Antwoord schriftelijke vragen : Antwoord op vragen van het lid Asscher over de anderhalve meter in de audiovisuele sector
Vragen van het lid Asscher (PvdA) aan de Minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap over anderhalve meter in de audiovisuele sector (ingezonden 26 mei 2020).
Antwoord van Minister Van Engelshoven (Onderwijs, Cultuur en Wetenschap) (ontvangen
26 juni 2020).
Vraag 1
Bent u bekend met het bericht «Films maken op afstand niet te doen; erken acteur als
contactberoep»?1
Antwoord 1
Ja, ik ben bekend met het artikel van De Telegraaf.
Vraag 2
Erkent u dat het voor acteurs niet altijd mogelijk is om hun werk te doen op anderhalve
meter afstand? Hoe kijkt aan tegen werken op anderhalve meter in de audiovisuele sector?
Antwoord 2
Acteurs en andere professionals in de audiovisuele sector kunnen weer aan het werk.
In opdracht van de Nederlandse Content Producenten (NCP) en de Nederlandse Audiovisuele
Producenten Alliantie (NAPA) is door een voor de sector aangestelde werkgroep een
sectorbreed protocol ontwikkeld. Een tweede versie van het protocol is op 29 mei 2020
gepubliceerd.
Onder strikte voorwaarden is het nu mogelijk dat professionals zonder beschermende
kleding op minder dan anderhalve meter afstand tot een collega (of collega’s) kunnen
meewerken aan opnames of producties. Naar aanleiding van de persconferentie, d.d.
24 juni 2020, wordt het protocol op dit moment en al dan niet op onderdelen herzien
ten behoeve van intieme scènes met intensief fysiek contact.
Vraag 3
Bent u ermee bekend dat in Duitsland er strakke protocollen gelden in de filmindustrie
en dat daar inmiddels weer wordt gedraaid op de set? Kunt u uitleggen waarom dit in
Duitsland wel mogelijk is, maar in Nederland nog niet?
Antwoord 3
Ik ben er mee bekend dat er op Duitse sets weer wordt gedraaid, net als in Nederland.
Hierover heeft de werkgroep mij geïnformeerd. Het Duitse audiovisuele protocol is
bij de ontwikkeling van het Nederlandse protocol ook geraadpleegd. Daarnaast treedt
de werkgroep bij belangrijke ontwikkelingen in overleg met stakeholders als de Dutch
Academy For Film (DAFF), verschillende branche- en beroepsverenigingen, publieke en
commerciële omroepen, bedrijven, fondsen en de Taskforce Culturele en Creatieve sector.
Ook is er afstemming met de ministeries van OCW en EZK.
Vraag 4
Ziet u mogelijkheden om acteurs te laten vallen onder het regime van de contactberoepen,
zodat met een checkgesprek, testen en de voorzorgsmaatregelen die in het door de sector
geschreven protocol zijn opgenomen (geen contacten met derden behalve huisgenoten
gedurende de opnameperiode) toch in bepaalde gevallen binnen anderhalve meter kan
worden gewerkt?
Antwoord 4
Acteurs vallen niet onder het regime van de contactberoepen. De categorie contactberoepen
wordt gebruikt voor beroepen waarbij er contact is tussen een professional en een
(betalende) klant of klanten. De term wordt niet gebruikt voor contact tussen professionals
onderling. Ook dit heeft de werkgroep doorgevoerd in het meest recente protocol
Vraag 5
Erkent u dat maatwerk nodig is om de culturele sector met anderhalve meter weer op
te starten? Ziet u mogelijkheden om ruimte te bieden aan experimenten? Kunt u uw antwoord
toelichten?
Antwoord 5
Zie antwoord op de vragen 2 en 6.
Vraag 6
Bent u het ermee eens dat er nieuwe verdienmodellen moeten worden ontwikkeld om de
openstelling van culturele instellingen rendabel te maken? Zo ja, bent u bereid middelen
beschikbaar te stellen zodat financiële ruimte wordt geboden om deze nieuwe verdienmodellen
te ontwikkelen zoals voorgesteld in «red de cultuur»? Zo nee, kunt u een toelichting
geven?2
Antwoord 6
Ik ben het met u eens dat het belangrijk is om nieuwe verdienmodellen te onderzoeken.
In dat kader informeer ik u graag over een tweetal zaken.
Samen met de ministers van EZK, VWS en J&V heb ik goed overleg met de evenementenbranche,
die zich heeft verenigd in de Alliantie van Evenementenbouwers. De alliantie zal,
onder meer met behulp van een bijdrage van verschillende ministeries, zo ook mijn
eigen ministerie, via het Topsector Creatieve Industrie werken aan een Fieldlab-aanpak.
De aanpak heeft tot doel wetenschappelijke kennis te combineren met innovaties uit
de sector om inzichtelijk te maken hoe de gezondheidsrisico’s kunnen worden beperkt
en de druk op openbare ruimte en openbaar vervoer wordt voorkomen. De sector zal zelf
enkele testlocaties selecteren en daarmee voor de volle breedte van de eventindustrie
voor binnen- en buitenevents belangrijke vraagstukken in relatie tot veilige openstelling
gaan testen. Naast het gecontroleerd doen van pilots, zal er ook worden gekeken naar
het gebruik van nieuwe technologieën en digitale verdienmodellen.
Ik heb de Raad voor Cultuur om advies gevraagd over hoe de sector meer wendbaar en
weerbaar gaat worden. Dit advies zal gaan over de gehele sector: van gesubsidieerd
tot ongesubsidieerd en van maker tot instellingen. Het advies zal tot stand komen
in een iteratief en open proces waarbij ook gebruik zal worden gemaakt van een programma.
Zo kan de sector meteen al delen in de kennis die wordt opgedaan.
Overigens zie ik dat de sector ten tijde van deze moeilijke periode al veel initiatieven
heeft ontwikkeld: van online rondleidingen door tentoonstellingen tot digitale edities
van festivals en van muzieklessen tot debatten. Ik draag dergelijke initiatieven een
warm hart toe en ben blij met de ondersteunende rol die DEN als kennisinstituut voor
digitalisering in de cultuursector hierbij vervult.
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
I.K. van Engelshoven, minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.