Antwoord schriftelijke vragen : Antwoord op vragen van de leden Remco Dijkstra, Stoffer en Postma over het bericht 'Onzekere toekomst voor gebruik oldtimer openbare weg'
Vragen van de leden Remco Dijkstra (VVD), Stoffer (SGP) en Postma (CDA) aan de Ministers van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap en van Infrastructuur en Waterstaat over het bericht «Onzekere toekomst voor gebruik oldtimer openbare weg» (ingezonden 20 februari 2020).
Antwoord van Minister van Engelshoven (Onderwijs, Cultuur en Wetenschap) en van Staatssecretaris
Van Veldhoven-Van der Meer (Infrastructuur en Waterstaat) (ontvangen 18 juni 2020).
Zie ook Aanhangsel Handelingen, vergaderjaar 2019–2020, nr. 2295.
Vraag 1
Bent u bekend met het artikel van automobielmanagement.nl getiteld «Onzekere toekomst
voor gebruik oldtimer openbare weg»?1
Antwoord 1
Ja
Vraag 2
Wilt u een actuele en gebruiksvriendelijke registratie van mobiel erfgoed mogelijk
maken? Hoe kunt u de speciale positie die mobiel erfgoed inneemt ten opzichte van
hedendaags vervoer, beter borgen? Hoe kunt u de registratie van Mobiel Erfgoed stimuleren?
Antwoord 2
Ik ben daar voorstander van en heb de sector mobiel erfgoed, die naast de sector weg
ook bestaat uit de sectoren lucht, rail en water, de afgelopen jaren met financiële
middelen en met kennis (via de Rijksdienst voor het Cultureel Erfgoed) ondersteund
in hun streven om een gezamenlijk register op te zetten dat inzicht biedt in het mobiel
erfgoed dat ons land rijk is. De basis van het register is ook gerealiseerd, maar
het moet nog verder worden (aan)gevuld. Het register is van de sector mobiel erfgoed
zelf, dat het ook beheert. Enige jaren geleden heb ik het Mondriaan Fonds gevraagd
een subsidieregeling te maken die projecten op het gebied van mobiel erfgoed ondersteunt.
De stichting Mobiele Collectie Nederland (MCN) heeft een subsidieverzoek ingediend
bij het Mondriaan Fonds voor de doorontwikkeling van het register, hetgeen ook door
het fonds is gehonoreerd. Voor het overzicht en voor de zichtbaarheid van wat de sector
te bieden heeft, is dit van groot belang. Ik heb de RCE gevraagd om blijvend dit proces
te ondersteunen met kennis en advies.
Vraag 3
Wat zijn de definities van mobiel erfgoed die gehanteerd worden en zijn deze conform
lid 7 van artikel 3 (richtlijn 2014/45/EU)? Zo niet, waarin wordt afgeweken en met
welke reden? Zou het niet verstandig zijn een zelfde definitie te gebruiken voor mobiel
erfgoed?
Antwoord 3
Mobiel erfgoed valt onder de bredere definitie van cultureel erfgoed zoals die in
de Erfgoedwet wordt gehanteerd. De kern hiervan is dat zaken (zowel materieel als
immaterieel) die wij als maatschappij de moeite waard vinden om door te geven aan
toekomstige generaties gerekend kunnen worden tot het cultureel erfgoed. De definities
die door de sector worden gehanteerd bij het opzetten en vullen van het register sluiten
voor de sector weg aan bij de definities conform de genoemde EU-richtlijn. De grens
van 30 jaar wordt ook gebruikt in de belastingwetgeving. Hieraan zijn vrijstellingen
van wegenbelasting voor oldtimers gekoppeld.
Vraag 4
Klopt het dat een voertuig van historisch belang aan in ieder geval de volgende voorwaarden
moet voldoen: a) het is tenminste dertig jaar geleden vervaardigd of voor het eerst
ingeschreven; b) het specifieke voertuigtype wordt niet langer geproduceerd; c) het
is historisch bewaard gebleven en in de oorspronkelijke staat behouden en de technische
kenmerken van de hoofdonderdelen hebben geen verandering ondergaan. Zou dit een voldoende
definitie zijn om te hanteren?
Antwoord 4
De Erfgoedwet hanteert deze definities niet en gaat uit van het bredere begrip van
cultureel erfgoed. Het mobiel erfgoed valt daarbinnen onder het roerende erfgoed (cultuurgoederen).
De sector zelf hanteert de genoemde criteria wel bij het beantwoorden van de vraag
wanneer een voertuig in hun register kan worden opgenomen.
Vraag 5
Hoe staat het met de door de Minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap in het
verleden gedane aanzet tot het opzetten van een nationaal register voor mobiel erfgoed
(NRME)? Zijn er problemen? Wanneer is het klaar? Kan een instantie als de Rijksdienst
Cultureel Erfgoed (RCE), De Inspectie Leefomgeving en Transport (ILT), of de Dienst
Wegverkeer (RDW) hier medewerking aan verlenen en zou dit een implementatie ten behoeve
van een NRME kunnen bespoedigen?
Antwoord 5
In aanvulling op de antwoorden bij vraag 2) kan ik het volgende mededelen. MCN heeft
aangegeven een projectvoorstel te hebben ingediend bij het Mondriaan Fonds voor de
verdere doorontwikkeling van het register. Het Mondriaan Fonds heeft dit voorstel
gehonoreerd. Voor een belangrijk deel bestaat het project uit het daadwerkelijk vullen
van het register waarbij de expertise en inzet van de leden van de verschillende betrokken
mobiel erfgoed organisaties onontbeerlijk is. MCN heeft laten weten dat het register
eind 2021 gevuld zou moeten zijn. Er is dan een overzicht beschikbaar van al het waardevolle
mobiele erfgoed in Nederland. Uiteraard is het denkbaar dat de huidige corona-crisis
gevolgen heeft voor deze planning. De RCE is al nauw betrokken bij de ontwikkeling
van het NRME en ook zijn er contacten met het Ministerie van IenW. Met de RDW wordt
verkend of er raakvlakken zijn tussen het Kentekenregister, zijnde het Basisregister
voor voertuigen dat beheerd wordt door de RDW, en het NRME.
Vraag 6
Zijn er mogelijkheden om het gebruik van innovatieve brandstoffen bij mobiel erfgoed
in te zetten om zo ook een bijdrage te kunnen leveren aan de verbetering van de luchtkwaliteit
en tegelijkertijd ervoor te zorgen dat mobiel erfgoed ook in de toekomst aan een breed
publiek kan worden getoond?
Antwoord 6
Er is momenteel nog geen geschikte biobrandstof aan de pomp verkrijgbaar, maar er
zijn technieken voor innovatieve hernieuwbare brandstoffen die voldoen aan de specificaties
van de norm voor ongelode benzine (EN228) en daarmee geschikt zijn voor het verduurzamen
van het mobiele erfgoed. Het is echter aan de markt of en wanneer deze geïntroduceerd
worden.
Ik vind het goed dat organisaties zoals de Federatie Historische Automobiel- en Motorfietsclubs
(FEHAC) zich sterk maken voor de ontwikkeling en introductie van hernieuwbare brandstoffen.
Ook in de sector historisch rail is men actief, getuige een test die eerder dit jaar
werd uitgevoerd bij de «Museumstoomtram Hoorn-Medemblik» met de toepassing van biokool
in een van de locomotieven. Het laat zien dat ook de sector mobiel erfgoed een bijdrage
wil leveren aan een beter milieu en klimaat.
Vraag 7
Bent u bereid samen met andere overheidsinstanties en particuliere organisaties een
voorhoedepositie binnen de EU in te nemen om op te komen voor mobiel erfgoed? Zo ja,
hoe kan dat vorm krijgen?
Antwoord 7
Zowel in Europees verband als in Nederland zelf zijn de afgelopen jaren stappen gezet
ter bevordering van het behoud van mobiel erfgoed. Daarin spelen de brancheorganisaties
zelf een belangrijke rol. Daar waar mogelijk zal ik mij ook inzetten om dit te ondersteunen.
Zo organiseert de Rijksdienst voor het Cultureel Erfgoed met enige regelmaat het Platform
Mobiel Erfgoed waarin onderwerpen zoals duurzaamheid en innovatieve brandstoffen worden
besproken. Internationale samenwerking zal een van de komende onderwerpen zijn van
het Platform.
Vraag 8
Wat kan gedaan worden om de ongewenste uitvoer van cultuurgoederen te verhinderen
en kan een register voor mobiel erfgoed daar een rol in spelen? Kan het onderdeel
zijn van de uitwerking van het advies van de commissie Pechtold dat gaat over bescherming
van cultuurgoederen voor Nederland?2
Antwoord 8
Ik heb in mijn beleidsreactie op het advies van de commissie-Pechtold aangegeven een
betere bescherming van cultuurgoederen in bezit van particulieren voor te staan.3 Hiertoe heb ik de Raad voor Cultuur gevraagd een commissie in te richten die vanuit
een visie op de Collectie Nederland en een inventarisatie van wat er reeds in Nederland
aanwezig is, voorstellen zal doen voor welke cultuurgoederen er van dusdanig bijzondere
culturele waarde zijn dat ze extra moeten worden beschermd via een plaatsing op de
lijst voor beschermd cultuurbezit (WBC-register). Cultuurgoederen op deze lijst mogen
niet zonder toestemming Nederland verlaten. Ik kan mij voorstellen dat het genoemde
register voor mobiel erfgoed een waardevolle bron van informatie kan zijn voor de
werkzaamheden van de commissie die zal worden ingericht, maar de commissie gaat daar
uiteraard zelf over.
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
I.K. van Engelshoven, minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap -
Mede namens
S. van Veldhoven-van der Meer, staatssecretaris van Infrastructuur en Waterstaat
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.