Antwoord schriftelijke vragen : Antwoord op vragen van het lid Rudmer Heerema over het bericht 'Turncoach Gerrit Beltman verbreekt stilzwijgen over zijn onmenselijke trainingsmethoden
Vragen van het lid RudmerHeerema (VVD) aan de Minister voor Medische Zorg over het bericht «Turncoach Gerrit Beltman verbreekt stilzwijgen over zijn onmenselijke trainingsmethoden: «Ik mishandelde en vernederde jonge turnsters om medailles te winnen. Ik schaam me diep»» en het bericht: «KNGU na bekentenis turncoach Beltman: «Helaas herkennen we de verhalen»» (ingezonden 27 juli 2020).
Antwoord van Minister Van Ark (Medische Zorg) (ontvangen 19 augustus 2020)
Vraag 1
Bent u bekend met het bericht: «Turncoach Gerrit Beltman verbreekt stilzwijgen over
zijn onmenselijke trainingsmethoden: «Ik mishandelde en vernederde jonge turnsters
om medailles te winnen. Ik schaam me diep»»1 en het bericht: «KNGU na bekentenis turncoach Beltman: «Helaas herkennen we de verhalen»»?2
Antwoord 1
Ja.
Vraag 2
Deelt u de mening dat het soort barbaarse trainingspraktijken die deze turncoach hanteerde,
uitgebannen moet worden uit onze sportwereld? Zo ja, op welke wijze ondersteunt u
de Koninklijke Nederlandse Gymnastiek Unie (KNGU) bij het externe onderzoek waarmee
ze dit soort misstanden tot op de bodem willen uitzoeken?
Antwoord 2
Ja. Ik betreur dergelijk gedrag. Dit past op geen enkele wijze binnen de positieve
sportcultuur waar ik samen met de sportsector voor sta. Daarom financiert het Ministerie
van VWS het onafhankelijk onderzoek naar de aard, omvang en aanpak van grensoverschrijdend
gedrag in de turn- en gymsport.
Vraag 3
Bent u bereid om de KNGU organisatorisch en eventueel ook financieel te ondersteunen
als er stappen moeten worden genomen nadat het externe onderzoek van de KNGU afgerond
is en de aanbevelingen bekend zijn om de veiligheid van jonge turners en turnsters
zoveel mogelijk te kunnen waarborgen? Zo nee, wat bent u wel bereid om te doen?
Antwoord 3
Ja, ik vind het belangrijk dat de aanbevelingen uit dit onderzoek worden opgevolgd.
Ik zal de KNGU, in samenwerking met het Centrum Veilige Sport Nederland (CVSN), daarbij
ondersteunen waar dat nodig is.
Vraag 4
Is er reeds een waterdicht systeem zodat foute coaches niet van de ene sportvereniging
naar de andere kunnen overstappen, of van de ene tak van sport naar de andere tak
van sport kunnen gaan? Zo ja, is dit in praktijk effectief genoeg? Zo nee, welke aanvullende
maatregelen kunt u nemen?
Antwoord 4
Sportverenigingen kunnen vrijwilligers en trainers en coaches die in dienstverband
werken een Verklaring Omtrent het Gedrag (VOG) laten aanvragen om hen te screenen
op, voor de functie relevante, justitiële antecedenten. Bij VOG-aanvragen van Europeanen
die met kinderen willen gaan werken raadpleegt Justis altijd het European Criminal Record System, zodat eventuele justitiële documentatie van buiten Nederland ook kan worden meegewogen
in de VOG-screening. Voor vrijwilligers is het aanvragen van de VOG gratis. Voorwaarde
om mee te doen aan de gratis VOG-regeling, is dat clubs een breder preventie- en integriteitsbeleid
voeren, waarvan de VOG onderdeel uitmaakt. Onderzoek heeft namelijk aangetoond dat
de gratis VOG vooral meerwaarde heeft als er ook andere integriteitsmaatregelen worden
getroffen, zoals het hebben van gedragsregels en een vertrouwenscontactpersoon3.
Naast de VOG kent de sportsector een registratielijst waar mensen opstaan die tuchtrechtelijk
zijn gesanctioneerd wegens seksuele intimidatie op de sportclub. Het gaat hier om
grove misstappen, maar ook om misstanden die niet altijd strafrechtelijk kunnen worden
opgepakt, maar wel onwenselijk zijn. Sportverenigingen kunnen bij NOC*NSF of de sportbond
nagaan of vrijwilligers of trainers op de lijst staan. Hiermee kan worden voorkomen
dat een trainer die tuchtrechtelijk is gesanctioneerd, overstapt van de ene club naar
de andere club om daar opnieuw slachtoffers te maken.
De VOG en registratielijst bieden gezamenlijk voldoende mogelijkheden om ontuchtplegers
te weren uit de sportsector. Beide systemen gaan echter wel uit van een meldingsbereidheid
bij misstanden en van het gebruik van de screeningsmogelijkheden door sportverenigingen.
Om die reden heeft de sportsector in 2018 de meldplicht ingevoerd wat inhoudt dat
een bestuurder of begeleider verplicht is om te melden bij (een vermoeden van) seksuele
intimidatie of misbruik. Daarnaast worden acties ondernomen om het gebruik van screening
in de sport verder te vergroten en te vergemakkelijken, bijvoorbeeld door sportclubs
te ondersteunen bij het aanvragen van de VOG. Bovendien ben ik voornemens om verkennend
onderzoek te doen naar een «dwingender» karakter voor het gebruik van de VOG bij vrijwilligersorganisaties.
Vraag 5
Bent u bereid om samen met de KNGU en NOC*NSF te achterhalen welke andere coaches
deze barbaarse trainingspraktijken hebben gehanteerd en ervoor te zorgen dat hun trainingslicenties
worden ingetrokken zodat deze trainers nooit meer als trainer actief kunnen zijn?
Zo nee, wat kunt u dan doen om dit soort praktijken in de toekomst te voorkomen?
Antwoord 5
Bij (vermoedens van) misstanden kan melding gemaakt worden bij het Centrum Veilige
Sport Nederland (CVSN) en het Instituut voor Sportrechtspraak (ISR). Het ISR kan misstanden
tuchtrechtelijk onderzoeken en de tuchtrechter kan een sanctie opleggen die van invloed
kan zijn op de licentie. Daarnaast heeft de KNGU het Team NL-dames programma on hold gezet waardoor de zes betrokken coaches geen rol meer hebben vanuit het topsportprogramma
Team NL gedurende de looptijd van het onafhankelijk onderzoek. Het onderzoek zal uitwijzen
of er nog verdere stappen nodig zijn, deze uitkomsten wacht ik af.
Ondertekenaars
-
, -
, -
Eerste ondertekenaar
T. van Ark, minister voor Medische Zorg
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.