Antwoord schriftelijke vragen : Antwoord op vragen van lid Hijink over acute geldproblemen bij kleine woonzorginstellingen door corona
Vragen van het lid Hijink (SP) aan de Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport over acute geldproblemen bij kleine woonzorginstellingen door corona (ingezonden 8 mei 2020).
Antwoord van Minister De Jonge (Volksgezondheid, Welzijn en Sport) (ontvangen 30 juni
2020).
Vraag 1
Hoe oordeelt u over de berichtgeving dat er een onhoudbare situatie ontstaat bij kleinschalige
woonzorginstellingen voor dementerende ouderen, doordat inkomsten wegvallen vanwege
de coronacrisis?1
Antwoord 1
Ik ben geïnformeerd over de problematiek. Voor mij staat de continuïteit van zorg
voorop. Zorgaanbieders moeten zich tijdens en na de coronacrisis kunnen blijven richten
op het leveren van kwalitatief goede zorg. Mede om deze reden heb ik in overleg met
ZN, zorgkantoren en de NZa, maatregelen genomen om de continuïteit van zorgverlening
aan pgb-houders te waarborgen. Deze maatregelen maken het mogelijk dat niet-geleverde
zorg en extra en/of duurdere zorg vanuit het pgb gedeclareerd kan worden. Het betreft
een verruiming van de bestedingsmogelijkheden van het pgb. Als een pgb-houder overlijdt
vervalt het pgb en is het niet mogelijk de kosten van zorgpersoneel uit het pgb te
betalen. Onder normale omstandigheden is dit een regulier bedrijfsrisico. Echter vanwege
COVID-19 overlijden meer bewoners en is het moeilijker de lege plaatsen weer bezet
te krijgen.
Zoals onlangs aan uw Kamer is gemeld2 kan een wooninitiatief met financiële problemen als gevolg van leegstand zich melden
bij het zorgkantoor, waarna in overleg gekeken wordt naar de best passende oplossing.
Ik heb besloten de EKC-regeling (extra kosten corona) open te stellen voor wooninitiatieven
die als gevolg van leegstand in financiële nood komen. Hiermee kan door de overgebleven
pgb-houders tijdelijk een hoger zorgtarief worden betaald. Het gaat hierbij om compensatie
van (een deel) van de weggevallen zorginkomsten. Samen met betrokken veldpartijen
werk ik deze oplossingsrichting momenteel verder uit.
Omdat bij pgb-gefinancierde wooninitiatieven sprake is van scheiden van wonen en zorg,
wordt met het verruimen van de zorgmiddelen de zorgomzetderving vergoed worden.
Vraag 2
Waarom is er wel financiële compensatie geregeld voor zorgorganisaties die zorg in
natura bieden, maar niet voor kleinschalige wooninitiatieven die zorg bieden via pgb’s?
Kunt u uw antwoord toelichten?
Antwoord 2
Zoals ik in antwoord 1 heb aangegeven, zijn er voor (o.a.) de pgb-gefinancierde kleinschalige
wooninitiatieven reeds maatregelen getroffen om de geplande maar niet-geleverde zorg
te kunnen declareren. Daarnaast kan het budget van budgethouders tijdelijk worden
verhoogd als zij extra, duurdere of vervangende zorg nodig hebben. Bij het treffen
van deze maatregelen was een van de uitgangspunten om zoveel mogelijk aan te sluiten
bij de maatregelen die bij zorg in natura zijn getroffen. Er zijn echter grote verschillen
tussen de systematiek van zorg in natura en pgb, waardoor de maatregelen niet een
op een overgenomen kunnen worden. Het grootste verschil zit in het ontbreken van de
relatie tussen zorgaanbieder en verstrekker. Waar in zorg in natura de verstrekker
en zorgaanbieder een directe juridische relatie hebben, bestaat deze relatie niet
in het pgb. Daardoor ontstaan, logischerwijs, verschillen tussen de maatregelen.
Vraag 3
Bent u bereid ervoor te zorgen dat zo spoedig mogelijk ook financiële compensatie
wordt gegeven aan kleinschalige wooninitiatieven die de zorg financieren door middel
van pgb’s? Zo neen, waarom niet?
Antwoord 3
Zie antwoord 1.
Vraag 4
Vindt u de constructie wenselijk dat bij leegstand pgb-gefinancierde wooninitiatieven
moeilijk kunnen voortbestaan en vindt u het tevens verantwoord dat pgb’s worden gehanteerd
voor de zorg aan dementerende ouderen die niet bekwaam en bevoegd zijn een pgb te
gebruiken? Kunt u uw antwoord toelichten?
Antwoord 4
Het starten van een pgb-gefinancierde wooninitiatief draagt enkele bedrijfsrisico’s
met zich mee, waar de oprichters/ondernemers bewust voor kiezen. Onder normale omstandigheden
is een bedrijfsrisico bijvoorbeeld dat bij leegstand pgb-gefinancierde wooninitiatieven
geen inkomsten ontvangen. Echter is door corona een uitzonderlijke situatie ontstaan
waardoor ik dit risico wil dempen. Daarom heb ik maatregelen getroffen zoals beschreven
bij de beantwoording van vraag 1.
Het hebben van een pgb staat niet gelijk aan het beheren van een pgb. Wanneer een
Wlz-geïndiceerde een pgb aanvraagt maar zelf niet pgb-vaardig blijkt te zijn, kan
een wettelijke vertegenwoordiger/ gewaarborgde hulp deze taken overnemen indien deze
wel pgb-vaardig is. Het beoordelen of iemand pgb-vaardig is, wordt in de Wlz door
het zorgkantoor gedaan.
Vraag 5
Gaat u in de toekomst maatregelen nemen om te zorgen dat intramurale kleinschalige
wooninitiatieven in natura gecontracteerd kunnen worden, zodat bij een toenemende
mate van leegstand niet het voorbestaan van kleinschalige wooninitiatieven wordt bedreigd?
Kunt u uw antwoord toelichten?
Antwoord 5
Als zowel het kleinschalige wooninitiatief en inwonende budgethouders willen overstappen
naar zorg in natura, dan kunnen ze dat doen door contact op te nemen met het zorgkantoor.
Deze kan de woonvorm begeleiden met de omschakeling van pgb naar zorg in natura. Dit
is al een regulier proces.
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
H.M. de Jonge, minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.