Antwoord schriftelijke vragen : Antwoord op vragen van het lid Van Gerven over het bericht dat de brandweer een woonzorgcentrum moest koelen vanwege de hitte
Vragen van het lid Van Gerven (SP) aan de Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport over het bericht dat de brandweer een woonzorgcentrum moest koelen vanwege de hitte (ingezonden 12 augustus 2020).
Antwoord van Minister De Jonge (Volksgezondheid, Welzijn en Sport) (ontvangen 31 augustus
2020).
Vraag 1, 3, 6
Wat vindt u ervan dat de brandweer in actie moest komen om Woonzorgcentrum Wiemersheerd
te koelen omdat bewoners vanwege de hittegolf met te hoge temperaturen op hun kamer
zaten?1
Deelt u de mening dat het zeer onwenselijk is dat oudere mensen die vaak al heel kwetsbaar
zijn in snikhete kamers moeten verblijven? Zo ja, wat gaat u hieraan doen? Zo neen,
waarom niet?
Gaat u besturen van zorginstellingen verplichten om hun woonklimaat op orde te hebben?
Zo ja, hoe gaat u dit bewerkstelligen? Zo neen, waarom niet?
Antwoord 1, 3, 6
Ik verwijs voor het antwoord op deze vragen naar mijn brief d.d. 15 juli 2019 «Airconditioning
in verpleeghuizen» aan uw Kamer. Zoals in deze brief aangegeven stel ik voorop dat
een aangename en prettige woonomgeving voor kwetsbare ouderen die in een verpleeghuis
wonen, van groot belang is. Daar hoort wat mij betreft ook bij dat het binnenklimaat
moet aansluiten bij de behoefte van de bewoners. Ook voor zorgverleners is het belangrijk
dat zij hun werk kunnen doen in een prettige omgeving. Ik herhaal dat in de geldende
wet- en regelgeving waarborgen zijn opgenomen voor een aangenaam woonklimaat in verpleeghuizen.
Als airconditioning nodig is om dit vereiste woonklimaat te realiseren, dan dienen
zorginstellingen deze voorziening aan te brengen. Er kunnen echter ook andere manieren
zijn om dit doel te bereiken. Het is aan instellingen om hierin, samen met de cliëntenraad
en de medewerkers, de goede keuzes te maken. De IGJ houdt hierop toezicht.
Uit de berichtgeving maak ik op dat de bewoners continu werden gemonitord en er volgens
de brandweer in elk geval geen sprake was van een «acuut gevaarlijke situatie». Uit
navraag bij de aanbieder zelf blijkt dat de temperatuur inderdaad te veel steeg, waarna
zij maatregelen genomen hebben, zoals het regelen van extra ventilatoren en airconditioning
waarmee de temperatuur in het woonzorgcentrum weer naar beneden gebracht kon worden.
Vraag 2
Gaat de Inspectie Gezondheidszorg en Jeugd onderzoek doen en interveniëren bij deze
zorginstelling, zodat het woonklimaat zo snel mogelijk op orde wordt gebracht? Kunt
u uw antwoord toelichten?
Antwoord 2
Zoals ik u eerder al informeerde in mijn brief aan de Kamer van 15 juli 2019 «Airconditioning
in verpleeghuizen», stelt, naast het Bouwbesluit 2012, waarin de eisen zijn opgenomen
waaraan zorginstellingen moeten voldoen en die erop gericht zijn dat bewoners veilig
en gezond kunnen wonen, ook het Kwaliteitskader Verpleeghuiszorg bij het thema «wonen
en welzijn» eisen aan het wooncomfort in verpleeghuizen. Het kwaliteitskader schrijft
voor dat bewoners moeten kunnen rekenen op een goede woonomgeving, waaronder ook een
goede klimaatbeheersing te rekenen is. Het is aan instellingen zelf om hierin de goede
keuzes te maken. De IGJ houdt toezicht op de veiligheid en kwaliteit van de zorg in
verpleeghuizen door middel van het analyseren van gegevens en het afleggen van bezoeken.
Wanneer de IGJ oordeelt dat de kwaliteit of veiligheid van zorg onvoldoende is, wordt
gekeken naar de oorzaken en wordt indien nodig handhavend opgetreden. Wanneer klachten
omtrent de woonomgeving van verpleeghuisbewoners of specifiek de klimaatbeheersing
voorkomen, kan dat voor de IGJ aanleiding zijn om onderzoek te doen en te interveniëren.
Over de warmte in het woonzorgcentrum heeft de inspectie geen meldingen gehad. Er
is voor de inspectie geen aanleiding om nader onderzoek te doen.
Vraag 4
Is het toepassen van het Nationaal Hitteplan verplicht voor zorgaanbieders of zijn
dit vrijblijvende adviezen? Kunt u uw antwoord toelichten?
Antwoord 4
Met het Nationaal Hitteplan maakt het Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieu
(RIVM) organisaties, professionals en vrijwilligers die zijn betrokken bij de zorgverlening
aan ouderen en chronisch zieken extra alert op het feit dat het voor langere periode
warm wordt. Zo kunnen zij passende maatregelen nemen om mensen goed te verzorgen tijdens
de hitteperiode en negatieve gezondheidseffecten beperken. Het Nationaal Hitteplan
is dus in feite een communicatieplan met als doel eenvoudige voorzorgsmaatregelen
tijdig onder de aandacht brengen bij risicogroepen en hun directe omgeving, met name
zorgverleners en vrijwilligers.
Vraag 5
Herinnert u uw brief waarin uw aangaf dat er diverse waarborgen zijn in de wet- en
regelgeving voor een aangenaam woonklimaat in verpleeghuizen? Hoe is het mogelijk
dat er toch nog zorginstellingen zijn die geen goed woonklimaat hebben?2
Antwoord 5
Zoals al eerder aangeven, zijn aanbieders verantwoordelijk voor het organiseren van
een goede woonomgeving. Als er aanleiding voor is kan de IGJ hier bij een aanbieder
onderzoek naar doen en zo nodig interveniëren. Ook zorgkantoren kunnen met hun aanbieders
het gesprek aan gaan over hoe zij een goede woonomgeving voor hun bewoners kunnen
organiseren.
Het valt niet uit te sluiten dat extreme hitte in de zomer voor blijft komen. Het
is dan belangrijk dat de waarborgen voor een aangenaam woonklimaat in verpleeghuizen,
die er nu al zijn in wet en regelgeving, in de praktijk ook op de langere termijn
behulpzaam blijven. Ik neem dit dan ook mee als onderwerp van gesprek in mijn reguliere
overleggen met vertegenwoordigers van de aanbieders en met de zorgkantoren.
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
H.M. de Jonge, minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.