategisch
de Corona-pandemie bestrijden» van 28 augustus jl., Kamerstuk 25 295, nr. 510.
Vraag 5
Wilt u reageren op de oproep van KBO-PCOB die vraagtekens zet bij de betrouwbaarheid
van ventilatiesystemen in verpleeghuizen en aandringt dat ventilatiesystemen bij verpleeghuizen
voor 1 oktober gecheckt worden door uitbereiding van de taken van het Landelijk Coördinatieteam
Ventilatie op scholen? Kunt u uw antwoord toelichten?3
Antwoord 5
Zoals ik eerder heb aangegeven moet een ventilatiesysteem minimaal voldoen aan de
eisen die in het Bouwbesluit genoemd worden. Dit houdt in dat instanties zorg moeten
dragen dat hun gebouw voldoet aan de eisen in het Bouwbesluit en zo nodig moeten aanpassen
wanneer dit niet het geval is. Voor gebouwbeheerders is het volgende van belang:
Het ventilatiesysteem moet voldoende worden onderhouden;
Het ventilatiesysteem moet op een juiste wijze worden gebruikt. Daarbij zijn instructies
voor personeel nodig;
Als er tussenwanden of -schotten in een ruimte worden geplaatst, kan dit de oorspronkelijke
goede functie van het systeem verstoren;
Als het systeem niet voldoet moet het dus aangepast worden of de bezettingsgraad moet
omlaag;
Bij twijfel dient een onafhankelijk expert geraadpleegd worden;
Ook dient recirculatie binnen één ruimte vermeden te worden. Het RIVM adviseert uit
voorzorg om recirculatie van lucht in ruimtes die gedurende langere tijd door meer
personen worden gebruikt te vermijden.
Actiz heeft deze informatie doorgezet aan haar leden en desgevraagd aangegeven dat
er naar verwachting weinig gebruik wordt gemaakt van dergelijke systemen (recirculatie
in één ruimte gebruikt door meer personen) in verpleeghuizen. Actiz voert op dit moment
een inventarisatie onder de leden uit en zal mij daarover informeren. Een inventarisatie
door het Landelijk Coördinatieteam Ventilatie heeft op dit moment geen toegevoegde
waarde.
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
H.M. de Jonge, minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.