Antwoord schriftelijke vragen : Antwoord op vragen van het lid Wassenberg over de bestrijding van de eikenprocessierups, waardoor ook andere insecten gedood worden
Vragen van het lid Wassenberg (PvdD) aan de Minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit over de bestrijding van de eikenprocessierups, waardoor ook andere insecten gedood worden (ingezonden 6 mei 2020).
Antwoord van Minister Schouten (Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit) (ontvangen 2 juli
2020). Zie ook Aanhangsel Handelingen, vergaderjaar 2019–2020, nr. 2930.
Vraag 1
Kent u het bericht «Zeker 195 gemeenten spuiten tegen eikenprocessierups»?1
Antwoord 1
Ja.
Vraag 2
Deelt u de conclusie van De Vlinderstichting dat de bestrijding van de eikenprocessierups
met aaltjes of bacteriepreparaten alle soorten rupsen doodt die op eiken leven, hoewel
beide middelen worden aangemerkt als zijnde biologisch?
Antwoord 2
Deze conclusie deel ik met de Vlinderstichting. De veroorzakers van plagen hebben
natuurlijke vijanden die van nature voorkomen in Nederland. Omwille van de volksgezondheid
wordt op plekken waar de overlast voor mensen en dieren groot is de eikenprocessierups
bestreden met aaltjes en bacteriepreparaten. Hierbij kunnen ook andere insecten met
een soft body, zoals andere rupsen, worden getroffen. De naam «biologisch» wordt gebruikt, omdat
aaltjes macro-organismen zijn en tot de biologische bestrijders behoren. Een bacteriepreparaat
bestaat uit micro-organismen en behoort daarom tot de biologisch gewasbeschermingsmiddelen
of biociden.
Vraag 3
Kunt u bevestigen dat er in de maanden april en mei ruim honderd soorten nachtvlinders
in het rupsenstadium op eiken leven en kunt u bevestigen hoeveel van deze soorten
wettelijk beschermd zijn?
Antwoord 3
Eiken herbergen vele honderden soorten insecten waaronder ook rupsen van nachtvlinders.
Nederland kent drie soorten nachtvlinders die wettelijk beschermd zijn: de Spaanse
vlag (Euplagia quadripunctaria), de Teunisbloempijlstaart (Proserpinus proserpina) en de Bosrandspinner (Eriogaster catax). Geen van deze nachtvlinders heeft de eik als haar waardplant.
Vraag 4
Kunt u bevestigen dat het gebruik van biologische bestrijdingsmiddelen niet toegestaan
is op plaatsen waar beschermde vlindersoorten voorkomen? Zo ja, welke instantie is
verantwoordelijk voor de controle en handhaving daarop en hoe wordt voorkomen dat
de Wet natuurbescherming wordt overtreden?
Antwoord 4
Het gebruik van biologische bestrijdingsmiddelen mag enkel in overeenstemming met
het gebruiksvoorschrift en de gebruiker dient zorg te dragen dat er geen beschermde
diersoorten worden gedood. De NVWA en ILT handhaven op de wet gewasbeschermingsmiddelen
en biociden. De provincies, en in voorkomende gevallen de omgevingsdiensten voor hen,
handhaven op de Wet natuurbescherming.
Vraag 5
Beaamt u dat de term «biologische bestrijding» in het geval van aaltjes en bacteriepreparaten
misleidend is, omdat deze vorm van bestrijding onbedoeld alle aanwezige rupsen doodt,
daarmee het biologisch evenwicht en de biodiversiteit schaadt en dus niet natuurvriendelijk
is?
Antwoord 5
Voor het antwoord verwijs ik naar mijn antwoord op vraag 2.
Vraag 6
Kunt u bevestigen dat proeven met werkelijk natuurvriendelijke oplossingen, zoals
het aantrekken van natuurlijke vijanden van de eikenprocessierups, hebben laten zien
het aantal eikenprocessierupsnesten daarmee met 80% verminderd kan worden?2
Antwoord 6
Op 9 april jl. heb ik uw Kamer uitgebreid geïnformeerd over het beleid rondom de bestrijding
van de overlast van de eikenprocessierups en de rol van het Kennisplatform Processierups
(Kamerstuk 27 858, nr. 507). In de brief benadruk ik het belang van een natuurlijke balans. Een omgeving met
een rijke en robuuste variëteit aan plant- en diersoorten geeft natuurlijke weerstand
tegen plaagsoorten en is verreweg de te prefereren optie. Echter, biodiversiteitsherstel
duurt jaren en experts geven aan dat natuurlijke bestrijders ten tijde van een plaag
met grote overlast niet voldoende zijn en aanvullende inzet nodig is.
Vraag 7
Bent u bereid om u in te zetten voor het exclusief inzetten van natuurvriendelijke
oplossingen om de eikenprocessierupsen te bestrijden en hierover in gesprek te gaan
met de Vereniging van Nederlandse Gemeenten en met het Kennisplatform Processierups?
Zo nee, waarom niet?
Antwoord 7
Het Ministerie van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit neemt deel aan het Kennisplatform
Processierups en is daar reeds in gesprek met de Vereniging van Nederlandse Gemeenten
en andere betrokken organisaties. Verder verwijs ik naar mijn antwoord op vraag 6.
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
C.J. Schouten, minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.