Antwoord schriftelijke vragen : Antwoord op vragen gesteld door van het lid Ronnes over het bericht ‘Coronavirus bedreigt ook bouw van nieuwe woningen’
Vragen van het lid Ronnes (CDA) aan de Ministers voor Milieu en Wonen en van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties over het bericht «Coronavirus bedreigt ook bouw van nieuwe woningen» (ingezonden 8 april 2020).
Antwoord van Minister Ollongren (Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties) (ontvangen
1 juli 2020). Zie ook Aanhangsel Handelingen, vergaderjaar 2019–2020, nr. 2957.
Vraag 1
Kent u het bericht «Coronavirus bedreigt ook bouw van nieuwe woningen»?1
Antwoord 1
Ja.
Vraag 2, 8
Wat is uw visie op het bericht van het Economisch Instituut voor de Bouw (EIB) dat
de Coronacrisis tot een verlies van 40.000 voltijdbanen kan leiden bij een economische
krimp van 5 procent?
Deelt u de visie dat het scenario van het EIB dat er 40.000 arbeidsplaatsen zouden
kunnen vervallen voorkomen kan worden als we met een ambitieus plan komen vanuit publieke
en private opdrachtgevers? Zo ja, wat zal uw inzet daarbij zijn?
Antwoord 2, 8
Het is onzeker hoe gevolgen van de coronacrisis voor de economie als geheel en de
bouw in het bijzonder zich verder zullen ontwikkelen. Door de grote onzekerheid over
de effecten van de economische crisis bestaat het risico dat mensen terughoudender
worden bij het kopen van een woning en beleggers en ontwikkelaars terughoudender worden
met investeringen. Tijdens de vorige crisis hebben we gezien dat de effecten van een
economische neergang op de bouw groot kunnen zijn en lang kunnen doorwerken. De gevolgen
van een crisis zijn meestal niet direct duidelijk zichtbaar in de bouwsector, maar
kunnen op termijn wel een groot effect hebben.
Een belangrijke les uit de analyse naar de cycliciteit van de woningmarkt is dat het
van groot belang is om niet te wachten met maatregelen totdat de bouwproductie stilvalt.
Daarom heb ik al een pakket aan maatregelen gepresenteerd2 dat er op gericht is dat er in 2020 zoveel mogelijk wordt doorgebouwd en dat investeringen,
aanbestedingen en opdrachten voor nieuwbouw, verbouwingen en verduurzaming niet worden
uitgesteld. Naast het doorbouwen is het van belang dat er zo min mogelijk voltijdbanen
verloren zullen gaan. Ik blijf de vinger aan de pols houden om te beoordelen of er
verdere aanvullende of nieuwe maatregelen nodig zijn.
Vraag 3, 5
Deelt u de conclusie dat het voornemen om jaarlijks 75.000 nieuwe woningen te bouwen
de komende jaren absoluut niet gehaald zal worden nu er vorig jaar vergunningen voor
57.000 woningen werden verleend en dit jaar vergunningen voor 48.000 woningen worden
verwacht?
Deelt u de conclusie van het EIB dat voor 2021 herstel wordt verwacht (vergunningen
voor 65.000 woningen), maar dat het aantal woningen dat wordt opgeleverd zal zakken
naar 50.000? Zo nee, waarom niet?
Antwoord 3, 5
Ten gevolge van de stikstof- en PFAS-problematiek en de coronacrisis is de prognose
van onder meer het EIB dat er dit jaar en volgend jaar minder dan 75.000 woningen
gebouwd worden. Bij het uitbreken van de coronacrisis heb ik daarom direct met het
Ministerie van IenW en alle maatschappelijke partners het manifest «samen doorbouwen
aan Nederland» opgezet. Met dit manifest wil ik, samen met andere betrokken partijen,
het signaal afgeven aan de hele bouwsector dat ik er werk van maak om de effecten
van de coronacrisis te minimaliseren. Daarnaast draag ik bij aan het op peil houden
van de woningbouwproductie, middels de woningbouwimpuls, het expertteam woningbouw,
het lostrekken van specifieke projecten en het inzetten van mogelijkheden via de Crisis
en Herstelwet. Bovenop deze trajecten ben ik in nauw overleg met alle partijen uit
de Woonagenda en Woondeals om aanvullend te kijken wat nodig is om de bouwproductie
op gang te houden.
Vraag 6
Deelt u de conclusie dat het voor woningcorporaties vrijwel ondoenlijk is in het huidige
tijdsgewricht een bod aan hun gemeenten te doen om tot (bijstelling van de) prestatieafspraken
te komen?
Antwoord 6
Nee. Er zijn veel onzekerheden over hoe de pandemie zich de komende tijd zal ontwikkelen
en welke effecten dat op de economie zal hebben. Dat maakt het juist belangrijk dat
corporaties, gemeenten en huurdersorganisaties in gezamenlijkheid overleggen over
de voorgenomen investeringen van corporaties en het effect dat de coronapandemie daarop
heeft. Indien aanpassingen wenselijk, noodzakelijk of onvermijdelijk zijn, moet het
gesprek over de te maken keuzes in die lokale driehoek plaatsvinden.
Vraag 7
Kunt u aangeven wat de stand van zaken is ten aanzien van de regeling voor het Noodfonds
Overbrugging Werkgelegenheid (NOW) ten aanzien van bouwbedrijven nu dergelijke ondernemingen
zich er niet op kunnen beroepen?
Antwoord 7
Bouwbedrijven kunnen gebruik maken van de NOW-regeling en doen dit ook. De regeling
is positief ontvangen door de bouw. Wel bleek het lastig voor grote consortia om te
voldoen aan de eis van 20% omzetverlies als zij slechts uitval van omzet in één van
de bedrijfstakken hadden. Dit kon zich voordoen als een werkmaatschappij van een concern
met zeer uiteenlopende activiteiten wel wordt geraakt (meer dan 20% omzetdaling),
terwijl de activiteiten van de andere werkmaatschappijen van het concern wel doorlopen
(of zelfs beter draaien) en op concernniveau daarom geen sprake is van 20% omzetdaling.
De werkmaatschappijen van een concern kunnen niet individueel een beroep op de regeling
doen. Als er dan geen interne solidariteit tussen de werkmaatschappijen en/of onderdelen
binnen het concern is, dan kan dit tot ertoe leiden dat de individuele werkmaatschappij
toch overgaat tot ontslag3.
Voor startups en voor seizoenswerk was de peildatum een probleem. Daar de NOW-regeling
geen rekening houdt met seizoen patronen, bleek dat ondernemingen met een seizoenspiek
niet in dezelfde mate van de loonsubsidie van de NOW gebruik konden maken als ondernemingen
waar de loonkosten over het jaar minder fluctueren. De recent (aangekondigde) wijzigingen
in de NOW leiden ertoe dat meer bedrijven op de NOW een beroep kunnen doen4.
Vraag 9
Bent u bereid de bouw nu reeds te ondersteunen door aan te dringen op voorgang in
de vergunningverlening en het naar voren halen van onderhoud? Kunt u concreet aangeven
op welke terreinen dat voor de rijksoverheid mogelijk is?
Antwoord 9
In het doorbouwplan van 20 mei jl. zijn diverse maatregelen aangekondigd om de bouwsector
op gang te houden. Een van deze maatregelen is gericht op de vergunningverlening.
Ik zie dat gemeenten en provincies prioriteit blijven geven aan het behouden van de
voortgang in de planvorming en gebiedsontwikkelingen, maar dat de beschikbaarheid
van voldoende capaciteit en expertise regelmatig een probleem is. De inzet van gemeenten
versterk ik daarom door zeker 20 regio’s financieel te ondersteunen om flexibele pools
van ambtenaren op te zetten met (technische) kennis over planvorming en vergunningverlening,
om zo de voortgang in de bredere lokale bouwfase te behouden en versnellen. Zo wordt
de fase waar lokaal de eerste vertragingen kunnen ontstaan in gebiedsontwikkelingen
aangepakt en vervolgens voorkomen dat woningbouwopdrachten bij marktpartijen afnemen.
Met 20 miljoen euro extra in 2020 kunnen bestaande flexpools behouden blijven en verder
uitgerold worden over 20 regio’s.
Daarnaast haal ik onderhoud en investeringen van het Rijksvastgoedbedrijf naar voren
en worden infrastructurele projecten versneld. Het Rijksvastgoedbedrijf kan een deel
van het onderhoud en investeringen naar voren halen en versnellen, waaronder Defensie-vastgoed.
Hiermee kan circa 15 miljoen euro aan onderhoud en investeringen in 2020 plaatsvinden.
In een gezamenlijke «Taskforce Infra» van het Ministerie van Infrastructuur en Waterstaat
en brancheorganisaties wordt gekeken naar maatregelen die direct uitvoerbaar zijn,
naar maatregelen voor over een half jaar en voor 2021. Dit is reeds gecommuniceerd
naar de Kamer5. Rijkswaterstaat en Prorail laten de reeds geplande aanbestedingen voor aanleg en
onderhoud aan infrastructuur doorgaan. Samen met de brancheorganisaties onderzoekt
Rijkswaterstaat de mogelijkheden om werkzaamheden die voor latere jaren gepland stonden,
naar voren te halen. Een dergelijke mogelijke versnelling komt bovenop het impulspakket
en versnelling van Beheer en Onderhoud in 2020 en 2021 van respectievelijk circa 100
miljoen euro en circa 165 miljoen euro – waartoe vorig jaar besloten is. Ook aan ProRail
is verzocht om te kijken naar de mogelijkheden om werkzaamheden naar voren te halen.
Zo heeft ProRail werkzaamheden aan de Willemstunnel en de Schipholtunnel naar voren
gehaald.
Vraag 10
Klopt het dat op ministeries wordt gewerkt aan een groot investeringsplan met gerichte
investeringen? Wanneer kunt u de Kamer daarover informeren?
Antwoord 10
Er worden verschillende investeringen gedaan, zoals het naar voren halen van investeringen
van het Rijksvastgoedbedrijf. Ook werk ik samen met mijn collega Minister van Infrastructuur
en Waterstaat om investeringen van Rijkswaterstaat naar voren te halen. Daarnaast
zorgt een investeringsimpuls voor maatschappelijk vastgoed ervoor dat renovatie en
groot onderhoud naar voren gehaald wordt en dat dit wordt gekoppeld aan verduurzaming
en energiebesparing. Naast deze investeringen zal ik andere maatregelen verkennen
die een bijdrage kunnen leveren om te zorgen dat er doorgebouwd kan blijven worden
ondanks de coronacrisis. De verwachting is dat ik daar rond Prinsjesdag op kan terugkomen.
Vraag 11
Zullen aspecten als de verruiming van de NHG, een lager btw-tarief voor onderhoud,
renovatie en verduurzaming en ruimere mogelijkheden voor een starterslening, daarvan
een onderdeel zijn?
Antwoord 11
Zoals aangegeven in antwoord op vraag 11 verken ik andere maatregelen die een bijdrage
kunnen leveren om te zorgen dat er doorgebouwd kan blijven worden ondanks de coronacrisis.
De maximale kostengrens voor een woning met NHG is € 310.000. Voor woningen waarbij
energiebesparende voorzieningen worden getroffen is de kostengrens 6% hoger, namelijk
€ 328.600. Deze grens sluit aan bij de doelgroep van NHG namelijk: lage- en middeninkomens.
Ook in economisch minder goede tijden zal NHG deze huishoudens bescherming blijven
bieden tegen betalingsproblemen en restschulden. Verschillende gemeenten bieden momenteel
een starterslening aan. Ook kunnen zij bepaalde voorwaarden verbonden aan een starterslening
bepalen. Op dit moment geldt er al een lager btw-tarief voor arbeid bij isoleren,
stukadoren, behangen en schilderen. Op dit moment is het verhogen van de NHG-kostengrens,
een lager btw-tarief voor onderhoud, renovatie en verduurzaming of ruimere mogelijkheden
voor een starterslening geen onderdeel van een investeringsplan.
Vraag 12
Ziet u mogelijkheden om de corporaties daar een specifieke rol in te geven aangezien
zij minder afhankelijk zijn van de vraag naar koopwoningen en gelet op de schaarste
aan huurwoningen altijd zullen moeten bouwen (anticyclisch bouwen)?
Antwoord 12
Woningcorporaties kunnen bijdragen aan een stabiele woningbouw. Door de schaarste
aan huurwoningen is de vraag naar huurwoningen, in vergelijking met de vraag naar
koopwoningen, minder conjunctuurgevoelig. Indien woningcorporaties ook in een crisis
blijven investeren in nieuwbouw, kunnen zij een terugval in de woningbouwproductie
beperken, zoals ik ook benadruk in mijn brief over de cycliciteit van de woningmarkt6. Zoals ik al aangaf in mijn antwoord op vraag 10 ben ik nog bezig met het verkennen
van verdere maatregelen om te zorgen dat er tijdens de coronacrisis doorgebouwd kan
worden. Dit inzicht neem ik mee in die verkenning.
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
K.H. Ollongren, minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.