Antwoord schriftelijke vragen : Antwoord op vragen van de leden Van Meenen en Postma over het verwachte personeelstekort in de kinderopvang deze zomer
Vragen van de leden Van Meenen (D66) en Postma (CDA) aan de Staatssecretaris van Sociale Zaken en Werkgelegenheid over het verwachte personeelstekort in de kinderopvang deze zomer (ingezonden 24 juni 2020).
Antwoord van Staatssecretaris Van Ark (Sociale Zaken en Werkgelegenheid) (ontvangen
9 juli 2020).
Vraag 1
Heeft u kennisgenomen van het bericht «Kinderopvang verwacht tekort aan personeel
deze zomer»?1
Antwoord 1
Ja, daar heb ik kennis van genomen.
Vraag 2
Welk beeld heeft u van de krapte op de arbeidsmarkt in de kinderopvang nu en de komende
tijd?
Antwoord 2
De situatie op de arbeidsmarkt voor kinderopvang is door de Covid-19-crisis met onzekerheden
omgeven. De sector heeft een zeer uitdagende periode achter de rug waarin ook veel
is gevraagd van de medewerkers in de kinderopvang en de houders van kinderopvanglocaties.
Het is denkbaar dat op de korte termijn de ervaren krapte op de arbeidsmarkt zal blijven
bestaan. Ten eerste zal de ervaren krapte van vóór Covid-19 niet meteen zijn verdwenen,
mogelijke wachtlijsten worden eerst weggewerkt. Ten tweede kan op de korte termijn
krapte in personeelsaanbod toenemen doordat medewerkers in een risicogroep en zieke
medewerkers thuisblijven. Ten derde is de vraag naar kinderopvang in de zomer mogelijk
groter dan gebruikelijk door het uitblijven of uitstellen van vakanties.
Op de korte termijn is het dan ook belangrijk om medewerkers voor de sector te behouden.
Daarbij is de aantrekkelijkheid van de kinderopvang als werkgever van belang. De campagne
«Kinderopvang dankzij jou» van het Arbeidsmarktplatform Kinderopvang, die ik ondersteun,
draagt hieraan bij. De campagne richt zich op het bevorderen van de beroepstrots van
kinderopvangmedewerkers. De campagne is ook een manier om de waardering die er is
voor de medewerkers in de sector duidelijk te maken.
Met de Tijdelijke Tegemoetkomingsregeling Kinderopvang (TTKO) heb ik gezorgd voor
stabiliteit in de kinderopvang op korte termijn. In deze bijzondere situatie heeft
het kabinet ouders gevraagd de rekening van de kinderopvang te blijven betalen tijdens
de sluiting van de kinderopvang. Het door laten lopen van de reguliere betaling had
verschillende voordelen. Ouders konden op deze manier de plek voor hun kinderen op
de kinderopvang behouden. De kinderopvangtoeslag bleef gewoon doorlopen en er was
geen noodzaak tot ingrijpen in het lopende toeslagsysteem. Hierdoor bleef de kinderopvang
gefinancierd en in staat om goede noodopvang te verzorgen. Dit heeft gezorgd voor
stabiliteit in de kinderopvang op de korte termijn. Om te voorkomen dat ouders hierbij
betalen voor een dienst die zij op dat moment niet geleverd kregen, heeft het kabinet
in samenspraak met de kinderopvangsector besloten ouders met kinderopvangtoeslag te
compenseren voor de eigen bijdrage die zij betalen door middel van de TTKO. Ouders
hebben breed gehoor gegeven aan de oproep om door te blijven betalen. Het aantal opzeggingen
van contracten wijkt hierdoor niet veel af van de cijfers in normale tijden. Op de
korte termijn zijn de gevolgen van Covid-19 op de vraag naar kinderopvang dus relatief
beperkt.
De kinderopvang is een conjunctuurgevoelige sector. Hierdoor zullen op de middellange
termijn de economische gevolgen van Covid-19 ook een effect hebben op de vraag naar
kinderopvang en in het verlengde daarvan op de arbeidsmarkt in de kinderopvang. In
de Juniraming 2020 van het CPB2 wordt in het basisscenario een stijging van de werkloosheid naar 5% in 2020 en 7%
in 2021 verwacht. Een stijgende werkloosheid leidt tot een daling van de vraag naar
kinderopvang. Dit leidt op haar beurt naar verwachting tot een afnemende vraag naar
pedagogisch medewerkers.
Als gevolg van de economische recessie in 2009 steeg de werkloosheid tot ongeveer
7,5% in de periode 2013–2015. Gedurende de recessie nam de vraag naar kinderopvang
af. De bezuinigingen op de kinderopvangtoeslag gedurende de crisis, zorgden voor een
grotere daling in het gebruik van kinderopvang. Dit werkte ook door in de arbeidsmarktperspectieven
voor pedagogisch medewerkers en een lagere instroom in opleidingen vanwege de onzekere
arbeidsmarktperspectieven.
Of de huidige crisis vergelijkbare gevolgen gaat hebben, hangt af van hoe de economie
zich in de komende periode gaat ontwikkelen en de snelheid waarmee het herstel zich
inzet. De overheid hecht aan goede, veilige en financieel toegankelijke kinderopvang,
omdat ze het belang inziet dat ouders arbeid en zorg kunnen combineren. In het stelsel
van kinderopvang is continuïteit belangrijk. Ik hecht belang aan zoveel mogelijk stabiliteit
in deze conjunctuurgevoelige sector. De conjunctuurgevoeligheid van de kinderopvang
zie ik daarom als een urgent aandachtspunt. Het beleid van het kabinet zal daarbij
de komende periode gericht blijven op het ondersteunen van een zo spoedig mogelijk
economisch herstel.
Vraag 3
Kunt u een reactie geven op het onderzoek van Kinderopvang werkt!, uitgevoerd in opdracht
van het Platform Arbeidsmarkt Kinderopvang?3
Antwoord 3
Het Platform Arbeidsmarkt Kinderopvang heeft een onderzoek laten uitvoeren naar de
gevolgen van Covid-19 op de arbeidsmarkt voor kinderopvang. Dit is gedaan door middel
van een enquête uitgevoerd onder werkgevers in de kinderopvang.4 Werkgevers is gevraagd naar hun verwachtingen van de ontwikkelingen op de arbeidsmarkt.
In totaal hebben 333 respondenten de vragenlijst ingevuld.
In het onderzoek wordt onderscheid gemaakt naar effecten op de korte termijn en effecten
op de middellange termijn. Een derde van de respondenten verwacht dat er tot september
een personeelstekort zal blijven. Het overige deel verwacht voldoende medewerkers
te hebben. Voor de periode van september tot december verwacht 25 procent van de respondenten
nog een tekort. 42 procent van de respondenten geeft aan te verwachten dat de Covid-19-crisis
zal leiden tot minder vraag naar kinderopvang in het komende jaar. Op basis van de
verwachtingen van werkgevers schatten de onderzoekers dat het aantal werknemers in
de kinderopvang in januari 2021 met ongeveer 500–1000 zal krimpen ten opzichte van
nu.
Het onderzoek geeft een beeld van de verwachtingen van werkgevers over de gevolgen
van Covid-19. Dit geeft een indicatie van wat de mogelijke gevolgen van Covid-19 gaan
zijn. De resultaten sluiten aan bij mijn huidige verwachtingen van de gevolgen, namelijk
dat er op korte termijn nog krapte kan zijn maar dat deze op de middellange termijn
zal afnemen als economisch herstel niet snel inzet (zie antwoord op vraag 2). Ik ga
hierover in gesprek met de sector.
Vraag 4
Wat zijn de effecten van de coronacrisis op het personeelsaanbod in de kinderopvang,
aangezien medewerkers in de risicogroep niet kunnen worden ingezet en gezinnen niet,
of korter, op vakantie gaan?
Antwoord 4
Van de werkgevers die zijn bevraagd in het onderzoek verwacht een derde tot september
2020 een personeelstekort te hebben. Van de respondenten geeft 24% aan dat dit wordt
veroorzaakt doordat risicogroepen niet inzetbaar zijn. 34% van de werkgevers geeft
een open antwoord, waarvan een deel het niet of minder op vakantie gaan van gezinnen
als oorzaak aanwijst.
In de zomermaanden juli en augustus is er normaliter sprake van een daling in de vraag
naar kinderopvang. Het is onzeker of dat ook dit jaar zo is. Bepalend hiervoor is
of mensen vrij nemen in de zomermaanden of hun vakantie uitstellen. Op basis van de
werkgeversverwachtingen kan dat niet worden vastgesteld.
Vraag 5
Wat zijn de effecten van de te verwachte economische crisis als gevolg van de coronacrisis
op het personeelsaanbod in de kinderopvang, aangezien deze sector zeer conjunctuurgevoelig
is?
Antwoord 5
Zie het antwoord op vraag 2.
Vraag 6 en 7
Wanneer kan de Tweede Kamer de uitwerking van de aangenomen motie van de leden Van
Meenen en Postma verwachten die vraagt om een arbeidsmarktvisie voor de kinderopvang
en een plan voor krapte op de arbeidsmarkt?5
Sluiten de visie en het plan voor krapte aan op de veranderende omstandigheden die
de coronacrisis met zich meebrengt?
Antwoord 6 en 7
Vorig jaar heeft uw Kamer de motie van de leden Van Meenen en De Pater-Postma aangenomen.
Hierin wordt de regering verzocht een arbeidsmarktvisie op te stellen voor de kinderopvang,
waarin ten minste een plan wordt opgesteld voor de krapte op de arbeidsmarkt. Ik heb
uw Kamer toegezegd om aan de hand van gesprekken met de sector te komen tot breed
gedragen oplossingsrichtingen om de krapte aan te pakken en u hierover te informeren
in de eerste helft van dit jaar.
Voor Covid-19 was ik constructief met de sector in gesprek en waren al grote stappen
gezet richting enkele oplossingsrichtingen. Zo is begin dit jaar de campagne «Kinderopvang
dankzij jou»6van het Platform Arbeidsmarkt Kinderopvang gestart, waarvoor ik een subsidie heb verstrekt.
Ook heb ik in overleg met de sector besloten tot het uitstellen van de implementatie
van de taaleis en de eis van babyscholing van 2023 naar 2025.
Helaas heeft de Covid-19-crisis het traject om te komen tot breed gedragen oplossingsrichtingen
vertraagd. Hierover is de kamer in de Verzamelbrief kinderopvang d.d. 1 juli 2020
geïnformeerd.7 Nu de acute druk op de arbeidsmarkt iets lijkt af te nemen, zullen de sectorpartijen
en ik het gesprek hervatten en samen bezien hoe we elkaar kunnen versterken bij de
aanpak van de arbeidsmarktproblematiek. Daarbij zal er aandacht zijn voor de onzekerheid
van de komende periode, vanwege Covid-19 zelf en vanwege de economische gevolgen van
Covid-19 en de betekenis hiervan voor de (ontwikkeling van de) arbeidsmarkt in de
kinderopvang. Ik zal uw Kamer informeren over de uitkomst van deze gesprekken.
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
T. van Ark, staatssecretaris van Sociale Zaken en Werkgelegenheid
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.