Antwoord schriftelijke vragen : Antwoord op vragen van de leden Van Wijngaarden, Koopmans en Wiersma over het artikel ‘Marokkaanse Nederlanders bevrijd ons van de dubbele nationaliteit’
Vragen van de leden Van Wijngaarden, Koopmans en Wiersma (allen VVD) aan de Ministers van Sociale Zaken en Werkgelegenheid en van Buitenlandse Zaken en de Staatssecretaris van Justitie en Veiligheid over het artikel «Marokkaanse Nederlanders bevrijd ons van dubbele nationaliteit» (ingezonden 27 september 2019).
Antwoord van Minister Koolmees (Sociale Zaken en Werkgelegenheid), mede namens de
ministers van Buitenlandse Zaken en van Justitie en Veiligheid en de Staatssecretaris
van Justitie en Veiligheid (ontvangen 29 juni 2020). Zie ook Aanhangsel Handelingen,
vergaderjaar 2019–2020, nr. 500.
Vraag 1
Bent u bekend met het artikel «Marokkaanse Nederlanders bevrijd ons van dubbele nationaliteit»1 en het manifest voor keuzevrijheid in nationaliteit?2
Antwoord 1
Ja.
Vraag 2
Constaterende dat in het regeerakkoord staat dat nakomelingen van migranten in de
toekomst voor een nationaliteit moeten kiezen, wat doet u om mensen te helpen die
nu al van hun dubbele nationaliteit af willen? Wat kan u nog meer doen?
Antwoord 2
Nederland is van mening dat het recht om afstand te doen van een nationaliteit begrepen
moet worden onder het recht om van nationaliteit te veranderen, als bedoeld in artikel
15 tweede lid van de Universele verklaring van de Rechten van de Mens. Om die reden
roept Nederland landen die het afstand doen van hun nationaliteit juridisch of in
de praktijk niet toestaan op om hierover hun wetgeving of handelwijze te heroverwegen.
Vraag 3
Klopt het dat het koninkrijk Marokko «een scala aan instituties in het leven heeft
geroepen om Marokkanen in Nederland te bespioneren, te intimideren, te verleiden,
te rekruteren, te corrumperen?
Antwoord 3
Contact tussen overheden van andere landen en personen in Nederland is in beginsel
niet problematisch zolang dit op vrijwillige basis plaatsvindt. Ditzelfde geldt ook
voor overheden van andere landen in Nederland en de contacten die zij onderhouden
met Nederlanders, die ook over de nationaliteit van dat land beschikken.
In algemene zin zijn er staten die proberen invloed te houden op personen in Nederland
die uit die staat geëmigreerd zijn. In sommige gevallen beschikken deze emigranten
nog wel over de nationaliteit van hun land van herkomst of hebben ze daar familie
wonen, maar wonen zij zelf inmiddels al lang in Nederland. Het kan ook gaan om mensen
die hun land om politieke redenen ontvlucht zijn en in ons land slachtoffer worden
van intimidatie. Dergelijke inmengingsactiviteiten creëren een permanent gevoel van
onveiligheid in de betreffende gemeenschappen. Hiermee kunnen ook nationale spanningen
geëxporteerd worden naar ons land. De invloed gaat soms zo ver dat mensen zich beperkt
voelen in de uitoefening van hun grondrechten, zoals de vrijheid van meningsuiting.
Vraag 4
Hoe kijkt u aan tegen de in het manifest genoemde lange arm van Marokko in Nederland?
Wat is uw aanpak op de omschreven voorbeelden uit het manifest? Bent u bereid om,
net zoals voor de Turkse diaspora politiek, een aanpak op de Marokkaanse diaspora
politiek te ontwikkelen?
Antwoord 4
Het staat Marokko vrij banden te onderhouden met Marokkanen die in Nederland wonen,
mits dit geschiedt op basis van vrijwilligheid en zolang dit past binnen de grenzen
van onze rechtsstaat. Er kan geen sprake zijn van ongewenste beïnvloeding op de individuele
levens van Nederlanders en de keuzes die zij maken. Wanneer het Kabinet constateert
dat de diasporapolitiek van een land de grenzen van onze rechtsstaat overschrijdt
of de participatie van de diaspora belemmert, dan is er sprake van ongewenste buitenlandse
inmenging. Hiervoor heeft het kabinet een aanpak. Voor de verschillende instrumenten
die het kabinet tot haar beschikking heeft verwijs ik naar de brief van 16 maart 2018
over de aanpak ongewenste buitenlandse inmenging.3 Hierin wordt een landen neutrale aanpak geschetst met een overzicht van het instrumentarium
dat het kabinet kan inzetten, afhankelijk van de concrete situatie. Er worden tevens
enkele voorbeelden gegeven.
Vraag 5
Bent u bereid om Marokkaanse en Turkse Nederlanders maximale praktische hulp te bieden
bij het afstand doen van hun tweede nationaliteit? Zo ja, op welke wijze? Bijvoorbeeld
door middel van een stappenplan, praktische informatie en/of beleid?
Antwoord 5
Het is aan landen zelf om te bepalen op welke wijze hun nationaliteit verkregen kan
worden, en ook op welke wijze hiervan wel of niet afstand gedaan kan worden. Met betrekking
tot de Marokkaanse nationaliteit is bekend dat de nationaliteitswetgeving bepalingen
bevat die toestaan dat van de Marokkaanse nationaliteit afstand kan worden gedaan.
Vanuit het verleden is ook bekend dat een Nederlander, met ook de Marokkaanse nationaliteit,
in de praktijk geen afstand van de Marokkaanse nationaliteit kon doen.
Voor Nederlanders, die ook de Turkse nationaliteit hebben kent de Turkse wet- en regelgeving
het recht om afstand te doen van de nationaliteit. Verzoeken om afstand te doen van
de nationaliteit worden in de regel ook gehonoreerd door Turkije.
Vraag 6
Is er een Europese Unie (EU)-standpunt met betrekking tot derde landen die EU-onderdanen
verhinderen om van hun dubbele nationaliteit af te komen? Kunt u toelichten hoe Nederland
een leidende rol zal gaan pakken in deze discussie?
Antwoord 6
Er is geen EU-standpunt over dit onderwerp omdat nationaliteitsrecht niet onder de
bevoegdheid valt van de EU, maar onder die van de afzonderlijke lidstaten. Pas wanneer
het gaat om de aan de nationaliteit van een lidstaat verbonden Unieburgerschapsrechten
komt het EU-recht in het geding. Daar is in dit geval geen sprake van.
Vraag 7
Kunt u deze vragen afzonderlijk en nog voordat de begrotingsbehandelingen aanvangen
beantwoorden?
Antwoord 7
Uw Kamer ontvangt deze antwoorden gezamenlijk met het antwoord op het verzoek van
lid Paternotte (D66) bij de Regeling van Werkzaamheden van 24 september 2019 om een
schriftelijke reactie op het manifest «Keuzevrijheid in nationaliteit».
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
W. Koolmees, minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid -
Mede namens
S.A. Blok, minister van Buitenlandse Zaken -
Mede namens
F.B.J. Grapperhaus, minister van Justitie en Veiligheid -
Mede namens
A. Broekers-Knol, staatssecretaris van Justitie en Veiligheid
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.