Antwoord schriftelijke vragen : Antwoord op vragen van het lid Ploumen over de impact van racisme op de gezondheid
Vragen van het lid Ploumen (PvdA) aan de Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport over de impact van racisme op de gezondheid (ingezonden 4 juni 2020).
Antwoord van Staatssecretaris Blokhuis (Volksgezondheid, Welzijn en Sport) (ontvangen
16 juli 2020).
Vraag 1
Bent u bekend met het bericht «Racisme maakt letterlijk ziek»1?
Antwoord 1
Ja.
Vraag 2
Is het u bekend dat institutioneel racisme naast invloed op de kansen op goed onderwijs,
een baan en een woning ook invloed heeft op de gezondheid?
Antwoord 2
Ja.
Vraag 3
Bent u bekend met het proefschrift van Umar Ikram dat ingaat op etnische gezondheidsverschillen
in Nederland2?
Antwoord 3
Ja.
Vraag 5
Erkent u het verband tussen discriminatie en mentale gezondheidsproblemen? Kunt u
uw antwoord toelichten? Zo ja, waarom wordt op de website van de Mental Health Foundation
geen melding gemaakt van discriminatie als een van de risicofactoren voor mentale
gezondheidsproblemen?
Antwoord 5
Ik betreur ten zeerste dat het ook in Nederland uitmaakt welke huidskleur je hebt,
wat je achternaam is en waar je ouders of grootouders vandaan komen. Racisme en discriminatie,
bewust of onbewust, kunnen niet en mogen niet. Maar toch hebben veel mensen hier regelmatig
mee te maken. Dit is een probleem dat ons allemaal aangaat, want we zijn allemaal
onderdeel van dezelfde samenleving. Het gaat hier in de kern om het principe van gelijkwaardigheid
en kansengelijkheid in onderwijs, werk, wonen, zorg en sport. Het gaat om recht doen
aan een grote groep mensen die zich op basis van hun huidskleur regelmatig buitengesloten
voelt of, nog erger, ook daadwerkelijk buitengesloten wordt.
Het ervaren van stress en uitsluiting als gevolg van discriminatie kan consequenties
hebben voor de mentale gezondheid. Het kabinet maakt zich er sterk voor om dit zoveel
mogelijk tegen te gaan. Met betrekking tot de organisatie Mental Health Foundation
merk ik op dat deze organisatie van het Ministerie van VWS gedurende 2016–2017 een
projectsubsidie ontvangen heeft ter uitvoering van een aantal activiteiten waaronder
het organiseren van een Depressiegala. De organisatie gaat echter zelf over de inrichting
en de geboden informatie op haar website.
Vraag 6
Hoe oordeelt u over de uitspraak van Glenn Helberg dat «etnische minderheden en hun
klachten binnen de medische wereld niet worden erkend, omdat de witte man nog steeds
centraal staat in de (geestelijke) zorg en medisch onderzoek»?
Antwoord 6
De focus bij medisch wetenschappelijk onderzoek heeft helaas lange tijd gelegen op
jonge mannelijke deelnemers. Ik vind het van groot belang dat alle Nederlanders kunnen
vertrouwen op goede evidence based zorg. Ik juich het dan ook toe dat er inmiddels
in medisch wetenschappelijk onderzoek steeds meer aandacht komt voor diversiteit.
De toegenomen wetenschappelijk kennis (genomics, biomarkers, lifestyle, imaging) zorgt
voor een nieuwe ontwikkeling van op de individuele patiënt toegesneden preventie en
behandeling (personalised medicine). Persoonskenmerken als gender, leeftijd en etniciteit
maken hier onderdeel van uit.
Vraag 4 en 7
Hoe vindt u het dat in Nederland etnische minderheden veel discriminatie ervaren en
daardoor meer last hebben of zullen krijgen van hart- en vaatziekten en psychische
problemen?
Deelt u de mening dat het zeer onwenselijk is dat er etnische gezondheidsverschillen
bestaan als gevolg van discriminatie? Kunt u uw antwoord toelichten?
Antwoord 4 en 7
Ik betreur het zeer dat mensen discriminatie ervaren op grond van etniciteit. Het
is zeer onwenselijk dat hierdoor gezondheidsverschillen ontstaan. De realiteit laat
helaas ook breder zien dat zich verschillen in gezondheid voordoen tussen verschillende
groepen mensen in onze samenleving die samenhang vertonen met sociaaleconomische factoren
als inkomen en opleidingsniveau. Zo leven onder andere hoogopgeleide mensen gemiddeld
zes jaar langer dan laagopgeleide mensen. Ook het ervaren van discriminatie kan gevolgen
hebben voor zowel de fysieke als mentale gezondheid. Het kabinet streeft naar (kansen)gelijkheid
in onderwijs, werk, wonen, zorg en sport. Er zijn dan ook verschillende initiatieven
om discriminatie in deze gebieden tegen te gaan. Hiervoor verwijs ik u naar de brief
van Minister Ollongren van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties, d.d. 15 juni
2020 (Kamerstuk 30 950, nr. 185).
Om gezondheidsachterstanden tegen te gaan is het onder andere van belang om mensen
te bereiken met goede voorlichting over gezonde voeding en leefstijl die bijdragen
aan de fysieke en mentale gezondheid. Het vroegtijdig onderkennen van psychische problematiek
is belangrijk, omdat door vroegtijdig ingrijpen erger kan worden voorkomen. De inzet
van het Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport is er dan ook onder andere
op gericht om het taboe dat rust op psychische klachten en aandoeningen zoveel mogelijk
te doorbreken. Dat doen we onder andere met de publiekscampagne «Hey, het is ok»,
waarmee we trachten psychische klachten bespreekbaar te maken en het stigma dat op
psychische klachten rust, terug te dringen.
Vraag 8, 9 en 10
Vindt u ook dat er in de zorg meer aandacht moet komen voor culturele diversiteit
en discriminatie? Zo ja, welke maatregelen zult u nemen om dit te bewerkstelligen?
Hoe gaat u voorkomen dat de voorspelling gedaan in het proefschrift uitkomt, namelijk
dat de gezondheid van etnische minderheidsgroepen de komende dertig jaar zal verslechteren,
daar die van autochtone Nederlanders stabiel zal blijven?
Deelt u de mening dat er nader onderzoek moet worden gedaan naar de impact van discriminatie
op zowel fysieke als mentale gezondheid?
Antwoord 8, 9 en 10
Het is bekend dat de impact van uitsluiting en (minderheids)stress gevolgen kan hebben
voor de mentale gezondheid en dat ook culturele verschillen kunnen maken dat er met
die gevolgen anders wordt omgegaan. Dit betreur ik ten zeerste. We zetten ons in om
psychische problematiek bespreekbaar te maken en open te zijn over hoe het met je
is, ook als het iets minder goed gaat. Daar werken we hard aan met de campagne «Hey,
het is ok». Ook is er zoals aangegeven in het antwoord op vraag 6 in medisch wetenschappelijk
onderzoek is steeds meer aandacht voor diversiteit en personalised medicine. Tevens
steef ik er naar bij het uitzetten van onderzoeken een breed samengestelde onderzoeksgroep
als uitgangspunt te hanteren, zodat (culturele) diversiteit in het onderzoek meegenomen
kan worden.
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
P. Blokhuis, staatssecretaris van Volksgezondheid, Welzijn en Sport
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.