Antwoord schriftelijke vragen : Antwoord op vragen van de leden Weverling en Aartsen over de berichten ‘VS van plan uit WTO-onderdeel te stappen‘ en ‘Chinese bussen kunnen bij aanbesteding niet worden geweerd‘
Vragen van de leden Weverling en Aartsen (beiden VVD) aan de Minister voor Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking en de Staatssecretaris van Economische Zaken en Klimaat over de berichten «VS van plan uit WTO-onderdeel te stappen» en «Chinese bussen kunnen bij aanbesteding niet worden geweerd» (ingezonden 19 februari 2020).
Antwoord van Staatssecretaris Keijzer (Economische Zaken en Klimaat) en van Minister
Kaag (Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking) (ontvangen 19 juni 2020).
Zie ook Aanhangsel Handelingen, vergaderjaar 2019–2020, nr. 2157.
Vraag 1
Bent u bekend met de berichten «VS van plan uit WTO-onderdeel te stappen»1 en «Chinese bussen kunnen bij aanbesteding niet worden geweerd»2?
Antwoord 1
Ja.
Vraag 2 en 3
Kunt u aangeven in hoeverre u de opvatting van het college van gedeputeerde staten
van Noord- Holland deelt dat het juridisch niet mogelijk is om aanbestedingen uit
China te weren?
Kunt u aangeven hoe deze opvatting van het college zich verhoudt tot het antwoord
op eerdere vragen over aanbestedingen uit China van 28 oktober 2019, waarin u mededeelde
dat «Nederlandse – en andere Europese – aanbestedende diensten geen inschrijvingen
hoeven toe te laten uit landen die niet zijn aangesloten bij de Government Procurement
Agreement (GPA) onder de WTO, zoals China»3?
Antwoord 2 en 3
Bij aanbestedingsprocedures is het mogelijk om inschrijvers uit China te weren. Ik
informeerde uw Kamer op 23 april jl. hierover bij de beantwoording van vragen over
de openbaar vervoersconcessie IJssel-Vecht4 in de provincies Overijssel, Gelderland en Flevoland. U bent ongetwijfeld op de hoogte
van de recente berichtgeving over het mogelijke gebruik van «side letters» door Keolis.
Dit is een vervelende kwestie waarnaar de provincie Overijssel en Keolis onderzoek
doen. Ik volg deze ontwikkelingen op de voet. Deze kwestie staat echter los van de
beantwoording waarin in algemene zin wordt uitgelegd onder welke omstandigheden niet-Europese
partijen kunnen worden geweerd bij aanbestedingen en ov-concessies. Zowel in het geval
van de concessie IJssel-Vecht als in het geval van Noord-Holland zit dat als volgt.
Het is voor Nederlandse en andere Europese aanbestedende diensten mogelijk om inschrijvingen
te weigeren uit derde landen die geen partij zijn bij de Overeenkomst inzake overheidsopdrachten
(Government Procurement Agreement (GPA)) van de WTO en/of waarmee de EU geen bilaterale
handelsovereenkomst heeft gesloten waarin afspraken over toegang tot de markt voor
overheidsopdrachten zijn gemaakt. China is geen partij bij de GPA, noch heeft de EU
een bilateraal handelsakkoord met China. Om die reden kunnen inschrijvers uit China
worden geweerd. Het is voor speciale-sectorbedrijven in de zin van de Aanbestedingswet
2012 daarnaast mogelijk om een inschrijving op een opdracht voor leveringen af te
wijzen indien het aandeel van de uit dergelijke derde landen afkomstige goederen meer
dan vijftig procent uitmaakt van de totale waarde van de goederen waarop deze inschrijving
betrekking heeft. Deze mogelijkheden vloeien voort uit internationale en Europese
regelgeving en worden ook door die regelgeving ingekaderd.
In de gevallen van Overijssel, Gelderland en Flevoland, respectievelijk van Noord-Holland,
ging het echter niet om aanbestedingen van bussen maar om verleningen van openbaarvervoersconcessies.
In Overijssel, Gelderland en Flevoland was de winnende inschrijver Keolis, een Nederlandse
vervoersmaatschappij (in eigendom van Keolis SA in Frankrijk). In Noord-Holland was
dat Connexxion, eveneens een Nederlandse vervoersmaatschappij. Deze vervoersmaatschappijen
hebben vervolgens bussen aangekocht middels een private transactie. Zoals ook toegelicht
in de hiervoor aangehaalde beantwoording van vragen, was het voor de concessieverleners
niet mogelijk om de vervoersbedrijven de verplichting op te leggen om bussen uit de
EU te betrekken.
De twee gevallen zijn overigens verschillend als het gaat om de herkomst van de bussen.
Keolis heeft bussen gekocht van het van oorsprong Chinese bedrijf BYD. In de concessies
van de provincie Noord-Holland rijdt Connexxion in de concessie Noord-Holland Noord
met bussen van zowel BYD als VDL, in de concessie Haarlem-IJmond met bussen van BYD
en VDL en vanaf eind 2020 ook van het Nederlandse bedrijf Ebusco. Voor de concessie
Gooi- en Vechtstreek heeft de winnende vervoerder (Transdev) in Nederland geproduceerde
bussen (Ebusco & VDL) aangeboden.
Vraag 4
Kunt u aangeven in hoeverre de multilaterale overeenkomst over aanbestedingsregels
voor overheidsopdrachten van de Wereldhandelsorganisatie (WTO) mogelijkheden biedt
voor overheden op zowel landelijk als ook provinciaal niveau en gemeentelijk niveau
voor het weren van aanbestedingen uit landen die geen partij zijn bij deze overeenkomst?
Antwoord 4
Onder de GPA van de WTO mogen aanbestedende diensten van de aangesloten landen (potentiële)
inschrijvers uit deze landen geen toegang weigeren tot de markt voor overheidsopdrachten.
Dit betekent dat de GPA de markt voor overheidsopdrachten van een deelnemend land
opent voor inschrijvingen van bedrijven uit andere deelnemende landen. Dit brengt
met zich mee dat deze markt gesloten kan blijven voor inschrijvingen van bedrijven
uit niet-GPA-landen, ongeacht het bestuurlijk niveau.
Vraag 5
Hoe verhoudt de Aanbestedingswet, die geen mogelijkheid biedt tot het geven van een
voorkeur aan Nederlandse of Europese partijen, zich tot het GPA?
Antwoord 5
De Aanbestedingswet 2012 sluit aan op de GPA. De Aanbestedingswet verbiedt namelijk
aanbestedende diensten om minder gunstige voorwaarden toe te passen op inschrijvers
uit landen die bij de GPA zijn aangesloten of waarmee de EU een bilaterale handelsovereenkomst
heeft gesloten waarin afspraken over toegang tot de markt voor overheidsopdrachten
zijn gemaakt dan op inschrijvers uit EU-lidstaten. Omgedraaid betekent dit dat aanbestedende
diensten wél minder gunstige voorwaarden toe mogen passen op inschrijvers uit landen
waar dat niet voor geldt. De Europese Commissie draagt dit standpunt ook actief uit.
Ik verwijs in dit geval echter naar mijn antwoord op vraag 2 en 3: het ging hier niet
om inschrijvingen uit derde landen op aanbestedingen, maar om private transacties.
Vraag 6
Wat is uw inzet ten aanzien van het verduidelijken van de mogelijkheden voor het weren
van aanbestedingen vanuit landen die geen partij zijn bij het GPA? Heeft u hierover
informatie gedeeld met provincies en/of gemeenten, of bent u voornemens dit te doen?
Antwoord 6
Ik deel daar informatie over met aanbestedende diensten, zoals provincies en gemeenten,
via PIANOo, het expertisecentrum aanbesteden5.
Vraag 7
Kunt u aangeven hoe uw inspanningen om het Commissievoorstel over een Instrument voor
Internationale Overheidsopdrachten aan te scherpen vorderen? Op welke momenten heeft
u uw voornemen om dit voorstel effectiever te maken en de mogelijkheden voor het nemen
van restrictieve maatregelen uit te breiden tot dusver kenbaar gemaakt?
Antwoord 7
De besprekingen over het voorstel van de Commissie voor een International Procurement
Instrument zijn op dit moment in Brussel gaande. Daarbij wordt onderzocht hoe verschillende
aanpassingen van het voorstel kunnen uitpakken. De daadwerkelijke tekstuele onderhandelingen
zijn nog niet begonnen en de planning daarvan is mede afhankelijk van corona-maatregelen.
In de besprekingen tot nu toe is het Nederlands standpunt stelselmatig ingebracht
teneinde een effectief instrument tot stand te brengen dat daarnaast zo min mogelijk
bestuurlijke en administratieve lasten met zich mee brengt.
Vraag 8
Hoe staat u tegenover het – mogelijke – voornemen van de Verenigde Staten om zich
terug te trekken uit het GPA?
Antwoord 8
De door u aangehaalde geruchten zijn niet bevestigd door de Verenigde Staten. Ten
algemene blijft overeind dat het kabinet voorstander is van een op regels gebaseerd
handelssysteem en van afspraken over internationale toegang tot de markt voor overheidsopdrachten
via de GPA.
Vraag 9
Kunt u schetsen wat de mogelijke gevolgen kunnen zijn voor Nederlandse ondernemers
en de Nederlandse economie wanneer de Verenigde Staten zich uit het GPA terugtrekt?
Biedt het GPA mogelijkheden tot het weren van aanbestedingen van bedrijven uit de
Verenigde Staten op het moment dat zij niet langer partij zijn bij de GPA?
Antwoord 9
Nederlandse ondernemers hebben op basis van de GPA toegang tot overheidsaanbestedingen
in de Verenigde Staten op het niveau van de federale overheid en op het niveau van
de individuele staten. Daarbij geldt dat de mate van toegang per staat verschilt.
Als de Verenigde Staten zich uit de GPA zou terugtrekken, zouden ondernemers uit de
EU en andere bij de GPA aangesloten landen die toegang verliezen. Daar staat tegenover
dat veel Nederlandse ondernemers op dit moment al zaken doen in de Verenigde Staten
via een lokale partner of dochteronderneming. Die praktijk wordt niet geraakt door
een eventuele terugtrekking uit de GPA.
Voor wat betreft de mogelijkheden om inschrijvingen uit niet bij de GPA aangesloten
landen te weren, verwijs ik naar mijn antwoord op vraag 2 en 3. De daar geschetste
mogelijkheden gelden ook voor Nederlandse aanbestedende diensten die inschrijvers
uit de Verenigde Staten zouden willen weren, indien de Verenigde Staten zich terug
zouden trekken uit de GPA.
Vraag 10
Bent u voornemens om in Europees verband of in diplomatiek contact met de Verenigde
Staten uw houding ten opzichte van het mogelijke terugtrekken van de Verenigde Staten
uit het GPA en het belang van multilaterale afspraken over internationale aanbestedingen
kenbaar te maken? Zo nee, waarom niet?
Antwoord 10
Ja. Het kabinet draagt te allen tijde de boodschap uit dat het hecht aan het multilaterale
handelssysteem en de GPA.
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
M.C.G. Keijzer, staatssecretaris van Economische Zaken en Klimaat -
Mede ondertekenaar
S.A.M. Kaag, minister voor Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.