Antwoord schriftelijke vragen : Antwoord op vragen van de leden Aukje de Vries, Remco Dijkstra en Ziengs over 'Bocht in geul naar Ameland blijft om natuur'
Vragen van de leden Aukje de Vries, Remco Dijkstra en Ziengs (allen VVD) aan de Minister en de Staatssecretaris van Infrastructuur en Waterstaat over het bericht «Fargeul Amelân wurdt definityf net ferkoarte, Wagenborg net bliid» en het bericht «Bocht in geul naar Ameland blijft om natuur» (ingezonden 6 juli 2020).
Antwoord van Minister Van Nieuwenhuizen Wijbenga (Infrastructuur en Waterstaat) (ontvangen
17 augustus 2020). Zie ook Aanhangsel Handelingen, vergaderjaar 2019–2020, nr. 3616.
Vraag 1
Bent u bekend met de berichten «Fargeul Amelân definityf net ferkoarte, Wagenborg
net bliid»1 en «Bocht in geul naar Ameland blijft om natuur»2?
Antwoord 1
Ja.
Vraag 2
Kunt u nader en uitgebreid onderbouwen waarom de bochtafsnijding «Reegeul-Oost» niet
door kan gaan, terwijl in antwoorden op eerdere vragen in juni 2019 nog werd aangegeven
dat de bochtafsnijding eind 2020 gereed zou kunnen zijn, en idem voor eventuele alternatieven
die zijn afgewogen?3
Antwoord 2
Bij nader onderzoek, in het kader van de passende beoordeling op grond van de Wet
natuurbescherming voor de Reegeul-Oost, is gebleken dat bij de aanleg en het onderhoud
een groter oppervlak van het prioritaire habitattype «permanent ondergelopen zandbanken»
wordt verstoord, in vergelijking met de huidige Reegeul. Daardoor is er sprake van
permanent kwaliteitsverlies van dit habitattype wat in strijd is met de instandhoudingdoelstelling
van dit habitattype voor de Waddenzee. Dit betekent dat de realisatie van de bochtafsnijding
Reegeul-Oost vanuit natuurwetgeving niet haalbaar is omdat de staat van instandhouding
van dit habitattype in het geding komt en een vergunning in het kader van de Wet Natuurbescherming
daarom niet kan worden afgegeven.
U verwijst in uw vraag ook naar beantwoording van eerdere vragen (Kamerstuk 2891,
3 juni 2019). Daarin is gesteld dat bij het positief doorlopen van alle procedures
voor het verwerven van de noodzakelijke vergunningen, de bochtafsnijding eind 2020
gereed zou kunnen zijn. Het natuuronderzoek heeft uitgewezen dat het verkrijgen van
een vergunning niet haalbaar is. Dit heb ik in mijn brief over de voortgang van het
Meerjarenprogramma Infrastructuur, Ruimte en Transport (MIRT) d.d. 19 juni 2020 (Kamerstuk
35 300 A, nr. 95) aan uw Kamer gemeld.
Vraag 3
Waarom was het wel mogelijk om de bochtafsnijding van de «Vloedgeul» te realiseren
in de vaargeul naar Ameland, en die ook tot positieve effecten heeft geleid op de
dienstregeling, maar de bochtafsnijding «Reegeul-Oost» niet? Wat is het verschil?
Antwoord 3
De bochtafsnijding Vloedgeul sluit aan bij een reeds ingezette natuurlijke loop van
de geul. Bij de aanleg van de Vloedgeul was geen sprake van verslechtering van habitattypen
of leefgebieden. Daarmee was realisatie van de Vloedgeul niet strijdig met de instandhoudingsdoelstelling
van de Waddenzee. In het kader van de Wet natuurbescherming is dan ook een vergunning
verkregen. Bij de aanleg van de Reegeul-Oost zou sprake zijn van verlies van het habitattype
permanent ondergelopen zandbanken en daarmee wel van een verslechtering van habitattypen
of leefgebieden.
Vraag 4
Welk overleg heeft er met rederij Wagenborg en de gemeente Ameland plaats gevonden
over het niet doorgaan van de bochtafsnijding «Reegeul-Oost» en wat is daaruit gekomen?
Antwoord 4
Rederij Wagenborg, de gemeente Ameland en alle andere betrokken regionale partijen
zijn regelmatig geïnformeerd over het onderzoek naar de bochtafsnijding Reegeul-Oost.
Op 22 juni 2020 is aan alle betrokken partijen gemeld dat het verkrijgen van een vergunning
in het kader van de Wet natuurbescherming niet mogelijk bleek en de realisatie van
de bochtafsnijding Reegeul-Oost daardoor niet haalbaar is.
Vraag 5
Wat zijn de gevolgen voor de dienstregeling en vertragingen van het niet doorgaan
van de bochtafsnijding «Reegeul-Oost»?
Antwoord 5
Door het niet doorgaan van de bochtafsnijding Reegeul-Oost kan de duur van de overtocht
niet met de geschatte vier minuten worden verkort. De bochtafsnijding Reegeul-oost
was een van de maatregelen uit het Open Plan Proces om de dienstregeling betrouwbaarder
te maken. De andere maatregelen uit het Open Plan Proces zijn wel gerealiseerd. De
effecten van deze gerealiseerde maatregelen op de uitvoering van de dienstregeling
worden gemonitord.
Vraag 6
Wat zijn de resultaten geweest van de andere maatregelen uit het Open Plan Proces
om de dienstregeling betrouwbaarder te maken?
Antwoord 6
Naar aanleiding van schriftelijke vragen die eerder dit jaar door uw Kamer zijn gesteld
over de «Lange termijn oplossingsrichtingen bereikbaarheid Ameland na 2030» en «Onderzoek
vertragingen veerdienst Holwerd-Ameland» heb ik u geïnformeerd op 25 maart 2020 over
de aanpassing van het baggerregime, de knip in de dienstregeling, het optimaliseren
van het laad- en losproces en de ingebruikname van een sneldienst (Kamerstuk 23 645, nr. 712).
Vraag 7
Welke maatregelen ziet u nu nog om de vertragingen bij de veerverbinding Holwerd-Ameland
voor de korte termijn te verminderen en bent u ook bereid om te nemen?
Antwoord 7
De andere maatregelen uit het Open Plan Proces om de dienstregeling betrouwbaarder
te maken zijn gerealiseerd. Het vaargeulonderhoud blijft mijn aandacht houden en daarom
blijf ik ook de effecten van deze maatregelen op de uitvoering van de dienstregeling
monitoren.
Vraag 8
Deelt u de mening dat er dan nu gekeken moet worden naar mogelijkheden voor andere
maatregelen om vertragingen tegen te gaan? Zo nee, waarom niet? Welk overleg vindt
hierover plaats met rederij Wagenborg, de gemeente Ameland en de provincie Fryslân?
Antwoord 8
Zoals ik heb vermeld in mijn brief van 14 januari 2020 over «Lange termijn oplossingsrichtingen
bereikbaarheid Ameland na 2030 en onderzoek vertragingen verbinding» (Kamerstuk 23 645, nr. 711) start ik dit najaar met het «Vervolgonderzoek Bereikbaarheid Ameland 2030» waarin
ik twee mogelijke langetermijnoplossingsrichtingen nader zal onderzoeken en uitwerken.
Bij dit proces worden ook de provincie Fryslân, diverse gemeenten en rederij Wagenborg
betrokken.
Vraag 9
Hoe moet het niet laten doorgaan van de bochtafsnijding gezien worden ten opzichte
van de aangenomen motie van de leden Aukje de Vries en Jacobi, d.d. 7 april 2016 (Kamerstuk
29 684, nr. 198) waarin uitgesproken wordt «ruimte te willen bieden in de Structuurvisie Waddenzee
voor een aanpassing van de vaargeul en optimalisatie van het vaargeulonderhoud»?
Antwoord 9
De huidige Structuurvisie Waddenzee (2012) maakt het realiseren van een bochtafsnijding
niet onmogelijk. Het uitgangspunt is dat de vaargeulen meebewegen met de natuurlijke
dynamiek. Indien voor een verlegging van een vaargeul moet worden gebaggerd, is een
vergunning nodig in het kader van de Wet natuurbescherming. Die vergunning kan voor
het project Reegeul-Oost niet worden verkregen (zie antwoord 2). Met de afronding
van de «Langetermijn Oplossingsrichtingen Bereikbaarheid Ameland na 2030» en het Open
Plan Proces heb ik uitvoering gegeven aan de motie Aukje de Vries/Jacobi van 7 april
2016 (Kamerstuk 29 684, nr. 128). Zie ook de eerdergenoemde MIRT-brief van 19 juni 2020.
Vraag 10
Hoe moet het niet laten doorgaan van de bochtafsnijding gezien worden ten opzichte
van de aangenomen motie Aukje de Vries c.s., d.d. 11 december 2019 (Kamestuk 29 684, nr. 198) waarin «de regering wordt verzocht de bereikbaarheid van de Waddeneilanden en Waddenhavens
in beleidsstukken aan te merken als van maatschappelijk en economisch belang»?
Antwoord 10
In mijn brief van 9 juli 2020 over de ontwerp-Agenda voor het Waddengebied 2050 (Kamerstuk
2020Z13757) heb ik aangegeven hoe ik invulling geef aan de genoemde motie. In de Agenda wordt
onderkend dat bereikbaarheid van groot belang is voor de economie en de leefbaarheid.
Verder wordt uitgelegd wat de uitgangspunten zijn voor de baggerinspanningen van het
Rijk, en hoe we gezamenlijk toekomstige ontwikkelingen bestuderen en waar mogelijk
kansen creëren voor innovatieve oplossingen. Dit neemt niet weg, dat voor ingrepen
in een Natura 2000 gebied een vergunning op grond van de Wet Natuurbescherming is
vereist. Aangezien in het kader daarvan is beoordeeld dat de bochtafsnijding permanent
schadelijk is voor de natuur kan een dergelijke vergunning niet worden afgegeven.
Vraag 11
Waarom is er in het onderzoek alleen gekeken naar het natuuraspect en niet naar het
maatschappelijk en economisch belang en de bereikbaarheid van Ameland?
Antwoord 11
Bij de keuze uit het Open Planproces om de bochtafsnijding Reegeul-Oost als mogelijke
optie te onderzoeken, zijn de economische en maatschappelijke belangen meegewogen.
Voor het realiseren van de Reegeul-Oost is echter ook een vergunning nodig in het
kader van de Wet natuurbescherming. Daarom heeft dit onderzoek zich toegespitst op
de natuureffecten.
Vraag 12
In hoeverre zijn ook de negatieve milieueffecten van de langere vaartijd, volgens
Wagenborg zo’n 1.500 kilo CO2-uitstoot per dag, meegewogen?
Antwoord 12
De afname van de CO2-uiststoot bij aanleg van de Reegeul-Oost ten opzichte van de huidige situatie is
onderzocht. De afname van de uitstoot van CO2 is niet doorslaggevend voor het krijgen van een vergunning in het kader van de Wet
Natuurbescherming. Het habitatverlies van de permanent ondergelopen zandbanken is
de bepalende factor voor het verkrijgen van een vergunning.
Vraag 13
Wat zijn de gevolgen van het huidige noodzakelijke baggerregime voor de vaargeul Ameland
voor de natuur vergeleken met de bochtafsnijding «Reegeul-Oost»? In hoeverre zijn
ook de milieueffecten van het noodzakelijke baggerregime op dit moment meegewogen
ten opzichte van een vaargeul met bochtafsnijding «Reegeul-Oost»?
Antwoord 13
Het baggeronderhoud van de Reegeul-Oost zou naar verwachting hoger zijn dan het baggeronderhoud
in de huidige geul. De baggerwerkzaamheden voor de Reegeul-Oost zouden daarom leiden
tot een toename van de negatieve effecten op de natuur en een stijging van het totale
baggervolume.
Vraag 14
Naar welke mitigerende maatregelen voor de effecten van de bochtafsnijding is gekeken
en waarom konden deze niet?
Antwoord 14
Er is gekeken naar aanpassingen van het ontwerp om het kwaliteitsverlies van het prioritaire
habitattype «permanent ondergelopen zandbanken» zo veel mogelijk te beperken. Hieruit
bleek dat de alternatieve ontwerpen niet het gewenste resultaat opleverden. Zo voldeden
de alternatieven niet aan de nautische eisen op het gebied van veiligheid en doorstroming
en zou het habitatverlies te groot zijn.
Vraag 15
Klopt het dat bij natuurlijke verleggingen van de geul, waardoor de bocht kleiner
wordt door de natuurlijke dynamiek, er eerst vergunningen nodig zijn om zo’n verkorte
route te mogen bevaren? Waarom is dit? Kunt u toezeggen dat dit sneller en makkelijker
kan, zonder lange procedures?
Antwoord 15
Nee, dit klopt niet. Voor het bevaren van een geul, hetzij natuurlijk gevormd, hetzij
aangelegd, is geen vergunning nodig.
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
C. van Nieuwenhuizen Wijbenga, minister van Infrastructuur en Waterstaat
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.