Antwoord schriftelijke vragen : Antwoord op vragen van de leden Emiel van Dijk, Markuszower en Wilders over het bericht 'Irakees die zijn Friese vrouw voor ogen van hun kinderen doodde alweer vrij'
Vragen van de leden Emiel van Dijk, Markuszower en Wilders (allen PVV) aan de Staatssecretaris van Justitie en Veiligheid over het bericht «Irakees die zijn Friese vrouw voor ogen van hun kinderen doodde alweer vrij» (ingezonden 20 augustus 2020).
Antwoord van Staatssecretaris Broekers-Knol (Justitie en Veiligheid) (ontvangen 7 september
2020).
Vraag 1
Bent u bekend met dit bericht?1
Antwoord 1
Ja.
Vraag 2 en 3
Deelt u de mening dat het te gek voor woorden is dat de barbaarse moordenaar van een
Friese vrouw al na zo’n korte tijd is vrijgelaten door de Iraakse autoriteiten?
Bent u bereid om de Iraakse ambassadeur op het matje te roepen en ervoor te laten
zorgen dat deze Iraakse moordenaar weer zo snel mogelijk in Irak achter slot en grendel
komt te zitten? Zo nee, waarom accepteert u deze onrechtvaardige situatie?
Antwoord 2 en 3
Allereerst wil ik benadrukken dat het hier om een zeer schokkende zaak gaat. Ik begrijp
volkomen dat het voor de nabestaanden erg moeilijk is dat de dader eerder dan verwacht
weer is vrijgekomen. Tegelijkertijd is het naar mijn mening niet aan een bewindspersoon
om een oordeel uit te spreken over de berechting van een strafbaar feit. De scheiding
der machten is immers een belangrijke basis voor de democratische rechtstaat en de
rechterlijke macht maakt haar eigen afwegingen in individuele zaken. Dit geldt ook
nu het een strafrechtelijke procedure in het buitenland betreft. De berechting van
een eigen onderdaan is een interne Iraakse aangelegenheid, waar Nederland niet in
kan treden, ondanks het feit dat een Nederlandse familie slachtoffer is geworden van
een verschrikkelijk misdrijf.
Vraag 4
Kunt u er in het vervolg voor zorgen dat dergelijke gestoorde gekken Nederland in
beginsel helemaal niet meer binnen mogen komen en dat u dus eindelijk eens stopt met
het bieden van onderdak aan oorlogsmisdadigers, terroristen, nep-vluchtelingen en
gestoorde psychopaten, en dus een inreisverbod regelt voor o.a. Irak? Zo nee, waarom
niet?
Antwoord 4
Artikel 1F van het Vluchtelingenverdrag biedt de mogelijkheid om personen uit te sluiten
van asielrechtelijke bescherming, onder andere als zij een misdrijf tegen de vrede,
een oorlogsmisdrijf, een misdrijf tegen de menselijkheid of een ernstig niet-politiek
misdrijf hebben gepleegd. Nederland maakt waar nodig gebruik van deze mogelijkheid.
Bescherming is er immers voor de slachtoffers, niet voor de daders. In iedere individuele
asielprocedure wordt daarom onderzocht of er aanwijzingen zijn dat de aanvrager betrokken
is bij zulke daden of een gevaar vormt voor de nationale veiligheid.
Naar mijn oordeel is het een illusie om te denken dat het nemen van een maatregel
zoals hier voorgesteld criminele vreemdelingen voorgoed buiten de deur zou kunnen
houden. Crimineel gedrag, of een psychische stoornis die tot dergelijk gedrag leidt,
kan zich immers ook ontwikkelen eerst nadat iemand toelating tot Nederland heeft gekregen.
Daarnaast laten nieuwsberichten zien dat dit gedrag overal voorkomt en niet is gebonden
aan land van herkomst, cultuur, religie of wat dan ook. De oplossing kan dan ook niet
liggen in een inreisverbod voor onderdanen van een beperkt aantal landen.
Vraag 5
Deelt u de mening dat het terugreizen van de moordenaar eens te meer heeft aangetoond
dat het ten eerste in alle gevallen prima mogelijk is om terug te keren naar het land
van herkomst, het ten tweede klaarblijkelijk hartstikke veilig is in Irak en we dus
helemaal geen asielverzoeken meer zouden moeten toelaten uit dergelijke landen en
ten derde dat we helemaal zouden moeten stoppen met het bieden van onderdak, gratis
zorg etc. aan lieden die door zowat 10 veilige landen heen zijn gereisd om hier op
de kosten van de Nederlandse belastingbetaler te komen parasiteren? Zo nee, waarom
niet? Kunt u hierop een duidelijk antwoord geven?
Antwoord 5
Nee, die mening deel ik niet. De redenen waarom iemand heeft te vrezen in zijn of
haar land van herkomst verschillen van persoon tot persoon. Daarom moet ieder asielmotief
individueel beoordeeld worden. Het is zeer goed mogelijk dat een land voor de ene
persoon (weer) veilig is, terwijl een ander er nog steeds te vrezen heeft voor zijn
of haar leven, voor marteling of voor andere daden van vervolging of onmenselijke
behandeling.
Het Kabinet heeft in het Regeerakkoord opgenomen dat vluchtelingen die aan het noodlot
willen ontsnappen, bescherming moeten krijgen. Dat is ook vastgelegd in internationale
verdragen. Als we zouden stoppen met het behandelen van asielverzoeken uit een bepaald
land, zouden we geen kennis meer kunnen nemen van de asielmotieven van een persoon,
waardoor we die persoon bij terugkeer mogelijk in gevaar brengen. Zolang er geen mogelijkheid
is om asielverzoeken elders te beoordelen, is het dus van belang deze te blijven behandelen.
Vanzelfsprekend is daarbij het uitgangspunt dat personen uit veilige landen, criminele
vreemdelingen en personen die elders bescherming kunnen vinden geen bescherming in
Nederland krijgen.
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
A. Broekers-Knol, staatssecretaris van Justitie en Veiligheid
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.