Antwoord schriftelijke vragen : Antwoord op vragen van het lid Beckerman over de drie aardbevingen in Groningen de afgelopen week
Vragen van lid Beckerman (SP) aan de Ministers van Economische Zaken en Klimaat en van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties over de drie aardbevingen in Groningen de afgelopen week (ingezonden 20 juli 2020).
Antwoord van Minister Wiebes (Economische Zaken en Klimaat), mede namens de Minister
van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties (ontvangen 25 augustus 2020)
Vraag 1
Wat is uw reactie op de drie aardbevingen die deze week in Groningen plaatsvonden?1
Antwoord 1
Groningen is in korte tijd drie keer opgeschrikt door een aardbeving. De aardbevingen
zijn de reden dat het kabinet de gaswinning zo snel mogelijk wil stoppen, volgens
de huidige planning zal dat medio 2022 zijn. Daarmee vermindert de kans op zware bevingen,
maar is de onrust in de ondergrond niet voorbij. Het blijft belangrijk om bodembeweging
te monitoren en schades voortvarend af te handelen. Daarnaast is een snelle uitvoering
van de versterkingsoperatie van groot belang. Ook blijft het nodig om te investeren
in de toekomst van Groningen en de Groningers. Hiervoor blijft het kabinet zich inzetten.
Vraag 2
Kunt u aangeven waarom u nog steeds geen enkele inhoudelijke reactie hebt gegeven
op deze voor veel Groningers zeer aangrijpende gebeurtenissen?
Antwoord 2
Uiteraard hebben wij direct contact gehad met het lokale gezag, dat op zijn beurt
het contact met bewoners heeft onderhouden. Kort na de bevingen hebben de Minister
van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties en ik via onder meer sociale media ons
medeleven overgebracht. Via diverse kanalen is aan bewoners duidelijk gemaakt dat
zij terecht kunnen bij het Instituut Mijnbouwschade Groningen (IMG) voor het melden
van schade en mogelijk Acuut Onveilige Situaties. Het IMG heeft besloten ook op zondag
zijn telefoonlijn te openen, zodat bewoners schade konden melden en eventueel hun
verhaal kwijt konden.
Vraag 3
Klopt het dat er in 2020 nu al meer seismische energie uit aardbevingen met een magnitude
onder de 3.0 is vrijgekomen dan in heel 2019?
Antwoord 3
De seismiciteit in Groningen wordt doorlopend gemonitord aan de hand van een protocol
dat is vastgelegd in de mijnbouwregeling waarbij ingegaan wordt op het aantal aardbevingen,
de magnitude van de bevingen en de aardbevingsdichtheid. Seismische energie is niet
één van de parameters die wordt gemeten en gemonitord. Op advies van Staatstoezicht
op de Mijnen (SodM) wordt wel gekeken naar het aantal aardbevingen en de lokale aardbevingsdichtheid
(Kamerstuk 33 529, nr. 676 en Kamerstuk 34 957, nr. 53). Daarin worden ook aardbevingen met een magnitude boven 3.0 meegenomen en eveneens
aardbevingen met een relatief lage magnitude, waarvan de bijdrage aan de totale seismische
energie verwaarloosbaar is. Het is in 2020 nog niet voorgekomen dat een grenswaarde
van deze parameters is overschreden. Evenmin heeft in 2020 een aardbeving plaatsgevonden
waarmee de grenswaarden voor magnitude of maximale bodembeweging zijn overschreden.
Mocht met een toekomstige aardbeving wel een grenswaarde worden overschreden dan is
NAM verplicht een analyse te maken. SodM zal hierop toezien en mij op basis van de
analyse nader adviseren.
Vraag 4
Welke consequenties heeft het voor uw beleid dat het vrijkomen van seismische energie
nog steeds groot blijkt?
Antwoord 4
De afgelopen jaren is de gaswinning sterk afgenomen door de reeds getroffen maatregelen.
De definitieve beëindiging van de winning is in zicht. Met het beëindigen van de winning
neem ik de oorzaak van de aardbevingen weg. Daarnaast wordt voortdurend gezocht naar
mogelijkheden om de gaswinning verder te verlagen, ook als de actuele situatie ten
aanzien van seismiciteit daar geen directe aanleiding toe geeft. SodM, KNMI en andere
experts geven aan dat de seismiciteit door de afbouw van de winning is afgenomen en
uiteindelijk zal verdwijnen na beëindiging van de winning. Dat neemt niet weg dat
na de beëindiging van de gaswinning nog aardbevingen zullen plaatsvinden en de seismiciteit
niet direct zal stoppen. Daarom blijft een adequate schadeafhandeling nu en ook in
de toekomst van groot belang, evenals een goedlopende versterkingsoperatie. Ook op
dit punt is de inzet van het kabinet onverminderd.
Vraag 5
Bent u op de hoogte van het feit dat er nu al ruim 600 schademeldingen zijn gedaan
naar aanleiding van de aardbeving bij Loppersum en dit aantal nog verder zal oplopen?2 Heeft u kennis van het feit dat in de week voor deze aardbeving er bijna twee keer
zoveel (1.077) schademeldingen zijn gedaan dan dat er schades zijn afgehandeld (539)?3 Is u bekend dat de Tijdelijke Commissie Mijnbouwschade Groningen (nu opgegaan in
het Instituut Mijnbouwschade Groningen) een recordaantal van ruim 25.000 niet afgehandelde
schades heeft openstaan? Wat gaat u doen nu er opnieuw een grote achterstand ontstaat
in het afhandelen van schades en gedupeerden lang moeten wachten?
Antwoord 5
Ik ben op de hoogte van het aantal schademeldingen dat binnenkomt bij het IMG. Om
de vertraging zo veel mogelijk te beperken, werkt het IMG aan de verdere ontwikkeling
van digitale schadeopnames en aanvullende maatregelen. Het is hierbij voor een bewoner
met name van belang te weten wanneer zijn of haar melding afgehandeld kan zijn, niet
hoeveel meldingen er wekelijks binnenkomen of afgehandeld worden. Het IMG kijkt daarom
naar de doorlooptijd van meldingen. Het is de ambitie van het IMG en het Ministerie
van Economische Zaken en Klimaat om reguliere schadedossiers binnen een half jaar
te behandelen. Van de laatste 2.500 besluiten was 63% van de meldingen niet ouder
dan een half jaar. Op dit moment is slechts 8% van alle lopende meldingen ouder dan
een jaar. Het IMG spant zich in om het percentage meldingen dat binnen een half jaar
afgehandeld wordt te verhogen door meer opnames te plannen. De afgelopen weken zijn
er ruim 1.000 opnames ingepland. Deze opschaling zal de komende periode verder doorgevoerd
worden. Het IMG is een zelfstandig bestuursorgaan en bepaalt zijn eigen werkwijze
voor de afhandeling van schademeldingen. Vanuit mijn systeemverantwoordelijkheid volg
ik dit op de voet.
Vraag 6
Bent u bekend met het feit dat twee woningen dreigden in te storten door de aardbeving
met het epicentrum bij Loppersum deze week? Is het u bekend dat deze woningen zich
op respectievelijk 20 en 40 km van het epicentrum bevinden?4 Welke consequenties heeft het optreden van (ernstige) schade in zo’n groot gebied
voor uw beleid?
Antwoord 6
Er zijn in de week van de 3 opeenvolgende aardbevingen in totaal 15 meldingen van
acuut onveilige situaties (AOS) gedaan. Het IMG heeft hier, zoals hun werkwijze voorschrijft,
binnen 48 uur een expert naar deze meldingen gestuurd. Ik ben bekend met het feit
dat er bij 2 van deze meldingen inderdaad sprake was van een acuut onveilige situatie.
Er zijn direct maatregelen getroffen om deze gebouwen zo spoedig mogelijk veilig te
stellen.
Een bewoner doet een AOS-melding als hij of zij zich zorgen maakt over zijn of haar
veiligheid. Vervolgens wordt er gecontroleerd of er daadwerkelijk sprake is van een
acuut onveilige situatie.
Het optreden van een beving kan, ook in een groter gebied, reden zijn voor een bewoner
om een Acuut Onveilige Situatie (AOS) te melden. Vervolgens wordt er binnen 48 uur
gecontroleerd of er daadwerkelijk sprake is van een AOS. De oorzaak van een AOS kan
gelegen zijn in de gaswinning, maar bijvoorbeeld ook in de staat van onderhoud van
het huis. Bij de behandeling van een AOS wordt, ongeacht de oorzaak, per situatie
bepaald of het nodig is om de situatie veilig te stellen en worden de eventueel noodzakelijke
maateregelen toegepast. Het dichtdraaien van de gaskraan en het hiermee bij de oorzaak
aanpakken van de gevolgen van de gaswinning, leidt ertoe dat de veiligheidssituatie
in het gebied naar de toekomst toe verbetert.
Vraag 7
Ontstaan er nog steeds achterstanden vanwege de coronamaatregelen? Waarom krijgt het
Instituut Mijnbouwschade Groningen langer de tijd vanwege coronamaatregelen, maar
krijgen gedupeerden die bezwaar willen maken dat niet? Kunt u zich voorstellen dat
dit gedupeerden in problemen brengt? Zo ja, wat wilt u hieraan doen?
Antwoord 7
Vóór corona werd het merendeel van de meldingen bij het IMG binnen een half jaar afgehandeld.
Door de coronamaatregelen is er, ondanks de inspanningen en creatieve oplossingen
van het IMG, onvermijdelijke vertraging ontstaan in de schade-opnames. Het is nog
niet mogelijk om met zekerheid te zeggen welke vertraging optreedt als gevolg van
de coronacrisis. Om de vertraging zo veel mogelijk te beperken, werkt het IMG aan
de verdere ontwikkeling van digitale schadeopnames en andere aanvullende maatregelen.
De termijn om bezwaar te maken voor bewoners is volgens de Algemene wet bestuursrecht
(Awb) zes weken. Het IMG is gebonden aan de termijnen zoals beschreven in de Awb.
Het IMG zoekt echter naar zo veel coulance als binnen de wettelijke kaders mogelijk
is. Zo kunnen bewoners voor wie het niet mogelijk is om binnen de gestelde termijn
een volledig bezwaarschrift in te dienen een zogenaamd pro forma bezwaar aantekenen.
De bewoner heeft op deze manier meer tijd voor de indiening van het volledige bezwaarschrift.
Vraag 8
Welke stappen heeft u inmiddels gezet om de vastgelopen versterking op gang te krijgen,
aangezien in de eerste drie maanden van dit jaar slechts elf onveilige woningen werden
versterkt? Hoe gaat u uitvoering geven aan de aangenomen motie-Beckerman/Moorlag (Kamerstuk
35
328, nr. 10) en de aangenomen motie-Beckerman (Kamerstuk 33 529, nr. 746), waarin u wordt opgedragen alle gedupeerden in 2020 duidelijkheid te geven of hun
woning in aanmerking komt voor versterking en wanneer?
Antwoord 8
Uw Kamer is geïnformeerd over het Versnellingspakket met maatregelen om de versterkingsoperatie
te versnellen, zoals de praktijkaanpak, de Bouwimpuls en de typologiebenadering (Kamerstuk
33 529, nr. 718). In het Notaoverleg Mijnbouw/Groningen van 27 mei jl. heeft de Minister van Binnenlandse
Zaken en Koninkrijksrelaties reeds toegelicht er naar te streven om inwoners zo snel
mogelijk te laten weten of versterking van hun huis nodig is, en dat met dat doel
de aantallen uitgevoerde opnames en beoordelingen fors zijn opgeschroefd. Daarbij
is de verwachting dat het binnenkort te sluiten Bouwakkoord ook in de uitvoering zal
brengen. In dit overleg heeft zij tevens aangegeven dat, naast tempo, zorgvuldigheid
van groot belang is, vooral voor de bewoners over wiens huis en veiligheid het gaat.
Tegen deze achtergrond is de verwachting dat het niet zal lukken om naar de letter
te voldoen aan het verzoek in deze motie.
Bij de opnames in het kader van de versterkingsoperatie zijn de coronamaatregelen
een vertragende factor geweest. Inmiddels is weer op grote schaal gestart met het
uitvoeren van opnames binnen de mogelijkheden van de geldende coronamaatregelen, uiteraard
indien de bewoner/eigenaar daarmee instemt. In de praktijk blijkt dat ongeveer de
helft van de bewoners hieraan wil meewerken. Naar verwachting zal dit aantal in de
loop van de tijd toenemen.
Vraag 9
Bent u, gezien de recente aardbevingen, nog steeds van plan een nieuwe versterkingsnorm
in te voeren gebaseerd op de aanname dat het aantal aardbevingen zal afnemen? Zo ja
waarom, zo nee waarom niet? Bent u inmiddels wel bereid de norm pas in te voeren wanneer
de Kamer hierover heeft kunnen debatteren?
Antwoord 9
Zoals toegelicht in de brief over toepassing van de Nederlandse Praktijkrichtlijn
(NPR) van 30 juni jl. (Kamerstuk 33 529, nr. 795) hebben wij op advies van de Mijnraad en SodM met de regionale bestuurders afgesproken
steeds de meest actuele norm te hanteren bij de beoordeling van de veiligheid van
gebouwen. Zoals aangegeven in het antwoord op vraag 4 ziet SodM geen aanleiding te
adviseren om de beoogde toepassing van de nieuwste NPR-versie te heroverwegen. De
Nationaal Coördinator Groningen treft samen met ingenieursbureaus voorbereidingen
zodat vanaf 1 september 2020 gerekend kan worden met de nieuwe update van de NPR,
waar dit uitvoeringstechnisch en zonder veel tijdverlies redelijkerwijs kan. Parallel
hieraan brengen wij samen met de regio in kaart waar mogelijk ongewenste breuklijnen
ontstaan om hierover nadere afspraken te maken in het kader van clustering en maatwerk.
Vraag 10
Hoe verloopt het overleg met de regio over de versterkingsoperatie? Welke afspraken
zijn gemaakt? Over welke aspecten moet nog overeenstemming worden bereikt?
Antwoord 10
Zoals besproken in het Algemeen Overleg Mijnbouw/Groningen van 24 juni jl. zijn wij
in overleg met de regionale bestuurders over de versterkingsaanpak, gericht op het
zo snel mogelijk bereiken van de veiligheid en duidelijkheid waar de inwoners van
Groningen behoefte aan hebben en over de toepassing van maatwerk en clustering in
de uitvoering van de versterkingsoperatie om ongewenste verschillen en breuklijnen
binnen wijken en buurten zoveel mogelijk te voorkomen. Conform onze toezegging zullen
wij uw Kamer na het zomerreces informeren over de uitkomsten.
Vraag 11
Hoe reageert u op de in een rapport van de Rijksuniversiteit Groningen getrokken conclusie
dat de overheid meer schade heeft aangericht dan de aardbevingen zelf?5
Antwoord 11
Uw vraag refereert aan het gespreksverslag «Critical Review #5; over de benutting
van kennis in de versterking» dat ik op 26 juni aan uw Kamer heb aangeboden (Kamerstuk
33 529, nr. 787). Tijdens de review is onder meer aandacht geweest voor de gevolgen die het beleid
van de overheid ten aanzien van het veilig maken van Groningen heeft gehad. De door
u aangehaalde stelling is echter geen gezamenlijke conclusie, maar een uitspraak die
op enig moment in de discussie door een deelnemer is gedaan, en ter illustratie wordt
geciteerd in het gespreksverslag.
Dit neemt niet weg dat wij – zoals aangegeven in het antwoord op vraag 10 – in overleg
zijn met de bestuurders in de regio onder meer gericht op het zo snel mogelijk bereiken
van de veiligheid en duidelijkheid waar de inwoners van Groningen behoefte aan hebben.
Vraag 12
Kunt u gedetailleerd aangeven welke stappen u gedurende het zomerreces van de Kamer
gaat zetten om tot een oplossing te komen voor de vastgelopen versterkingsoperatie?
Antwoord 12
Zoals aangegeven in het antwoord op vraag 10 zijn wij op dit moment in overleg met
bestuurders in de regio om tot aanvullende afspraken te komen over onder meer de uitvoering
van de versterkingsoperatie. Wij informeren uw Kamer zo snel mogelijk over de uitkomsten.
Vraag 13
Kunt u deze vragen één voor één en op zo'n kort mogelijke termijn, doch tenminste
binnen één week, beantwoorden?
Antwoord 13
Als gevolg van de interdepartementale afstemming is het helaas niet mogelijk gebleken
om binnen een week de benodigde informatie in te winnen voor zorgvuldige beantwoording
van uw vragen.
Ondertekenaars
-
, -
, -
Eerste ondertekenaar
E.D. Wiebes, minister van Economische Zaken en Klimaat -
Mede namens
K.H. Ollongren, minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.