Antwoord schriftelijke vragen : Antwoord op vragen van het lid Agema over het bericht van de Vereniging van Ouderengeneeskundigen (Verenso) dat stelt dat het voorkomen van een nieuwe lockdown in verpleeghuizen bij een tweede coronagolf vraagt om een andere organisatie van de zorg
Vragen van de leden Wilders en Agema (beiden PVV) aan de Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport over het bericht van de Vereniging van Ouderengeneeskundigen (Verenso) dat stelt dat het voorkomen van een nieuwe lockdown in verpleeghuizen bij een tweede coronagolf vraagt om een andere organisatie van de zorg (ingezonden 11 juni 2020).
Antwoord van Minister De Jonge (Volksgezondheid, Welzijn en Sport) (ontvangen 17 juli
2020). Zie ook Aanhangsel Handelingen, vergaderjaar 2019–2020, nr. 3422.
Vraag 1
Wat is uw reactie op het persbericht van Verenso: «Voorkomen hernieuwde lockdown verpleeghuizen
vraagt om andere organisatie van de zorg»?1
Antwoord 1
Zoals in het artikel ook wordt aangegeven, was het een bijzonder moeilijke beslissing
om over te gaan tot het sluiten van de verpleeghuizen voor bezoekers. We hebben dit
na advies van Verenso en in goed overleg met verschillende partijen gedaan. De maatregel
heeft enorm veel impact gehad op cliënten en hun naasten. Ik wil bij een nieuwe opleving
van het virus de ervaring van deze periode meenemen. Ik richt mij nu dan ook op de
geleerde lessen om nieuwe maatregelen af te stemmen op de situatie en de doelgroep.
Ik heb hiertoe informatie opgehaald bij verschillende (onafhankelijke) partijen die
vanwege hun deskundigheid of positie belangrijke inzichten hebben voor het formuleren
van lessen. Het gaat daarbij om de cliëntenorganisaties, de beroepsgroepen, de zorgaanbieders,
GGD’en, het RIVM en de Academische Werkplaatsen. Daarnaast heb ik de zorgaanbieders
die betrokken zijn bij Radicale Vernieuwing bevraagd. Tot slot heb ik een groep deskundigen
uit de sector gevraagd. Met de uitkomst van deze lessen wil ik samen met de sectoren
goed voorbereid zijn op een eventuele tweede golf. Hierover heb ik de Tweede Kamer
op 16 juli een brief gestuurd.
Vraag 2
Deelt u de mening dat verpleeghuizen bij een tweede coronagolf niet opnieuw achteraan
in de rij mogen komen te staan als het gaat om beschermingsmiddelen en tests? Zo ja,
hoe gaat u dat borgen?
Antwoord 2
Ik deel de mening dat de verpleeghuizen achteraan hebben gestaan niet (zie ook de
brief van 16 juli over de lessen verpleeghuizen met het oog op de tweede golf).
Er is nu geen tekort aan persoonlijke beschermingsmiddelen. Er zijn duidelijke afspraken
voor het bestellen en leveren aan verpleeghuizen. Daarnaast zijn de verpleeghuizen
opgenomen in het verdeelmodel dat gehanteerd bij schaarste. Hiermee is de positie
van de verpleeghuizen bij de toelevering van beschermingsmiddelen geborgd. Dit geldt
ook voor het testen: vanaf 1 juni kan iedereen met klachten zich laten testen op COVID-19.
Dit geldt dus ook voor cliënten en zorgpersoneel van een verpleeghuis. Er is voldoende
testmateriaal en testcapaciteit.
Vraag 3
Deelt u de mening dat omdat beschermingsmiddelen een (te) grote kostenpost voor instellingen
kunnen vormen, deze van Rijkswege gratis ter beschikking moeten worden gesteld voor
zolang de coronacrisis duurt? Zo nee, waarom niet?
Antwoord 3
In mijn brief van 12 juni 2020 heb ik uw Kamer geïnformeerd dat alle zorgaanbieders
in de langdurige zorg extra kosten als gevolg van COVID-19 vergoed kunnen krijgen
tot 31 december 2020. Deze vergoeding vindt plaats op basis van de beleidsregel SARS-CoV-2
virus van de NZa. Door het LCH worden bovendien niet de actuele prijzen maar pre-corona
prijzen in rekening gebracht.
Vraag 4
Deelt u de mening dat nu corona indamt en de lockdownmaatregelen stapsgewijs worden
afgebouwd, het «voorzorgsprincipe» zou gehanteerd moeten worden en zorgverleners zorgbreed
preventief met beschermingsmiddelen zouden moeten werken, teneinde een tweede slagveld
in de verpleeghuiszorg en thuiszorg te voorkomen? Zo nee, waarom niet?
Antwoord 4
Nee, het gebruik van persoonlijke beschermingsmiddelen buiten het ziekenhuis is alleen
aangewezen bij de verpleging van mensen met (verdenking van) COVID-19. Als een cliënt
(lichte) klachten vertoont, kan deze direct getest worden. Als de zorgverlener lijfgebonden
zorg moet verrichten kan het een afgewogen beslissing zijn om met persoonlijke beschermingsmiddelen
te gaan werken tot de uitslag bekend is. Ook kunnen zorgprofessionals beredeneerd
afwijken van de uitgangspunten op basis van hun professionele ervaring en inschatting.
Gepast gebruik van beschermingsmiddelen draagt er ook aan bij dat bij een eventuele
tweede golf schaarste aan persoonlijke beschermingsmiddelen wordt voorkomen.
Vraag 5
Hoeveel verpleeghuisbewoners raakten tijdens de coronacrisis vermoedelijk besmet en
hoeveel zijn vermoedelijk overleden?
Antwoord 5
Het RIVM (peildatum 13 juli) schat dat tot nu toe bij circa 8.400 bewoners van verpleeghuizen
een COVID-19-besmetting is bevestigd, waarvan ruim 2.800 mensen als overleden zijn
gemeld2. Gelukkig herstellen veel mensen ook.
Op 1 januari 2020 woonden circa 120.000 zeer kwetsbare mensen in een verpleeghuis.
Dit betekent dat bij bijna 7% van de bewoners COVID-19 is bevestigd en ruim 2% van
de bewoners is overleden.
Vraag 6
Hoeveel zorgverleners die werken in verpleeghuizen raakten tijdens de coronacrisis
vermoedelijk besmet en hoeveel zijn vermoedelijk overleden?
Antwoord 6
Het RIVM geeft in de update aan dat er tot en met 14 juli 17.408 zorgmedewerkers zijn
besmet met COVID-19. Hiervan zijn 13 zorgmedewerkers overleden. Dit betreft zorgmedewerkers
binnen en buiten het ziekenhuis. Er zijn geen specifieke cijfers bekend over besmettingen
en sterfte van zorgpersoneel in de verpleeghuissector.
Vraag 7
Hoe kijkt u zelf erop terug dat bewoners van verpleeghuizen zo verschrikkelijk lang
geen echtgenoten, vrienden en familie meer op bezoek mochten krijgen omdat er een
gebrek aan beschermingsmiddelen was? Hoe gaat u borgen dat dit nooit meer gaat gebeuren?
Antwoord 7
Zoals ik al in antwoord 1 heb aangegeven is het nemen van de beslissing om over te
gaan tot de bezoekregeling geen lichte keuze geweest. Ik vind het ook schrijnend als
ik lees hoe men elkaar heeft gemist en hoeveel verdriet dit heeft gegeven. Het gebrek
aan persoonlijke beschermingsmiddelen was niet de reden om de bezoekregeling te treffen.
Het doel was de meest kwetsbare mensen in de bevolking te beschermen tegen het virus
dat in een hoog tempo slachtoffers maakte, zowel binnen als buiten verpleeghuizen.
Bovendien moest ook het zorgpersoneel worden beschermd. Met het leren van lessen wil
ik voorbereid zijn op een eventuele tweede golf. Hierover heeft u op 16 juli een brief
ontvangen.
Vraag 8
Hoe kijkt u in dit licht terug op het vliegtuig dat op 10 februari jl. (met medewerking
van het Ministerie van Buitenlandse Zaken) naar China vertrok met daarin onze complete
voorraad beschermingsmiddelen?
Antwoord 8
Zoals de Minister-President op 16 april jl. in het Tweede Kamerdebat over de ontwikkelingen
rondom het coronavirus al heeft geantwoord, is op 10 februari jl. een vlucht naar
China vertrokken, maar niet met onze complete voorraad beschermingsmiddelen. Deze
vlucht betrof een humanitaire vlucht, die hulpgoederen op kwam halen die door de Chinese
ambassade en bedrijven waren ingezameld. Hier zaten geen spullen van de overheid bij.
De Nederlandse overheid heeft niets geleverd en niet zelf in natura bijgedragen. Het
enige dat de Nederlandse overheid op 7 februari jl. gedaan heeft, is het regelen van
de landingsrechten, omdat het een humanitaire vlucht was.
Vraag 9
Klopt het dat verpleeghuizen gedurende de lockdown vaker versuffende middelen (Haloperidol
(haldol), Dipiperon) hebben toegediend aan hun bewoners teneinde hen rustig te houden?
Hoeveel bewoners zijn tijdens de lockdown versuft? Toediening van deze middelen valt
onder de Wet zorg en dwang psychogeriatrische en verstandelijk gehandicapte cliënten,
werd deze bij al deze bewoners die werden versuft correct toegepast?
Antwoord 9
Er is een wisselend beeld over onvrijwillige zorg in de verpleeghuissector. De Inspectie
Gezondheidszorg en Jeugd (IGJ) heeft signalen ontvangen dat sommige cliënten rustiger
worden door minder bezoek. Hierdoor wordt er minder rustgevende medicatie voorgeschreven.
Een ander signaal is juist dat een deel van de cliënten meer onrust heeft ervaren
tijdens de bezoekregeling. Bij deze groep cliënten werd er meer rustgevende medicatie
gebruikt. De IGJ verifieert de verschillende signalen door bij het toezicht in gesprek
te gaan met de zorgaanbieders. Er zijn op dit moment geen harde cijfers beschikbaar
over de toepassing van rustgevende medicatie in verpleeghuizen. Voor het toepassen
van rustgevende medicatie bij cliënten met een psychogeriatrische aandoening is de
toepassing van de Wet zorg en dwang noodzakelijk.
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
H.M. de Jonge, minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.