Antwoord schriftelijke vragen : Antwoord op vragen van het lid Kuiken over het lekken van data van slachtoffers van mensenhandel
Vragen van het lid Kuiken (PvdA) aan de Staatssecretaris van Justitie en Veiligheid over het lekken van data van slachtoffers van mensenhandel (ingezonden 25 juni 2020).
Antwoord van Staatssecretaris Broekers-Knol (Justitie en Veiligheid) (ontvangen 31 augustus
2020) Zie ook Aanhangsel Handelingen, vergaderjaar 2019–2020, nr. 3537.
Vraag 1
Kent u het bericht «Data slachtoffers mensenhandel op internet gezet»?1
Antwoord 1
Ja
Vraag 2
Wat was de aard en omvang van de gegevens die online zijn gezet?
Antwoord 2
De gegevens betroffen informatie omtrent meldingen door het COA van signalen over
mensenhandel en -smokkel. Het document in kwestie bevat 1185 meldingen van signalen
over mensenhandel en -smokkel uit de periode 1 februari 2017 tot en met 11 februari
2020, waarvan 87 met betrekking tot asielzoekers met de Nigeriaanse nationaliteit.
Omdat de persoonsgegevens van de Nigeriaanse asielzoekers gewit waren, konden deze
niet uit het document gehaald worden. De gegevens van de niet-Nigeriaanse asielzoekers
die verborgen waren gemaakt konden, zo bleek achteraf, echter zichtbaar gemaakt worden.
Persoonsgegevens met betrekking tot deze groep konden dus achterhaald worden.
In het document staan de namen, geboortedata en de nationaliteiten van mogelijke slachtoffers,
daders en getuigen van mensenhandel of -smokkel. In voorkomende gevallen worden gegevens
over voertuigen in het kader van een melding genoemd. Ook de COA locatie waar er is
gesignaleerd, wordt in het bestand genoemd en in sommige gevallen worden daarnaast
ook de namen van COA-medewerkers genoemd. Omdat het een lijst met signalen van mensenhandel
en -smokkel van het COA betreft, omvat het document in de regel geen asielgerelateerde
of medische informatie. Het feit dat door dit datalek bepaalde (persoons)gegevens
openbaar zijn geworden kan in individuele gevallen echter mogelijk gevolgen hebben
voor lopende asielaanvragen. Zie hieromtrent ook mijn antwoord op vraag 7.
Zie ook de brief die ik uw Kamer heb gezonden op 24 juni jl.2
Vraag 3
Hoe kon het dat deze informatie tot twee keer toe op internet kwam te staan? Kunt
u een feitenrelaas over deze gang van zaken geven?
Antwoord 3
In mijn brief aan uw Kamer van 24 juni jl. heb ik een uitgebreide
weergave van het feitelijk verloop van deze zaak uiteengezet. Kortheidshalve verwijs
ik u daarnaar.
Vraag 4
Heeft of gaat het Centraal orgaan Opvang Asielzoekers (COA) de mensen van wie de gegevens
gelekt zijn, persoonlijk daarvan op de hoogte stellen? Zo ja, wat is de stand van
zaken dienaangaande? Zo nee, waarom niet?
Antwoord 4
Na het melden van het datalek heeft het COA een uitgebreide analyse op het bewuste
document gedaan, met daaraan gekoppeld een risicoprofiel. De analyse en het risicoprofiel
zijn met de relevante COA-opvanglocaties gedeeld, waarna de locaties de betrokkenen
zoveel mogelijk persoonlijk informeren.
Het COA heeft inmiddels met het merendeel van de betrokkenen contact gezocht. In die
gevallen waarin dat mogelijk was persoonlijk, anders via berichten op de website,
per brief of per mail. Daarbij moet wel het voorbehoud gemaakt worden dat, hoewel
het COA zich maximaal inzet om met iedereen contact te leggen, niet alle betrokkenen
(nog) bij het COA of zelfs in Nederland verblijven en hun huidige contactgegevens
dan ook niet altijd bekend zijn. Mede daarom heeft het COA via zijn website en op
social media een nieuwsbericht geplaatst over het datalek. Op de speciale bewonerswebsite
van het COA (MyCOA.nl) worden de asielzoekers in meerdere vreemde talen over het datalek
geïnformeerd.
Vraag 5
Kunt u uitsluiten dat de inmiddels van het internet afgehaalde gegevens voor die tijd
door derden al zijn opgeslagen? Zo ja, hoe kunt u dit uitsluiten? Zo nee, waarom niet?
Antwoord 5
Uit onderzoek van het COA blijkt dat 11 succesvolle downloads van dit document zijn
geregistreerd vanaf 7 IP-adressen. Het COA heeft getracht te achterhalen wie vanaf
deze IP-adressen het document gedownload hebben, maar dat bleek niet meer mogelijk.
Wel monitort het COA de komende tijd of het bestand op internet terugkomt.
Daarnaast is contact gelegd met de betrokken journalisten. Zij hebben aangegeven het
document alleen voor eigen onderzoek te gebruiken, niet met derden te delen en het
na het onderzoek te zullen zal vernietigen.
Vraag 6
Acht u het mogelijk dat door dit datalek toch al kwetsbare slachtoffers van mensenhandel
nog kwetsbaarder zijn geworden of in gevaar kunnen komen? Zo ja, wat gaat u doen om
deze slachtoffers extra te beschermen? Zo nee, hoe kunt u dit dan uitsluiten?
Antwoord 6
In het gesprek dat het COA met betrokkenen heeft, zoals aangegeven in antwoord op
vraag 4, wordt stil gestaan bij mogelijke maatregelen, voor zover die nodig zijn.
Dit is altijd maatwerk en kan gaan om maatregelen die binnen de mogelijkheden van
het COA liggen maar ook om maatregelen die betrokkene zelf kan nemen. Daarnaast kan
bijvoorbeeld gewezen worden op de mogelijkheid van slachtofferhulp, psychische ondersteuning,
etc.
Vraag 7
Deelt u de mening dat, indien slachtoffers van mensenhandel of andere vormen van uitbuiting
door deze datalek grotere risico’s zijn gaan lopen, dat van invloed moet zijn op het
toekennen van een verblijfstatus in Nederland? Zo ja, waarom en hoe zijn de regels
in dit verband? Zo nee, waarom niet en hoe gaat u deze slachtoffers dan wel helpen?
Antwoord 7
Voor slachtoffers van mensenhandel geldt in het algemeen dat zij in aanmerking kunnen
komen voor een verblijfsvergunning indien zij aangifte hebben gedaan van mensenhandel
en waarna vervolging door het OM is ingesteld. Bij een eventueel sepot geldt dat een
slachtoffer van mensenhandel een verblijfstatus wordt verleend (behoudens contra-indicaties),
indien hij of zij heeft onderbouwd dat op grond van bijzondere individuele omstandigheden
die rechtstreeks verband houden met mensenhandel, niet kan worden gevergd dat hij
of zij Nederland verlaat. In ieder geval wordt bij deze beoordeling gekeken naar risico’s
van represailles in het land van herkomst bij terugkeer, het risico van vervolging
in het land van herkomst en de mogelijkheden van sociale en maatschappelijke herintegratie.
Indien in een individueel geval aannemelijk is gemaakt dat door het datalek sprake
is van een verhoging van deze risico’s of een beperking van de mogelijkheden van herintegratie,
dan kan dat van invloed zijn op het toekennen van een verblijfstatus.
Voor lopende asielaanvragen geldt dat momenteel overleg plaatsvindt tussen het COA
en de IND om te inventariseren welke gevolgen dit mogelijk heeft. Elke asielaanvraag
wordt, conform het huidige kader, beoordeeld op zijn eigen, individuele gronden. Indien
uit een individueel geval blijkt dat als gevolg van het datalek een asielzoeker een
risico loopt op vervolging of ernstige bedreiging van zijn persoon dan wordt dat meegenomen
in de beslissing omtrent zijn aanvraag.
Vraag 8
Zijn er door het publiceren van deze gegevens strafrechtelijke onderzoeken verstoord?
Zo ja, wat is de aard en omvang van die verstoring? Zo nee, hoe weet u zeker dat dit
niet het geval is?
Antwoord 8
Momenteel vindt ook overleg plaats tussen het OM en de Politie om vast te stellen
welke gevolgen dit heeft voor lopende processen en onderzoeken. Momenteel is nog niet
duidelijk welke omvang dit precies heeft.
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
A. Broekers-Knol, staatssecretaris van Justitie en Veiligheid
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.