Schriftelijke vragen : Het olielek bij de kust van Mauritius
Vragen van de leden Kröger en Van den Nieuwenhuijzen (beiden GroenLinks) aan de Ministers van Infrastructuur en Waterstaat en voor Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking over het olielek bij de kust van Mauritius (ingezonden 14 augustus 2020).
Vraag 1
Bent u bekend met het bericht «Schip lekt olie voor kust van Mauritius, premier spreekt
van noodsituatie»?1
Vraag 2
Heeft Nederland zelfstandig of in Europees verband hulp aangeboden aan Mauritius bij
het opruimen van de olie? Zo nee, gaat Nederland dit in de nabije toekomst nog doen?
Vraag 3
Kunt u een overzicht geven van de assistentie die reeds is aangeboden of geleverd
door de internationale gemeenschap en is deze assistentie redelijkerwijs voldoende
om de olie op afzienbare termijn op te ruimen?
Vraag 4
Beschikt Nederland over unieke expertise op het gebied van het schoonmaken van kustgebied
waar Mauritius van kan profiteren? Zo ja, bent u bereid die expertise te delen?
Vraag 5
Is u bekend wat de toedracht is van het feit dat het schip de MV Wakashio, verantwoordelijk
voor de lekkage, op het koraalrif van Mauritius is gevaren? Zo nee, bent u bereid
met uw Japanse ambtsgenoot te overleggen om de oorzaak te achterhalen?
Vraag 6
Klopt het dat Japan weigert verantwoordelijkheid te nemen voor de schade door de MV
Wakashio omdat het schip formeel onder de vlag van Panama geregistreerd staat?
Vraag 7
Deelt u de analyse dat betere maritieme informatiesystemen en signalering het olielek
van de MV Wakashio hadden kunnen voorkomen? Zo ja, bent u bereid hier in internationaal
verband een initiatief voor op te zetten?2
Vraag 8
Deelt u de analyse dat het voor veilig maritiem handelsverkeer noodzakelijk is dat
strengere internationale afspraken worden gemaakt over scheepsverkeer, zoals regels
over onder welke vlag geregistreerd en gevaren mag worden en minimumregels voor openheid
over de veiligheid van schepen, de eigenaren en de lading? Zo ja, bent u bereid hier
bij de International Maritime Organization op aan te dringen?3
Indieners
-
Gericht aan
C. van Nieuwenhuizen Wijbenga, minister van Infrastructuur en Waterstaat -
Gericht aan
S.A.M. Kaag, minister voor Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking -
Indiener
Suzanne Kröger, Kamerlid -
Medeindiener
T.J.H. van den Nieuwenhuijzen, Tweede Kamerlid
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.