Antwoord schriftelijke vragen : Antwoord op vragen van de leden Van Dam en Postma over valetparkeerbedrijven n.a.v. de uitzending van ‘MAX Vakantieman’
Vragen van de leden Van Dam en Postma (beiden CDA) aan de Ministers van Justitie en Veiligheid en van Infrastructuur en Waterstaat over de uitzending van «MAX Vakantieman» (ingezonden 19 juni 2020).
Antwoord van Minister Van Nieuwenhuizen Wijbenga (Infrastructuur en Waterstaat), mede
namens de Minister van Justitie en Veiligheid (ontvangen 2 september 2020). Zie ook
Aanhangsel Handelingen, vergaderjaar 2019–2020, nr. 3615.
Vraag 1
Bent u bekend met de uitzending van het programma «Max Vakantieman» van 15 juni 2020?1
Antwoord 1
Ja.
Vraag 2
Klopt het dat er de afgelopen jaren veel misstanden zijn geconstateerd bij valetparkingbedrijven?
Is dit door de jaren heen opgelopen? Is er een lokale, regionale of nationale aanpak
specifiek gericht op misstanden door valetparkingbedrijven? Doet dit probleem zich
alleen op Schiphol voor?
Antwoord 2
Uit een zoekslag in de politieregistraties kan niet worden vastgesteld hoeveel aangiftes
de afgelopen jaren zijn gedaan tegen valetparkingbedrijven. Aangiftes tegen valetparkingbedrijven
worden niet apart geregistreerd in de politiesystemen. Wel is de politie in Haarlemmermeer
sinds 2019 actief op het fenomeen «valetparking». Dit vanwege de concentratie van
de problematiek rond Schiphol. Er is om deze problematiek aan te pakken een samenwerkingsverband
tussen de Regionale Informatie- en Expertise Centra (RIEC), de politie, de Belastingdienst,
de Omgevingsdienst en de gemeente Haarlemmermeer opgestart. Vanuit dit samenwerkingsverband
zijn verschillende acties ondernomen, wat heeft geleid tot het terugdringen van het
aantal malafide valetparkingbedrijven. Vanuit het samenwerkingsverband zijn geen andere
valetparkingbedrijven bekend geworden, anders dan rondom de luchthaven Schiphol.
Vraag 3
Kunt u aangeven of het klopt dat politie en justitie aangiftes over misstanden door
valetparkingbedrijven – zoals beschreven wordt in het programma – niet oppakken omdat
al snel gezegd wordt dat het om een civiele zaak gaat? Vindt u dat wenselijk? Bent
u het daarmee eens?
Antwoord 3
Zoals uit het voorgaande antwoord blijkt, is sinds 2019 sprake van een actieve en
gecoördineerde aanpak tegen misstanden door valetparkingbedrijven rond Schiphol. Die
aanpak is erop gericht malafide bedrijven een halt toe te roepen.
Burgers die schade oplopen wanneer zij gebruikmaken van een (bonafide) valetparkingbedrijf
kunnen deze schade verhalen bij het betreffende bedrijf. Bij een geschil hierover
staat de gang naar de civiele rechter open.
Vraag 4
Waarom wordt er in het land zo verschillend door het Openbaar Ministerie gereageerd
op verzoeken van benadeelden van valetparkingbedrijven om verkeersboetes te vernietigen?
Kunt u aangeven of het klopt dat politie en justitie nogal uiteenlopend op de geconstateerde
misstanden door valetparkingbedrijven hebben gereageerd, terwijl het min of meer om
dezelfde misdrijven gaat? Zo ja, waarom is dat zo?
Antwoord 4
Het OM herkent zich niet in het beeld dat er per regio verschillend wordt omgegaan
met verzoeken van benadeelden om verkeersboetes te vernietigen. Er is steeds sprake
van een individuele beoordeling gebaseerd op de feiten en omstandigheden.
Daarnaast is er een verschil tussen feiten die vallen onder de Wet administratieve
handhaving verkeer (Wahv) en feiten die vallen onder het strafrecht. Binnen de Wahv
is er sprake van kentekenaansprakelijkheid. Dit houdt in dat bij constatering van
een overtreding de kentekenhouder de boete ontvangt. Ook als de kentekenhouder gebruik
maakt van de service van een valetparkingbedrijf, dan blijft hij in beginsel volgens
het stelsel van de Wahv aansprakelijk voor de begane overtredingen. De kentekenhouder
kan in beroep gaan tegen een boete.
De Officier van Justitie (OvJ) kan afhankelijke van de feiten en omstandigheden een
beschikking bekrachtigen of vernietigen. Als de OvJ een beschikking bekrachtigt en
dus van mening is dat deze terecht is opgelegd, dan heeft hij nog de optie om de boete
op nihil te stellen.
Andere feiten, zoals snelheidsovertredingen van meer dan 30 km/h, vallen onder het
strafrecht. Hierbij is degene die de overtreding daadwerkelijk heeft begaan aansprakelijk.
De kentekenhouder kan in dit geval het valetparkingbedrijf opgeven bij de politie.
Als het bedrijf ontkent of niet meewerkt zal het niet altijd lukken de bestuurder
te achterhalen. Indien een kentekenhouder al het mogelijke heeft gedaan om achter
de identiteit van de bestuurder te komen en daarmee aan zijn zorgplicht heeft voldaan
dan kan het OM besluiten de zaak te seponeren.
Vraag 5
Kent u het certificatieprogramma waarvan de ANWB, leasemaatschappijen en verzekeraars
initiatiefnemers zijn? Denkt u dat het certificatieprogramma kan bijdragen de oplossing
van het probleem? Kunt u stappen ondernemen zodat het certificatieprogramma aan slagkracht
wint?
Antwoord 5
Zie beantwoording vraag 6.
Vraag 6
Bent u bekend met het keurmerk Kwaliteitszorg Parkeren? Betreft dit keurmerk een integrale
publiek-private samenwerking? Kunt u aangeven of de introductie van dit keurmerk heeft
geleid tot een daling van het aantal misstanden door valetparkingbedrijven? Is er
vanuit de overheid toezicht op dit keurmerk of op andere keurmerken op dit terrein?
Antwoord 6
Ja, ik ben bekend met het certificatieprogramma en het keurmerk van de stichting Kwaliteitszorg
Parkeren. Ik juich het toe dat verschillende belanghebbenden zich hebben verenigd
in een privaat initiatief. Het pakket van eisen biedt de consumenten, die daar waarde
aan hechten, extra waarborgen op basis van een pakket van eisen en bij een geschil
een klachtenprocedure en een mogelijke geschillencommissie.
Er is vanuit de overheid geen toezicht op het certificatieprogramma en het keurmerk
van de stichting Kwaliteitszorg Parkeren. Doordat het een privaat initiatief betreft
is het ook aan de stichting Kwaliteitszorg Parkeren zelf om valetparkingbedrijven
te binden en te werken aan slagkracht. In het pakket van eisen staat dat aangesloten
valetparkingbedrijven (onder meer) misstanden, criminele- en ondermijnende activiteiten
moeten voorkomen. Voor consumenten biedt dit echter geen directe oplossing als een
valetparkingsbedrijf gebruik maakt van hun auto. Men dient altijd zelf goed op te
letten bij welke valetparkingbedrijven zij diensten afnemen en de sleutels van hun
auto overhandigen. Of het keurmerk geleid heeft tot een daling van misstanden bij
valetparkingbedrijven is ons niet bekend.
Indien een consument schade lijdt door het handelen van een valetparkingbedrijf en
daarover ontstaat een geschil, dan staat een gang naar de rechter open. Mogelijk biedt
de klachtenprocedure en de geschillencommissie die stichting Kwaliteitszorg Parkeren
aanbiedt een lagere drempel voor consumenten dan een gang naar de rechter. Ook hiervoor
geldt dat het aan de consument is om daarin een afweging te maken.
Vraag 7
Deelt u de mening dat een vergunningstelsel voor valetparkingbedrijven, vergelijkbaar
met de taxibranche, een waardevolle aanvulling zou kunnen zijn op het huidige juridische
instrumentarium om misstanden tegen te gaan? Zo nee, waarom niet?
Antwoord 7
Een nationaal vergunningsstelsel zou een ingrijpend middel met forse administratieve
en toezichtslasten zijn om specifieke problemen bij één of enkele bedrijven op een
andere manier aan te pakken. Zo nodig kan lokaal overwogen worden om aanvullende maatregelen
te treffen bovenop het bestaande instrumentarium. Door middel van lokale samenwerking
tussen het Regionale Informatie- en Expertise Centra (RIEC), de politie, de Belastingdienst,
de Omgevingsdienst en de gemeente Haarlemmermeer rondom luchthaven Schiphol, zijn
verschillende acties ondernomen wat heeft geleid tot het terugdringen van het aantal
malafide valetparkingbedrijven (zie beantwoording vraag 2).
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
C. van Nieuwenhuizen Wijbenga, minister van Infrastructuur en Waterstaat -
Mede ondertekenaar
F.B.J. Grapperhaus, minister van Justitie en Veiligheid
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.