Antwoord schriftelijke vragen : Antwoord op vragen van de leden Van den Hul, Van Meenen, Westerveld en Kwint over selectief aanmeldbeleid bij basisscholen
Vragen van de leden Van den Hul (PvdA), Van Meenen (D66), Westerveld (GroenLinks) en Kwint (SP) aan de Minister voor Basis- en Voortgezet Onderwijs en Media over selectief aanmeldbeleid bij basisscholen (ingezonden 9 juni 2020).
Antwoord van Minister Slob (Basis- en Voortgezet Onderwijs en Media) (ontvangen 3 juli
2020).
Vraag 1
Bent u bekend met het onderzoek naar het aanmeldbeleid bij Utrechtse basisscholen?1
Antwoord 1
Ja.
Vraag 2
Wat is uw reactie op de conclusie dat schoolbesturen al langere tijd met hun (voor)aanmeldbeleid
in strijd met de wet handelen?
Antwoord 2
Scholen dienen zich te houden aan de wettelijke bepalingen rondom toelating en weigering
van leerlingen. Als blijkt dat daaraan niet wordt voldaan kan de Inspectie van het
Onderwijs ingrijpen. Ik vind het daarom goed dat er al afspraken gemaakt zijn tussen
de gemeente Utrecht en de schoolbesturen om voor volgend schooljaar met een verbeterplan
te komen.
Vraag 3
Hoe kan het dat al een paar jaar bekend is dat de aanmeldprocedure voor scholen niet
correct verloopt, maar dat niet is veranderd?
Antwoord 3
Signalen over dit type incidenten zijn door de gemeente Utrecht opgepakt met de betreffende
schoolbesturen.
Vraag 4
Bent u bereid om met de betreffende besturen in gesprek te gaan over de vraag waarom
ze deze aanmeldprocedures hanteren?
Antwoord 4
Er zijn reeds afspraken gemaakt tussen de gemeente Utrecht en de betreffende schoolbesturen.
Schoolbesturen werken inmiddels, in samenspraak met de gemeente, aan een verbeterplan
dat in oktober gereed zal zijn.
Vraag 5
Erkent u dat de wijze waarop deze basisscholen gebruikmaken van (buitenwettelijke)
vooraanmeldingsprocedures en de ruimte die zij pakken voor selectie een forse inbreuk
zijn op de kansengelijkheid in het onderwijs?
Antwoord 5
De conclusies en signalen uit het onderzoek zijn zorgelijk. Een negatief effect van
het aanmeldingsbeleid op de kansengelijkheid is een onwenselijke ontwikkeling.
Vraag 6
Herkent u het beeld dat juist kinderen met (ouders met) een migratie-achtergrond,
zoals Turks-Nederlandse en Marokkaans-Nederlandse kinderen, de dupe waren van het
aanmeldbeleid van de betreffende scholen?
Antwoord 6
Het is niet goed wanneer bepaalde groepen ouders en kinderen minder kansen hebben
op een plek op de school van hun voorkeur dan anderen. Signalen over dit type incidenten
zijn in het verleden door de gemeente Utrecht opgepakt en met de betreffende schoolbesturen
besproken. Bij de totstandkoming van het verbeterplan, waar de schoolbesturen en de
gemeente nu aan werken, worden daarnaast ook ouders betrokken. Dat vind ik een goede
zaak.
Vraag 7
Klopt het dat de Onderwijsinspectie desgevraagd aan heeft gegeven deze gang van zaken
te herkennen? Zo ja, waarom heeft deze Onderwijsinspectie niet eerder ingegrepen en
wat is uw reactie hierop?
Antwoord 7
De inspectie heeft aangegeven de problematiek rondom schoolsegregatie in algemene
zin te herkennen. Constateringen van de inspectie over schoolsegregatie in de grote
steden waren mede aanleiding voor het onderzoek dat in Utrecht gedaan is naar het
aanmeldbeleid. De gemeente heeft de inspectie bij dit onderzoek betrokken. Specifiek
over te vroege aanmeldingen waren er voor dit onderzoek bij de inspectie geen signalen
bekend.
Vraag 8
Wat kunt en gaat u doen om gemeenten te ondersteunen in het tegengaan van onderwijssegregatie?
Antwoord 8
Een effectieve aanpak van segregatie in het onderwijs vraagt om landelijk en lokaal
beleid. Onderwijssegregatie is namelijk een probleem waar geen eenduidige oplossing
voor bestaat en vereist samenwerking met verschillende partijen. Net als de lokale
en regionale betrokkenen voel ik mij ervoor verantwoordelijk om alle kinderen gelijke
kansen te bieden in het onderwijs.
Daarom zal ik onderzoeken aan welke «knoppen» gedraaid kan worden om segregatie in
het onderwijs te verminderen of te voorkomen, zonder daarbij de vrijheid van onderwijs
aan te tasten. Aangrijpingspunten die ik daarbij meeneem, zijn onder andere de Lokale
Educatieve Agenda (LEA), de rol van gemeenten in onderwijshuisvesting, het toelatingsbeleid
van scholen, en brede scholengemeenschappen op één locatie. Ook vraag ik de inspectie
om vanuit haar toezicht te monitoren hoe gemeenten tot gemeenschappelijke doelen en
afspraken komen op de hiervoor genoemde (LEA) onderwerpen. Ik zal uw Kamer in het
najaar, middels een beleidsagenda, informeren over wat kansrijke aangrijpingspunten
zijn voor het tegengaan van segregatie in het onderwijs en hoe dit in een samenhangende
aanpak, met gemeenten, kan worden vormgegeven.
Vraag 9
Deelt u de mening dat de Onderwijsinspectie, verantwoordelijk voor het toezicht op
aanmeldbeleid, een terughoudende houding aanneemt door aan te geven tegemoet te zien
welke vervolgstappen het College onderneemt? Zo ja, wat vindt u dat de Onderwijsinspectie
hier voor rol moet pakken? Zo nee, wat is volgens u de meerwaarde van de Onderwijsinspectie
als toezichthouder op aanmeldbeleid?
Antwoord 9
De inspectie was betrokken bij het onderzoek dat in Utrecht is uitgevoerd. De gemeente
heeft de in het onderzoek betrokken besturen nadrukkelijk gevraagd om vóór het volgende
schooljaar al te beginnen de communicatie en procedures rond aanmelding te verbeteren.
In dit geval is er dus geen extra druk vanuit de inspectie nodig geweest. Ook zijn
schoolbesturen en gemeente al aan de slag met een breder verbeterplan om de problematiek
rond de aanmelding aan te pakken. Dat dit gebeurt, vind ik een goede zaak. De inspectie
volgt dit. Daar waar de inspectie concrete signalen krijgt dat scholen zich blijvend
niet conformeren aan de wet, zal de inspectie handhavend optreden.
Vraag 10
Acht u het mogelijk dat er meer basisscholen zijn die de regelgeving omtrent aanmeldprocedures
aan hun laars lappen? Zo ja, hoe en op welke termijn gaat u ervoor zorgen dat inzichtelijk
wordt welke scholen dit zijn, dat zij daar per direct mee stoppen en betreffende schoolbesturen
een gepaste sanctie wordt opgelegd?
Antwoord 10
De inspectie zal altijd handhavend optreden als zij constateert dat een school zich
niet aan wettelijke eisen houdt. Daarnaast heb ik uw Kamer afgelopen jaar toegezegd
een breed onderzoek naar toelatingsbeleid en toegankelijkheid in het funderend onderwijs
te laten doen, om zo landelijk in kaart te brengen hoe aanmelding, inschrijving en
toelating verlopen en welke problemen daarbij spelen. De resultaten daarvan worden
deze zomer opgeleverd en zal ik daarna met uw Kamer delen. Er zijn veel verschillen
tussen hoe gemeenten, scholen en besturen dit doen, dus het is goed dat we hier gedegen
naar kijken. Als het onderzoek daar aanleiding toe geeft, zal ik bekijken welke maatregelen
op landelijk niveau nodig zijn om deze problematiek te verhelpen.
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
A. Slob, minister voor Basis- en Voortgezet Onderwijs en Media
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.