Antwoord schriftelijke vragen : Antwoord op vragen van het lid Jasper van Dijk over 11.000 mensen voor wie naturalisatie onmogelijk is
Vragen van het lid Jasper van Dijk (SP) aan de Staatssecretaris van Justitie en Veiligheid over 11.000 mensen voor wie naturalisatie onmogelijk is (ingezonden 4 juni 2020).
Antwoord van Staatssecretaris Broekers-Knol (Justitie en Veiligheid) (ontvangen 10 juli
2020). Zie ook Aanhangsel Handelingen, vergaderjaar 2019–2020, nr. 3282.
Vraag 1
Wat is uw reactie op de uitzending van Reporter Radio: «Naturalisatie onmogelijk ondanks
ruim 13 jaar legaal verblijf»?1
Antwoord 1
Het onderwerp en de strekking van de uitzending zijn mij bekend.
Vraag 2
Vindt u het aanvaardbaar dat er circa 11.000 mensen zijn die langdurig legaal in Nederland
verblijven, maar die op basis van dit beleid nooit de rechten en plichten kunnen verwerven
die andere Nederlanders hebben?
Antwoord 2
Om te kunnen naturaliseren, gelden voorwaarden. Van de circa 27.000 personen die in
de periode 2007–2009 zijn gestart met een verblijfsvergunning op grond van de regeling
ter afwikkeling van de nalatenschap van de oude Vreemdelingenwet (Ranov of «Generaal
pardon») hebben er op dit moment circa 11.000 een verblijfsvergunning. Daarmee is
nog niet gezegd, dat zij allen op dit moment aan alle naturalisatievoorwaarden voldoen.
Eén van de voorwaarden voor naturalisatie is de inburgering. Van de circa 11.000 bedoelde
personen hebben circa 3.400 personen een verblijfsvergunning, regulier voor bepaalde
tijd. Het is aan de hand van deze verblijfsvergunning niet te zeggen of de houder
ervan (al) voldoet aan de voorwaarde tot inburgering. Daarnaast zijn van de circa
11.000 mensen in mei 2020 er circa 530 minderjarig. Om een eigen naturalisatieverzoek
in te kunnen dienen, moet de verzoeker meerderjarig zijn. Minderjarigen kunnen wel
met een meerderjarige mee-naturaliseren.
Vraag 3, 4
Waarom is in 2009 het beleid ten aanzien van de «bewijsnood mogelijkheid» aangescherpt?
Is de Kamer daar destijds niet over geïnformeerd? Zo ja, waarom niet?
Antwoord 3, 4
Het beleid is met ingang van 1 mei 2009 gewijzigd met een besluit tot wijziging van
de Handleiding voor de toepassing van de Rijkswet op het Nederlanderschap. Het besluit
is bekendgemaakt in de Staatscourant van 12 februari 2009, nr. 29. Hierover is geen
bericht aan de Kamer gestuurd. Dat is bij een beleidswijziging als deze overigens
ook niet gebruikelijk. Het besluit motiveert de beleidswijziging als volgt: «Bij de verkrijging van het Nederlanderschap moet zoveel mogelijk zekerheid bestaan
over de identiteit en nationaliteit van een betrokkene. Tussen het moment van verkrijging
van de reguliere verblijfsvergunning waarbij vrijstelling van het paspoortvereiste
gold en het verzoek om naturalisatie of optie kan een geruime periode bestaan waardoor
het verlangen van een (geldig) paspoort en een (gelegaliseerde/van apostille voorziene)
geboorteakte in de rede ligt». In individuele gevallen is het mogelijk af te wijken van het beleid en een of meer
voorwaarden niet te handhaven.
Vraag 5
Waarom is het wob-verzoek van de programmamakers afgewezen? Bent u alsnog bereid de
Kamer te informeren?
Antwoord 5
Het Wob-verzoek van Reporter Radio, dat op 7 februari 2020 is ingediend, is niet afgewezen
maar per e-mailbericht van 19 mei 2020 door verzoeker ingetrokken.
Vraag 6
Erkent u dat er groepen vergunninghouders zijn die door dit strikte beleid niet kunnen
naturaliseren? Zo ja, welke groepen betreft het?
Antwoord 6
Om zeker te zijn van de juistheid van de gegevens die op het naturalisatiebesluit
worden vermeld, wordt verlangd dat de naturalisatieverzoeker, die in het bezit is
van een reguliere verblijfsvergunning, zijn persoonsgegevens en nationaliteit in beginsel
aantoont met buitenlandse documenten. Reguliere vreemdelingen die, tegen de tijd dat
zij aan de naturalisatietermijn voldoen, (nog) ongedocumenteerd verblijf houden en
van wie de personalia derhalve op het moment van het naturalisatieverzoek aan de hand
van een verklaring onder ede of belofte in de gemeentelijke basisregistratie (BRP)
zijn geregistreerd, wordt gevraagd om bewijsstukken van identiteit en van nationaliteit.
In een individueel geval kan bij een vreemdeling, die in het bezit is van een reguliere
verblijfsvergunning, aanleiding bestaan om de voorwaarden voor het overleggen van
identiteits- en/of nationaliteitsdocumenten niet te handhaven. Daartoe overgaan is
mogelijk na het hebben vernomen en hebben gewogen van de reden(en) waarom betrokkene
niet in het bezit is van het gevraagde document. Het is aan betrokkene om deze reden(en)
naar voren te brengen. In de naturalisatieprocedure zijn asielgerechtigden ontheven
van de documenteneis. Naar mijn mening sluit het beleid voor identiteits- en nationaliteitsdocumenten
geen groepen vergunninghouders uit van naturalisatie.
Vraag 7
Deelt u de mening dat als een kind met een pardonvergunning meerderjarig wordt en
niet aan de benodigde documenten kan komen van het land van herkomst van de ouders,
het belang om dit kind dezelfde rechten te geven als elke andere Nederlander zwaarder
weegt dan het belang van de staat om op de juiste bureaucratische wijze de identiteit
en nationaliteit vast te kunnen stellen? Zo nee, waarom niet? Zo ja, welk gevolg geeft
u daaraan?
Antwoord 7
Ook van deze jongvolwassenen mag een inspanning worden verwacht om aan documenten
te komen. Ook als daarvoor nodig is dat zij zich voor het eerst bekendmaken aan het
herkomstland van hun ouder(s). Als andere naturalisatieverzoekers met dezelfde nationaliteit
wel de noodzakelijke documenten krijgen, komt de vraag op waarom het hier bedoelde
kind dan níet door de buitenlandse overheid in het bezit wordt gesteld van het gevraagde
bewijsstuk van geboorte en/of geldig nationaal paspoort.
Vraag 8
Hoeveel houders van een pardonvergunning zijn inmiddels genaturaliseerd?
Antwoord 8
Sinds 15 juni 2007 en tot eind april 2020 zijn afgerond 14.670 vreemdelingen die ooit
in het bezit zijn gesteld van een ranov-vergunning genaturaliseerd tot Nederlander.
Vraag 9, 10
Hoe vaak is er de afgelopen jaren bewijsnood ten aanzien van het overleggen van een
geboorteakte en/of geldig paspoort toegepast?
Indien dit niet uit de systemen van de Immigratie- en Naturalisatiedienst te halen
is, bent u bereid hier nader onderzoek naar te doen en de Kamer hierover te informeren?
Antwoord 9, 10
De gevraagde cijfers kunnen niet worden gegenereerd uit de geautomatiseerde informatie-
en registratiesystemen van de IND. Een onderzoek naar deze cijfers sta ik niet voor.
In zijn algemeenheid geldt dat een dergelijk onderzoek weliswaar mogelijk is, maar
beslag legt op capaciteit, omdat een dergelijk onderzoek handmatig moet plaatsvinden.
Daarom zet ik die capaciteit liever anders in.
Vraag 11
Is het juist dat het Ministerie van Justitie en Veiligheid een afspraak heeft gemaakt
met Chun («de man die niet bestaat») om over zijn uitzichtloze situatie te spreken?
Wilt u de Kamer informeren over de voortgang?2
Antwoord 11
Tijdens het nota-overleg van 3 juni jl. heb ik aangegeven dat een gesprek zou plaatsvinden
met de Dienst Terugkeer en Vertrek (DT&V). Dit gesprek heeft inmiddels plaatsgevonden
met de gemachtigde van betrokkene. Zoals uw Kamer bekend is, kan ik in de beantwoording
van Kamervragen niet ingaan op individuele zaken. Voor de volledigheid, en zoals al
is gebleken uit de beantwoording van eerdere Kamervragen,3 merk ik hier wel op dat het in deze zaak niet gaat om een naturalisatieverzoek.
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
A. Broekers-Knol, staatssecretaris van Justitie en Veiligheid
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.