Schriftelijke vragen : Diverse berichten aangaande ontslagen bij poppodia en andere culturele instellingen
Vragen van het lid Kwint (SP) aan de Ministers van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap, van Economische Zaken en Klimaat en van Sociale Zaken en Werkgelegenheid over diverse berichten aangaande ontslagen bij poppodia en andere culturele instellingen (ingezonden 13 juli 2020).
Vraag 1
Wat is uw reactie op het bericht «Poppodium Paradiso zet kwart van personeel op straat»
en soortgelijke berichten over ondermeer poppodia 013, AFAS Live, Ziggo Dome en De
Neushoorn?1, 2, 3, 4
Vraag 2
Deelt u de analyse van poppodium Paradiso dat er pas structureel uitzicht is op een
levensvatbare popsector wanneer regelingen zoals de NOW beschikbaar zijn? Op welke
wijze bent u bereid het steunpakket voort te zetten en ontslagen zoveel mogelijk te
voorkomen?
Vraag 3
Hoeveel podia, schouwburgen en theaters hebben naar uw weten reeds ontslagrondes aangekondigd?
Hoeveel freelancers en mensen in vaste dienst zijn al hun werkzaamheden kwijtgeraakt?
Bent u bereid om indien nodig regelingen als de TOZO en de TVL voort te zetten zolang
deze sector nog te maken heeft met door de overheid opgelegde beperkende maatregelen?
Vraag 4
Op welke manier bent u voornemens om uw toezegging waar te maken dat er genoeg mogelijkheden
zijn deze zomer om te voorkomen dat noodlijdende instellingen, zoals poppodia, failliet
gaan? Deelt u de analyse dat faillissementen door een tijdelijke noodsituatie als
corona kapitaalvernietiging zouden zijn in een branche die de afgelopen jaren alleen
maar gegroeid is en dat er geen enkele reden is om aan te nemen dat er na de coronacrisis
minder vraag zou zijn naar cultuur?
Vraag 5
Kunt u een overzicht geven van de ondersteuningsmaatregelen waar poppodia, theaters
en schouwburgen net als festivals nu een beroep op kunnen doen? Gebeurt dit naar uw
inschatting voldoende? Zijn deze regelingen toereikend voor het voortbestaan van deze
pijlers van onze culturele infrastructuur?
Vraag 6
Deelt u de opvatting van enkele poppodia dat wanneer zij pas in september iets horen
over de eventuele mogelijkheden voor programmering de rest van het jaar, zij op geen
enkele manier kunnen anticiperen op een verdienmodel in hun programmering tot 2021?
Hoe verwacht u dat podia nu kosten gaan maken voor promotie en personeel wanneer zij
niet weten voor hoeveel mensen de programma’s die zij nu boeken later in dit jaar
kunnen worden uitgevoerd?
Vraag 7
Deelt u de vrees van podia dat zij aangeklaagd kunnen worden voor contractbreuk en
alsnog de complete gages aan artiesten moeten betalen, wanneer zij optredens op anderhalve
meter moeten organiseren of vanwege de kosten in zijn geheel moeten afgelasten?
Vraag 8
Bent u bereid om met podia, festivals, theaters en schouwburgen en hun vertegenwoordigers
ook gedurende de zomer in gesprek te blijven, zodat eventuele mogelijkheden verkend
kunnen worden en zij niet hoeven te wachten tot september voor meer duidelijkheid?
Vraag 9
Welke aanvullende mogelijkheden ziet u om in samenspraak met andere overheden te voorkomen
dat er een kaalslag plaatsvindt in de infrastructuur van oefenruimtes, podia en festivals?
Welke instellingen hebben reeds met succes een beroep gedaan op extra ondersteuning?
Wat is het perspectief voor podia, festivals, schouwburgen en theaters wanneer lagere
overheden niet bereid zijn of niet in staat zijn om een bijdrage te leveren?
Vraag 10
Deelt u de inschatting van poppodia en festivals dat zelfs wanneer de beperkende maatregelen
worden opgeheven, zij vanwege het vaak internationale karakter van de optredende artiesten,
nog langere tijd te maken zullen hebben met het naijleffect van deze crisis? Bent
u bereid ze ook hierin bij te staan?
Vraag 11
Wat is de stand van zaken van uw eerder toegezegde overleg met de verzekeringsbranche
over onder meer de pandemiedekking voor festivals en podia?
Vraag 12
Deelt u de zorgen dat instellingen terughoudend zijn met het aangaan van extra financiële
verplichtingen in deze crisis en dat dit weleens kan betekenen dat zij geen gebruik
maken van een leenfaciliteit zoals die bijvoorbeeld beschikbaar is bij Cultuur+Ondernemen,
zolang zij geen perspectief hebben op het terugkeren van een verdienmodel?
Indieners
-
Gericht aan
E.D. Wiebes, minister van Economische Zaken en Klimaat -
Gericht aan
I.K. van Engelshoven, minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap -
Gericht aan
W. Koolmees, minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid -
Indiener
J.P. Kwint, Tweede Kamerlid
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.